LEID80H
DAGBLAD.
Zaterdag 22 Februari.
N°. 5835.
A0. 1879.
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per 3 maanden1.10.
Franco per postn 1*40.
Afzonderlijke Nommers0.05.
Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van Zon- en Feestdagen, uitgegeven.
PRIJS DER ADVERTENTIE»:
Van 16 regels1.05.
Iedere regel meer0.17*.
Grootere letters naar plaatsruimte.
LEIDEN, 21 Februari.
Heden is aan de hoogeschool alhier bevorderd
tot doctor in de wijsbegeerte en letteren de heer
J. M. A. VaD Oppen, geb. te Heerlen, met acade
misch proefschrift, get.: „Observationes in Plutarcbi
vitam L C. Suilae."
De heeren D. C. Dros, J. E. Goudsmit,
J. Knappert, L. W. E. Rauwenhofl', S. H. J. De
Wolft' eu W. E. Van Wijk alhier weuschen eene
meeting te houden, tot het uitlokken van wette
lijke bepaliugen ter beperking van het misbruik
van sterken drank. Ten einde met hen het comité
van die meeting te vormen zal daartoe Maandag
a. s., 's avonds te S uren, in het Nutsgebouw,
door belangstellenden eene voorloopige vergadering
worden gehouden.
Tot secretarissen van de militieraden voor de
lichting van dit jaar zijn door den commissaris
des konings in deze provincie benoemd de heeren
bij dien in het 1ste district J. J. E. Witrner,
te 's-Gravenhage; in het 2de J. J. Erangois, te
Rotterdam; in het 3de P. De Haas, te Leiden;
en in het 4de rnr. H. J. M. Tijssens, te Dordrecht.
Niettegenstaande in 't algemeen de Neder
landsche student teil opzichte der organisatie van
zijne maatschappij zeer conservatief gezind is en
afkeerig van zoogenaamde nieuwigheden, wordt
in de „Vox Studiosorum" liet denkbeeld bespro
ken tot oprichting van een Nederlandsch Stu-
deutenbond, samengesteld uit de vereeniging der
verschillende studentencorpsen in den lande. Op
verschillende gronden wordt betoogd dat zulk een
hond wenschelijk ware1°. om bij eventneele
rijzing van geschillen tusschen twee of meer corp
sen terstond als scheidsrechter op te treden en
te handelen, waarbij dan bepaald worde dat de
strijdende partijen op straffe vau uitsluiting uit
de eenheid en de daaraan verbonden gevolgen,
verplicht zijn aan de beslissende uitspraak van
het scheidsgerecht zich onvoorwaardelijk te onder
werpen; 2°. tot grondvesting van eene nationale
studenteneenheid, ten doel hebbende de algemeene
studentenbelangen krachtiger te vertegenwoordi
gen en beter te bevorderen dan tot nu toe het
geval is; 3°. tot samenstelling en uitgifte van
een Nederlandsclien studenten-almanak; 4°. tot
vertegenwoordiging der Nederlandsche studenten
maatschappij bij nationale gelegenheden. De stu
denten maatschappij staat uit den aard van haar
karakter en inrichting, van hare zeden en gewoon
ten wel is waar in zekeren zin buiten de groote
maatschappij, maar niettemin is en blijft zij daar
van een integreerend deel. Waar de geheele maat
schappij, zonder onderscheid van stand of rang,
partij of richting, ouderdom of leeftijd, aan natio
nale feesten of plechtigheden deelneemt, daar mag
de Nederlandsche studenten-maatschappij als fac
tor van het geheel niet ontbreken, daar moet ook
zij vertegenwoordigd wezen. Ten einde nu haar,
die door het Nederlandsche volk de „spes patriae"
genoemd wordt, bij voorkomende nationale gele
genheden op juiste en waardige wijze te doen
vertegenwoordigen, ware de oprichting van zulk
een hond raadzaam.
