V. 5781.
Woensdag
(8 December.
Date Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van Zon- en Feestdagen, uitgegeven.
Nogmaals de Tramway-concessie.
LEIDSCH
A". 1878.
DAGBLAD.
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per 8 mt&nden1.19.
Franco per pest....-1.80.
Afzonderlijke Nommers0.05.
PRIJS DER ADYERTENTIEN
Vm 1—6 regels1.06.
Iedere regel meerv.. 0.17).
Grootere letters naar plaatsruimte.
Reeds ettelijke dagen geleden verspreidde zich
hier ter stede het gerucht dat de heer B. Wauthy
te 's-Gravenhage, aan wien de concessie was ver
leend voor de veelbesproken tramway alhier, van
die vergunning had afgezien. Dat bericht was
ontleend aan het Dagblad van 's-Gravenhage,
en ofschoon wij geen enkele reden hadden om
aan de juistheid daarvan te twijfelen, meenden
wij toch bet stilzwijgen daarover te moeten be
waren, totdat het officieel zou zijn bevestigd. In
de gemeenteraadszitting nu van Donderdag jl. is
dat geschied, en in een zoo duidelijke zaak, als
het hier geldt, en waarover dan ook zoo weinig
discussie werd gevoerd, behoeven wij waarlijk het
authentieke verslag niet af te wachten, om het
stilzwijgen te verbreken.
Wat wij zouden kunnen zeggen van den loop,
dien de zaak thans genomen heeft, zal wel geen
betoog vereischen voor diegenen onzer lezers, die
zich herinneren, wat wij voor eenigen tijd neder-
schreven naar aanleiding van het door den Raad
aangenomen voorstel om de concessie opnieuw
uit te schrijven, ten einde die te verleenen aan
den meestbiedende, en aldus er nog een voor
deeltje uit te halen voor de gemeentekas. Daar
door werd de zaak op een verkeerd terrein over
gebracht en het hoofdbelang, waarom het te doen
was, uit het oog verloren. Hoe het mogelijk is
dat in "een lichaam als de gemeenteraad van de
eerste academiestad des rijks het debat over een zoo
eenvoudige zaak in zoo onlogische richting kan
worden voortgestuwd we betuigen rondweg het
niet te begrijpen.
Intusschen de gevolgen zijn niet uitgebleven en
hebben ons volkomen in het gelijk gesteld: door
den heer Van der Hofstadt is namens de Haagsche
Tramway-maatschappij aan den Raad een adres in
gediend, tot intrekking der inschrijving voor de
verleende concessie. Welsprekend bewijs, hoe wei
nig ernstig de aanvrage gemeend was. En geen
wonderDe Gemeenteraad begon met van de zaak
een financiëele speculatie te maken en stelde zich
dus bloot aan het gevaar van de concessie in han
den te doen komen van mededingers, voor welke
het hoofdbelang, de tramway, slechts bijzaak was.
Dientengevolge is er veel tijd verloren gegaan.
Intusschen is nog niet alles verlorende heeren
Crans en Co. te 's-Gravenhage wendden zich an
dermaal tot den Raad ter verkrijging der conces
sie, met de hernieuwde betuiging dat zij het ern
stig met de zaak meenen, en onder hernieuwde
aanbieding van f 2000 voor de gemeentekas.
Geen wonder voorwaar, dat alsnu het voorstel des
voorzitters om aan genoemde heeren de concessie
te verleenen en het dagelijksch bestuur te mach
tigen met hen in onderhandeling te treden om een
contract te sluiten, met groote meerderheid, 15
tegen 4 stemmen, werd aangenomen.
Trouwens, de tegenwoordige concessionarissen
behoefden niet nogmaals de verzekering te geven,
dat het hun ernst was met de zaakhet feit dat
zij na het intrekken der eerste concessie hun aan
vrage hernieuwden, strekt daarvan ten bewijze,
evenzeer als het voor hun degelijkheid pleit, dat
zij bij de eerste aanvrage zich van inschrijving
onthielden.
Van harte hopen wij dan ook, dat de zooveel
besproken zaak in het welbegrepen belang der
ingezetenen spoedig geheel haar beslag zal krijgen.
