K°. 5869.
Donderdag 3 April.
A0. 1879.
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per 3 maanden.f 1.10.
Franco per posta -^9*
Afzonderlijke Noinmeraa 0.05.
Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van Zon- en Feestdagen, uitgegeven-
PRIJS DER ADVERTENTIES:
Van 1G regels1.05.*
Iedere regel meer
Groolere letters naar plaatsruimte.
STADS-BEEICIITEJf.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van LEIDEN
herinneren bij deze den belanghebbenden dat, ingevolge de ver
ordening van den 9den Januari 186S (gemeenteblad n°. 1), de
Beestenmarkt in plaats van Vrijdag den lldeD April e. k.
zal worden gehouden op Woensdag den Oden April te voren.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Leiden, V. d. BRAN DELER, Burgemeester.
2 April 1879. E. KIST, Secretaris.
TJit het buitenland.
Al gaf het buiteulaud ous in den laatsten tijd
niet heel veel nieuws van politieleen aard, al waren
er geen Berhjnsche congressen meer te bespreken
en de berichten omtrent den oorlog in Afghanis
tan door hun eentonigheid weinig geschikt om
in deu vreemde belangstelling te wekken, toch
leverde de telegraaf van over onze grenzen nog
stof genoeg om er geheele kolommen van onze
dagbladen mee te vullen, zij het dan ook eveumin
stof van verblijdenden aard. Men denke aan de
ontzettende verwoestingen, door overstrooming van
de Theiss te Szegedin aangericht.
Vooral bij ous, bewoners van een land „uit
wier en dras geweld", een land van dammen en
dijken, wordt het woord „watersnood", ook wan
neer het ons van elders wordt toegeroepeu, zoo
in al zijn beteekeuis begrepen. Wij weten mee te
praten van de tallooze menschenlevens, die de
vreeselijke watervloeden het kleine Nederland van
tijd tot tijd al hebben gekost; meer dan eenmaal
hebben wij het ondervonden, hoeveel tonnen schats
aau have en goed verslonden werden door de
ontketende baren, door een feilen stormwind voort-
gezweept.
Toch ontbrak het bij ons te lande in den regel
niet aan de noodige voorzorgen, en zoodra de stand
der rivieren dat wenschelijk deed zijn, betrokken
de aangewezen deskundigen de gevaarlijke punten
waar hun hulp het eerst zou kunnen vereischt worden.
Doch al ware er hier of daar ook eens een
voorzorgsmaatregel verzuimd geworden, al had het
dezen dijk eens aan de gewenschte hoogte, of dien
dam aan de gevorderde stevigheid ontbroken, bet.
zou niemand onzer in de gedachte zijn gekomen,
daarom de hand der liefdadigheid terug te trek
ken, in stede van de ramp der noodlijdenden te
lenigen.
En ook de buitenlander vroeg niet eerst, of het
onheil ook ware te voorkomen geweest, wanneer
een watersnood ons laud had getroffen, maar hij
tastte zonder nader onderzoek in den zak, en de
milde giften, die dan menigmaal ook van over de
grenzen den nood der lijdenden kwamen verzach
ten, getuigden, dat men er niet vroeg waarom,
maar wat er uoodig was..
Het verwonderde ons dan ook, ja het deed ous
onaangenaam aan, in een onzer bladen, bij het
bespreken der ramp te Szegedin, vermeld te zien,
dat de Hongaren verzuimd hadden het reeds vóór
25 jaar aanbevoleu plan tot verbetering der afwa
tering van de Theiss ten uitvoer te leggen en
thans geheel Europa in beweging brachten om hulp
te verleenen.
Liever herinneren wij aan hetgeen de heeren
Lippmau, Rosenthal en C'. te Amsterdam in hun
oproeping aan hun landgenooten zeggen „Thans
vinde zij (de deugd der weldadigheid) een spoor
slag te meer in de heriuneriug aan de edele be
reidwilligheid, waarmede in Oostenrijk soortgelijk
beroep weerklank vond, toen in het jaar 1861
aanzienlijke deelen van ons land door dergelijke
ramp werden geteisterd." Genoemde heeren
't mag vooral niet verzuimd worden dit op te mer
ken zijn officieel uitgenoodigd om op den er
kenden weldadigheidszin van Nederland een drin
gend beroep te doen, gelijk trouwens in alle hoofd
steden van Europa inzamelingen worden gehoudeu
om hulp te verleenen.
