IV8. 3770. A". 1878. Donderdag 5 December. Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen, uitgegeven. 8 TADS-BER1CHTEN. LEIDSOH PBIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per S mtandenr 1.1#. Franco per post....1.40. Afzonderlijke Nommersa 0.05. PBIJS DER ADVERTENTIES: Van 16 regels1.05. Iedere regel meer0.17%. Grootere letters naar plaatsruimte. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van LEIDEN, Gezien art. 8 der Verordening van den 4den Mei 1872 (Gemeenteblad N°. 11); Brengen ter algemeene kennis, dat tot het doen in schrijven van nieuwe leerlingen voor de openbare scholen voor voorbereidend en voor meer uitgebreid lager onderwijs gelegenheid zal gegeven worden: voor die voor voorbereidend onderwijs voor jongens en meisjes, in het schoolgebouw aan de Oude Vest-, voor die voor meer uitgebreid lager onderwijs: der 1ste klasse, voor jongens, in het schoolgebouw aan de Aalmarkt-, der 1ste klasse, voor meisjes, in het schoolgebouw aan de Boommarkt der 2de klasse, voor jongens, in het schoolgebouw aan de Pieterskerkstraat-, der 2de klasse, voor meisjes, in het schoolgebouw aan de Breestraat-, en wel van den 2den tot en met den léden December e. k., dagelijks (de Zondag uitgezonderd), van des voormiddags halfnegen tot negen uren, en op Maandag, Dinsdag, Donderdag en Vrijdag bovendien van half t w e e tot twee uren des namiddags. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Leiden, V. d. BRANDELER, Burgemeester. 28 November 1878. E. KI3T, Secretaris. LEIBEN, 4 December. Aan den kapitein der 1ste klasse bij het corps mariniers J. J. Korndörfier is eveneens door den Koning eene zilveren eeremedaille toegekend voor betoonde belangstelling in het rijks ethno- graphisch museum alhier, wegens het aanbieden van belangrijke geschenken aan die inrichting. De medaille prijkt aan de eene zijde met het borstbeeld van Willem III, aan de keerzijde met den naam van genoemden kapitein, omgeven door een lauwerkrans en de woorden: „Voor verdiensten ten opzichte van 's rijks verzamelingen van weten schap en kunst." Men schrijft van hier aan de N. R. Crt. „Voor de behoefte van het hooger onderwijs is het noodige niet te krijgenaan het noodeloos restau- reeren van het oude gebouw wordt het geld ver kwist. De hoogleeraar in de pharmacie heeft ge durende het afgeloopen jaar wegens gemis aan een lokaal zijn practisch onderwijs niet kunnen geven, en kan het nog niet. Voor de bibliotheek is geen geld beschikbaar. De directeur van het Munt- en Penningkabinet behoeft voor de beschrijving zijner verzameling, welke taak hem uitdrukkelijk is opge legd, een werk, waarvan sleehts het eerste deel voorhanden is. De zestig gulden, die het volledig maken van dit werk zou kosten, zijn geweigerd. Maar terzelfdertijd worden in het klein auditorium de houten vensterramen door steenen vervangen, betgeen dit jaar, om te beginnen, pl. m. f 1800 kost. Om te beginnen. Want als eens de ramen van één vertrek veranderd zijn, moeten die van het gansche gebouw insgelijks veranderd worden, zal de zoogenaamde verfraaiing niet wanstaltig staan. Ook hier is tot de verbouwing besloten buiten raadpleging, ja buiten voorkennis van curatoren en professoren. Zij is aangevangen juist op den dag toen de groote vacantie verstreken was en de nieuwe cursus geopend werd, hetgeen natuurlijk niet zou zijn toegestaan indien de goed keuring van curatoren was gevraagd, want in dit auditorium plegen de drukst bezochte colleges ge geven te worden. De verbouwing heeft verder plaats aan een oud gebouw, dat voor eenige jaren op zettelijk onderzocht is, en toen verklaard