N°. 5713. Maandag A0. 1878. 30 September. Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen, uitgegeven. Dit Nominer toestaat uit TWEE BLADEN. Eerste Blad. De Traniway-concessie. LEIDSCH PliIJS DEZEB CO CRUST: Voor Leiden per 8 munrtfa..L1(K Franco per postVI 1.4Q. Afzonderlijke Kommen0.G5. PRIJS DER ADVERTENTIES: V*a 16 regels1.03. ledeTe regel meer0.17^. Greetexe letters naar plaatsruimte. Het officieel verslag der gemeenteraadszitting, den 19den dezer gehouden, ligt voor ons. Met zeker ongeduld namen wij het blad op om ons te overtuigen, dat wij de discussie, in die verga dering onzer gemeentelijke vertegenwoordiging gevoerd over het verleenen der concessie tot het aanleggen en exploiteeren van paardenspoorwegen, juist hadden weergegeven in ons voorloopig verslag. Jawel, het staat er zwart op wit. Het voor stel van den heer Goudsmit om, nu iemand een geldsom ter bekoming van de exploitatie had aan geboden, tot een aanbesteding over te gaan, werd aangenomen. „Thans", zoo liet dat raadslid er op volgen, „heeft de voorkeur hij, die het meeste geld biedt". Met andere woordenThans is de tramway- aanleg gemaakt tot een geldzaak. Maar de raadsleden, die vóór het voorstel stem den, gelieven ons de opmerking te vergunnen dat, nu de gelukkig kleine meerderheid van den Raad het met ronde woorden verklaarde, dat zij, nu daar kans op was, in de eerste plaats aan dat zaakje wat wilde trachten te verdienen voor de gemeentekas zij nu ook zich volstrekt niet moeten verwonderen, indien de eventueele con cessionaris dat voorbeeld volgt en bij aanleg zoowel als bij exploitatie niet het belang, het algemeen belang der zaak op den voorgrond plaatst, maar eenvoudig vraagt: hoe sla ik er de meeste dub beltjes uit? Met een talent, de beruchte Chineezen in onze Indische bezittingen waardig, altijd de negotie voorop te stellen, en dat nog wel uit vrees van anders niet verantwoord te zijn tegenover zijne com mittenten. Ongelukkige negotiezuchtReeds meer malen heeft zij ons parten gespeeld. Door haar kwamen wij in het bezit van een dure, schreeu wend dure waterleiding zonder een enkele brand- kraan in de geheele gemeente, waarvan het gemis nog dezer dagen op zoo jammerlijke wijze werd gevoeld. Haar ook hebben wij het te danken, dat, zoodra er een onnoozel sommetje van een paar duizend gulden te verdienen viel, de vraag: hoe krijgen we een goede tramway? op den achtergrond werd geschoven. Maar zelfs die f 2000 waren nog niet verdiend. Of is de gemeente nu niet moeten beginnen met voor hare aanbesteding zelfstandig een nieuw pro ject met voorwaarden te laten opmaken Dat kost een aardig sommetje, wanneer het naar behooren is geschied door tusschenkomst vau een ingenieur, gelijk b. v. het ontwerp der firma Crans Cc. was vervaardigd, waaraan B. en Ws., zeker niet zonder grond, de voorkeur meenden te moeten toekennen. Doch wie geeft de verzekering, dat er nu nog drie concessionarissen zullen opkomen Want, Mijne Heeren, de weg van loven en bieden, dien men heeft ingeslagen, is een gevaarlijke weg, en het zou wel eens kunnen gebeuren, dat de gemeenteraad, zoo tuk om voor zijne committen ten het douceurtje te verdienen van wat men den trekpenning zou kunnen noemen, met het koopje bleef zitten en per slot van rekening nog de kos ten van het project aan zijn kleed kreeg boven dien. Hoe zou het dan met de verantwoordelijk heid tegenover de committenten gesteld zijn? En dan niet alle concessie-aanvragers