S\ 5800.
Maandag
A*. 1879.
13 Januari.
I)it Nominer bestaat uit TWEE
BLADEN.
Eerste Blad.
S TABS-BERICHTEN.
LEIDSCH
DAGBLAD
PBus DEZXH COOE1JT:
Voor Leiden per S mwadeii1.1#.
Franco per poet....1A0.
Afzonderlijke Nonuetrs6.05.
Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering
t&e Zon- en Feestdagen, uitgegeven.
PRIJS DEK ADVERTENTIES
Tm 1repel» 1.9#.
leden regel meerv 6.17^.
Groetere letters aiu plittsrniate.
WAARICniWIVG.
BURGEMEESTER EN WETHOUDERS van
LEI li EN;
Griet op de, mededeeling van den heer dijk
graaf van Rijnland
Brengen ter keunis van de ingezetenen dat te
Katwijk voortdurend gespuid wordt, waardoor het
jjs zeer gevaarlijk is te achten.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
V. d. BRAN DELER, Burgemeester.
E. KIST, Secretaris.
Leiden, 11 Januari 1879.
De BURGEMEESTER der gemeente Leidea,
Gelet op art. 21 der wet van 4 December 1872 (Staatsblad
N» 131);
Brengt ter kennis van de ingeietenen dat in de afgeloopen
week zijn aaDgegeven als door roodvonk aangetast 8 personen
en aan die ziekte overleden geene.
Leiden, De Burgemeester voornoemd,
11 Januari 1878. V. d. BRANDELER.
LEIDEN, 11 Jlanaarl.
De afdeeling voor taal-, letter-, geschied
kundige en wijsgeerige wetenschappen der kon.
acad. v. w. zal Maandag eeue gewone vergadering
houden.
Morgen, den 12den Januari, zal het 72 jareu
geleden zijn dat Leiden door het springea van het
kruitschip door zulk een ramp getroffen werd, dat
wij er thans nog de Ruïne van hebben, terwijl
andere gedeelten mettertijd weer, doch in anderen
staat, werden bebouwd. Van de uit de puinhoopen der
vernielde woningen geredden zijn nog slechts twee per
sonen in leven, nl.Visser, thans wonende op de
Haven, alsmede Levison bij Vau Rees en als leer
ling van D. Hagens der Israëlietische school ouder
het puin bedolven geweest. Evenwel zijn er nog
andere stadgenooten die zich nog als den dag van
gisteren den slag herinneren, welke over de stad
zooveel onheil bracht.
Op het verzoek van den heer H. C. E. Cou-
wenberg te 's-IIage om concessie voor den aanleg
en de exploitatie van eeu stoom-tramweg van Lei
den laugs den Leidschen straatweg tot het Tornooi
veld in Den Haag is door het gemeentebestuur
aldaar ongunstig gepraeadviseerd, omdat in die
communicatie reeds is voorzien door de Holland-
*che Spoorwegmaatschappij. Naar aanleiding daar
van tracht de adressant in een nieuw adres dit
bezwaar te wederleggen, door er op te wijzen dat
de gemeente Wassenaar eu de omliggende bewo
ners tot dusver van een algemeen middel van
verkeer verstoken zijn. De heer Couwenberg hoopt
dat. de Raad, wars van het spreekwoord dat een
profeet in eigen land niet geëerd wordt, zijn aan
vrage, die steunt op een door langdurige studie
cn arbeid verkregen stelsel, in gunstige overwe
ging zal nemen. Tevens heeft hij concessie gevraagd
voor een door hem ontworpen straat-stoomwagen-
dienst door de gemeente zelve in aansluiting met
de Leidsche lijn op het Tornooiveld en wel door
de Lange Houtstraat (of Bleienburg, Casuarie-
straat), Plein, Heerenstraal, Pluweelen Burgwal,
Nieuwe Markt, Hout- of Turfmarkt, rechter- of
linkerzijde van het Spui, Bierkade, Dunne Bier
kade, over de draaibrug, Koningstraat tot het
Oranjeplein.