De minister van staat, minister van koloniën,
mr. P. P. Van Bosse is hedenochtend te vijf
uren overleden. Hij was 16 December 1809 te
Amsterdam geboren. De grootkruizen of ridder
orden van den Nederlandschen Leeuw en van de
Eikekroon en van vele vreemde mogendheden,
kunnen ten bewijze strekken dat zijne bekwaam
heden binnen- en buitenslands hoog werden ge
waardeerd. Dit bleek ook daaruit, dat door de
Oostenrijksche regeering, in moeilijke fiuanciëele
omstandigheden, zijn raad werd ingewonnen.
Blijkens de thans gedrukte memorie van
antwoord der regeering over het ontwerp tot aan
vulling der wet op het middelbaar onderwijs hand
haaft de minister, zeoals reeds gemeld is, dat ont
werp met geringe wijziging. Dit ontwerp dient
alleen om bij invoering der wet op het lager onder
wijs eene regelmatige werking van deze en van de
wet op het middelbaar onderwijs te verzekeren in
die punten, waarin zij elkander aanraken. De re
geering heeft het vaste voornemen met de herzie
ning der wet op het middelbaar onderwijs te wach
ten, totdat de reorganisatie der gymnasia en pro
gymnasia afgeloopen is en maatregelen van alge
meen bestuur voor de invoering der wet op het
lager onderwijs tot stand gebracht zullen zijn. De
regeering blijft hopen, die maatregelen met Juli
in het Staatsblad opgenomen te zien.
Tot nog toe, zegt de minister, heeft men het
steeds als billijk beschouwd, dat eenmaal verleende
bevoegdheid bij herziening der wet geëerbiedigd
werd als verkregen recht. Hieruit vloeit voort dat
zij, die op het tijdstip, waarop de wet van 17
Augustus 1878 in werking treedt, in het bezit
zijn eener akte als hoofdonderwijzer, afgegeven
onder de oude wet, ook na dat tijdstip bevoegd
moeten blijven tot het geven van onderwijs aan
eene burgerschool in de vakken vermeld onder
h vau art. 13 der wet van 2 Mei 1863, en
hetzelfde waar moet zijn van hen, die op dat tijd
stip houders zijn eeDer akte voor wiskunde of
levende talen, afgegeven krachtens art. 47 der wet
van 13 Augustus 1857. Het laatste deel van art.
25 der wet van 2 Mei 1863 mag dus juist niet
vervallen; integendeel ten behoeve der bezitters
van de daarin bedoelde akten moet deze bepaling
als deel van den oorspronkelijken tekst der wet
ongerept en onveranderd blijveB bestaan. Bij de
onderwerpelijke aanvullingswet behoeft alzoo alleen
bepaald te worden, welke bevoegdheid met opzicht
tot de burgerscholen verknocht zal zijn aan het
bezit der akte, bedoeld in art. 56 letter b der
wet. van 17 Augustus 1878. Wat de wiskunde
betreft, schijnt strenge afscheiding tusschen mid
delbaar en lager onderwijs zoowel wenschelijk als
uitvoerlijk.
In het stelsel dezer voordracht zal men voort
aan twee akten van middelbaar onderwijs voor
elke der drie meest gebruikelijke vreemde talen
hebben, eene akte B eu eene akte A. Ieder, on
derwijzer of niet, wordt tot het examen toegelaten.
De akte B verleent algemeene, de akte A beperkte
bevoegdheid, namelijk om onderwijs te geven alleen
aan die scholen, waarvan het wettelijk leerplan
wel de taal, doch niet de letterkunde omvat. Het
recht om middelbaar onderwijs te geven, sluit dat
tot het geven van lager onderwijs in, omdat in
het meerdere het mindere is begrepen. Zoo is het
sinds de wet van 2 Mei 1863 altijd opgevat.
Splitsing der akten voor middelbaar onderwijs
strookt geheel met de oeconomie der wet van 2
Mei 1863, die hiervan in de artt. 7073 het
voorbeeld gaf en tevens in artt. 25 en 26 de grens
der bevoegdheid zocht in het verschil tusschen het
leerplan van den driejarigen en dat van den vijf
jarigen cursus. De laatste omvat, volgens art. 17,
de taal- en letterkunde, de eerste enkel de taal
scholen met vierjarigen cursus kent de wet niet.
