AGrBLAD. Woensdag 9 April. N°. 5874. A0. 1879. Tweede Blad. LEIDSCH PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per 3 maanden.f 1.10. Franco per post1.40. Afzonderlijke Nommers.t0.05. Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen, uitgegeven. PRIJS DER ADVERTENTIE!*: Van 16 regelsf 1.0S. Iedere regel meer......-..V m 0.I7J. Grootere lettere naar plaatsruimte. Gemengd Nieuws. Zondag-morgen kreeg een vrouw, die uit Den Haag was komen loopen, te Scheveuin- gen op den Drogersdijk een iiauwte, naar het bleek van den honger. Bereidwillig werd zij in een huis opgenomen en een zeeman collecteerde voor haar onder de nieuwsgierigen brood en een sommetje gelds. Op de palmmarkt te Utrecht waren gisteren 1161 paarden aangebracht; de handel was levendig in werkpaardenmen merkte veel Eransche en Duitsche kooplieden op. Een 27-jarige Duitscher heeft Zon dag-morgen getracht, zich van het leven te be- rooven in een bosch nabij Wageningen. Het schot, dat op het hart gericht was, heeft dit evenwel niet getroffen; hij werd in gevaarlijken toestand naar het algemeen ziekenhuis te Wageningen ver voerd. Na aldaar verbonden te zijn, deelde hij mede, dat gebrek aan arbeid hem tot dit plan had aangezet, dat hij Carl Hubert heette en het laatst van Zurich was gekomen. Een vreemde gewaarwording, schrijft de Sam. Crt., d. 16 Eebr., moet het voor de familie Nolodjojo, woonaohtig in de kampong Getas te Koedoes, geweest zijn, toen zij Vrijdag-nacht ont waakte en bemerkte dat het geheele huis, waarin zij zich had ter ruste gelegd, verdwenen was. Een hoos had het gebouwtje opgenomen en een paal verder, midden in de sawah, ongeschonden weer nedergezet. Nolodjojo, zijn vrouw en vier kinder- ren, die op de balé-balé lagen te slapen, hadden van die gebeurtenis niets bemerkt en werden eerst wakker door den met stroomen neervallenden regen. Geheeel Koedoes liep den volgenden morgen uit, om het in de sawah verplaatste huis te gaan zien. De beambte van het b ij kantoor der Eransche Bank te Perpignan, die met 41,000 fr. op de vlucht giug, is in de nabijheid der Spaansche grenzen gevat. Van het aantal oneerlijke kantoorbe dienden heeft ons land gelukkig het monopolie niet. Zoo begaf zich op zekeren morgen een klerk van een handelshuis te Parijs, Keiler genaamd, voor zijn patroon naar een bekend bankierskan toor in de rue de Trévise, om er een cheque van 73,500 fr. te inkasseeren. Hij was te negen uren uitgegaan, doch het werd halfelf en nog was hij niet teruggekeerd, zoodat zijn chef, ongerust geworden, zich eveneens naar den bankier begaf, waar hij tot zijn niet geringen schrik vernam, dat de som reeds was uitbetaald. Naar de woning van den vermoedelijken dief te snellen was het werk van een oogenblik. Daar deelde men hem mede, dat Keiler er te elf uren was geweest, maar, nadat hij inderhaast een pakje had gemaakt, ter stond weer was vertrokken. De voortvluchtige, een man van zestigjarigen leeftijd, die na lang- durigen, beproefden dienst het volle vertrouwen van zijn patroon genoot, heeft zich waarschijnlijk naar België begeven. In het gehucht Waremmes nabij Rij- sel zou zekere Lemahieu op last der justitie in arrest worden genomen. Dat was echter gemakke lijker gezegd dan gedaanwant om te beginnen, ontving hij de agenten van politie met messteken. Het einde van de geschiedenis was dan ook, dat, om één man te arresteeren, de hulp der gendar merie, ja van soldaten moest worden ingeroepen. Men was genoodzaakt het huis letterlijk te bele geren en een bres in een der muren te maken. Doch zelfs toen had men zijn doel nog niet be reikt, want nu bemerkte men, dat de vervolgde door het dak trachtte te ontkomen. Om hem dat te beletten, wierp men hem met pannen, en eerst nadat hij daardoor vrij ernstig