Maandag
2 December.
NV 5767.
A". 1878.
Deie Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van Zon- en Feestdagen, uitgegeven.
Tweede Blad.
Gemengd Nieuws.
a**
LEIDSCH
DAGBLAD.
PBIJS DEZEB COURANT:
Voor Leiden per 3 nmndenI.ld.
Franco per post....-1.40.
Afzonderlijke Hommers0.05.
PBIJS DEB AJ5 VERTEN TIEN:
V«n 1—e regels105.
Iedere regel meer0.17$.
Grootere letters neer plaatsruimte.
Gistermorgen stortte zekere K., lood
gieter te 's-Hage, oud 23 jaren, van een hoogte
van 15 meter neer, terwijl hij arbeidde aan het
in aanbouw zijnde diaconessengesticht in de Laan
van Meerdervoort. De ongelukkige, die beide bee-
nen brak, werd terstond naar de woning zijner
ouders, in het Lamgroen, vervoerd, waar hem de
eerste geneeskundige hulp is verleend. Eer-
gistermiddag is een oude vrouw, de wed. G., wo
nende op de N. Haven aldaar, dood op haar stoel
gevonden.
In de gemeente Reeuw ij k is de huis-
vrouw van den arbeider G. H., ond 58 jaren,
die zich naar Gouda wilde begeven, op den weg
bij het Goudsche Verlaat pletseling dood gebleven.
Dezer dagen kwam een landbouwer
den oud-manufacturier E. te Borculo, bij wien
hij 37 jaren geleden voor f 4,20 geborgd had,
dat bedrag ter hand stellen. Zijne kinderen waren
nu allen groot; daarom kon 't er nu wel af,
en wilde hij dus al zijn oude schulden vereffe
nen. Ouder 't heengaan zei hij naïef deemoedig:
„Verget noe as 't oe blief niet, urn 'tin oew book
wit te doonF'
Eenige dagen geleden, zoo wordt uit
Maurik gemeld, verkochten twee landbouwers al-
bier aan de markt te Gorcum ieder een paard
voor f 580. Een uur daarna zou de koopman ze
©p een door hem bepaalde plaats ontvangenin
dien tijd werden de paarden in den stal geplaatst,
doch toen het bepaalde uur aanbrak om ze af te
leveren en geld te ontvangen, bleek het dat koop
man en paarden met de noorderzon verdwenen
waren; alle aiasporingen waren tevergeefs. Men
veronderstelt dat hij handlangers gehad heeft. Hij
had nog een paard gekocht, doch heeft dat onmid
dellijk ontvangen en betaald. Hij noemde zich
De Bruin van Leiderdorp, die als «en solied koop
man bekend is.
De arrondissments-rechtbank te Mid
delburg heeft gisteren uitspraak gedaan in de zaak
der spoorwegdieverij te Kruiningem. De veertien
jarige dochter van den gewezen stationschef is
veroordeeld tot twee jaren gevangenisstraf in een
verbeterhuis en zijne vrouw tot 18 maanden cel
lulaire gevangenis.
In een magazijn van naaimachines te
Arnhem kwam een paar dagen geleden een per
soon, die opgaf lete machinist op het stoomschip
„Conrad" te zijn, terwijl hij commissie had van
twee dames, de eene te Renkum en de andere te
Apeldoorn, om drie trapnaaimachines te koopen,
die met quitantie aan haar adres behoorlijk ver
pakt voor transport naar Indië moesten worden
verzonden. Het eerlijke gezicht en 's mans welbe
spraaktheid boezemden zooveel vertrouwen in, dat
hem de toezegging werd gedaan dat de machines
zouden worden afgeleverd, terwijl hij 9 pet. com
missieloon bekwam. De gewaande machinist ver
trok alzoo met een welvoorziene beurs, doch later
bleek het dat de door hem opgegeven dames on
bekend wareu, dat de „Conrad" op dit oogenblik
m zee en dat de zich noemende machinist een
oplichter van de ergste soort is.
