N*. 5772. A0. 1878. Zaterdag December. Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen, uitgegeven. LEIDSOH PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per 3 miandenif 1.16. 1.40. Franco per post.... Afzonderlijke Nommers0.05. PRIJS DER ADVERTENTIEN: Vut 16 regels Iedere regel meer Grootere letters naar plaatsruimte. if 1.05. 0.17i LEIDEN, 6 December. Door de geneeskundige staatscommissie alhier is heden tot arts bevorderd de heer C. Lugt, candidaat-arts. De minister van binnenlaudsche zaken heeft geantwoord op het voorloopig verslag van de com missie van rapporteurs der Eerste Kamer over het wetsontwerp tot regeling der voorwaarden tot ver krijging der bevoegdheid van arts, tandmeester, apotheker, vroedvrouw en apothekersbediende. De regeering nam met belangstelling van het voor loopig verslag kennis, waarin de bedenkingen, in de afiicelingen te berde gebracht, uitvoerig worden medegedeeld. Zij verheugt zich in de gelegenheid, haar verschaft, om het voorstel nader toe te lichten. Gaarne onderschrijft zij de uitspraak, dat het niet te beschouwen is als een toonbeeld van wetgevend talent. Doch het verwijt van op tweëerlei gedachten te hinken mag in billijkheid niet tegen haar worden gericht, want dat zou, ware het gegrond, de wet op het hooger onderwijs treilen, die op 27 April 1876 door de Eerste Kamer met acht en twintig tegen vier stemmen werd goedgekeurd. Toch wordt blijkens den geheelen inhoud vau het voorloopig verslag vooral aan deze grief gewicht gehecht en noodzaakt dit de regeering hare bewering door eenige aanhalingen te staven. Ook zij erkent dat het wetsontwerp slechts eene proef bevat. Leert de ui'komst dat, met behoud onzer tegenwoordige geneeskundige staatsregeling en handhaving der bij de wet op het hooger onderwijs gevallen be slissingen, niet genoegzaam in de behoefte aan geneeskundige hulp kan worden voorzien, zoo zal op de regeering de plicht rusten beter doeltref fende maatregelen voor te stellen. Doch voordat men hetgeen pas werd opgericht weder omverstoot, moet die proef eerst zijn genomen. De commissie van oppertoezicht en beheer der vereeniging tot instandhoudingen bevordering van den bloei der Kweekschool voor Zeevaart alhier heeft tot den gemeenteraad het verzoek gericht om de gronden, thans aan die Kweekschool in gebruik en gedeeltelijk met recht van opstal af gestaan, in eigendom of daarop een erfpachts- recht voor den tijd van 99 jaren te bekomen. Dit de aangeboden requesten blijkt dat zij wor den ingediend om te voldoen aan de verplichting welke de requestrante dienaangaande op zich heeft genomen tegenover den geldschieter, die haar fondsen voor aanbouw en uitbreiding der inrich ting heeft verstrekt. De commissie van fabricage acht zich echter niet gerechtigd voor te stellen het verzoek om eigendom of erfpacht voor 99 jaren in te willigen. Houdt toch eenmaal de in richting op te bestaan, dan vervallen te gelijker tijd de redenen welke den gemeenteraad bewogen tot den afstand in gebruik met of zonder recht van op stal en vordert het belang der gemeente dat zij weder in het bezit van den grond trede; en een afstand in erfpacht voor een termijn van 99 jaren acht de commissie in het wezen der zaak zoo weinig verschillende van een afstand in eigendom, j dat zij evenmin vrijheid gevoelt dien aan te raden. Zij ziet er evenwel geen bezwaar in, dat aan de vereeniging een erfpachtsrecht voor den tijd van 30 jaren worde toegestaanhet bestaan der Kweek- j school is voor minstens 26 jaren gewaarborgd, welke termijn alleen dan ingekrompen zou kunnen wor- den, zonder dat te gelijker t'jd de vereeniging door