was gewond, mocht men er in slagen hem te grijpen e-.i te knevelen, evenals zijn wederhelft, die met een hooivork gewapend, als een ware furie haar man had ter zijde gestaan. Reeds geruimen tijd had een wild zwijn den omtrek van Villedieu (dep. Indres) onveilig gemaakt, zoodat men eindelijk besloot er jacht op te maken. Een aantal jagers dreven het monsterachtig groote dier voor zich uit, voorbij het aldaar gelegen kasteel van Niherne, waar men het den terugtocht trachtte af te snij den. Van alle zijden in het nauw gebracht, wierp het woedende dier zich op een jong meisje, dat zich ongelukkig op die plek bevond. Wel slaagde een moedige steenhouwer er in, met zijn zwaren hamer den kop van het monster te verbrijzelen, doch het meisje was reeds zoo ernstig verwond, dat men weinig hoop op het behoud van haar leven koestert. KOLONIËN. BATAVIA, 1 Maart. De „Oostpost" van 20 Eebruari verhaalt, dat twee dagen te voren een prauw van den heer Schlup- man te Pasoeroean, op hare reis naar Soerabaia door Madureesche zeeschuimers is overvallen, die de drie opvarenden „met de kris op de keel en de punt der lans in de zijde" dwongen hun op te geven welke lading zij in hadden. Natuurlijk werd de prauw geplunderd. De zeeroovers hadden hun gelaat met zwartsel onkenbaar gemaakt. Dit is de derde keer dat den heer S. zoo iets weder vaart. De „Oostpost" vraagt of men eindelijk eens zal gaan inzien dat kruistochten in de straat Ma dura door gouvernements-vaartuigen niet langer uitgesteld mogen worden. Op 25 Eebruari hebben de onderwijzers examens hier ter stede een aanvang genomen. Voor het Eransch hadden zich twee candidaten aan gemeld. De eene, mevr. de wed. Baptist, is geslaagd de mannelijke candidaat afgewezen. Voor het En- gelsch had zich één candidaat aangemeld, die niet slaagde. Voor het hulponderwijzeressen-examen hadden zich zes candidaten aangemeldtoegelaten werden mej. M. J. J. De Lange, A. M. Van Haf ten, C. C. Van Emmerik en M. E. E. Hageman. Volgens mededeeling van Toekoe Bait, die aan generaal Van der Heyden de Atjehsche sultans- pajong is komen overhandigen, is de laatste sultan van Atjeh gestorven in eene woning te Pagger Ayer, hem toebehoorende, en werd de overledene sultan door Toekoe Bait vervoerd naar Tjobada, zijne verblijfplaats en hoofdzetel, aldaar begraven en diens gouden pajong bewaard. Deze pajong heeft het uiterlijk van de pajongs, die op Java bij trouwplechtigheden gebruikt worden; het ge hemelte, of de pajong zelf, is bewerkt van zwaar gouddraad, met afhangende franjes, met de op volgende kleuren groen, rood, blauw en wit. De directiën der Koninklijke Natuurkundige Vereeniging en der Ned.-Ind. Maatschappij van nijverheid en landbouw te Batavia, alsook van het Indisch Landbouw-genootscbap te Samarang stel len pogingen in het werk om gelden bijeen te krijgen, ten einde een of meer deskundigen (liefst een zoöloog en een entomoloog) in staat te stellen, ter zake van de voor den landbouw nuttige en schadelijke dieren, met behulp van de gewestelijke autoriteiten, onderzoekingen te doen, wier uitslag op populaire wijze ter kennisse zou worden ge bracht van den inlandschen zoowel als van den Europeeschen landbouwer. Aan de regeering is voorgesteld tot het bereiken van dat doel mede te werken, door op hare kosten een voor die taak geschikt persoon in commissie te stellen, welken persoon men meent gevonden te hebben in den heer dr. Sluiter, onlangs ter beschikking gesteld van den gouverneur-generaal om te worden be noemd tot leeraar in de natuurlijke geschiedenis en warenkennis aan het gymnasium „Willem III" te Batavia, die door zijne deelneming aan de jong ste Nederlandsche Noordpool-expeditie zich als zoöloog reeds een naam verworven heeft en wiens aankomst in Nederlandsch-Indië