Geheel Europa wordt te hulp geroepen, 't is
waar, maar is 't wonder, waar om slechts aan
dit enkele cijfer te herinneren van de bijna
10,000 huizen der stad Szegedin nog geen 300
bleven staan En dan nog dreigde op plaatsen in
den omtrek hetzelfde gevaar. Doch wij willen hier
niet nogmaals in bijzonderheden treden; reeds
gaven wij in ous blad een, zij het dan ook slechts
onvolledige beschrijving van de vreeselijke toonee-
len, die Szegedin en de geteisterde omstreken
opleverden, en alle nadere berichten werpen een
nog donkerder tint op die reeds zoo donker ge
kleurde tafereelen. Inderdaad hier is van overdrij
ving geen sprake, maar wel de zekerheid, dat de
honderden lijken duizenden zullen blijken te zijn,
zoodra de wateren van de Theiss binnen hunne
oevers zullen zijn teruggekeerd. Wel ontzettend
moest de ramp zijn, waar het hoofd der gemeente
zelf getuigde: de stad is niet. meer te helpen.
Neen, de dooden zeker zijn niet meer in het
leven terug te roepen, maar de stoffelijke verliezen
althans kunnen voor een deel vergoed worden.
Vooral nu er een officieel beroep is gedaan op
den bekenden weldadigheidszin van Nederland,
mogen ook wij niet achterblijven. Behalve de ge
noemde firma te Amsterdam hebben zich ook op
andere plaatsen personen bereid verklaard giften
in ontvangst te nemen, zoo in de residentie de
heer P. J. Landry. Het is Ie wenscheu dat dit goede
voorbeeld ook hier moge worden nagevolgd, maar
zoo niet, onze liefdadige stadgenooten weten nu
althans, waarheen zij de giften, die zij voor dit
liefdadig doel willen afzouderen, kunnen opzeudeu.
LEIDEN, 2 April.
Heden is aan de hoogeschool alhier bevorderd
tot doctor in de rechten de heer H. E. H. Van
Suchtelen, geb. te Gorssel bij Zutfen, met Stellingen.
De maskerade, het volgende jaar door het
studentencorps alhier te houden, zal voorstellen
De intocht van Eilips den Schoonen
binnen Amsterdam in 149 7.
Tot gedelegeerden uit Nederland voor het
van den 23sten tot deu 26steu Sept. a. s. te Brus
sel te houden congres van Amerikanisten zijn be
noemd dr. J. E. G. Boot, hoogl. te Amsterdam
dr. W. G. Brill, hoogl. te Utrecht; de heer E.
A. C. Campbell, bibliothecaris van de kon. biblio
theek te 's-Graveuhagemr. J. Dirks, voorzitter
van het Eriesch Genootschap te Leeuwardenmr.
G. D. Franquiuet, archivaris van het hertogdom
Limburg, te Maastricht; de heer Fraussen, pastoor
te Ittervoort, in Limburg; de heer J. J. llabets,
pastoor, voorzitter van het oudheidk. Genootsch.
van Limburg, te Oud-Vroeuhoven dr. G. A. Hul-
sebos, conrector aan het gymnasium te Utrecht;
dr. C. Leemans, directeur van het rijks-museum
van oudheden te Leiden; de heer A. Meyboom,
luit. der kon. Nederl. marine, te Amsterdamdr.
J. A. C. Oudemans, hoogl. te Utrecht; dr. G.
Schlegel, hoogl. te Leiden, en dr. J. A. Wijnne,
hoogl. te Utrecht. De eerste dag der zittingen
van het congres wordt aau de geschiedenis van
Amerika vóór Columbus en die van de ontdekking
van het nieuwe werelddeel gewijd, de tweede dag
aan de oudheidkunde, de derde aan de anthropo
logic en ethnographie, de vierde aan de taalkunde
en paleographie.
