N°. 5894. Maandag 5 Mei. A0. 1879. Dit Nommer bestaat uit TWEE BLADEN. Eerste Blad. s T A D S - B E RIC II T E N. PRIJS DEZER COURANT Voor Leiden per 8 maanden.f 1.19. Franco per post1-40* Afzonderlijke Nommers0.05. Deze Courant wordt dagelijks, met uitzonderiHg ran Zon- en Feestdagen, uitgegeven. PRIJS DER ADVERTENTIES Van 16 regels1.05. Iedere regel meera 0.17%. Greotere letters naar plaatsruimte. De BURGEMEESTER der gemeente Leiden, Gelet op art. 21 der wet van 4 December 1872 (Staatsblad N#. 134); Brengt ter kennis van de ingezetenen, dat in de afgeloopen week 2 personen aan mazelen zijn overleden. Leiden, De Bnrgemeester voornoemd, 8 Mei 1879. V. j>. BRANDELER. Vergadering van den Gemeenteraad van Leiden op Donderdag 8 Mei 1879. LEIBEN, 3 Mei. In den loop van dit en het volgende jaar kun nen 120 commiezen der vierde klasse der directe belastingen, invoerrechten en accijnzen worden aangesteld op eene bezoldiging van f 420 'sjaars en eene toelage voor eens van f 75 voor uitrus ting, nadat zij op de linie van toezicht zijn in dienst gesteld. De verzoekschriften om toelating tot het onderzoek moeten vóór den lsten Juni bij het departement van financiën zijn ingekomen. De brievenmalen voor Ned.-Indië, bestemd om met de stoomschepen van de Maatschappij „Nederland" te worden verzonden, zullen voortaan één dag later dan tot dusverre na haar vertrek uit Amsterdam te Napels worden ingescheept, zoo dat, te beginnen met den 6den Mei e. k., de verzending van brieven enz. voor Ned. Oost-Indië langs den weg van Napels en verder met de be doelde stoomschepen des Dinsdags in plaats van des Maandags om de 14 dagen zal geschieden. Gedurende deze week zijn dagelijks in het Werkhuis alhier opgenomen van 5168 volwas sen personen en van 1013 kinderen. Tot hoofdonderwijzeres aan de Christelijke bewaarschool te Rijnsburg is benoemd mejuffrouw B. Omvlee, bewaarscboolhouderes te Leiden, die de benoeming heeft aangenomen. Te Katwijk aan den Rijn is Zaterdag en Woensdag j.l. examen gehouden tot toelating voor de rijksnormaalschool aldaar. Op een paar uitzon deringen na is het examen door alle leerlingen met goed gevolg afgelegd, zoodat zij in de door hen aangevraagde klassen geplaatst konden worden. Heden nemen de lessen een aanvang. Tot onder wijzers aan gemelde school zijn nog benoemd de heeren P. Van Bommel, hoofdonderwijzer te Noord- wijk aan Zee, en J. J. Van Tertholen, hoofd onderwijzer te Rijnsburg. Het toelatingsexamen voor dc rijksnormaalschool te Lisse heeft aldaar heden plaats. Tot onderwijzers aan deze school zijn benoemd de hoofdonderwijzers L. L. Veenen- daal, directeur, en Cremer te Hillegom, P. Van der Ent te Sassenheim, M. Berckenhofl' te Lisse en Kiewit te Haarlemmermeer. Voor het teekenen werden gisteren in Den Haag geëxamineerd 3 candidaten1 werd afge wezen en 2 toegelaten, zijnde A. E. Gips en W. C. M. Van Kooten uit Schiedam. Voor de En- gelsche taal 5 candidaten, waarvan 3 werden toe gelaten, mej.H. C. Roskopf, A. J. Roskopf en R. Swaab uit 's-Hage. De heer II. C. Waldeck, commandant van de Haagsche burger-eerewacht, is benoemd tot ridder der orde van de Eikekroon. Aan het St. AJoysius-gesticht te Amsterdam is door wijlen den heer F. Th. Everard een legaat van f 3000 besproken. Het gala-bal ten hove van gisteravond was bijzonder prachtig. Het aantal geaoodigden was zeer groot, want de invitatiën strekten zich ook uit tot de burgemeesters en de officieren van schutterscorpsen van verschillende gemeenten in Zuid-Holland. Zooals vroeger werd gemeld, werd de schutterij van Leiden vertegenwoordigd door den maj.-comm., 3 kapt. en 3 luitenants. Onder de vele hooge personages die zich in de salons bewoget), merkte men o. a. ook op den burgemeester van Leiden, en hoofd- en verdere officieren van het 4de regiment infanterie. De hooge gastheer en gastvrouw onderhielden zich met onderscheidene staatsambtenaren en autoritei ten. De groothertog, diens gemalin en prins Frede- rik waren eveneens op het bal tegenwoordig. De Koningin bracht heden onverwachts een bezoek aan het Haagsche Weeshuis der Ned. Herv. diaconie, vergezeld van hare grootmeeste- resse gravin van Hogendorp, graaf Schimmelpen- ninck en twee hofdames. Zij werd door heeren regenten in de verschillende vertrekken en zalen rondgeleid. Bij het binnentreden van de catechi satiezaal werd H. M. door de weezen met het laatste couplet van het volkslied begroet, begeleid door het orgel. Toen zij onder het lied der wee zen „dat 's Heeren zegen op u daal" te drie uren het gebouw verliet, betuigde zij hare inge nomenheid en tevredenheid over de inrichting. De groothertog en groothertogin van Snxen- Weimar zullen Dinsdag-morgen te halfzeven per Rijuspoor de terugreis naar Weimar aannemen. Vermoedelijk zal prinses Hendrik, die zich voor eenigen tijd naar Oldenburg zal begeven, de vorste lijke reizigers een eindweegs vergezellen. De commandant der tweede, uit den adel gevormde Haagsche eerewacht, graaf W. Van Lim burg Stirum, is benoemd tot