Maandag verrichtte de scharenslij per
F. Tentman op de markt te Winschoten zijne
werkzaamheden, toen de steen, dien hij voor de
eerste maal gebruikte, in drie stukken sprong,
waardoor hij zoodanig in het aangezicht werd
getroffen, dat zijn voorhoofd en neus geheel ver
pletterd ziju. Ofschoon terstoud geneeskundige
hulp werd verleend, vreest meu voor het behoud
van zijn leven.
De „Hamburger Börsenhalle" deelt
uit een brief van kapitein Schwensen o. m. het
volgende mede: „Het was mij niet mogelijk
den naam of de nationaliteit te constateeren van
het schip, dat ons aan stunrbooidszijde tnidden-
scheeps aangeloopen had, daar bij de geheele ramp
alles zoo snel toeging, dat er van het oogenblik
der aanvaring tot bij het zinken der „Pommerania"
hoogstens een kwartier verliep, in welken tus-
schentijd ik aan bakboordszijde bezig was met
den stuurlieden der reddingbooten toe te roepen,
dat zij zich van die zijde moesten verwijderd
houden, omdat ik zag dat het schip te gronde
ging. In de volslagen duisternis heb ik bij het
zinken wel stemmen in mijne nabijheid gehoord,
doch van wie zij kwamen is mij evenmin bekend
als ik weet wie van de passagiers en manschap
gered zijn. Op hetzelfde oogenblik dook ook reeds
het schip naar voren onder, en neigde het naar
stuurboordszijde; de golven sloegen mij over het
hoofd en ik werd met het wrak door den maal
stroom in de diepte getrokken. Wat nu terstond
daarna gebeurde, kan ik niet zeggen, wijl ik be
wusteloos wasik kwam eerst tot mijzelf toen ik
weder aan de oppervlakte gedreven werd en een
klein stuk wrakhout grijpen kon, met behulp waar
van ik mij drijvende hield. Nadat ik in het donker
bijna anderhalf uur zoo rondgezwalkt had en
voelde dat mijne krachten mij begaven, daar ik
veel water had doorgeslikt en ook aan kramp in
de kuiten begon te lijden, was er gelukkig een
stoomschip genaderd, dat, door mijn roepen op
merkzaam gemaakt, stopte en eene sloep uitzette.
Men nam mij nog jnist bijtijds, terwijl ik reeds
krachteloos en zinkende was, daarin op. Hierna
werd ik geheel bewusteloos met een touw uit de
sloep aan boord van het stoomschip getrokken.
Het was de „City >©f Amsterdam", kapitein Walsh,
die zich, zoo ik mij wel herinner, op reis van
Belfast naar Rotterdam bevond. Dank zij de trouwe
en mensahlievende zorg van den kapitein, kwam
ik allengs weder bij, hoewel ak nog niet in staat
was mijne gedachten bijeen te zamelen of een lid
te verroeren. Zóó kwam ik te Rotterdam, waar
de „City of Amsterdam" tnssschen 5 en 6 uren
het anker liet vallen."
Een neef van Henri Taine, E. Taine,
ridder aan het Legioen van eer, heeft op de Bel
gische grens geduelleerd met baron d'Herpent. Er
werd met den degen gevochtenachtmaal werd
ihet geveeht begonnen zonder dat een van beiden
gewond werd; de getuigen oordeelden daarop, dat
men het er bij laten kon.
De heer Schür Wegezin, „ministerial-
diirector", verhaalt in de „Stettiner Zeitung," dat
een hem behoorende kleine twaalfjarige hond, op
een aardappelveld een muis ingeslikt hebbende
zonder het dier te docden, ten gevolge daarvan
gestorven is. De muis had zich namelijk door de
maag en de huid heengebeten en zou ontkomen
zijn, indien de hond haar niet den kop vermorzeld
had. De eigenaar vond het diertje in de huid
van den hond hangen en bij ontleding van dezen
laatste kon men duidelijk den weg, dien de muis
zich tussehen de ribben door gebaand had, nagaan.