binnenkort wordt verwacht. Hebben de directiën reden om te geloo- ven, dat de regeering de gevraagde ondersteuning niet zal weigeren, het gaat haars inziens echter niet aan, ten deze alles van het gouvernement te verlangen. Zij hebben daarom eene inteekening geopend ter verkrijging van de gelden, die, bui ten de kosten van het onderzoek zelf, noodig zul len zijn voor de uitgaaf van een door den heer Sluiter te leveren werk over de levensgeschiedenis der voor den landbouw nuttige en schadelijke die ren en over de middelen om de laatstgenoemde te verdelgen. Door den gouverneur-generaal van Ned.-Indië rijn de vol- gende beschikkingen genomen Civiel Departement. Verleend: Een tweej. verlof naar Ned., wegens ziekte, aan den omg. rechter in de 3de afd. op Java en Madura, mr. A. M. Pino; aan den comm. 2de kl. by de post en tel. M. De Jonge; aan den hoofdond. aan de op. lagere meis jesschool te Padang A. J. Morean; een tweej. verlof naar Earopa, wegens ziekte, aan den ads.-resident van Tjeringin W. Linneen tweej. verlof naar Ned., wegens ziekte, aan den contr. 2de kl. W. Van der Linde; aan den 2den stadsgeneesheer te Samarang dr. A. K. W. Arntzenius; aan den transl. voor de Jav. taal te Djokjokarta O. A. O. Van den Berg; een tweej. verlof Daar Europa, wegens ziekte, aan den griff. bij de landr. te Toeloeng- Agoeug en Trengalek J. G. F. Nauman. Ontslagen: Eervol, de adsp.-contr. H. A. Engelken, de ambt. op wachtg. H. Zomers, de kl. bij het dep. van onderw., eered. en nijv. J. P. Goernat. Benoemd: Tot contr. 2de kl. bij het binn. best. op Java en Madura, B. Scholten; tot transl. voor de Jav. taal te Djokjo- karta, C. L. G. Van den Berg; tot ond. lste kl. J. Van den Bos; lot onderwijzeres lste kl. A. M. Mikkerstot onderwijzeres 2de kl. Ch. C. Rochussen en E. C. Göster. Ter alg. secr.tot eersten commies P. A. M. Vermeulen; tot tweeden commiesjhr. O. Van der Wijck en H. C. A. Maller. Bij het dep. van fin.: tot hoofdcomm. H. J. M. Banmann, tot eersten comm. W. A. J. Van Davelaar, tot tweeden comm. A. J. B. Logeman, tot derden comm. G. C. F. G. Sessler. Bij den waterstaat enz.tot ing. lste kl. H. Vrendenberg, tot ing. 3de kl. O. D. Wijnmalen. Bij den staatssp. op Java: tot hoofding. A. W. F. Kok. Tot 5den onderw. aan de kweekschool voor inl. ond. te Probolingo, R. Bronsmiddel; tot lsten klerk op het parket bij den raad van just, te Batavia H. Van Beem. Departement van Oorlog. Bepaald: Dat het aan den kapt. der inf. V. H. Götz, wegens vijftien jaren onafgebroken dienst in Ned.-Indië, verleend tweej. verlof naar Europa alsnog wordt beschouwd als te zijn verleend wegens ziekte. Verleend: Een tweej. verlof naar Ned., wegens ziekte, aan den kapt. der inf. W. P. A. Reicbmanneen tweej. verlof naar Europa, wegens ziekte, aan den lsten luit. der inf. J. M. Sanders. Geplaatst: Inf.: by bet 10de bat. de kapt. F. W. A. baron Van Dedem van Driesberg, bij bet 18de de lste lnit. H. B. Van Rhijn, bij het 4de depot bat. de kapt. C. J. J. H. Van Kempen, bij de 2de comp. artill. de lste lnit. F. Van den Berg en bij de 21ste comp. de lste lnit. L. Adriani. Hersteld in activiteit: Cavalerie: de ritm. F. K. T. Van Woelderen. Bevorderd: Bij de infanterietot majoer W. A. Schmilan en H. Hamakers tot kapt. J. J. Ten Siethoff, C. P. J. Van Vliet en H. M. Buyskes; tot lsten luit. H. Kayk, W. F. Luytjes en G. P. De Neve. Overgeplaatst: Van of naar Atjeh: bij het lste depot bat. de majoor E. P. Van der Swaagh en de lste lnit. J. A. P. Grevers; bij het lste garn. bat. in Atjeh de kapt. G. D. Ebell; bij het 3de gam. bat. in Atjeh de lste luit. E. C. Schef- fer; bij het subsistentenkader te Batavia de kapt. J. J. Hollan ders en W. A. Schneider.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1879 | | pagina 1