Bnreustam de keten overhandigd der Seraphijnen- ordi van Zweden, met het grootkruis waarvan Z. M. reeds vroeger was vereerd. Deze onder scheiding wordt slechts zelden verleend en is nog aan weinige vorsten te beurt gevallen. De internationale honden ten toonstelling te Rotterdam zal plaats hebben 27, 28 en 29 Juni, op het daartoe van gemeentewege beschikbaar gesteld gedeelte der wandelplaats „Den Heuvel". Z. M. heeft den kapitein der artillerie J. La Grappe Dominicus, thans op nonactiviteit, op zijn aanvrage op pensioen gesteld en het bedrag bepaald op f 1474; den 2den luit. E. P. W. C. Westerbaen Schmidt, van het 6de reg. inf., voor den tijd van vijf jaren gedetacheerd bij de inf. van het leger in Ned.-Indië; den lsten luit. J. P. C. Pool, van de vijfde afdeeling vesting-art., voor den tijd van vijf jaren gedetacheerd bij de artillerie van het leger in Ned.-Indië; den kapt. A. G. H. Van der Poel, van het 4de reg. inf., op zijn aanvrage op pensioen gesteld en het be drag bepaald op f 1560; voorts is hem de raBg verleend van majoorden 2den luit. J. A. Bachof- ner. van de derde afdeeling vesting-artillerie, ge detacheerd bij de applicatieschool bij de kon. mil. academie, in zijn rang en ouderdom in dien rang, overgeplaatst bij het wapen der artillerie van het leger in Ned.-Indië; aan den Oost-Indischen ambtenaar G. J. Laurensen, laatstelijk inspecteur bij den postdienst in Ned.-Indië, thans met ver lof in Europa, op zijn verzoek eervol ontslag verleend uit 's lands dienst, met toekenning van pennoenden tijd van duur der detacheering van den officier van gezondheid 1ste kl. W. J. De Meyer, van het leger hier te lande, bij het leger in Oost-Indië, welke bij besluit van 31 December 1873 op vijf jaren was bepaald, op bet daartoe door hem gedaan verzoek verlengd tot 16 Juli e. k. Gr e in e ri «g d IVienws. In de Galgstraat is hedenmiddag eene vrouw in elkander gezakt, naar men zegt ten gevolge van den honger. Toen men haar met een tang een stuk brood toediende, beet zij daar woedend in. In eene woning binnengebracht kwam zij daar weer tot bewustzijn en werd er van voed sel voorzien. Om de deur dicht te doenwordtthans het bericht, dat bij de algemeene illuminatie in Den Haag „een moeder op den arm van een zuigeling zou zijn doodgedrukt", tegengesproken; bij de bevoegde autoriteit is er niets van bekend. In de Paulus Potterstraat te 's-IIage is gistermiddag een kind door het omtrekken van een petroleumtoestel in brand geraakt. De moeder nam het wicht op en snelde de trap af, hetgeen ten gevolge had dat ook hare kleederen vlam vatten. Met ernstige brandwonden bedekt zijn moeder en kind naar het gasthuis vervoerd. Bij het afbreken van het stadsfabrieks- gebouw te Hoorn zijn in den grond gevonden 60 steenen kogels en eenige ijzeren van bijzonderen omvang. Men wil dat die herkomstig zijn uit de Hoeksche en Kabeljauwsche twisten. Gistermorgen te halfvier is door een seinwachter op de lijn Arnhem-Yelp het lijk ge vonden van een bakkersknecht, uit laatstgenoemde gemeente. De ongelukkige was blijkbaar door een spoortrein overreden. Een gevulde mand werd in zijne nabijheid gevonden. Uit Soerabaia wordt onder dagteeke- ning van 17 Maart gemeld: Een onzer stadge- nooten gaf een paar avonden geleden in zijn on langs voltooide woning een schitterend bal, bij welke gelegenheid het geheele gebouw met gas verlicht was. Aan de gasfabriek, pas in haar wor ding, had men nochtans bezwaren gemaakt tegen de levering van gas gedurende den geheelen nacht dientengevolge werd overeengekomen, dat de toe voer niet later dan tot 3 uur in den morgen zou plaats hebben. Tegen dat uur zouden al de geïn- viteerden wel vertrokken zijnalthans zoo dacht de gastheer. Het feest was echter zoo geanimeerd, dat loen niemand nog aan heengaan dacht. Plot seling gingen al de gaskronen uit, en daar zaten de f< estvierenden in duisternis. Algemeene verwar ring! Doch men wist raad. Immers aan rijtuigen geen gebrek, evenmin als aan galante jongelieden die al dadelijk op de petroleumlampenjacht uit gingen. Weldra