gejuich der talrijke plattelandsbewoners, verder en
wel naar Alpben. Aan de beide vorige dorpen
deed zich een aardig doch tevens meer dan treu
rig verschijnsel voor, nl. dat in Hazerswoude
(Rijndijk) slechts zeer weinigen de driekleur had
den ontplooid, terwijl daarentegen van bijna alle
huizen van Koudekerk de ingezetenen blijken
gaven van hunne belangstelling door het uitsteken
der vlaggen.
De aanblik te Alphen was in waarheid indrukwek
kend. Het zag er zwart van de menschen, die,
terwijl het muziekcorps van het regiment jagers
fanfares deed hooren, den eersten spoortrein, die
hunne gemeente bereikte, met geestdrift begroetten.
Het station was keurig met groen en bloemen en
vlaggen versierd. Na een korten welkomstgroet,
door den burgemeester als het hoofd van eene
commissie uit den gemeenteraad uitgesproken,
namen de feestgenooten plaats in een ontelbaar
aantal rijtuigen, die de gemeentenaren ter hunner
beschikking hadden gesteld. De fraaiste speelwa
gens en de beste paarden uit de buurt waren hier
bijeen. Eu zóó ging het in optocht, met de muziek
voorop, naar de bebouwde kom der gemeente,
door twee nette eerebogen, een in het midden
van de Spoorlaan en de tweede in de hoofdstraat,
bij het raadhuis. De stoet, die, omstuwd door eene
dichte volksmenigte, slechts stapvoets vorderen
kon, zag van alle huizen de driekleur wapperen,
terwijl allerwegen de toebereidselen voltooid waren
voor eene illuminatie. Een estrade bij het raadhuis
bewees dat daar des avonds door de jagers muziek
zou worden gemaakt. Yoor het hotel „St.-Joris"
aangekomen, verliet men de rijtuigen. De burge
meester van Alphen, de heer A. P. Zaalberg, stelde
eenige gemeentelijke autoriteiten aan de voornaamste
genoodigden voor en onmiddellijk daarop betrad
men de ruime eetzaal, die op smaakvolle wijze
was getooid en met allerlei zinrijke opschriften
prijkte. Aan den sierlijken feestdisch was plaats
voor omstreeks 100 genoodigden, terwijl het mu
ziekcorps van de jagers aan het benedeneinde der
zaal het orkest bezette.
Zooals wij gisteren reeds in het kort mededeel
den, werd de eerste toost door Alphens burge
meester, die tevens als voorzitter van de tafel
fungeerde, uitgebracht op Z. M. den Koning en
op Neerlands aanstaande Koningin, waarop toejui
chingen, fanfares en volksliederen volgden. Zijn
tweede dronk was aan de spoorwegverbinding zelve
gewijd. Groote zaken, zeide hij, hebben veeltijds
eene trage geboorte zoo sprak onlangs een
spreker te Amsterdam op een voor die gemeente
gewichtigen dag. Dat gezegde kwam hem nu voor
den geest en hij dacht er bij, dat, hoe moeielijker
de geboorte is, hoe hooger ook de feesttoon ge
stemd mag worden, zooals in dit geval bij het
vernemen van de eerste stoomfluit langs de lijn
LeidenWoerden. Hij hing nu een schets op van
den tegenspoed waarmede deze onderneming reeds
sedert twintig jaren te kampen had, toen, nu vijf
jaren geleden, de heeren Sloet en De Bordes hem
over de zaak kwamen onderhouden. Hij betuigde
eerbied gehad te hebben voor zóóveel ijver in
eene schijnbaar hopelooze zaak. En thans is zij
tot stand gekomen in spijt van alle ijskoude be
jegening. Dat komt omdat Sloet en De Bordes
op hunne eigene wijze pal stonden, De Bordes
met zijne energie, Sloet met zijne humaniteit en
goede luim, De Bordes willende breken wat niet
wilde buigen, Sloet parlementeerende. En zóó zijn
zij er gekomen. Men heeft tot zelfs getracht van
zekere plaats hun karakter aan te tasten, maar
alles was ijdel. En nu is de dag daar, waarop de
kroon der overwinning zich om hunne slapen vlecht
Dat weuschte spreker den heer De Bordes op
dezen voor hem gedeukwaardigen dag te zeggen.
De schaduw die de diep betreurde afwezigheid van
den heer Sloet over dezen dag werpt, is eene
tempering van de feestvreugdemaar juist daardoor
wordt op welsprekende wijze getuigenis afgelegd
van de onbegrensde hoogachting die zijn persoon
algemeen inboezemt. Is er lieden herhaaldelijk
moeten gewezen worden op tegenwerking, het
oogenblik is thans gekomen om hulde te brengen
aan allen die hunne medewerking verleenden aan
het tot stand komen van de spoorwegverbinding.