Met het oog op de moeilijkheden, waarmee het
tot stand brengen van tramway-verbinding in andere,
zelfs grootere gemeenten gepaard ging, nog gezwe
gen van de ongunstige voorwaarden, die de be
trekkelijk uitgebreide vlakkegrond onzer gemeente
voor een dergelijk middel van vervoer oplevert,
hebben wij alle reden om ons te verheugen over
den loop dien de zaak thans heeft genomen, en
dat nog te meer, daar het zeker niet te verwon
deren zou zijn geweest, indien de heeren Crans
en Co. huiverig waren geworden zich verder met
de onderneming iu te laten, toen het bleek dat
I de Haagsche Tramway-maatschappij, wier beheer
men in deze zeker wel geen ondervinding zal
i ontzeggen, in de exploitatie eener Leidsche tramway
j geen heil zag.
Reeds verheugen velen zich in het vooruitzicht
van binnen een niet al te lang tijdsverloop de
snelle en goedkoope tramwagens door onze straten
te zien rollen. Bezit de residentie reeds sinds jaren
haar ooievaarwagens, wij zullen weldra onze sleutel
wagens hebben. Met een glimlach zal dan menigeen
nog denken aan de oude „omnibus", niet alleen
van den goeden ouden, maar ook van den tegen-
woordigen tijd.
LEIVEN, 17 December.
Het ingediend wetsontwerp tot verhooging van
hoofdstuk V der staatsbegrooting voor 1878
strekt om met ruim f 37,000 te verhoogen de
uitgaven voor 's rijks universiteit alhier en wel
voor verschillende doeleinden, verwarming van de
kassen in den kruidtuin, verbeterden afvoer van
faecaliën uit het ziekenhuis, materiëel van het zie
kenhuis enz. Yoor de restauratie van het gewelf
van het groot auditorium van de universiteit te
Utrecht en het maken van een verwarmingstoe
stel wordt f 12,000 aangevraagd. Yerder worden
sommen aangevraagd om te voorzien in de over
schrijding der uitgaven toegestaan voor het mate
riëel der polytechnische school en de gebouwen der
rijkslandbouwschool, terwijl f 50,000 meer ver-
eischt wordt voor bijdragen aan gemeenten die te
zwaar gedrukt worden door de kosten van het lager
onderwijs.
Naar het zich laat aanzien, zegt prof. S.
Vissering in een ingezonden stuk in „het Vader
land", zullen vele studenten iu de juridische facul
teit onder de nieuwe orde van zaken zoowel het
doctoraat in de staatswetenschap als in de rechts
wetenschap begeeren. Zoo althans is mij verzekerd.
Maar verreweg de meesten hebben er dit jaar de
voorkeur aan gegeven, zich eerst op de rechtswe
tenschap toe te leggen eu daarin af te studeeren
vóór zij zich met de andere inlaten. Deze wijze
van handelen schijnt in de voorschriften omtrent
de examens haren goeden grond te vinden. Is dit
nu werkelijk het geval, dan kan men verwachten
dat met een paar jaar de lessen over staatsweten
schappen wederom meer bezocht zullen worden.
Vóór alles: laat ons een weinig geduld oefenen
en niet al te haastig de nieuwe regeling van het
hooger onderwijs veroordeeleu, omdat zich bij hare
toepassing aanvankelijk eenige wezenlijke of ver
meende bezwaren voordoen. Wij verkeeren in het
geval van reizigers in een spoortrein, die van een
lijn op een andere overgaat. Dat gaat niet zonder
horten en stooten. Als wij maar goed op gang
zijn, zal het op de nieuwe baan wel gladder gaan.
De groote beginselen, in de nieuwe wet gelegd,
blijf ik heilzaam achten; gun hun den tijd, dien
zij noodig hebben om in de practijk wortel te
vatten. Enkele gebreken der nieuwe regeling zijn
er zeker aan het licht gekomen en zullen er nog
meer aan bet licht komenmaar deze zijn betrek
kelijk kleinigheden en gemakkelijk te verhelpen.