was dan ook de zaal voldoende verlicht en door de danslustigen een carré gefor meerd. Muziek! muziek! werd er geroepen, doch het was en bleef stil, en eindelijk kwam men tot de ontdekking, dat de muzikanten geëclipseerd waren. Drie jongelieden, die over zee van Honfleur naar Havre terugkeerden, sloegen Don derdag bij een wending van het vaartuig daarmede om. Twee hunner verdwenen in de golven, zon der dal het mogelijk was hen te reddende derde, die een roeispaan had weten te grijpen, werd door twee moedige jongelieden, die zich met een an dere boot in de nabijheid bevonden, op het droge gebracht. Een tuinman te Asnières, in dienst bij een aannemer, was door zijn patroon belast met het betalen eener som van 400 franken te Courbevoie. Op weg daarheen ontmoette hij eenige vrienden, met welke hij een herberg bezocht en die hem des avonds verlieten. Den volgenden morgen kwam men zijn vrouw vertellen, dat de jas van haar man aan den kant der Seine was gevonden. Is nu de man door zijn zoogenaamde vrienden afgewacht en vermoord met het doel hem te berooven, heeft hij zelfmoord gepleegd, of wel den schijn daarvan aangenomen, ten einde zich om de een of andere reden ongestoord uit de voe ten te kunnen maken Het zonderlingste van het geval is, dat het geld aan het bedoelde adres werd bezorgd. Op de place Malesherbes te Parijs is een huisknecht, die bezig was de ruiten van een raam op de tweede verdieping schoon te maken, naar beneden gestortde ongelukkige was terstond een lijk. Op zekeren morgen vond men te Aix- en-Provence al de offerblokken der kerk Saint- Sauveur opengebroken, de deuren der sacristie bij het slot opengezaagd en alle kasten eveneens geopend. Al het kostbare gewijde vaatwerk was verdwenen. Onder een raam van de Maria-kapel vond men een ladder en aan de buitenzijde, in den tuin van den aartsbisschop, een touw, zoodat men onderstelt dat de dieven zich in de kerk hebben laten insluiten en na het plegen van den diefstal zich door dat raam en den tuin hebben verwijderd. Oost-Indische praatjes. II. Nog een weinig soezerig door het afscheid van den heiligen Silvester, is echter ieder die de recep tie zal bijwonen reeds vroeg in de weer om zich in kostuum, uniform of rok, te kleeden. Ambte naren, van den resident af tot den aspirant-con troleur toe, in den mooien rok met goud of zilver borduursel het benijdbaar voorrecht der dii majores et minores met wit cachemir panta lon, den staatsiedegen op zijde, den steek in de met wit-glacé bekleede handende luitenant commandant der schutterij, uittwaalfman bestaande, in volle uniformwij arme stervelingen in zwarten rok, met witte das en handschoenen, alsof we eene teraardebestelling moesten bijwonen. 't Is halftien en menig rijtuig reeds gepasseerd. Ook wij maken ons op naar het eenige palen verwijderde residentiehuis, en zien reeds onderweg den stoet geformeerd, die straks den regent zal begeleiden. Vlaggen en wimpels geven het residentiehuis een vroolijk aanzien, de gamelang verwelkomt elk aanrollend rijtuig en een talrijke menigte Javaan tjes zit, in 't gras neergehurkt, zich te vermeien in het beschouwen van al die grootheid. Reeds is een dichte drom van heeren in de voorgalerij vergaderd, en zijn we door het hoofd van bestuur verwelkomd, die onzen nieuwjaarswensch genadig accepteert. Menige handdruk wordt gewisseld van heinde en ver zijn de administrateurs en eigenaars van suikerfabrieken opgekomen. Ook de Chineesche hoofden, herschapen in mandarijnen van het hemelsche rijk, zijn plechtige hulde aan den vertegenwoordiger van het gouvernement komen brengen. D;iar galoppeeren de voorrijders in hunne roode pakjes, gevolgd door een drom van mindere hoof den. Dan volgen de wedono's en omstuwd door een aantal dignitarissen verschijnt de regent in een door vier sydneyers getrokken open rijtuig, gedost in groot kostuum. Dan volgt weer een wolk van hoofden, allen op wonderlijk getuigde, soms prachtige paarden gezeten, de een al mooier dan de ander. Om u een denkbeeld te geven van dien schitterenden stoet, zou