Hedenmorgen te zes uren is te Am sterdam een man van omstreeks 70 jaren op den Kadijk plotseling dood gebleven. Bij den goudsmid S., te Heerenveen, vervoegde zich eene hem onbekende dame. Deze gaf voor te zullen huwen met W. O., te Heeren veen, en te heeten mej. P., te Tjalleberd. Omdat ze door dat huwelijk boerin zou worden, wilde zij het los haar niet langer dragen en de Priescbe hoerendracht aandoen. Daarom wenschte zij een oorijzer te koopen met juweelen veeren. Zij vroeg geheimhouding, aangezien ze haren minnaar wilde verrassen. Nadat alles was uitgepakt en het be geerde uitgezocht, gaf zij te kennen over een paar dagen met hare moeder terug te zullen komen, van wier goedkeuring alles afhing. Alleen een gouden slotje werd medegenomen Pas was zij ver trokken, of zij kwam nog eens even terug, met het treurig bericht, dat ze haar geldbeursje thuis had laten liggen. Zij zou nog het een en ander koopen nu ze te Heereuveen was, en dat kon thans niet gebeuren. Nu, zulk een klant helpt men gaarne, en zij kreeg drie rijksdaalders. De lucht stond donker en de vrouw van den goudsmid leende haar beste parapluie op den koop toe. Op den dag waarop ze terug zou komen met hare moeder kwam de juffer echter niet, en het is den heer S. reeds duidelijk geworden, dat hij met een geslepen be driegster heeft te doen gehad. Te Heerenveen is in arrest genomen zekere W. uit Jobbega-Schurega, verdacht van in den avond van den 4den dezer het huis der wed. J. De Jong, bij wie hij vroeger in den kost was, in brand te hebben gestoken. Toen de drie kin deren der weduwe, die alleen thuis waren, hem de voordeur niet wilden openen, heeft hij de ach terdeur der woning opengebroken en is, na de kinderen bedreigd te hebben, weer heengegaan. Het grootste gedeelte van het huis en den inboe del is verbrand. De echtgenoote van den gezagvoerder van het brikschip „Jacobine", liggende in de Scheep makershaven te Rotterdam, is gisterochtend te elf uren over boord gevallen. Niettegenstaande zij onmiddellijk werd gered en de havenpolitie de vereischte hulpmiddelen in toepassing bracht, bleven alle pogingen om haar weder tot bewustzijn te brengen vruchteloos. Zij was reeds overledeu. Maan dag-avond ongeveer halftwaalf barstte te Hegge, gemeente Schinnen, in Limburg, een hevige brand uit, die in weinig tijds zeven huizen met aangrenzende stallingen in de asch legde. De oorzaak is onbekend. Onder de afge brande perceelen zijn er ook, welke niet verze kerd zijn. Uit Havre wordt gemeld, dat men te Graville-Sainte-Honorine tot de ontdekking is gekomen, dat een bakkersdochter, oud 36 jaren, verscheidene jaren in het ouderlijke huis opgeslo ten en gruwelijk mishandeld was. Zij is de eenige dochter van het gezin en heeft een broeder, die eenige jaren jonger is dan zij en een ruim deel heeft genomen aan de onmenschelijke behandeling. De buren hadden het meisje wel nu en dan hooren schreeuwen, maar zij hadden het niet publiek gemaakt. Voor eenige dagen echter diende een persoon, die de kreten van de ongelukkige gehoord had, eene aanklacht in bij den officier van justitie. Onmiddellijk werd eene huiszoeking gedaan. De gendarmes vonden het meisje in een zolderka mertje, waarvan het venster dichtgemetseld was, zoodat het zonlicht er niet kon doordringen. Voor legerstede had zij een stroomatras. De ongelukkige was geheel uitgeteerd. Toen de gendarmes het zolderkamertje binnentraden, schrikte zij, maar door de vriendelijke toespraak der vreemde be zoekers kwam zij spoedig tot bedaren. Zij ver klaarde dat zij reden had te gelooven, dat men haar vergiftigen wilde. Haar moeder en broeder hadden haar herhaaldelijk geslagen, de vader daar entegen maar éénmaal. De moeder en haar zoon zijn in verzekerde bewaring genomen. De vader is voorshands op vrije voeten gelaten, daar hij slechts eene lijdelijke rol in de zaak moet ge speeld hebben en, als onder den pantoffel zijnde van het ontaarde schepsel, dat zijne vrouw was, zich niet tegen haar heeft durven verzetten. Volgens een te San-Pr an cis co verschij nend blad hadden zeelieden op het eiland St.