Hier en elders zegt het Rott. Nwbl., zijn in de laatste dagen Eugelsche telegrammen ontvan gen, waarvan de kosten volgens het woordtarief werden berekend, eene omstandigheid waaraan men geene verklaring wist te geven, omdat be doeld tarief nog niet in het internationaal ver keer is ingevoerd. Door inlichtingen van goeder hand is bet in staat ophelderingen te verstrekken omtrent bedoeld verschijusel. Zooals men weet, bestaat er tusschen de mogendheden een groot verschil van gevoelen over de al of niet wen- schelijkheid van genoemd tarief, waarvan de Duit- sche postmeester-generaal dr. Stephan, die tevens aan het hoofd der telegraphie in Duitschlaud staat, een groot voorstander is. Op het internationaal telegraaf-congres, dat over eenige maanden te Parijs bijeenkomt, zal eene beslissiug worden ge nomen over de tarief-quaestie. Met het oog daarop was tusschen Engeland en Nederland het denkbeeld ontstaan tot eene voorloopige proef neming met het woordtarief. De resuhaten daar van zouden dan ten grondslag kunnen strekken van de bepalingen, op het congres te maken. In November jl. werd tusschen Engelsche en Ne- derlandsche onderhandelaren, daartoe speciaal aange wezen, een voorloopige overeenkomst vastgesteld tot tijdelijke invoering van het woordtarief. Verder kwam men echter niet; het voorloopige contract werd niet langs diplomatieken weg goedgekeurd. Den 20sten December jl. werd onzerzijds aan de administratie der telegraphie in Engeland naar den stand van zaken geïnformeerd, waarop eerst werd geantwoord, dat spoedig een bepaald antwoord zou worden gegeven. Dit volgde den 25sten December en bevatte de eenvoudige mededeeling, dat de administratie der telegraphie in Engeland met 1 Januari 1879 een aanvang zou maken met de toepassing van het woordtarief. Uit Den Haag werd hierop terstond naar Londen geseind, dat, aangezien de voorloopige conventie niet officieel was tot stand gekomen, van onze zijde niet kon worden medegewerkt tot toepassing van bedoeld tarief. De Engelsche administratie heeft zich hier aan echter niet gestoord en is haar gang gegaan en vandaar de thans heerscheude onregelmatigheid, waaraan onzerzijds geen de minste schuld bestaat. In de Tweede Kamer heeft de heer K. De Jong, afgevaardigde voor Hoorn, een ongunstig oordeel uitgesproken over de rijkslandboQwschool te Wageningen. Die afgevaardigde heeft gespro ken zonder voldoende kennis van zaken. Dit ge beurt in meer colleges; maar wanneer men als volksvertegenwoordiger een oordeel velt over en voorstellen doet betreffende een instelling, dan is het plicht zich vooraf volkomen op de hoogte te stellen. Dat hij het met dezen plicht niet zoo nauw genomen heeft, blijkt uit het vlugschrift van den directeur der Landbouwschool, den heer Jongkindt Coninck, een man, die door de theorie alleen gevormd werd, maar als directeur der Maatschappij van Weldadigheid den landbouw practisch leerde kennen. Vooral heeft de heer De Jong zijae zaak bedorven door zijne verklaring in antwoord van een brief van den heer Van Dedein dat hij „geen woord terugnam van hetgeen hij gezegd had", en nu blijkt dat hij verscheidene onjuistheden heeft gezegd maar hij heeft zijne schepen verbrand. De heer Jongkindt Coninck wijst dit onwederlegbaar aan. Als strijdschrift munt deze brochure nit door waardigen toon en vermij ding van al wat hatelijk of grievend is, De Land bouwschool kon niet beter worden verdedigd, ter wijl de weinige bladzijden tevens strekken om een heter begrip omtrent die instelling te geven, dan waarschijnlijk velen daaromtrent koesteren. In zoo verre heeft het „advies" van den afgevaardigde uit Hoorn toch nut gesticht. (Aruh. C.) In de gisteravond gehouden zitting der Eerste Kamer is bij afwezigheid van den voorzitter het voorzitterschap waargenomen door den heer Hein. Er is besloten een brief van mevrouw de weduwe De Roo, houdende kennisgeving ,van het overlijden van haar echtgenoot, met een adres van rouwbe klag te beantwoorden en de in de vorige zitting ingekomen ontwerpen naar de afdeeliugen te ver zenden, die opnieuw werden samengesteld. De officier van administratie der 3de klasse P. J. Muller, dienende