Daarna stelde hij de gisteren reeds gemelde
dronken in en werd zijne toespraak nog door vele
andere gevolgd. De heer mr. A. H. Brandt, bur
gemeester van Zoeterwoude, o, a. constateerde dat
hij er in geslaagd is, ooi zonder medewerking
van de gemeente, die hij vertegenwoordigde, voor
haar een halte te verwerver. Over diezelfde wei
den, zoo zeide hij o. a., wsar eenmaal Boisot met
zijne watergeuzen de sleuelstad naderde, snuift
nu het stoompaard en voer, wel geen brood, kaas
of pekelharing voor Leidrn aan ter verzadiging
eener uitgehongerde burgerij, maar het opent dan
toch nieuwe bronnen var welvaart, vooral ook
met het oog op den veelandel. De heer Herre-
wijn, lid van de Staten ran Zuid-Holland, trok
met vlijmende satire te vdde tegen de lieden die
zich tegen dezen spoorweg hebben verzet en een
verbond hebben aangegaan alsof het er op aan
kwam den duivel te bainen. De zaak vorderde
bovendien geldelijke offers van den boer, en wie
aan diens beurs komt, komt aan zijn levenHij
bracht hulde aan de heeien Sloét en De Bordes,
als de moedige strijders egen vooroordeel en ver
zet. Tevens werd door lem op de noodzakelijk
heid gewezen om ook voorde lijn LeidenWoerden
retourbiljetten uit te gevm.
Te Zwammerdam wa> de ontvangst treffend.
De feestgenooten werder door in 't wit gekleede
meisjes in de net gedecoreerde wachtkamer met
bloemen bestrooid, terwijl door een harer, het
dochtertje van den predikant, aan den heer De
Bordes een keurig bcuquet werd aangeboden.
Waren er hier veel mmschen op de been, niet
minder was dit te Btdegraven het geval. Alles
had daar een recht feestelijk voorkomen, vooral
door een grooten eereboog die op het perron was
aangebracht. Daar had ook het muziekgezelschap
„Crescendo" met zijne banier post gevat en blies
er lustig op los. De wichtkamer was keurig met
groen en bloemen getorid. Ook te Woerden blies
eene muziekvereeniging den feestgenooten een wel
kom toe. Tot ontvangit van de autoriteiten waren
tenten opgericht. Everals op al de dorpen werden
de feestgenooten ook caar door den burgemeester
welkom geheeten en ;chuimde de champagne als
eerewijn.
's Avonds werd hiei de feesttrein aan het perron
weder door een talrijke menigte opgewacht en
kwam er kwart over zevenen aan. Dank zij den
zorgen van den ijverigen stationschef den heer
K. T. Caron liep ook thans weder niettegenstaande
de buitengewone drukte alles geregeld af.
Inmiddels had zich op Zomerzorg een groote
schare vereenigd ten einde het concert bij te
wonen, dat aldaar door leden der zomerconcerten
onder leiding van den heer W. Van der Linden
zou gegeven wordeï. Zoowel de groote zaal als
de veranda waren dqor de inteekenaars met hunne
dames geheel bezet, die telkens met de uitvoering
van het programma hunne ingenomenheid be
tuigden. Voor de feestcommissie was dit zeker
geen geringe voldoeningze zag daardoor ook hier
hare moeite met een goeden uitslag bekroond. Zij
die meer van het drukke straatgewoel hielden,
konden daarvan insgelijks in dubbele mate profi-
teeren. Den geheelen avond stroomde het naar den
Stationsweg om de illuminatie, die dan ook buiten
gewoon goed slaagde en van verschillende punten
gezien een schitterend effect maakte. In een koffie
huis aldaar werd insgelijks een concert en in een
ander weder gelegenheid tot dansen gegeven. Even
zoo ontbrak het nabij de Korenbeurs en op de
Beestenmarkt niet aan wandelaars of een luid
ruchtig feestvierende menigte bij gelegenheid der
daar plaats hebbende muziekuitvoeringen, opge
luisterd door illuminatie en het afsteken van
bengaalsch vuur. De huzaren op de Korenbeurs
waren met hun concert iets vroeger begonnen dan
aangekondigd was, ten einde nog met den trein
te kunnen vertrekken. Op weg daar naar toe
maakten zij, nog steeds spelende, gezamenlijk eene,
hoewel men niet kan zeggen bijzonder geregelde,
tournee door de stad.
De heer Du Rieu sprak gisteren in het station
alhier niet namens den gemeenteraad, maar namens
den raad van commissarissen der spoorwegmaat
schappij.
De commissaris des konings in deze provincie
heeft benoemd tot zetters voor 's rijks belastingen
te Zoetermeer de heeren A. Adegeest en Q. Vij
verberg.
Gisteren werd aan het lokaal van het pro
vinciaal bestuur aanbesteed het driejarig onderhoud
van al de werken, behoorende tot het kanaal van
Voorne in de provincie Zuid-Holland, ingaande
1 Januari 1879 en eindigende 31 December 1881
minste inschrijver was de heer P. Verbrnggen te
Waddingsveen, voor f 56,876.