zijn serieuze aanvragers. Zoo'n concessie de heeren van het dubbeltjes-voorstel althans zullen dat wel begrijpen wordt ook wel eens louter en alleen gevraagd om ze in de tweede of derde hand te doen overgaan zonder zelf een enkele spoorstaaf te leggen. Kijk, alweer de weg van de negotie! Wellicht zal men ons tegenwerpen wat ook een der raadsleden zeide„De gunning kan toch altijd worden voorbehouden", wanneer daarvoor vrees bestond. Vooreerst zouden wij willen opmerken, dat de niet-serieuze aanvrager dat gewoonlijk niet vooraf te kennen geeft; ten tweede zouden zij, die voor het voorstel-Goudsmit stemden, strikt geno men verplicht zijn a tort et a travers hun stem te geven aan den meestbiedende. Immers de heer G. zeide het duidelijk genoeg: „Thans heeft de voorkeur hij, die het meeste geld biedt." Tegen over een zoo pertinente verklaring schijnen alle andere consideratiën te vervallen. Maar wellicht nemen de heeren het zoo nauw niet met den consi derans van het voorstel. De voorsteller haalde ook de aanbesteding te Rotterdam aan. Doch de tweede koopstad des rijks en Leiden staan voor een tramway-exploitatie vol strekt niet gelijk. Rotterdam is een dichtbebouwde stad met een groot aantal inwoners en zal dus bij betrekkelijk korte ritten veel passagiers geven Leiden daarentegen heeft een uitgestrekten platte grond men deuke aan de gezamenlijke lengte van Noordeinde, Breestraat en Hoogewoerd met relatief weinig ingezetenen, wat voor een tramway- onderneming de ongunstige voorwaarde oplevert van lange ritten met weinig passagiers. Trouwens, de ondervinding, met de concessie-De Haan opge daan, heeft genoegzaam geleerd hoe moeilijk zulk een zaak hier is tot stand te brengen, ook financieel. Thans heeft men een degelijke aanvrage van een solide firma, waarbij het in de eerste plaats om de zaak te doen was en die daarom door B. en Ws. werd aanbevolen, in de waagschaal ge steld door in aanmerking te nemen een tusschen- tijdsch aanbod van een som, welke in vergelijking van het geheele benoodigde kapitaal eigenlijk zoo gering is, dat ieder ander concessie-aanvrager haar zou kunnen aanbieden voor de gemeentekas. Om al die redenen betreuren wij het ten hoogste, dat niet is opgevolgd het advies van den heer Du Rieu, die zoo terecht zeide„W^j moeten niet op de f 2000 zien en de concessie eenvoudig aan de firma Crans Co. verleenen, zooals B. en Ws. voorstellen. Wij moeten nu niet gaan loven en bieden; dat acht ik beneden de waardigheid van deze vergadering." Dat is de taal van mannen, die in de sleutels van het Leidsche stedewapen niet precies de sleu tels der gemeentekas zien, maar ze veeleer beschou wen als een symbool van het roemruchte tijdperk, waarin men het algemeen belang wist te stellen boven de negotie. Wellicht dat bij de nu uitgeschreven aanbeste ding nog kan worden goedgemaakt wat thans is bedorven, al is er dan ook veel tijd te loor gegaan en al deed men te kort aan de waardigheid van den Gemeenteraad. LiEIDEjV, 28 September. Het door 't overlijden van den heer Dunkier uitgestelde groot instrumentaal concert op Zomer- zorg, door leden van de koninklijke militaire kapel te geven, zal thans aanstaanden Dinsdag plaats hebben. Met het oog op de groote belangstelling die vooral dit jaar in de zomerconcerten werd aan den dag gelegd, en op den bijval dien de execu tanten bij herhaling ondervonden, zou het ten eenenmale overbodig geacht kunnen worden op dit buitengewone