N°. 5707. A". 1878. 23 September. Maandag Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen, uitgegeven. Postscriptum zu Trost iu Thranen, LEIDSCH PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per 3 maanden1.10. Franco per post1-40. Afzonderlijke Nommers0.05. DAGBLAD. OKÏV- "T." PRIJS DER ADVERTENTIEN: Van 16 regels1.05, Iedere regel meerT... 0.17%» Grootere letters naar plaatsruimte. Tweede Jblad. Bij de toevallige ontdekking, dat de Lectoren in de nieuwere talen en de academische Scherm meester van de Series Lectionum 18781879 verdwenen zijn. (Eine herzbrechende Entdeckung in herzbre- chenden Versen.) Auch urn folgenden Schnorkel ist's Schade Sonst machte so schone Parade Auf der Series lectionum Das Lector- und Pechtmeisterthum. Nun ist, wie der letzte der luifel, Auch dieser Zierath zum Teufel. Sieh hier den Prospectus geen spoor Von Lanista mehr noch von Lectoor. Was haben die Herru doch verschuldet, Dass man sie nicht langer da duldet? Ich denke, das liegt am Gefass Der Univers'tats-Seriés. Wir waren unlangst so gesegnet, Dass es Lehrstühl' als 't ware geregnet, Da wurde der Zettel zu klein; Hatte müssen ein Handelsblad sein. Drum war nun für euch Figuranten Am Ende kein Platz mehr vorhanden. Ja freilich, 's ist hart, meine Herrn, Doch verzweifelt nicht ob dem Unstérn. In jedem Fall zeigt so viel bon ton, End thut nicht, wie einst Telamonszoon, Der sich urn ein gleich Bagatell Ging stürzen in seinen Sabel. Nein, weiser erscheint mir der Handel: Ihr hüllt euch in den Yerdienst-Mantel Mit mannlicbem Stoicismüs, Wie wijlen Herr Horatiüs. Das ist ein gar warmender Kittel. Auch bleibt euch noch immer der Titel. Welch Vorrecht! Bedenkt doch, wie viel Ihr noch voor habt voor Peter Schlemihl. X. Gemengd Nieuws. Mag men het Utr. Dagblad gelooven, dan kan de opening der spoorweglijn Leiden Woerden nu weer met zekerheid tegen 15 October a. s. te gemoet worden gezien. Met inspanning wordt aan hare voltooiing gearbeid. De brug over de Gouwe zou nog deze week berijdbaar zijn, terwijl men bezig is met het stellen van die ter verbinding van het goederenstation met het station van den Hollandschen spoorweg. De stationsge bouwen zijn genoegzaam gereed en zullen tegen het einde dezer maand worden opgeleverdde wachters- en brugwachters woningen zijn voor een deel reeds betrokken door het personeel, dat de laatste hand legt aan het lichten der sporen. De deugdelijkheid van de constructie der kunstwerken in het algemeen is bij de zware zandtreinen die er dagelijks rijden reeds proefondervinde lijk gebleken. Ook de locomotievenloods alhier zal .egen het einde dezer en de goederenloods in het begin der volgende maand gereed zijn. De locomotieven, rijtuigen en wagens zullen dezelfde *iju als bij den Bijuspoorweg. Voor eenige dagen had teLeimuiden een groot ongeluk plaats kunnen hebben. De jager B. was met een paar Amsterdamsche Nimrods op de eendenjacht gegaan. Op een plas gekomen, waarover B. hen zou roeien, kreeg een der schutters eene vlucht eenden onder 't schot. Deze had een nieuw naaldgeweer, waarmee hij voor'teerst zijne be drevenheid toonen zou, maar de moderne Nimrod was er zoo sobertjes mede bekend, dat het schot, onder 't opnemen van 't geweer, afging, en den collega B. trof, die met de roeispanen juist in voorovergebogen houding zat. Dit had bij dit ongeluk het gelukkig gevolg, dat het schot hem langs den rug trof. Bij dit zoogenaamde onderhuidschot dron gen de hagelkorrels, ongeveer honderd in getal, hem langs den hals en den schedel, en kwamen er boven uit, om ten overvloede de pet te doorboren, die dan ook voi gaatjes was. Den plaatselijken geneesheer, dr. J. W. Bepelius, is het mogen ge lukken den jager van zijn hagel te verlossen, op zes korreltjes na, die op eene nadere operatie wachten. De patiënt is heel wel, maar of hij in den eersten tijd wel veel lust zal hebben met Amsterdamsche heeren uit jagen te gaan, wordt zeer betwijfeld. Gisternacht heeft zich te Amsterdam een bejaard man in een der stegen bij de Stroo- markt door ophanging van het leven beroofd. Dinsdag-avond werd te Sneek, ter wijl de bewoners afwezig waren, brand ontdekt in het huis van een suikerhakker, en wel iu de bedstede. Gelukkig kon men nog tijdig den voort gang stuiten. Intusschen zijn tegen den bewoner zware vermoedens gerezen, dat hij den brand zou hebben aangestoken, waarom hij nog denzelf den avond in verhoor is genomen en gevangen gehouden. Door den hevigen wind zijn te Gaas- terlaüd de uiterwaarden met zeewater overdekt. Eene groote menigte schapen zijn verdronken. Te Zalt-Bommel is een der verpleeg den in het oudemannen- en vrouwenhuis van een trap gevallen en korten tijd daarna overleden. Te Helder zijn zeer bevredigende proeven genomen met een revolverkanon. De ko gels hebben de grootte van een kleinen biljartbal