ridder der orde van de Eikekroon. Door den minister van waterstaat is bepaald dat gedurende den aanstaanden zomerdienst twee treinen in elke richting bijwijze van proefneming tot het in- en uitlaten van reizigers zullen stop pen aan den Papendijk onder de gemeente Waar der aan de spoorweglijn LeidenWoerden. Er hebben zich nog 26 studenten van den militairen geneeskundigen dienst te Amsterdam opgegeven voor het in gang zijnde geneeskundig staatsexamen te Leiden. Op de vergadering van eergisteren der Ned. Herv. Predikanteuvereeniging maakte de voorge dragen wijziging in het reglement op het examen voor de toelating tot de evangelieprediking een onderwerp van discussie uit. Met bijna algemeene stemmen besloot men er bij de Synode op aan te dringen, dat aan de studenten geene andere banden zullen worden aangelegd dan dat zij aan ééne der universiteiten den graad van candidaat in de godgeleerdheid zullen moeten verworven hebben alvorens te worden toegelaten tot bet eindexamen. Eenparig werd besloten om het regle ment op de rechten der minderheden als geheel onaannemelijk ter zijde te leggen en in dien geest te adviseerea op de aanst. classicale vergaderingen. Bij het onderzoek van de definitieve oorlogs- begrooting voor 1879 klaagden sommige leden dat zoo weinig tijd was gelaten tusschen de indiening der voordracht en het sectieonderzoek. Vrij alge meen was men van oordeel dat vaste regeling van onze nationale defensie dringend wordt gevorderd. Jaar in jaar uit worden millioenen schats aan ons defensiewezen besteed, maar blijvende grondslagen voor reorganisatie en eenheid van plan ontbreken. De verderfelijke invloed van dit gemis aan stelsel op weervermogen en financiën is, bij de herhaalde wisseling van ministers van oorlog, maar al te dikwerf gebleken. Vaak bleken groote offers tever geefs gebracht. Deze toestand mag niet bestendigd worden. Eene eindbeslissing omtrent de principiëele vragen onzer defensie achtte men urgent. Meende men uit 's ministers antecedenten te mogen opmaken dat hij voorstander is van den persoonlijken dienstplicht en van de urgentie der hervorming onzer levende strijdkrachten overtuigd is, in de begrooting zag men veeleer de strekking van uitbreiding der doode defensiemiddelen. Alge meen verwachtte men met belangstelling eenige verklaring van den minister omtrent deze gewich tige aangelegenheid. Men vroeg voorts naar 's mi nisters plannen ten aanzien van het militaire straf recht en de strafrechtspleging en wees daarbij op twee feiten1°. op het bekende voorval in Februari jl. aan de hoofdwacht te 's-Gravenhage. Sommigen meenden dat onwettige straf of wel op onregel matige wijze straf was opgelegd. Was de straf wettig, dan meende men, was herziening van de desbetrefiende bepalingen noodzakelijk. Is zij op onregelmatige wijze opgelegd, dan vertrouwde men dat de minister de daad zal hebben afgekeurd en de verantwoordelijke personen daarop zal hebben gewezen; 2°. op het geval met een officier die overeenkomstig de strafrechterlijke bepalingen zich in arrest bad begeven en na verzoek om zijn zaak door den krijgsraad te doen onderzoeken zich nu reeds een maand lang in arrest bevond, zonder dat aan het gebiedend voorschrift dat binnen 24 uren twee officieren-commissarissen zullen worden benoemd om den gearresteerde te hooren en daar van rapport te doen, was gevolg gegeven. De klachten over de inrichting van het departement werden herhaald. Tegen het voortdurend behoud van residentietoelageu aan officieren had men ernstig bezwaar. De herhaaldelijk tegen te groote uitbrei ding van den grooten staf geopperde bezwaren werden weder met nadruk te berde gebracht. Men wenschte overlegging van de instructiën van den gouverneur der residentie, waarin voorschriften moeten voorkomen die in den tegenwoordigen tijd niet mogen worden gebillijkt. Het koninklijk oudheidkundig genootschap te Amsterdam zal Maandag-avond te acht uren eene vergadering houden, waarin de heer A. D. De Vries Az. eene bijdrage zal leveren over de verschillende uitgaven van Vondels werken, tijdens het leven van den dichter verschenen. Het stoomschip „Gelderland" is eergisteren van Batavia naar Rotterdam vertrokken; de „Koning der Nederlanden" is heden van Nieuwediep te Batavia aangekomende „Prinses Amalia", van Nieuwediep naar Batavia, arriveerde gisteren te Port Said en vertrok van daar hedenmorgen. Tot officier der orde van de Eikekroon is benoemd de heer R. Mont d'or Norderling, eerste luitenant bij het Zweedsche regiment huza ren Karei XV. Deze officier was als attaché toe gevoegd aan den heer De Burenstam, minister resident van Zweden en Noorwegen bij bet Nederlandsche hof, die door de Zweedsche regee ring belast was met het complimenteeren van Z. M. den Koning. Bij gelegenheid van het bijzon der gehoor dat Z. M. te dien einde aan het ge- I zantschap heeft verleend, werd hem uit naam van den Zweedschen koning door den heer De

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1879 | | pagina 1