Door den heer W. J. Wisse te 's-Hage is
aan het gemeentebestuur concessie gevraagd voor
de invoering van electrische verlichting ten be
hoeve van den openbaren dienst. Gelijktijdig is
deze concessie-aanvraag ook gericht tot de plaatse
lijke besturen van Amsterdam, Rotterdam en 17
andere groote gemeenten in ons land.
Naar men wil, zou tijdens het verblijf te
Amsterdam van Z. M. den koning en H. M. de
koningin, na de voltrekking van het huwelijk,
het geheele regiment grenadiers en jagers in de
hoofdstad garnizoen moeten houden.
De algemeene vergadering van het tooneel-
verbond, welke reeds voor den 2den November
was uitgeschreven, kan wegens onverwachts opge
komen beletselen dien dag ook weer niet plaats
hebben en blijft nu bepaald op Zaterdag 26 Octo
ber in het lokaal „Odeon" te Amsterdam.
De Koning heeft den gemeenteraad der resi
dentie dank doen betuigen voor de gelukwenschen
ter gelegenheid van Hd. verloving, alsmede voor
de verzekering dat de ingezetenen met groote
ingenomenheid en hartelijke liefde de vorstin in
hun midden zullen ontvangen.
De subsidie-aanvraag voor den aanleg van
een zeehaven te Scheveningen is naar de sectiën
van den Haagschen gemeenteraad verzonden.
Tot president van het hoog militair
gerechtshof is benoemd mr. G. Turk, thans lid
van dat college.
Het stoomschip „Prins van Oranje", van
Batavia naar Nieuwediep, is gistermorgen van
Suez vertrokken.
Z. M. heeft kapitein jhr. A. M. C. H.
Bowier, van het reg. grenadiers en jagers, op pensioen
gesteld en het bedrag daarvan bepaald op f 1430
benoemd bij den prov. staf, tot majoor en prov.
adj. in Utrecht, den kapt. R. P. K. Van Gorkum,
van het 4de reg. inf.bij de inf.bij den staf
van het wapen, tot luit.-kol., den majoor A. Pornpe,
van dien staf, eerste offic. bij de kon. mil. acad.;
tot directeur der normaal-schietschool, den majoor
K. P. Kempers, van het 6de reg.bij het regiment
grenadiers en jagers tot kapitein 2de klasse den
ordonuance-officier, den lsten luit. II. G. J. Van
Hoogstraten, van den grooten staf; bij het Iste
reg., tot lsten luit., den 2den luit. J. L. Furnée,
van het 4de reg.bij het 2de reg., tot kapt. 2(b
kl., de 1ste luit. A. W. Van Roggen van het
regiment grenadiers en jagers, en J. F. Smith,
van het 8ste regiment; bij het 3de reg., tot kapt.
2de kl., den lsten luit. A. S. De Ronde Bresser,
van het 8ste reg.tot lsten luit., den 2den luit.
D. J. Heinsius, van het 4de reg.bij het 5de
reg., tot kolonel, den luit.-kol. L. M. E. Wilhelmie,
comm. v. h. kol. werfdepotbij het 6de reg., tot
majoor, deD kapt.-adj. H. La Fors, van het 2de
reg.; bij het 7de reg., tot luit.-kol., den majoor
V. II. Doorman, van den staf van het wapen, dir.
der normaal-schietschool; bij het 8sle reg., tot
kapt. 2de kl., den lsten luit.-adj. G. A. Leussen,
van het instructie-bataljon.
Gr e in e n gr <1 Nieuws.
Bij aankomst alhier van den eersten
trein uit Utrecht sprong de locomotief, op de
draaischijf gekomen, van de rails en zat weldra
tusschen het hout vast. Daar de vaart gelukkig
slechts gering was, had de schok niet veel te
beduiden. Door het ontbieden van een andere
locomotief kon de trein, die te 9.20 van hier
moest vertrekken, op tijd naar Utrecht gaan.
Het nieuw programma voor het Cirque
Corty, zegt het Utrechtsch Dagblad, gaf Zondag
avond weer zeer veel schoons te zien en te be
wonderen in de kunstverrichtingen met en zonder
paarden, die alleen een bezoek reeds overwaard
zouden zijn. Doch de heer Corty zorgt steeds, elk
wat wils te verschaffen, en hij gaf dan ook tot
slot voor het eerst het aangekondigde „groot
Chineesch volksfeest". Dit feest verplaatst den be
schouwer naar het hemelsche rijk in de vorige
eeuwhet is wat kostumes, rangschikking en werk
zaamheden der talrijke artisten betreft, wel geschikt
om een denkbeeld te geven van de pracht, die de
Chineezen bij hunne feestvieringen ten toon sprei
den, benevens van de slaafsche onderworpenheid