werd zoo verweerd en bouwvallig te zijn, dat het on mogelijk aan het ruimere gebouw, dat men voorhad te stichten, kon worden aangepast. Aan een leelijk gebouw bovendien, dat door geen steenen vensters te verfraaien is, en dat er ook zeker niet ge schikter door worden zal, eer ongeschikter, omdat de nieuwe ramen minder licht doorlaten. En einde lijk, dat alles gebeurt thans, nu men een prijs vraag heeft uitgeschreven voor het ontwerp van een nieuw academiegebouw en een som op de be grooting uitgetrokken voor het leggen der grond slagen! Zou toch niet eerst de Volksvertegen woordiging haar toestemming hebben moeten verleenen tot het vernietigen van het besluit om een nieuw gebouw op te richten, eer men over ging tot het verfraaien, zoo het verfraaien mag heeten, van het oude en afgekeurde?" Wat de vernieuwing der vensterramen van het academiegebouw betreft, werd ons reeds voor ge- ruimen tijd verzekerd dat deze volstrekt nood zakelijk was, daar de ramen in zulk een slechten toestand verkeeren dat ze door andere moesten vervangen worden. Tot het inzamelen van gelden voor het geven van een nationaal geschenk aan onze aanstaande koningin heeft zich ook te Zoeterwoude een com missie gevormd, bestaande uit de heeren W. J. Van Grossel, deken en pastoor aldaar, J. L. J. Richelle, A. P. M. Van Oordt, J. J. Brandhoff Isselman, J. P. Bakker, P. E. W. Boers, J. E. H. B. baron Van Voorst tot Voorst, C. G. L. Van Wensen, A. J. Rijshouwer en mr. A. H. Brandt, burgemeester. Eene commissie van vijf leden, daartoe uitge- noodigd door den burgemeester, bestaande uit de heeren M. Crommelin, E. Zirkzee, C. M. Oppelaar, W. Voorthuyzen en J. H. L. Spruyt, ver voegde zich gisteren bij de ingezetenen van Koude kerk om gelden in te zamelen voer het cadeau aan onze toekomstige vorstin. Het bedrag van het geïnde beloopt de som van f 58.08, welke aan het hoofdbestuur zal worden overgemaakt. De inzameling van bijdragen door de inge zetenen van Woubrugge, die daartoe allen waren uitgenoodigd, tot aanbieding van het nationaal huldeblijk aan onze aanstaande koningin, heeft aldaar reeds plaats gehad. De opbrengst was 56.60, welk bedrag door den burgemeester franco is over gemaakt. aan den thesaurier der commissie van uitvoering, den burgemeester van 's-Gravenhage. De Maatschappij „Zeeland" heeft f 72,000 als waarborg moeten storten wegens het aanvaren van eene Engelsche bark, die véór eenige weken ver gaan is ten gevolge van een botsing met de mailboot „Stad Vlissiugen". Door het gemeentebestuur van Amsterdam is thans het verlichtings- en versieringsplan bij de aanstaande komst van den Koning met zijne gemalin in de hoofdstad vastgesteld. De Dam zal electrisch worden verlicht met Jablochkoff-kaarsen en het Rembrandtplein, Kattenburgerplein, de Westerstraat, de Nieuwmarkt, de Blauwebrug, het voormalig Beursplein zullen met guirlandes van ballons en lampions verlicht worden. Op de Nieuw markt zal een triomfboog, op het voormalig Beurs plein een tempel en elders zullen zuilen en obelisken worden opgericht. Het stadhuis zal met gas worden verlicht, maar van het vuurwerk is, met het oog op het jaargetijde, afgezien. Bovendien zou een der plechtige omstandigheid waardig vuurwerk meer geld kosten dan voor deze zaak ter beschik king van het gemeentebestuur gesteld is. Den 23sten Januari zullen in alle schouwbur gen, ook in het paleis voor volksvlijt, 's avonds gratis-voorstellingen plaats hebben. De buurtsecre- tarissen zullen verzocht worden zich met de uit reiking der biljetten te belasten. De voorstelling in den stadsschouwburg, welke voor dit doel aan hen, die het