ik een photogram moeten zendenen toch ook weer niet, want waar zou de schilder gevonden worden, die het tafereel met die levendige kleuren bedeelde, wier mengeling onbeschrijfbaar is. Het rijtuig draait het hek binnen, pradjoerits presenteeren het geweer, de gouden pajong de regent is Raden Adipati wordt uitgespannen, en door de controleurs opgewacht aan den voet der trap, verschijnt de regent, slechts vergezeld van een paar aardige knaapjes. In een halven kring geschaard natuurlijk secundum ordinem hebben wij allen dit oogen- blik verbeid. De regent treedt te midden van een diepe stilte op den verguldeu zetel van den resi dent toe. Tot het prachtig tapijt genaderd, waarop de resident en de hoogste ambtenaren der resi dentie paradeeren, spreekt hij in een kleine rede voering zijn „slamat" uit. De resident beantwoordt in 't Maleisch zijn toe spraak, bedankt, en spreekt den wensch uit, dat bij ook voortaan steun moge vinden bij de inland- sche ambtenaars-hiërarchie, dat hij veel mag ver wachten, dat hij dit aanbeveelt en daarin verbete ring wenscht enz. enz. In het kort eene kleine troonrede in den dop. Het gesprokene wordt weer door den regent overgebracht aan de pati, djaksa, wedono's en verdere hoofden, die aan het einde van den kring met gekruiste beenen op den vloer zitten en telkens met een buiging de saam- gevouwen handen aan den neus brengen en in koor „engé!" (ja, het zij zoo) roepen. Dan knalt de champagner en met een vol glas in de hand houdt de resident in 't Hollandsch een kranige speech, bedankt voor de talrijke opkomst, waardeert de belangstelling, en spreekt de hoop uit dat een beter jaar aanstaande is. Was het ver- ledene een jaar van misgewas, van veeziekte, van stilstand in den handel, dit moge dubbel aan ieders verwachting beantwoorden. Een luid gejuich is de tolk van elks instemming met den hartelijken heilwensch. Gelukkig dat niemand wist, welke mooie nieuw jaars-surprise de regeering had uitgedacht, om ons Indische nabobs een weinig tot mededeelzaam heid te prikkelen. Verfoeielijke belastingplannen Nog eenige oogenblikken worden gebruikt om dezen en genen te spreken, om handdrukken te ontvangen van menschen wier naam men op het zelfde oogenblik weer vergeten is, en de rijtuigen komen voor; ieder gaat zijns weegs om elders zijne opwachting te maken, 's Avonds natuurlijk een dansreceptie bij den resident, waar meer de intimi bijeenkwamen, en waar machtig veel ge danst, gewhist, gequadrilleerd en geomberd werd; alles opgeluisterd door een virtuoos op de groote trom, die de cornet ik pistons trachtte te be- heerschen. 's Konings trouwdag was, hoewel zonder geest drift, een prettige dag. 's Morgens een réunie van alle pas aangekomen assistent-residenten, regenten, controleurs, fabrikanten enz. uit de ge heele residentie in onze sociëteit, 's Avonds een gala-dansreceptie bij den resident, waar vele dames in prachtige kostuums met halsbrekende slepen, décent en indécent, naarmate de bezitster een mooie of minder mooie buste, mollige of magere armen had, rondzweefden met heeren wier roks- panden als zwaluwstaarten fladderden. Nog dient vermeld dat het geheel een verras senden aanblik boodhier door een smaakvol arrangement van bloemen, ddar door guirlandes en festoenen, die de initialen van vorst en vorstin omgavendat een keurig souper den gastro noom deed watertanden, dat er een toost door den resident werd uitgesproken, die gevolgd werd door het zingen van ,,'t Wien Neerlandsch bloed", waarbij het muziek, overstelpt door aan doening, een paar coupletten te laat inviel. En zoo was het vier uren in den morgen geworden, toen de gasten zich gereedmaakten om in Mor pheus' armen te gaan uitrusten van de vermoeie nissen des daags. „Tout comme chez nous" zal een gerepatrieerd oudgast zeggen, als hij, in zijn gemakkelijke easychair gezeten, dit nummer van uw dagblad leest. En ik moet bekennen dat zijn grommig „oud nieuws" mij de confessie op de lippen legt van„niet veel zaaks."

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1879 | | pagina 2