Volgens berichten van 2 November
uit Curacao is het Deensche eiland Santa-Cruz
het tooneel van verwoesting en vernieling geweest
ten gevolge van een oproer onder de werklieden
der plantages. Het douanen-gebouw en verscheiden
naburige huizen zijn daarbij verbrand. Het schijnt
dat de invoering van stoommachines op de plan
tages aanleiding tot die oproerige bewegingen heeft
gegeven. Volgens de jongste berichten is de orde
hersteld door de krachtige optreding van de slechts
geringe bezetting. Velen der oproerlingen zijn door
de soldaten en vrijwilligers gevat, eenige» door
den krijgsraad veroordeeld en doodgeschoten. Op
eenige plantages was de arbeid hervat. Op St.-
Domingo duurde de opstand in Azua nog voort,
ja scheen die zich zelfs uit te breiden. De minister
Caceres was als het slachtoffer van den moord
aanslag gevallen.
Drie lijken, nl. die van twee mannen
en van ééne vrouw, zijn te Hastings door eene
vischsloep aan land gebracht. Zij werden bij
Eolkestone drijvende gevonden. Men vermoedt dat
een dezer het lijk van een der stuurlieden van
de „Pommerania" is. Van de 111 man equipage
zijn 94 en van de 109 passagiers 72 gered, zoo
dat het getal vermisten der opvarenden van het
verongelukte stoomschip „Pommerania" 54 zou
bedragen. Te Dover zijn onder de geredden no_g
drie kinderen, wier ouders niet te vinden zijn
en dus vermoedelijk bij de ramp het leven ver
loren hebben.
Drie reizigers, die te Parijs in een
fiacre hadden plaats genomen, gevoelden eensklaps
een zonderlinge beweging. Weldra werd hun het
raadsel opgelost, want eensklaps stortte de bodem
van het rijtuig in, het drietal medesleepende, wier
voeten nu op de straat te land kwamen, zoodat
de reizigers i» het voertuig moesten meeloopen
even snel als het paard verkoos te dravèn. Ge
lukkig wisten zij door hun geschreeuw den koet
sier weldra op de hoogte te brengen van het
voorgevallene, zoodat het niet lang danrde of zij
werden uit hun gevaarlijken toestand verlost.
Een vrachtrijder kwam met veertig
zakken haver op zijn wagen bij een zaadhande
laar in de avenue Saint-Ouen, te Parijs; voor
wien die vracht bestemd was. Terwijl hij bij deze
was binnengegaan om hem van zijne komst te ver
wittigen, legden eenige vermetele dieven de zweep
over de paarden en verwijderden zich met wagen,
voorspan en vracht. Dat alles ging zoo snel
in zijn werk, dat men van het gestolene geen
spoor meer heeft kunnen ontdekken. Hetzelfde is
geschied met een handwagen met zijden~ goederen,
terwijl de jongen, die hem bestuurde, zich een
oogenblik had verwijderd.
Donderdag heerschte te Brussel eene
algemeene sensatie. Reeds sinds eenige dagen was
de gewezen minister van oorlog, generaal Betten,
eensklaps spoorloos verdwenen en nu heette het dat
zijn lijk in een deerlijk gehavenden toestand was
gevonden. Wel werd dit gerucht namens zijne
familie terstond als een verzinsel tegengesproken,
maar dit neemt niet weg dat zijne verdwijning
een hoogst raadselachtig feit is. Hij had niets dan
een valiesje medegenomen, waarin slechts weinig
benoodigdheden voor op reis konden worden ge
borgen. Zijn schoonzoon, raadsheer bij het hof van
appèl te Luik, heeft in de dagbladen verzocht,
wanneer men het een of ander omtrent den gene
raal mocht vernemen, daarvan aan de familie mede-
deeling te doen. Terwijl nu het gerucht liep dat
zijn lijk was gevonden, verklaart de familie een
brief te hebben ontvangen, waaruit blijkt dat hij
zich in Frankrijk op reis naar Zwitserland bevindt.
Daar hij een hoogst bedaard, ernstig en bezadigd
man is, verdiept men zich zooveel te meer in gis
singen omtrent dit geval.