Omtrent de middelbare scholen voor meisjes regelt
zij zoo goed als niets. Het ware dus verkeerd ge
zien bij deze wetsvoordracht, om alleen wat het
onderwijs in de drie vreemde talen betreft, voor
schriften omtrent die inrichtingen te willen opnemen.
In de zitting van den hoogen raad van heden
is de heer mr. A. Nuhout van der Yeen, te Lei
den, als advocaat beëedigd.
Heden was bij de Tweede Kamer aan de
orde de hervatting van de beraadslaging over de
motie-Yan Kerkwijk, om den minister van water
staat te keuDen te geven, dat zonder medewerking
der wetgevende macht het waarborgkapitaal van
4 ton, aan de gefailleerde RotterdamMnnstersche
spoorwegmaatschappij, niet mocht worden terugge
geven. De heer Yan Kerkwijk knoopte aan de
toelichting van zijne motie eene warme hulde aan
de nagedachtenis van den heer Van Bosse, van
den bekwamen staatsdienaar en burger, aan den
man die de duisternis waarin onze financiën ver
keerden, door een helder licht had vervangen. Wat
de waarborgsom betreft betoogde spr. dat de regee
ring zonder toestemming van de Kamers niet
mocht beschikken over eigendom van het Rijk,
waaronder bij een waarborgkapitaal rangschikte.
Ook de voorzitter schetste het beeld van 's Konings
trouwen dienaar, die gedurende 30 jaren in 's lands
belang werkzaam was.
Omtrent de motie werd door verschillende leden
het woord gevoerd. Nadat de minister, de heer
Tak van Poortvliet, had te kennen gegeven, dat
hij zonder machtiging van de wetgevende macht,
het waarborgkapitaal niet zou teruggeven, werd
de motie door deD heer Van Kerkwijk ingetrokken.
Met nagenoeg eenparige stemmen nam de Kamer
eene motie aan van den heer Van der Hoeven,
houdende verklaring dat de Kamer akte nam
van 's ministers toezegging, dat hij zonder mede
werking der wetgevende macht, de gelden niet zou
teruggeven.
Tegen Maandag is aan de orde gesteld de be
raadslaging over de wetsontwerpen tot grensregeling
en tot wijziging der wet op het hooger onderwijs;
Door den heer Van Houten is een voorstel in
gediend betreffende de registratie-belasting.
De Zouaven-broederschap „Vondel", die het
Vondelfeest vierde door een som van f 500 aan
den Paus te geven, heeft ter eere van Leo XIII
op zijn feestdag van heden een gift van f 600
geschonken, waarvan ƒ150 aan de Rotterdamscbe
Vereeniging voor Katholiek onderwijs, 150 aan
het St. Lucia-gesticht, ƒ150 aan het St.-Laurentius-
gesticht en 150 aan de nieuw te bouwen school
in de St.-Jozefsparochie. Eerstgenoemde vereeniging
ontving daarenboven voor hare scholen een kachel
en een klok ten geschenke.
De heer M. De Boer uit Barneveld, op
zichter 1ste klasse bij den waterstaat, heeft aan
de universiteit te Gent met gunstig gevolg examen
afgelegd als civiel-ingenieur.
Het stoomschip „Prins van Oranje", van
Batavia naar Nieuwediep, vertrok gisteren van
Penang.
Z. M. heeft bij het wapen der inf. benoemd
tot lsten luit., de 2de luit. F. T. Potter op non-
act., E. W. G. Nienwland, gedet. bij de landmacht
in W.-Indië, benevens E. J. Engelenburg en A.
R. B. Opstelten, beiden ged. bij het leger in Ned.-
Indië; bij het 1ste reg., tot lsten luit., den 2den
luit. R. W. Roelants, van het corpsbij het 2de
reg., tot lsten luit., de 2de luit. M. C. D. Van
Vooren en C. E. Nijst van het corpshij het 6de
reg., tot kapt. 2de kl., den lsten luit-adj. G. Van
Essen, van het corpstot lsten luit., de 2de luit.
L. C. Grotendorst van het 5de en J. C. H. Ehren-
burg van het 4de reg.; hij het 7de reg., tot lsten
luit., de 2de luit. J. C. Alberti, thans op non-