LEI®EN, 19 October.
Het voorloopig verslag der Eerste Kamer
omtrent het wetsontwerp tot regeling der voor
waarden tot verkrijging der bevoegdheid van arts,
enz. is verschenen. Op den voorgrond werd bij
het onderzoek de vraag gesteld of dit ontwerp tot
wet verheveD, voorziening zal aanbrengen in de
klimmende behoefte aan geneeskundige hulp op
het platteland, bij het leger, bij de marine en in
de koloniën. Zij die naar hun stellige overtuiging
hierop een ontkennend antwoord gaven, wezen er
op dat het ontwerp hinkt op twee gedachten. Een
ander hoofdbezwaar tegen deze voordracht hield
verband met het voorgaande en betrof het behoud
van de algemeene bevoegdheid en van de staats
examens. Van eene andere zijde verklaarde men
zich bereid met de regeering mede te gaan en
dit ontwerp aan te nemen op gronden in de mem.
van toelichting ontvouwd. Wil men het doel, dan
moet men ook het middel willen, en deze wet opent
het vooruitzicht dat het doel worde bereikt.
Z. M. heeft C. C. Ëxalto d' Almaras, ont
vanger der directe belastingen en accijnzen te
Ameide, benoemd tot ontvanger derzelfde mid
delen te Overschie; J. W. D. Van Hemert, ont
vanger der directe belastingen eAaccijnzen te Den
Bommel, benoemd tot ontvanger derzelfde mid
delen te 's-Gravesandeaan den kapitein J. K.
Kempees, van het corps ingenieurs, mineurs en
sappeurs, werkzaam bij het departement van oor
log, op zijn verzoek, een eervol ontslag verleend
uit den militairen dienst; den lsten luitenant F.
A. La Rose, magazijnmeester der artillerie van
de 2de klasse, in rang en betrekking verplaatst
van Doesburg naar Zwolle.
Z. M. heeft, wegens de operatiën tegen
Analaboe in Mei 1877benoemd tot ridder 4de
kl. der M. Willemsorde, den machinist 3de kl.
der K. N. marine J. Klay; wegens de expeditie
tegen Samalangan, van 8 Aug. tot 20 Oct. 1877
benoemd tot ridder 4de kl. der M. Willemsorde:
den luit. ter zee 1ste kl. P. J. Zaal, den matroos
lste kl. B. D. Terlou en deu vuurstoker 1ste kl.
C. W. Reitb, beiden van de K. N. marine; be
noemd tot ridder der orde van den Ned. Leeuw,
den kapitein-luitenant ter zee J. D. J. Van der
Hegge Spies, sedert bevorderd tot kapitein ter zee
wegens de krijgsverrichtingen tegen Analaboe in
Juni en Juli 1877 benoemd tot ridder der M.
Willemsorde 4de kl., den korp. der inf. R. Cremer,
sedert gegageerdwegens de expeditie tegen Sama
langan benoemd tot ridder 4de kl. der M. Willems
orde: den maj. der inf. F. W. Meyer, den kapt.
der inf. A. M. Ph. Krijger en A. H. Van de Pol,
eerstgen. sedert bevorderd tot maj.; de lsteluits.
der inf. P. L. A. Collard, L. F. A. Winckel, N.
H. J. Richelle en J. M. Le Bron de Vexela,
eerstgen. sedert bevorderd tot kapt.den lsten
luit. der artillerie P. O. Van Bockom Maas; den
2den luit. der inf. J. M. Ilenuing; de fuseliers
J. Schuller en H. Wuliman; den kanonn. 2de kl.
G. L. Vermeirenden ziekenoppasser F. D. Schenk
den Amboneeschen sergeant der inf. W. T. Adri-
aanszden Amboneeschen korp. der inf. L. Mees-
kita; den Afrik, fuselier J. De Leeuw; den Am
boneeschen fuselier E. Pattiasina, sedert gegageerd,
en den inl. fuselier Borra; benoemd tot ridder der
orde van den Nederlandschen Leeuwden dirig.
off. van gez. lste kl. A. L. C. Stödtke, sedert ge
pensioneerd, den luit.-kol. ing. A. J. H. Van
Kappen en den onder-intend. lste kl. P. F. Kraal;
bepaald, dat in de registers der Mil. Willems
orde zal worden ingeschreven de lste luit. A.
H. Kalis, den 19den Juni 1878 gesneuveld bij
de bestorming van kampong Blang-Pria, in bet
landschap Gedoeng (Atjeh); wegens de vermees
tering van kampong Darat (Analaboe) den 14den
Februari 1878 benoemd tot ridder der M. Willems
orde 4de klden lsten luit. der inf. P. J. C.
Van Mourik en den 2den luit. der inf. A. H.
Colenbrander.
Blijkens het algemeen verslag over de gemeente-
begrooting wees in eene sectie een lid op den
slechten toestand van sommige boomen in de ge
meente, inzonderheid van die staande op de Garen-
markt langs de Ruïne. Hij meende dat een on
derzoek dienaangaande zeer gewenscht zoude zijn.