Onder de zaken, zoo schrijft men uit Utrecht
aan het Rott. Nwbl., die Donderdag in den ge
meenteraad aldaar behandeld werden, was wel van
het meeste belang de „voordracht om uit den post
van onvoorziene uitgaven der begrooting van het
jaar 1878 ie voldoen het nadeelig slot van de
rekening, wegeus het gemeenschappelijk jaagpad
tusschen Leiden, Woerden en Utrecht, over het
jaar 1877". Dat is eene geschiedenis van langen
adem, die in het kort. hierop neerkomt. In 1663
sloteu de drie genoemde steden een overeenkomst
om een jaagpad en in verbaud daarmede het
vaarwater, voor zooveei dat verbetering noodig
had in orde te maken. Ieder zou voor een
deel zorgen, wat het onderhoud betreft, eu de
kosten zouden gemeenschappelijk gedragen worden
door Utrecht en Leiden elk voor 3/,, en door
Woerden voor 2/8. In den aanvang, ja tot in het
begin van deze eeuw gaf die gemeenschappelijke
eigendom aanzienlijke baten. Van toen af werd
dat door verschillende omstandigheden al minder
en minder, eu daar vooral het gedeelte Leiden
Woerden veel onderhoud vorderde eu de onder
houdskosten eindelijk de inkomsten overtroffen,
begon de Utrechtsche gemeenteraad te klagen,
pogingen aan te wenden om van de zaak af te
komen, en besloot eindelijk tot opzegging der
civiele verbintenis. Die opzegging geschiedde tegen
1 Jan. 1878. Nu had Leiden een contract van
aanbesteding gesloten, voor het onderhoud en voor
buitengewone werken, over 1876 1880, en heeft
in de rekening van 1877 gebracht niet alleen de
kosten van het werk van 1877, maar ook nog
3/s van de buitengewone werken, dat is dusde
kosten van de werken, die oorspronkelijk geraamd
waren voor 1878, 1879 en 1880. B. en Ws. van
Utrecht hebben daar, evenals Woerden, bezwaar
tegen gemaakt, maar na bekomen inlichting van
Leiden dat de in rekening gebrachte gelden waren
betaald voor werken die aan het jaagpad waren
gedaau, zich daarbij neergelegd en de rekening
goedgekeurd. Dientengevolge beloopt het nadeelig
saldo bijna 24,000, waarvan voor Leiden onge
veer f 16,000. Utrecht moet dus voor zijn 3/,
nagenoeg f 9000 betalen. De voordracht strekte
nu, om de middelen tot dekking daarvan aan te
wijzen. Maarmen was daar in den raad niet
van gediend. Men achtte de handelwijze van Leiden
niet alleen niet fair, maar meende zelfs, dat het
zijn bevoegdheid te buiten was gegaan. Kortom,
de voordracht werd afgestemd en wel met groote
meerderheid. Wat daar nu het gevolg van moet
zijn, is moeielijk te zeggen. Dat dit muisje een
staartje hebben zal is wel aannemelijk. Leiden zal
waarschijnlijk bij de liquidatie andermaal zijne
preiensie overleggen, en dan zal Utrecht de gelden
moeten uitkeeren, die het thans weigerde.
Gedurende de eerste helft der maand Decem
ber zijn aan het postkantoor alhier bezorgd de
volgende brieven, die wegens onbekendheid der
geadresseerden niet besteld konden worden
Mevr. M. G. C. Oostermeyer-Van Bork, G.
Vermeer, Holtzapfel, Waalwijk, Snijbeek, Amster
dam; J. Vijlbrief, Delft; A. Hooiberg, Ede; J.
WendeTSckwamb, Bergman, J. Henderiks, 's-Gra-
venhage; A. Stevens, GroeDloo; J. W. Raalman,
Holten; A. Wassenaar, Maastricht; mad. E. Hes-
huysen-Gerliugs, Milaan; Kos, Nieuwkoop; wed.
Doorueveld, RotterdamC. C. Schoonejongen, T.
Leget, Rijswijk; Du Boeuf, Zoeterwoude; M.
Jukly, Valkenburg; J. Slechtenhorst, Weltevreden.
BriefkaartPraulein Ruycbaver, Bern. f
Gedurende deze week zijn dagelijks in het
Werkhuis alhier opgenomen van 7495 volwas
sen personen en van 1320 kinderen.