bij het eskader in Oost- Indic, is op zijn verzoek eervol uit den zeedienst ontslagen, met den laatstfen der maand waarin het besluit ter zijner kennis zal worden gebracht. Men schrijft ons uit Den Haat;Gister avond hield professor Heyiisius uit Leiden in den kring van genees- en heelkundigen alhier, afdee- ling 's Gravenhage en omstreken der Nederl. maat schappij tot bevordering der geneeskuust, in eene talrijk bezochte buitengewone vergadering eene belangrijke voordracht over den bloedsomloop en de uitkomsten der jongste onderzoekingen omtrent de polsbeweging. Deze voordracht ondervond den bijzonderen bijval vau de leden, de meeste prak- tizeerende geneesheereB, die uit den aard hunner betrekking zich moeielijk op de hoogte kunnen houden van de vorderingen der wetenschap op het gebied der natuurkunde van den gezonden meusch. Prof. Hi-ynsios verdient dau ook allen lofvosrde welwillendheid, waarmede bij deze taak zoo belan geloos heeft aanvaard. Naar wij vernemen zal de hoogleeraar gedurende dezen winter nog eene tweede voordracht houden over een voor den medicus niet minder belangrijk onderwerp. De minister van financiën heeft bepaald dat het district van den scheepsmeter te 's-Gra- venhage zal omvatten de controles 's-Gravenhage lste en 2de afd., Leiden 1ste afd. en Delft, en dat van den scheepsmeter te Gouda, de controles Gouda en Leiden 2de afd. Het stoom-chip „Celebes", van Batavia naar Nieuwediep, is gisternacht te Port-Saïd aange komen en de „Zeeland" gisteren te Nieuw-York. G emengd Nieuws. Op de Langegracht alhier is heden morgen omstreeks negen uren een meisje, genaamd M. v. d. W., oud 19 jaar, van den wal uitgegle den en in het water gevallen, doch door de hulp van eenige personen die van 't ongeluk getuigen waren daaruit gered. De Hooge Raad, burgerlijke kamer, heeft heden uitspraak gedaan in de beide zaken betrekkelijk de processiën enz. in Limburg, en overeenkomstig de conclusiën van den procureur- generaal de aangevoerde middelen van cassatie ongegrond geoordeeld, en derhalve beide beroepen verworpen, met veroordeeling van deD heer Sijben, ook in de kosten van het beroep van cassatie. Het hoogste rechterlijk college heeft dus bet be ginsel gehandhaafd, dat de uitoefening van den godsdienst in het openbaar en het houden van processiën op andere plaatsen dan vroeger was toe gelaten, niet is geoorloofd. Gistervoormiddag heeft op dekoorn- bears te Delft door twee vreemdelingen, van wie de een Engelsch en de ander Pransch sprak, een mis lukte poging piaats gehad om den heer v. B. een portefeuille, die men ongetwijfeld meende dat met bankpapier gevuld was, afhandig te maken. Reeds was de portefeuille uit den zak van den heer v. B. in dien van een der vreemdelingen overgegaan, toen het feit ontdekt werd en de portefeuille te ruggegeven. De beide vreemdelingen verwijderden zich daarop van de beurs. Spoedig na gedane aan gifte van het voorgevallene is het der politie ge lukt een der zakkenrollers aan te houden en in verzekerde bewaring te nemen. Gistermiddag omstreeks twee aren waren te 's-Gravendeel een aantal schooljongens bezig zich op het ijs in de zoogenaamde kreek te vermaken, toen een hunner er plotseling doorzakte en met het hoofd ouder het ijs schoot. Verschei dene personen beproefden met behulp van ladders en haken den jongen te grijpen, doch tevergeefs. Reeds had dat tien minuten geduurd, toen zekere P. De Vlaming het besluit nam er bij te springen. Hij had het geluk den joDgen te grijpen en op het droge te brengen. Voor levenloos bij den heer J. Gemunt in huis gebracht, werden echter door de hulp van den heer G. Rijsdijk de levensgeesten weder opgewekt. Woensdag-ochtend te zeven uren ontwaarde men van Colijnsplaat een scheepje, ten anker liggende achter de plaat Vuilbaard. Omstreeks halftwaalf meeude de schipper met den vloed zijne reis voort te zetten, doch door den stroom, de hooge zee en onvoldoende bemanning geraakte het scheepje op de plaat. Omstreeks halfeen zag G. De Jonge, vroeger schippersgezel, thans koffiehuis- houder te Colijnsplaat, dat de noodvlag van den mast woei. Dadelijk waarschuwde hij de aldaar wonende schippers