concert van strijk-orkest nogmaals de aandacht te vestigen, ware het niet dat het doel om den bezoekers een heerlijken kunstavond te doen smaken, met een ander gepaard gaat, dat ieders sympathie moet wegdragen. Ook in het belang van den naam van Leiden, dat in de muzikale wereld niet den slechtsten klank heeft, is het te wenschen dat zoowel de liefhebbers als beoefenaars der muziek niet door hunne afwezigheid zullen schitte ren. Het programma is er waarborg voor dat iets goeds en schoons zal worden aangeboden. De commissie voor het examineeren van hen die een akte van bekwaamheid voor het middel baar onderwijs wenschen te verkrijgen in de Ned. taal- en letterkunde en de geschiedk. weten schappen, de staathuishoudkunde, de levende talen en hare letterkunde en het schoonschrijven, voor 1878, zal zitting houden te 's-Gravenhage en bestaan uit de heerenlid en voorz., dr. D. J. Steyn Parvé; leden: mr. H. E. Moltzer, dr. C. M. Kan, mr. B. H. Pekelharing, dr. P. Ro- meyn, dr. J. H. II. Hülsmann, L. Chatelain en B. C. Brennandie voor de wis- en natuurk. we tenschappen, handelswetenschappen, gymnastiek en landbouwkunde, m. o., eveneens te 's-Hage, zal bestaan uit de heerenlid en voorzitter, dr. M. Salverda; leden: dr. J. Zaayer, dr. J. M. Yan Bemmeleu, dr. R. A. Mees, A. J. Van Pesch, D. Grothe, dr. G. P. W. Baehr, dr. H. Behrens, C. J. M. Jongkindt Coninck, R. W. Boer, L. Broekema, mr. J. P. Amersfoordt, E. H. C. Schaefer, dr. C. J. J. Ninck Blok, J. Yersluys, J. S. G. Disse en J. H. Dijkmande com missie voor het hand- en rechtlijnig teekenen en boetseeren, m. o., zal zitting houden te Delft, en bestaan uit de heeren: lid en voorzitter, jhr. mr. Y. E. L. De Stuers, leden: E. Gugel, A. Le Comte, W. B. G. Molkenboer, E. Stracké, J. Versluys en dr. T. Zaayer. Van de zwem- en badinrichting Rhynzigt wordt nog door eenige liefhebbers gebruik gemaakt overigens kan men het badseizoen als gesloten beschouwen. In het geheel zijn gedurende dezen- zomer 16,368 baden genomen. Het afwisselende weder is de reden dat dit cijfer aanmerkelijk lager is dan andere jaren, en heeft menigeen tegenge houden lid te worden. Gedurende deze week zijn dagelijks in het Werkhuis alhier opgenomen van 5174 volwas sen personen en van 1113 kinderen. Het oordeel over de antwoorden op de prijs vragen, die den 15den April 1877 door rector en senaat van de rijksuniversiteit te Groningen zijn uitgeschreven, is in de Staatscourant opgeno men. De faculteiten der rechtsgeleerdheid, der geneeskunde en der wis- en natuurkunde ontvin gen op hare vragen geene antwoorden. De facul teit der godgeleerdheid had één in 't Nederlandsch geschreven antwoord te beoordeelen, dat hier en daar niet ongelukkig geslaagd wordt geacht, met name de wijze, waarop de schrijver uit zijne bron nen een schets heeft gegeven van de geschiedenis der Joden na de ballingschap, waarmede dan de oorsprong van de secte der Earizeën niet onver dienstelijk wordt in 't licht gesteld. Maar daarmede is ook alles gezegd, wat tot lof van deze ver handeling zou kunnen worden vermeld. Taal en stijl laten zooveel te wenschen over, dat aan deze verhandeling de bekroning niet kon ten deel val len zoowel om den vorm als om den inhoud. Ook het antwoord, dat de faculteit der Ktteren en wijs begeerte te beoordeelen had, werd geen bekroning waardig geacht. De heeren A. H. Berkhout, A. De Jong

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1878 | | pagina 1