S°. 5785. Maandag A0. 1878. 23 December. Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen, uitgegeven. Dit Nommer bestaat uit TWEE ILADEN. Eerste Blad. Zij die zich met 4 Januari a. s. op het eidsch Dagblad wenschen te abonneeren, ntvangen de van heden af tot dien datum lerschijnende nummers gratis. Van het kwar- December-Februari worden dan alleen de eide laatste maanden tegen 74 cents in reke- ing gebracht. S TADS-BERICHTEN. LEIDSCH DAGBLAD. PKIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per 3 roiandetiif 1.16. 1.40. Franco per post.... Afzonderlijke Nommers0.05. PRIJS DER ADVERTENT1EN: Van 16 regels.....f 105. Iedere regel meerO 17J. Grootere letters naar plaatsruimte. De BURGEMEESTER der gemeente Leiden, Gelet op art. 21 der wet van 4 December 1872 (Staatsblad K». 184); Brengt ter kennis van de ingezetenen dat in de afgeloopen ittk zijn aangegeven als door roodvonk aangetast 17 personen aan die ziekte overleden 2. Leiden, De Burgemeester voornoemd, J1 December 1878. V. d. BRANDELER. LEIBEN, 21 December. De Tweede Kamer beeft gisteravond het loofdstuk „onvoorziene uitgaven" en de wet op e middelen met algemeene stemmen aangenomen. )e minister van financiën zeide omtrent de zeep- «lasting, dat hij niets liever verlangt dan de be waren aan die belasting verbonden weg te nemen ij heeft de zaak nog niet opzettelijk overwogen, war verzekerde dat hij die quaestie niet nit het og verliest. De minister verdedigde zijne cijfers egenover de financiëele berekeningen van den heer lorver Hooft en speciaal zijn standpunt ten aan- ien der Indische bijdrage. Hoezeer onze toestand tok ongunstig zijn moge, twee lichtpunten zyn p te merken. Ten eerste de toestand der Indi- che kas. Het saldo over 1878 zal het geraamde edrag van f 2,866,000 met 2 millioen overtref- en, terwijl de toestand der Indische kassen op it oogenblik 6 a 7 ton beter is dan ten vori- en jare. De Nederlandsche middelen zullen tok, al valt December tégen, 12 ton meer dan do raming opbrengen. Desniettemin blijft het eisch ra plicht voor alles onze financiëele huishouding m orde te maken, niet hier of daar een steen if te breken en door een anderen te vervangen, maar pal te staan voor regeling onzer financiëele luishonding. Daarom dringt de minister aan met lem mede te werken om den toestand moe- lig in 't gelaat te zien en niet, als sommige indi viduen in den oorlog, door de kanonkoorts be vangen, toevlncht nemen in den infirmeriewagen. De minister zal bij herziening der patentwet, die in onderzoek is, verhooging voorstellen van het patent der kroegen en tapperijen. Aan de stoombootmaatschappij „De Volhar ding" alhier is concessie verleend om hare lijn GoudaAlphen met 1 Januari te verlengen tot Leiden., Tevens is door de maatschappij concessie aangevraagd tot het vervoer van passagiers, goe deren envee tusschen Gouda en Amsterdam. Gedurende deze week zijn dagelijks in het Werkhuis alhier opgenomen van 7297 volwas sen personen en van 1622 kinderen. De collecte voor het nationaal geschenk aan de aanstaande Koningin heeft in de gemeente Zoeterwoude de ronde som van f 75 opgebracht, - Donderdag-avond zon voor de afdeeling ^'oordwijk en omstreken der Hollandscbe Maat schappij van landbouw als spreker optreden de beer Marlet van Hontenisse. Volgens een bij het bestuur ontvangen telegram was dezen echter op zijne reis, door de gladheid der straten, te Mid delburg een ongeval overkomen, waardoor hij niet in staat was dien avond over te komen. Ten einde de opgekomenen, die helaas niet zeer talrijk waren, niet geheel te leur te stellen, had de heer Boom kamp de goedheid als plaatsvervanger voor den heer Marlet op te treden. Op den aangenamen toon, dien geachten spre ker eigen, voerde de heer Boomkamp zijn aan dachtige hoorders in den geest terug naar de voor raadschuren van Egypte, welker sporen zelfs thans niet meer zijn waar te nemen; daarna bracht hij hen naar Babylon ten tijde dat Nebucadnezar voor zijne gemalin de wereldberoemde hangende tuinen liet vervaardigen, welke thans eveneens niet meer zijn te vinden, en eindelijk wees hij op het tijdperk van bloei van den Nederlandschen landbouw toen onze landgenooten naar den vreemde werden geroepen om den landbouw te onderwij zen. In eene boeiende improvisatie schelste hij verder de noodzakelijkheid voor den landbouwer om eenige kennis te bezitten van de plantenkunde de plant toch leert den boer den aard en de hoe danigheid der gronden die haar draagt. Spreker drong er op aan dat men 's zomers planten zou verzamelen om die 's winters onder elkander te bespreken en daaruit meer en meer te geraken tot de kennis van den bodem dien men bear beidt. Zeer veel gebruik werd er gemaakt van de gelegenheid door den heer Boomkamp aangeboden om eenige plantensoorten nader te onderzoeken. Na een kort woord van dank aan den spreker sloot de voorzitter de bijeenkomst. Ik zou, M. d. R., schrijft onze correspondent verder, hier kunnen eindigen, ware het niet dat ik nog enkele woorden had te richten aan het adres van den inzender in uw nommer van 7 dezer, zich