en gezellen, van welke zich een tiental bereid verklaarden de poging tot reddiDg te ondernemen. Zij mochten daarin gelukkig slagen en bij hunne komst aan het scheepje bleken de schipper en zijn knecht verkleumd en volslagen onmachtig te zijn iets tot hunne redding te be proeven, ofschoon zij de boot bij zich hadden. Het aanbod om hulp te verleenen werd dankbaar aan genomen, waarop het scheepje met de geredden te Colijnsplaat behouden aan wal gebracht werd. Het scheepje was redelijk dicht gebleven en aan schip noch lading is schade. De geredde is schipper Matze. Hij kwam uit Rotterdam met eene lading petroleum, bestemd voor Vlissingen. De ongerustheid over het lot van het stoomschip „Maas" blijkt zonder grond te zijn, daar het reeds eenigen tijd te Rotterdam binnen is. Misschien bedoelde de berichtgever de „Schie dam", welk stoomschip wel eenige dagen langer dan gewoonlijk onderweg is, maar 'waarover men zich nog volstrekt niet ongerust behoeft te maken. Te 's -Hertogen bosch bedroeg de stand van het water gistermorgen 5.46 boven A P. Enkele steegjes zoomede de havenkant staan reeds ouder water. De steenweg van daar naar Bokstel is gedeeltelijk overstroomd. Dezer dagen werd door eene dame geklaagd, dat aan het verbod, om in de lste e» 2de klasse wachtkamer aan de halte Beurs te Rotterdam te rooken, de hand niet werd gehou den. Thans heeft de directeur-generaal der Maat schappij tot exploitatie van staatsspoorwegen aan den stationschef en de overige beëedigde beambten aan de halte Beurs last gegeven om, na vooraf gaande vergeefsclie waarschuwing, zonder aanzien des persnons proces-verbaal op te maken tegen ieder, die het verbod om in genoemde wachtkamer te rooken overtreedt. Te Deventer liet eene moeder die een buurpraatje ging maken, haar twee kinderen van vier en acht jaren alleen te huis. Het jongste maakte toen de kachel open, waardoor de klee deren van het kind in brand geraakten. Het zusje ging spoedig de moeder roepen, die terstond de vlammen uitdoofde en geneeskundige hulp inriep. Het kindje is evenwel een paar dagen later aan de brandwonden overleden. Twee knapen van twaalf a dertien jaren hebben te Berlijn geduëlleerd iD den tuin van de ouders van een hunner. Zij waren iu strijd geraakt over een twaalfjarig meisje, waaraan zij beiden het hof maakten. De jongste daagde zijn ouderen makker uit en „kromme sabels" zouden het wapen zijn. Zij haalden die uit het speelgoed arsenaal van een jongeren broeder en slepen ze zoo scherp mogelijk. Tivee schoolkameraden deden als getuigen dienst en juist had de uitdager een niet gevaarlijken steek in de borst bekomen, toen de tuinman kwam en het gevaarlijke speelgoed in beslag nam. In Nieuw-York en Michigan is Zon dag en Maandag eene ontzaglijke hoeveelheid sneeuw gevallen, welke soms twintig voet hoog lag, het spoorwegverkeer stremde en tot vele onheilen aanleiding gaf. Naar men in verschillende bladen leest, heeft zich onlangs te Rijsel een merkwaar dig geval van lethargie voorgedaan. Op Kerstdag, des avonds, kwam een achttienjarig meisje tehuis en zeide hevig geschrikt te zijn van bet blaf fen van een hond, zonder dat zij verder iets on gewoons aan zich bespeurde. Den volgenden ochtend was het echter volstrekt onmogelijk haar wakker te krijgen en drie dagen achtereen sliep zij door. Zondag daarop werd zij even wakker, maar slui merde al spoedig weder iu en des avonds verklaar den de gencesheeren, dat zij opgehouden had te leven. In het Erausche departement der Neder-Alpen heeft men tegenwoordig, evenals in andere streken, veel last van wolven. Tegen den avond van verleden Vrijdag zat te Saint-Vincent een kind op den drempel eener woning, toen plotseling een dier dieren toeschoot en met hét wicht zich wegmaakte. Tevergeefs liep de jam merende moeder den wolf na. Men is er volstrekt niet in geslaagd hem op te sporen. Tc Enge, eene voorstad van Zurich, is ZoDdag een jongmensch op wonderdadige wijze aan den dood ontkomen. Hij was op weg naar een vriend. Door de sneeuw misleid geraakte hij bij Aussersihl op den spoorweg eu op het oogen-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1879 | | pagina 2