en springen bij treffen. Op een afstand van 1000 meter werd gevuurd op een beweeglijk doel (figu ratieve torpedoboot), dat met een tienmijls-vaart voorbijging. Van de 53 kogels waren 42 treffers. Op een vast doel treffen alle kogels. Gisternacht zijn te Enspijk (gemeente Deil) zes woonhuizen en drie hooibergen een prooi der vlammen geworden. Behalve de brandspuit van het dorp waren die van Deil en Beest op het terrein. Niet alles was tegen brandschade verzekerd, en wat verzekerd was, nie„ hoog. Toen Maandag-ochtend de spoortrein uit Bokstel voor het station te Uden stilstond, stapte de machinist van de locomotief om die te smeren. Op het sein om te vertrekken, werd daarop door een machinist-leerling de machine in be weging gebracht, met het gevolg, dat den machi nist de rechtervoorarm werd afgeslagen. De man werd te Uden in het liefdegesticht opgenomen, waar zijn arm geamputeerd is. Naar men verneemt is nu tegen deu machinist-leerling door den bri gade-commandant der maréchaussee proces-verbaal opgemaakt. In een artikel over eene onlangs ver schenen Frausche vertaling van Amicis' „Ollanda" verhaalt de „Soleil", dat dezer dagen in Neder land een geheele stad van ligging veranderd, im mers door bewegingen in den bodem als op eene spil omgedraaid is. Dergelijke dingen zijn volgens den schrijver van dat artikel hier te lande zoo gewoon, dat zij niemands aandacht trekken. Een groot stuk van den muur vanden nieuwen schouwburg te Plymouth (de oude brandde eenigen tijd geleden af) viel Woensdag-avond om. De muur was 40 Eng. voet lang en 30 voet hoog gelukkig waren de werklieden juist heengegaan, zoodat niemand gewond werd. Emile B., 14 jaar oud, die bij zijne ouders in de straat Aumaire te Parijs woonde, ontmoette 11. Dinsdag zijn oom, van Eure komende om de tentoonstelling te bezoeken. Deze oom was gebrouilleerd met de ouders van Emile. Hij noo- digde zijn neef, die vroeger twee jareu bij hem gewoond had, uit met hem in een restaurant te ontbijten, om vervolgens naar de tentoonstelling te gaan. Toen de oom de verteringen betaald had, legde hij zijn beurs op tafel en verwijderde zich even. Neefje had echter spoedig de welgevulde beurs iu het oog. Haar op te nemen, in den zak te steken en er van door te gaan, was het werk van een oogenblik. Hij zocht drie van zijn beste vriendjes op en al spoedig kwam men op 't denk beeld ezel te gaan rijden. Twee uren daarna kon men hen in het bosch van Montmorency zien rijden. Plotseling doet de ezel van Emile een sprongde rijder wil zich nog vasthouden, tevergeefs hij tuimelt in het zand. Aan het hoofd gekwetst bleef hij bewusteloos liggen. De drie andere helden sprongen van hunne ezels en verdwenen, na de beurs nog haastig meegenomen te hebben, in het bosch. Het duurde niet lang of de viervoeters kwamen bij hunnen meester terug, doch natuurlijk zonder berijders. Dit kwam hem vreemd voor en hij stuurde zijn jongen naar het bosch om Ie zien of er ook iets van de vier heertjes was te bemer ken. Weldra vond hij Emile, nog steeds bewus teloos; hij bracht hem naar den verhuurder, waar de geneesheer hem verbond en hoop gaf hem in 't leven te behouden. Eerst des avonds kon de gekwetste zijn avontuur vertellen. De ouders, toen gewaarschuwd, kwamen ijlings naar het hospitaal van Montmorency, waarheen men hem inmiddels vervoerd had, met den oom. Deze goede man was in zijn hotel zonder een cent op zak; hij had zijn zuster verwittigd wat er gebeurd was, doch beloofde geene klacht in te dienen, zoo men hem geld gaf en den vrede sloot. Ter markt te Leiden aangevoerd, 20 en 21 September. Wintertarwe 12 hectoliter 12.50 a 13.Zomer- tarwe 12 hectol. 10.a 10.50 Winterrogge 11 heet. 7 50 a/8.—. Zomerrogge 11 hectol./6 50 a/. 7. Zomergerst 11 hectol. 6.75 a 7. Chevalier-gerst 11 hectol. 7.25 a 8. Zware Haver 16 hectol. f 5. a 5.50. Lichte Haver 16 hectol. ƒ4.a/4.25. Dui- venboonen 8 hectol. 8.50a 9. Paardenboonen 6 hectol. 8.a f 8.50. Veulens 18 stuks95.a ƒ170. Stieren, 90 stuks i 65. -. a/235.—Melkkoeien 110 stuks 205.a 255.—. Kalfkoeien 8 stuks 210.— a 265.Varekoeien 98 stuks ƒ120.a 240.— Vette koeien 140 stuks 205.a/295.Kalveren (vette) 54 stuks 32.— a 75Kalveren (magere) 13 stuks f 13. a 24.Kalveren (gras) 71 stuks 20.— a 55.Hamels (magere) stuks/— a f -.Hamels i vette) stuks, f a Ooien (magere) 680 stuks 24.— a 28.- Ooien I (vette) 1250 stuks f 32. - a f 36. Lammeren magere stuks a Lammeren (vette jarige) stuks f a Varkens (ma gere) 80 stuks 13.a/24.Varkens (biggen) 269 stuks 5.— a J 9 Grasboter 9690 kilogr., 1ste qualit. 1 vat/64 a/68 Schei- 2de qualit. 1 vat 56 a 60.Grasboter ste qual per kilogr. f 1.60 a 1 70, Schei- 2de quaiiteit per kilogr. 1.40 a I 50 Ter markt aangebracht 529 runderen, 138 kalveren en 1930 schapen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1878 | | pagina 1