Uit de rekening der „Vereeniging voor Chris
telijk onderwijs ten behoeve van on- en mi jver
mogenden te Leiden" over 1878 blijkt, Hat. de
gezamenlijke uitgaven voor het onderhoud der
school hebben bedragen f 7277.61'/,, waaronder
alleen 6310.10'/, voor onderwijzend pr^oneel.
Van 1874 tot 1877 was er telken jare een tekort,
soms van f 1121, het laatst van f 925. In 1878
klommen de ontvangsten tot een bedrag van
f 7310.42, zoodat voor het eerst een ba'ig slot
is verkregen. Onder die ontvangsten is slechts
f 1002.91 aan vrijwillige schoolcenten en 204.93
aan rente op het Grootboek. Het overige bestaat
uit coutributiën en giften, meest uit Leiden, ten
bedrage van f 5244.
Blijkens het in druk verschenen verflag der
Noord- en Zuid-Hollamische reddiugmaatsohappij
over 1878 zijn de reddingen door bomen der
Maatschappij uitgevoerd vier in getal geweest,
omdat er weinig schipbreuken plaats vonden op
dat gedeelte der kust, waarover de werkkring der
Maatschappij zich uitstrekt: van Loosduinen noord
waarts langs de geheele kast tot en met de
eilanden, en verder één station te Moddergat aan
de Eriesche kust. Met deze 4 reddingen zijn 33
man gered, waardoor het totaal sedert de vestiging
der Maatschappij tot 2559 stijgt. Verder zijn de
booten op sommige stations nog verscheidene malen
uit geweest, wanneer zij meenden dat hulp ver
eischt werd, hetgeen later onnoodig bleek te zijn.
De oefeningen hadden dit jaar geregeld plaats
en gaven geene aanleiding tot bijzondere bemerking.
Gedurende het jaar 1878 is het station te Moddergat
(TernaarJ) gereed gekomen en volkomen naar den
eisch ingericht en dus in staat desgevorderd dienst
te doen. Te Nes op Ameland werd een nieuwe
bootwagen geplaatst. Te Oost-Terschelling is een
■vuurpijltoestel met bijbehoorenden wagen geplaatst
en werd een uitkijk opgericht, van welks doel
matigheid goede verwachtingen worden gekoesterd.
Ouder de ingekomen giften en legaten kwamen
vooreen van de Maatschappij tot redding van
drenkelingen van 2000; een van L. te B. van
1000; een legaat van mr. Josua Van Eik van
2000, en eene gift van het bestuur van Oos-
lerschen haudel cu reederijen van f 3000. Het
bestuur der Maatschappij bestaat uit de heeren
S. Dedel, president; C. Roosmale Nepveu, pen
ningmeester; J. W. II. Rutgers van Rozenburg,
W. D Prins, Beels van Heemstede, secretaris.
Prins Erederik heeft een gift van f 300
geschonken ten behoeve van de noodlijdenden door
den watersnood in Hongarije.
Het gezangboek, dat der Koningin bij hare
komst te Amsterdam wordt aangeboden door het
„Koning Willemshuis", is van boven rijk versierd
en rust op stematiete steeuen in paarlen gevat.
In het midden leest men„Looft den Heer, want
Hij is goed." De achterzijde van het boek ver
toont het Koning Willemshuis in steen gesneden,
een zeer gelukkig geslaagden arbeid. Het geheel
is in licht blauw fluweel gebonden. De bijbel,
aangeboden door de „Zaugschoolvsreeniging", is
insgelijks in licht blauw fluweel gevat en aan
beide zijden belegd met zilveren eu gouden bloem
ranken, waartusschen Labrador-schulpen en paar-
lenzetwerk een schoone werking hebben. Tusschen
deze versiering leest men de in steen gesneden
woorden „Biblia Sacra", terwijl aan de boven
zijde het wapen van II. M. en aan de beneden-
zijde het naamcijfer der Zondagschool zijn inge-