den staat schadeloos werd gesteld, indien zij aan hare verplichtingen tegenover dezen te kort schoot. In eene buitengewone vergadering der afdee- J ling Leiden en omstreken van de Nederlandsche Maatschappij voor tuinbouw en plantenkunde op Dinsdag a. s. zal door den heer II. Witte eene voordracht gehouden worden. Het hoofdbestuur der Nederlandsche Maat schappij tot bevordering der geneeskunde heeft zich in een adres tot de Eerste Kamer gewend met het verzoek om het wetsontwerp tot regeling der voorwaarden tot verkrijging der bevoegdheid als arts enz. niet aan te nemen. Uit het eerste jaarverslag van het Neder- landsch Afrikaansch comité, ten doel hebbende de volledige exploratie en ten slotte de opheffing van den slavenhandel in- en de beschaving van Centraal-Afrika, blijkt dat, wat de plaatselijke comités betreft, in Noord-Holland en Limburg nog geen pogingen zijn aangewend om plaatselijke comités te vormen. In Gelderland en waarschijnlijk ook in Zeeland is daarmede eerst zeer onlangs een aanvang gemaakt. Elders hebben de provinciale comités dadelijk na hunne optreding getracht plaat selijke comités tot stand te brengen en daartoe de welwillende hulp der burgemeesters van de ia aanmerking komende gemeenten ingeroepen, op het voorbeeld van de uitvoerende commissie van het Nederlandsch comité, dat alle provinciale comités in kennis gesteld had met hetgeen in Zuid-Holland gedaan was om plaatselijke comités te vormen. De uitslag der in het werk gestelde pogingen was tot dusver over het algemeen nog van weinig betee- kenis. In Zuid-Holland kwamen comités tot stand te 's Gravenhage, Rotterdam, Leiden, Dordrecht, Schiedam en Sliedrecht, terwijl de burgemeester van Katwijk zijne persoonlijke bemoeiingen toezeide. In Groningen werd een comité opgericht te Delfzijl. In Overijsel constitueerden zich plaatselijke comités te Zwolle, Deventer, Almeloo, Steenwijk, Oldenzaal en Hengeloo. In Noord-Brabant werd een comité gevormd te Waspik en een te Bergen-op-Zoom, welk laatste zich echter weder ontbond na eene collecte te hebben gehoudenterwijl te Steenbergen de burgemeester en de wethouders hunne persoon lijke tusschenkomst verleenden om geldelijke bij dragen te verkrijgen. In de andere provinciën kwamen geen plaatselijke comités tot stand, dan op de hoofdplaatsen Utrecht, Groningen en Leeuwar den, waar het provinciaal comité of een gedeelte daarvan als plaatselijk comité optrad. De comités hebben nog niet allen de geïnde bijdragen ver antwoord; aangezien voorts de toegezegde jaar- lijksche bijdragen voor een deel eerst ingaan met het jaar 1878, en de inkomsten natuurlijk vermin derd zijn moeten worden met de kosten van druk werk, administratie, enz. der verschillende comités, zijn voorshands slechts 7000 franken 3384.50) aan het uitvoerend comité van de internationale commissie te Brussel overgemaakt kunnen worden. Het ontwerp tot het heffen van een be lasting op het kapitaal in portefeuille heeft den raad van state reeds verlaten. Men verneemt dat eigen aangifte de grondslag der heffing zal zijn en dat men zich voorstelt uit deze belasting circa drie millioen te trekken. De minister van marine, tijdelijk heiast met het beheer van het departement van oorlog, heeft benoemd: tot kapt. 1ste kl. de kapt. 2de kl. W. Rooseboom, van den generalen staf, G. Clockener Brousson, van het reg. grenadiers en jagers, J. R. Goteling Vinnis, van het 1ste, C. A. Koore- vaar, van het 6de, benevens J. A. Jochems en A. Van Lakerveld de Heus, van het 7de reg. inf. alsmede G. J. Blaauw, van het corps ing., min. en sapp.tot adj. bij het corpsden kapt. A. P. Scheltus, van het 6de, alsmede de 1ste luit. P. Vinkhuyzen, van het reg. gren. en jag., J. C. A. Pabst van het 4de reg. inf. en J. J. G. baron Van Voorst tot Voorst van het instr.