- Nicolaas een negerin gevonden, die daar was achter gelaten en 18 jaren alleen had geleefd. Haar wo ning bestond uit een hol door boomstammen en takken beschut, hare kleeding uit aan elkander gehechte vellen van vogels. Toen men haar vond was zij bezig visschen schoon te maken met een soort van houten mes. Behalve van visschen had zij uitsluitend geleefd van een koolsoort die het eiland in overvloed oplevert. Zij was omstreeks 50 jaar oud en haar cenig gezelschap waren eenige wilde honden, die zeer aan haar gehecht bleken. Nadat men haar door teekeuen had te verstaan gegeven dat men haar weder bij andere menschen brengen wilde, was zij terstond bereid mede aan boord te gaan. Ongelukkig werd zij, toen zij in Zuid Culifornië aankwam, ziek door het gebruik van te veel fruit en stierf reeds na eenige dagen. Uit Szegedin wordt gemeld: De stad vertoont een verschrikkelijk schouwspel, honderden huizen zijn ingestort. De personen worden verwijderd zonder dat er eenige wanorde plaats heeft. Dit is mogelijk geworden, doordien velen reeds sedert vier dagen gevlucht waren. Tot dusver is de dood van vier menschen geconstateerd. De pogingen tot redding worden onafgebroken voortgezet. In den spoorwegdam worden op verschillende punten openingen gemaakt, om de waterafleiding te bevorderen. Te Parijs is een aanzienlijk wijnhan delaar met zijne dienstbode, een meisje van 19 jaar, in het huwelijk getreden. Hij had haar zijn leven te danken. Het leven moede, ofschoon nog in den bloei zijner jaren, had hij zich in zijn kantoor opgehangen. Toen het te laat was, beviel hem die positie geenszins. Op zijn gesteun kwam de meid aanloopen, sneed onmiddellijk het touw door en verpleegde haar meester. Dit beviel hem beter en hij bood haar uit dankbaarheid zijn hand aan. In een particulier schrijven van een hooggeplaatst Eng.-Indisch ambtenaar wordt ver zekerd, dat er in Cashmir een vreeselijke hongers nood woedt. De menschen stierven er bij menigte. Tot dusver had het Indisch gouvernement nog geen hulp verleend. Het Ned. schip „Bastiaan Pot", 8 Pebr. van Tjilatjap vertrokken naar Rotterdam, ongeveer eene maand reis hebbende tot op 11° ZBr. en 102° OL., is te Batavia teruggekomen. De equipage leed aan koortsende kapitein, tweede stuurman, timmerman en zeven matrozen waren op de reis overleden. De Zweedsche zendeling With, die, vergezeld van een neef van koning Cetewayo, rechtstreeks van zijn post te Rorkes Drift, op de grenzen van het Zoeloeland, in Engeland aankwam, heeft te Londen een paar druk bezochte voordrachten gehouden. Ook genoemde neef vertoonde zich aan het publiek, dal die voordrachten bijwoonde. Er werd voor den zendeling, wiens woning verbrand en wiens bezittingen geroofd waren, nog al wat geld door de aanwezigen bijeengebracht. Men heeft in de Theems eenegroote doos vinden drijven, waarin zich de ledematen van het stukgesneden lichaam van eene jonge vrouw bevonden. De wijze, waarop zij stukgesne den waren, weersprak het eerste vermoeden, dat men aan eene zoogenaamde grap van een of ander student in de anatomie zou te danken hebben. De politie doet onderzoek. De koning van België zal het kasteel te Tervueren niet weer laten opbouwen; hij heeft een prachtig kasteel gekocht in den omtrek van Brussel, dat keizerin Charlotte zal betrekkeu. De hoop, dat de braud op de geestvermogens der ex- keizerin misschien een heilzamen invloed zou uit oefenen, is iidel gebleken. Zij gaf volstrekt geen blijken dat zij eenigszius begrip had van hetgeen er eigenlijk voorviel en geene aandoening werd op haar gelaat merkbaar. Een zeldzamen moed legde de koningin der Belgen, hare schoonzuster, ter gelegenheid van het onheil aan den dag. Toen nl. de arme krankzinnige weigerde in een geslo ten rijtuig naar Laeken te vertrekken, vroeg de koningin haar lijfarts vergunning zelve de onge lukkige in een open rijtuig naar die plaats te mogen brengen, hetgeen de geneesheer