plan ontwierpen, kosteloos ter be schikking is gesteld, zal bestaan uit „Een Am- sterdamsche jongen", van Van Lennep. De gewone audiëntie van den minister van binuenl. zaken zal Zaterdag niet plaats hebben. TweedeKamer. Na aanneming van eenige naturalisatie- en suppletoire begrootingswetten is het algemeen debat over de staatsbegrooting voort gezet en afgeloopen. De heer Rutgers keurde be krompen zuinigheid af en noemde het petitionnement onteerend, waartegen de heer Van der Hoeven krachtig protesteerde. De heer Van den Berch van Heemstede drong aan op eene wet tegen het socialisme. De heeren Borgesius en Van Eek ont kenden de noodzakelijkheid voor den heer Van Houten om het partij-verbond te verlaten. De minister Kappeyne verdedigde de rapporten over het petitionnement, bestreed dwangmaatregelen op zedelijk gebied of keering van het socialisme, verklaarde zich een bepaald tegenstander van het algemeen stemrecht en hield vol dat de KameT de opinie van het volk uitdrukte. De minister van financiën zou na het Kerstreces opnieuw een voor dracht tot herziening der ongebouwde eigendommen indienen. Hoofdstuk I werd unaniem aangenomen. Morgen voortzetting. Z. M. heeft aan G. W. Bossers, op zijn verzoek, eervol ontslag verleend als burgemeester der gemeente Kluudertden kapt. D. Aeyelt, van het 7de reg. infanterie, in zijn rang over geplaatst bij het reg. grenadiers en jagers; A. J. Helfrich, arts en med. doctorandus, benoemd tot offic. van gez. 2de kl. bij het personeel van den geneesk. dienst der landmacht in Ned.-Indië; bij de artillerie benoemd tot 2den luit.bij de lste afd. vesting-art. de serg. W. E. Pop van de 3de afd. vesting-art. en L. C. Van Kuyk van het corps; bij de vijfde afd. vesting-art., den serg. J. E. Ranneft, van de 3de afd. vesting-art. bij de 6de afd. vesting-art., de serg. W. Vos- maer van de 2de en G. J. Neiszen van de lste afd. vesting-art.bij de cavalerietot 2den luit. bij het lste reg. huzaren, de wachtm. A. Geel, van het 4de reg. huzaren, en A. I. Storm de Grave, van het corps; bij het 2de reg. huzaren, den wachtm. W. H. Piepers, van het 3de reg. huzaren; bij de milit. admin., tot 2den luit.- kwartierm.bij het 6de reg. inf., den serg.-maj. C. Broeksma, van het 3de reg.bij het 7de reg. infanterie, den serg.-majoor J. Sneep, van het lste reg.bij het 8ste reg. inf., den serg. C. J. H. J. Schuak, van het 7de reg.bij het lste reg. veld-art., den serg. W. Woudstra, van het 5de reg. inf.bij de inf. tot 2den luit.bij het lste reg., de serg. K. R. L. Koene van het 6de en G. Pieters van het 8ste reg.bij het 2de reg., de serg. E. C. G. A. A. Schwartz en E. P. Van Thiel, beiden van het 6de, G. W. L. Hollenbach van het 8ste en P. van den Hoo naard van het lste reg.; bij het 3de reg., de serg. F. H. Tissot van Patot, van het 6de, L. C. W. Defize van het 2de, A. Klontje van het lste en H. Spruyt van het 2de, benevens den serg.-maj. J. C. Frederiks, van het 6de reg.; bij het 4de reg., de serg. G. A. Van Driel vau het 6de, H. M. Koolhoven van het 7de, J. G. A. Erommann van het 2de reg., M. J. L. Ouds hoorn van het instructie-bataljon, D. Schoonman van het reg. grenadiers en jagers, J. A. Houbolt, benevens D. II. Gerdessen, beiden van het 5de reg.; bij het 5de reg., de serg. J. C. II. A. Quack, van het instr.-bat., en E. K. Blokzijl, van het 3de reg.bij het 6de reg., de serg. P. A. Sernée van het 4de, H. C. E. J. Bonemeyer van het 2de, P. Glerum van het 3de, J. Boot i van het 2de en J. Rogier van het 3de regiment j bij het 7de reg., de serg. G. Van der Reyden

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1878 | | pagina 1