Mocht de heer J. B. Moquette, predikant
te Rijusaterwoude, Dinsdag zijn 50-jarig huwelijks
feest vieren, Zondag 26 Januari hoopt hij den dag
te gedenken toen hij vdór 50 jaar op die plaats
in de evangeliebediening werd bevestigd.
De Koning en de Koningin, die gister
morgen vroeg van Arolsen waren vertrokken, kwa
men des namiddags ongeveer halfvicr met een
extra-trein te Oldenzaal op de grenzen des rijks
aan. Aan het feestelijk versierde station aldaar
werden zij opgewacht door de autoriteiten, die
daartoe in het voor hunne aankomst binnen het
rijk vastgestelde programma waren aangewezen.
In de wachtkamer, die keurig was ingericht, waren
tevens vele dames aanwezig en buiten het station
was eene zeer talrijke volksmenigte verzameld. Bij
de aankomst van den spoortrein hief de muziek
het „Wilhelmus" aan. Aan den ingang der wacht
kamer werden HH. MM. begroet door vijftien in
het wit gekleede, met oranjesjerpen versierde meisjes,
die den weg met bloemen bestrooiden. De doch
tertjes van den burgemeester, mr. G. Waller, en
van den heer W. E. baron Van Till, den con
troleur der directe belastingen te Enschedee, boden
H. M. fraaie bloemruikers aan. De heer Geertsema,
commissaris des Konings in Overijsel, heette HH.
MM. welkom in het vaderland en eindigde met
de woorden: „God storte zijn milden zegen over
uwe echtverbintenis uitMoge die echtverbintenis,
Sirede zon in nw huis en in uw leven brengen
moge de Koningin der Nederlanden in haar nieuw
vaderland ruimschoots vergoeding vinden voor bet
geen zij verliet. Mogen deze dagen, waarin U. Mn.
te zamen door een goed en trouw volk de meest
oprechte en warme genegenheid wordt betoond, bij
U. Mn. zoowel als bij de gansclie Nederlandschc
natie in lengte van tijd in dankbaar en gezegend
aandenken blijven."
De Koning begon ten antwoord aan den heer
Geertsema dezen en allen hartelijk dank te zeggen
voor de ontvangst hem en de Koningin bereid en
sprak daarop het volgende tot Hd. gemalin: „Ik
ben diep geroerd, ik ben diep geroerd, nu ik
U. M. welkom mag heeten op deu Nederlandschen
bodem. U. M. kan trotsch zijn op de ontvangst
die haar hier wordt aangeboden. Als KoniDg
der Nederlanden treft mij dit oogenblik diep.
U. M. kan verzekerd zijn, dat geen Koningin
der aarde rijker is dan zij, rijk in de liefde, ver
eering en aanhankelijkheid van een roemrijk, eerlijk,
trouw volk. Leve de Koningin der Nederlanden
Algemeene juichkreten weerklonken. De Koning
stelde den heer Geertsema en sommige hoogge
plaatste militairen aan de Koningin voor en onder
hield zich vriendschappelijk met henook de
Koningin sprak enkele woorden.
Na een oponthoud van ongeveer een kwartier
reed de trein verder naar Zutfen, waar HII.
MM. door den commissaris des Konings in Gelder
land, graaf Van Limburg Stirum, met eene toe
spraak werden begroet, waarop de Koning insgelijks
met eenige welwillende woorden antwoordde. Frenie
Coenen, de dochter van den burgemeester van
Zutfen, bood daarop H. M. de Koningin een
bouquet aan, waarvoor deze minzaam bedankte.
De Koning stelde onderscheidene der aanwezige
autoriteiten aan zijne gemalin voor en betuigde
den burgemeester zijne tevredenheid over de fraaie
versiering van het station. Onder laid gejuich der
verzamelde volksmenigte zetten daarop HH. MM.
de reis naar Apeldoorn voort. Bij het overrijden
van de IJselbrug werd deze door bengaalsoh vuur
verlicht. Een drietal hofbeambten waren van het
Loo naar Zutfen gekomen om HH. MM. te be-