Onder die gebreken behoort gewis ook de on
gelukkige regeling van de inschrijvingsgelden voor
de colleges bij art. 65 der wet, waarop door u
(mr. W. H. De Beaufort) en andere leden der
Kamer te recht aanmerking gemaakt is. De stu
denten hebben daarvan een ander gebruik gemaakt
dan bedoeld of voorzien was. Maar ook dit euvel
durf ik nog onder de kleine gebreken te rang
schikken. Zoo het niet van zelf uitslijt, het zal
weinig moeite kosten, het te verhelpen.
Volgens den Utrechtschen studenten-almanak
bedraagt het getal studenten aan de universiteit
aldaar thans 502. Daarvan zijn leden van het stu
dentencorps 280, alsin de godsdienstwetenschap
76, in de rechten 126, in de geneeskunde 55, in
de wis- en natuurkunde 9, in de letteren 12;
oud-leden van het studentencorps 14, als: in de
godsdienstwetenschap 2, in de rechten 2, in de
geneeskunde 4, in de wis- en natuurkunde 1, in
de letteren 4; nog zijn ingeschreven bij den
rector magnificus 208, alsin de godsdienstweten
schap 138, iu de rechten 13, in de geneeskunde
33, in de wis- en natuurkunde 19, in de letteren 5;
Volgens den Groninger studenten-almanak zijn
te Groningen 223 studenten, en welin de lette
ren uitsluitend 11, voorbereidend voor de rechten
19, voor de godsdienstwetenschap 14, in de wis-
en natuurkunde uitsluitend 27, voorbereidend voor
de geneeskunde 38, in de rechten 49, in de medi
cijnen 47 en in de theologie 18.
In het Handelsblad leest men het vol
gende ingezonden stuk, onderteekendP. Cuypers
Na langen tijd niets van mijn zoon P. C
fourier bij het Oost-Indische leger, vernomen te
hebben, wendde ik mij deswege om inlichting ter
plaatse waar zulks behoort. Na maanden lang
wachtens tusschen hoop en vrees, ontving ik op
5 dezer van het koloniaal departement het bericht,
of liever een klein strookje papier, waarop alleen
de woordenoverleden te Edi 9 April 1878. Negen
maanden moesten dus verloopen eer ons die paar
koude woorden gewerden, door ons in hoop en
vrees doorgebracht. Eenigszins van den eersten
schrik bekomen, daar ik nu dan toch eindelijk
de stellige tijding van zijn overlijden had, las ik
onder aan bovengenoemd strookje„van zijn nala
tenschap niets bekend." Op mijn vraag: wanneer
ik daarvan iets kon vernemen, daar ik kort vóór
zijn verscheiden hem nog goederen en geld had
toegezonden, werd mij geantwoorddat daarvan
meestal weinig terechtkomt. U moet maar eens
over drie jaar terugkomen, d. i. in 1881, moge
lijk dat er nog iets overblijft. Zoo humaan is
het koloniaal bestuur voor de nagelaten betrek
kingen van jongelingen, die vaak hun leven op
offeren voor de belangen van hun vaderland en
voor de rechten onzer Oost-Indische bezittingen.
Z. M. de Koning zal naar men verneemt den
26sten dezer van Den Haag naar het Loo terug-
keeren en zich den 30sten naar Arolsen begeven.
Ten einde het aan Z. M. den Koning aan
1 te bieden huldeblijk een meer algemeen militair
karakter te geven, heeft de commissie, die zich
onlangs daartoe alleen voor de officieren gevormd
had, aan de plaatselijke- en garnizoenscomman
danten het verzoek gericht: „om alle militairen
in werkelijken dienst, beneden den rang van offi
cier, ook de gelegenheid te geven, tot het beoogde
doel mede te werken." Algemeen moet deze maat-
i regel bij het leger zeer veel instemming vinden.
Men verneemt dat ^oor Z. M. den Koning
j is bepaald, dat de naam van het schroefstoom-
schip 1ste klasse „De Ruyter", in aanbouw op
's rijks werf te Amsterdam, op den dag, dat het
huwelijk van den Koning wordt voltrokken, zal