noemende „een voorstander van Har monie in meer edele heteekenis van het woord." Die inzender of heb ik wellicht de eer tot eene jongedame te spreken, de gemoedelijke toon van zijn stuk doet het bijna veronderstellen die inzender of inzendster dan vindt den toon, waarop ik in uw nommer van 27 November sprak, weinig vriendelijk; nn, over den smaak, het is eenmaal niet anders, valt moeielijk te twisten. Maar in het algemeen houdt hij (of zij) niet van uwen correspondent te N. b. en hij veronderstelt zelfs dat gij, M. d. R., het wel met hem eens zult zyn dat mijne artikelen (deze toch worden bedoeld) „bij weinig zakelijks ook weinig liefelijks bevatten." Uit het feit dat ze door u worden geplaatst, meen ik evenwel het bewijs te mogen putten dat gij, M. d. R., zeker tot spijt van onzen ano nymus, het niet met £em eens zijt. Het spreekt wel van zelf dat ik mij al zeer weinig bekommer om het oordeel van iemand die niet eens den moed heeft zijne zydelingsche aanvallen, men noemt ze „steken onder water", met zijn waren naam te onderteekenen, niettegenstaande het van algemeene bekendheid is wie uw correspondent alhier is. Ik raad hem dus zich voortaan van der gelijke aanvallen te onthoudenze doen den schrij ver zeker weinig eer aan en doen te veel denken aan producten nit de kinderkamer. Zoo lang hij de feiten, die ik zoo nn en dan in uw blad mededeel, niet kan weerleggen, acht ik het voor zijne rust beter dat hij zich niet met mijn ge schrijf bemoeit; wellicht kan hij zijn tijd nuttiger besteden. Met verbazing zeker zullen, zegt de Arnh. Crt., niet slechts de ingezetenen van Zuid-Holland maar van geheel Nederland vernomen hebben, dat volgens Gedeputeerde Staten van dat gewest een snelpers volgens de patentwet moet worden gelijk gesteld met een molen. Genoemd college toch verklaart, dat molens „niet alleen zijn die toestellen, welke malen, maar alle werktuigen, die middellijk of onmiddellijk dienende tot werkpro- ductie, door eenigerlei bij de wet voorziene kracht, in wentelende beweging worden gebracht." Het blad zegt niet dat Gedeputeerden ongelijk hebben, maar tot hiertoe heeft het Nederlandsche volk toch nooit eenige Ahnung gehad, dat de boeken die het las, op molens werden gedrukt, en wanneer de bewering van Gedeputeerde Staten doorgaat, zal reeds uit dezen hoofde noodzakelijk de patentwet moeten worden herzien, want voor de boekdrukkers zou deze opvatting eene groote onbillijkheid zijn. Het komt de Arnh. evenwel voor, dat Gedeputeerde Staten zich vooral hebben laten leiden door de omstandigheid, dat een drijfwiel wentelt, en of schoon geen werktuigkundige, betwijfelt het blad toch of een drijfwiel wel het werktuig is. Het dient meer om de beweging over te brengen; het is een onderdeel van het werktuig en geens zins de hoofdzaak. Dat de stoommachine wentelt, zullen Gedeputeerde Staten evenmin aannemen als zij beweren zullen dat de pers zelf wentelt, al zijn er ook deelen in, die deze beweging aannemen. Het Nbl. v. d. Boekh., dat van dit geval uit voerig melding maakt, gelooft dat er wel ka»» zou bestaan op een gunstig resultaat, indien men dit geschil door den rechter wilde laten beslissen. Maar het zal nog al vrij wat kosten voor één persoon, en daarom zou het blad voor zulk een pro cedure een vereeniging van eenige boekdrukker» noodig achten. De inschrijvingen op de leening van f 375,000 voor de Rotterdamsche Tramweg maatschappij bedragen niet minder dan ongeveer 71 millioen. De vereenigiDg „het Nederlandsch TooneeJ" heeft in baar adres aan den raad van Amsterdam de vergunning gevraagd tot het kosteloos bespele» van den stadsschouwburg gedurende de drie eerst volgende jaren. "Voor het geval de raad den schouw burg niet gratis afstaat, biedt zij een jaarlijksche vergoeding aan van f 5000. Door wylen vronwe S. M. C. Scbottelinh, wed. den heer J. J. Beerekamp, is een legaat van f 10,000 vermaakt ten behoeve der diaconie scholen van de Ned. Herv. gemeente te Amsterdam. In de marine-club te Nieuwediep kwamen gisteren de aldaar aanwezige zee-officieren bijeen om een woord van hulde te brengen aan den com mand. en het état-major van de „Willem Barende».'*, voor de volharding, die deze officieren aan den dag hebben gelegd, daar zij met de middelen, die zij had den, meer deden dan redelijkerwijze was te verwach ten. Men was het in die vergadering algemeen eens,- dat tochten naar de IJszee onder znlke officiere» gunstige resultaten moesten opleveren, mits andere middelen daartoe werden aangewend; voorts dat een tweede tocht met een zeilschip moest worde» ontraden. In eene bede» te 's-Hage gehouden vergadering van belangstellenden in eene Noordpool-expediüe is echter met bijna eenparige stemmen bêslofe» tot eeBe tweed» uitzending van bet zeilschip de „Willem Barendsz" naar de Noordelijke IJszee, terwijl het hoofdbestuur is uitgenoodigd en zicfc bereid verklaarde zich opnieuw aan bet hoofd der beweging te stellen. De zeeofficieren De Bruyne,- commandant, Koolemans Beynen en Speelman,

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1878 | | pagina 1