-bat.tot hoofd van onderwijs voor de wetenschappen en de oefeningen der art. in haren geheelen omvang hij de kon. mil. academie, den kapt. C. L. Van Pesch, van den staf der art., werkzaam bij die inrichting; overgeplaatst: bij het 4de reg. inf. den kapt. W. G. Rompelman, van het instructie- bataljon bij het instr.-bat., den kapt. J. C. T. C. Hackstroh en den lsten luit. P. L. H. Mans- velt, van het 4de reg. inf.; werkzaam gesteld bij de kou. mil. academie: den lsten luit.-adj. A. D. Petter, van het 4de reg. inf.bestemd tot leeraar bij de 2de afd. der krijgsschoolde kapt. C. P. Van Pommeren en W. Rooseboom, van den generalen staf, den onder-intendant 2ele kl. P. J. Hinrichs, van het personeel der militaire adminislr., alsmede den kapt. A. L. W. SeyfTardt, van den staf der art.; gedetacheerd bij de militaire verkenningen, met ingang van 1 Jan. a. s., den lsten luit. J. M. Obreen; den kapt.-kwartiermeester L. A. Van der Burgh, van het 1ste reg. veld-art., bij sen tentie van het hoog militair gerechtshof, gewezen in appèl, van den 8sten October jl., veroordeeld tot cassatie met verklaring van te zijn eerloos en mitsdien onbekwaam om in het vervolg eenige burgerlijke of militaire charge te bekleeden. De minister heeft machtiging verleend om het cijfer XX van het onderscheidingsteeken te ver wisselen in XXVbij het wapen der inf., 4de reg., aan de kapt. W. C. D. Van Rijen en J. J. Roelants; dat van XV in XXaan den kapt. C. Van Lemmeren, plaats.-adj. der 1ste kl. te Lei den bij het 4de reg. inf. aan de kapt. J. A. De Graaff, J. C. Palier, W. Weytingh en H. Kroon. Vervolgens heeft de minister, met ingang van heden, het onderscheidingsteeken voor XV jaren Nederlandschen dienst als officier toegekend: bij het 4de regiment inf.aan den kapt. H. P. Muller, aan den lsten luit.-adj. G. J. Noy eu aan de lste luit. A. C. Alma en P. J. J. Vervenne, vóór- laatstgenoemde gedetacheerd bij het dep. van oorlog bij het lste reg. veld-artillerie aan den lsten luit. J. W. K. Verwey, en bij het 2de reg. aan de lste luit. R. Van Dam, jhr. F. J. A. Des Tombe en S, O. Van der Straaten. Voor de verkiezing vafl een lid voor den gemeenteraad te Lisse ter vervulling der vacature, ontstaan door het overlijden van den heer W. Kroon, had gisteren de stemming plaats, waarvan de uitslag was dat eene herstemming noodig is tusschen de heeren C. H. Wolff met 24 en R. Huyg met 22 stemmen; de overige uitgebrachte stemmen waren over verschillende personen verdeeld. Men meldt uit RijnsaterwoudeOnze ge achte onderwijzer, de heer C. Van Mourik, heeft eindelijk, na 52'/3 jaar in deze gemeente zijne school- eu kerkelijke betrekkingen te hebben be kleed, geJefungeerd. Wat zeker tot de zeldzaam heden behoort is, dat hij de eer genoot door het bestuur uitgenoodigd te worden, nog tot de komst van zijn opvolger als waarnemer werkzaam te blijven. Dat zijn aftreden niet zonder vele, ook stoffelijke blijken van genegenheid en vriendschap plaats had, is niet te verwonderen, wijl de meeste inwoners eenmaal zijn leerlingen waren. Zijne welverdiende rust zij hem genotvol, zijn levens avond liefelijk. Voor het front van het te Delft in garnizoen liggend eerste bataljon vierde regiment infanterie is de zilveren medaille voor 24-jarigen trouwen dienst uitgereikt aan den sergeant J. E. Van der Burg. Door den koning van Pruisen is verleend de orde van den Rooden Adelaar 2de kl. met bril-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1878 | | pagina 1