Ook schenen eenige boomen hem toe veel te zwaar
te zijn; eene verwisseling met jonge boomen achtte
hij dienstig. In eene sectie werd de vraag gedaan
of bet niet nuttig ware eenige oude boomen
aan het Rapenburg op te ruimen. Daaromtrent zal
een onderzoek worden ingesteld. Bij den post
„Renten van kapitalen" werd vanwege het dage-
lijksch bestuur medegedeeld dat de opbrengst der
bank van leening, voorloopig uitgetrokken tot
f 1750, blijkens de nader ingekomen begrooting
dier instelling kan worden geraamd op 3500.
Bij deu post „verkoop van inschrijvingen op het
Grootboek" werd in eene sectie de opmerking
gemaakt dat de omschrijving van de toelichting
op dien post niet duidelijk scheen. Wat toch is
de bedoeling van de woorden, dat „ter tegemoet
koming in de kosten van den aanleg der duinwa
terleiding een zeker bedrag moet worden gevon
den door verkoop van inschrijving, en wel 10,600,"
zijnde het totaal-bedrag van twee daarbij genoemde
posten. Waarom, vroeg men, moet juist voor
10,600 kapitaal worden verkocht, en hoe komt
het dat dit bedrag toevallig sluit met het totaal
bedrag van twee andere posten Daaromtrent werd
opheldering verzocht. In eene andere sectie ver
klaarde een lid zich tegen dien post. Evenals het
vorig jaar toch wordt ook nu voorgesteld, tegen
over de som uitgetrokken voor aankoop van in
schrijving, een zeker bedrag, voor dit jaar f 10,600,
weder in ontvangst te brengen door verkoop van
inschrijving. Hij meende dat uitvoering behoort
te worden gegeven aan de raadsbesluiten waarbij
bepaald is dat telken jare een gedeelte van het
verbruikte kapitaal weder zou worden aangekocht.
Bij den post „aankoop van inschrijvingen op het
Grootboek" verklaarde in eene sectie een lid zich
tegen de feitelijke schorsing, van jaar tot jaar,
van de vroeger genomen raadsbesluiten tot aankoop
van kapitaal. Hij achtte het wenschelijk dat een
maal vastgestelde besluiten ook werden uitgevoerd.
Een ander lid had mede bezwaar èn tegen de zaak
zelve èn tegen den vorm, omdat telken jare op
nieuw wordt voorgesteld voor ditmaal aan die
besluiten geene uitvoering te geven. Daartegen
werd opgemerkt dat, gedurende de uitbetaling van
het volle bedrag der rente van den aanleg der
duinwaterleiding, het hoogst moeilijk was de be
grooting ook met een niet onbelangrijken post
voor aankoop van kapitaal te bezwaren. In zooda
nig geval is de Raad immers volkomen bevoegd
de uitvoering zijner eigen besluiten te schorsen.
Van daar dan ook, dat, tegenover den post voor
aankoop van kapitaal, onder de inkomsten eene
som van 10,600 voor verkoop van inschrijvin
gen werd uitgetrokken.
De voorgestelde verhooging der jaarwedde van
den oudsten opziener der gemeentewerken, met
100, vond in eene sectie algemeen bijval. In
eene andere seotie verklaarde een lid zich tegen
die verhooging, omdat bij niet kon inzien waarop
het voorstel tot verhooging van jaarwedde steunde.
Door een ander lid werd medegedeeld dat de
thans voorgestelde verhooging den titularis reeds
vroeger was beloofd, met het oog op de veelvul
dige werkzaamheden aan zijne betrekking verbon
den en ook omdat hij in de laatste jaren geene
verhooging had genoten. Met de voorgestelde
verhooging der jaarwedde van den derden gemeente
bode, met 50, kon men zich algemeen wel
vereenigen.
De voorgestelde verhooging van jaarwedde voor
den concierge van het Museum in de Lakenhal
ad ƒ100, werd in ééne sectie algemeen goedgekeurd.
In eene andere sectie werd daartegen door een
lid bezwaar gemaakt. Hij zag geene beweegreden
voor die verhooging. De titularis heeft immers
intertijd die betrekking op 300 aanvaard, en
de werkzaamheden zijn geheel dezelfde gebleven.
Bovendien hield dat lid zich overtuigd, dat bij
eventueele vacature, verscheidene bruikbare perso
nen tegen dat salaris voor die betrekking zouden
te viuden zijn. Een ander lid was, met het oog
op het traktement van den bewaarder der Stads-
timmerwerf, mede niet voor de voorgestelde ver
hooging. Naar aanleiding van de uitgetrokken
som voor ijzeren omkastingen en urinoirs werd
door een lid de wenschelijkheid uitgesproken om
die omkastingen weg te laten. Andere leden waren
voor de omkasting, mits zij goed worde ingericht.
Algemeen was men van gevoelen dat de urinoirs
goed moeten worden scboongehouden door door
spoeling met duinwater. Een ander lid verklaarde
zich mede tegen omkasting, wegens de onrein
heid die daarbinnen wordt aangetroffen. Liever