zeer ge vaarlijk vond. Daar de koningin echter bleef aan dringen, gaf hij eindelijk toe. Als voorzorgsmaat regel werd de zieke een sterke band om het lijf gebonden, zóó dat de dokter, die achter de dames had plaats genomen, het uileinde daarvan grijpen kon, terwijl de koningin mende. Gedu rende den rit eischte de ex-keizerin voortdurend dat haar schoonzuster zou lachen, waaraan deze dan ook voldeed. Wat de arts blijde was toen hij goed en wel ter bestemming was gekomen, zal wel niet behoeven te worden gezegd. Het Engelsche schip „The Turkish Empire" is bij Grandmenan verongelukt; de kapitein en 6 man verdronkenmen vreest dat 14 visschers- booten van Gloucester (Massachusetts) zijn vergaan. Twee cavalerie-officieren te Parijs, de heeren Amic en Villemin, hebben dezer dagen een eigenaardige weddenschap uitgevoerd. De eerste had gewed, dat hij, zoo hem 1200 meter op 2000 werden véórgegeven, achteruitloopende tegen het paard van den heer Villemin het eerst den eindpaal zou bereiken. Hij was zoo goed als zijn woord, legde de 800 meter in vijf minuten af en was aan het einde het paard nog eenige meters voor. BUITENLAND. Frankrijk. Het linker centrum heeft gisteren besloten, het voorstel tot het in staat van beschuldiging stel len der ministers van 16 Mei te verwerpen. De gematigde linkerzijde heeft eene vergadering gehouden, die door 130 leden werd bijgewoond, en met bijna eenparige stemmen hetzelfde besluit genomen, maar is geneigd eene motie goed te keuren, waarbij de handelingen der ministers van 16 Mei gebrandmerkt worden. De „Union répu- blicaine" heeft besloten de vervolgiug der minis ters goed te keuren. Duitschland. Het voorstel van den afgevaardigde Von Biihler om den rijkskanselier te verzoeken een l'luropeesch congres bijeen te roepen ter vermindering van de sterkte der legers vond slechts een dozijn voorstem mers: de sociaal-democraten, drie leden van het centrum en den afgevaardigde Sonnemaun Namens de Portschritts-partij verklaarde dr. Hanel zich tegen het voorstel, omdat eene groote mogendheid haren invloed zou verminderen, wannier zij een congres bijeenriep, waarop zij zeker kon wezen in de minderheid te zullen blijven. België. De „Opinion" zegt van vertrouwbare zijde te vernemen, dat een nieuwe tocht naaT Middel- Afrika voorbereid wordt en het vertrek op den 31sten dezer maand bepaald is. Drie personen zullen er aan deelnemen, onder welke de Ant- werpsche dokter Van den Heuvel, die zich bijzou- der onderscheidde als geneesheer in de hospitalen gedurende den oorlog 1870/71, hoofdzakelijk voor Metz. Verder verneemt het blad, hoewel het voor deze mededeeling niet kan instaan, dat in Mei of Juni a. s. nog een tocht uit België naar Middel- Afrika ondernomen zal worden. Groot-Britannië. Een telegram van het internationaal telegra- phisch agentschap uit Taschkeud meldt: „Maho med Jakob-khan heeft den troon van Afghanistan bestegen. Het Afghaansche gezantschap had uit Kaboel van 17 Pehr. bericht ontvangen, dat twee Engelsche bataljons nabij Kurum door den Gil- hai-stam verslagen waren, waarbij zij al hunne bagage verloren en vluchtten. De bezetting van de vesting Lagma, op 24 wersten afstand van Jellalabad, werd door de inwoners overvallen, die alles vernielden en wegroofden. De commandant der vesting werd geboeid naar Kaboel tot Jakob- klian gevoerd. Een en ander had eene paniek teweeggebracht en de Engelschen verkeerden, vol gens verklaring der Afghanen, in een zeer neteli- gen toestand. De Afghaansche troepen hielden den 28sten Pebr. te Mazarsjif een lijkdienst voor wijlen Shir-Ali en wenschten den nieuwen emir geluk. Het Afghaansche gezantschap zou uit Taschkend vertrekken, vergezeld door de Russi sche beambten Malevinsky en Ibrahimoff, die het tot aan de Amu-Daria uitgeleide doen." Rusland. Generaal Loris Melikoff meldt uit Astrakan „Geene zieken. Eene bijzondere commissie bezocht met prof. Tschudnowsky de visschersdorpen van

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1879 | | pagina 2