MUSIS SACRUM. Zondag 15 September, te twee uren, door de Stafmnziek van het 4de Reg. Infanterie, Kapelmeester d« heer A. Grentzius. 1ste afd.N°. 1. llarche, Nihoul; 2- Ouverture Solennelle, Van der Biest; 3. Walzer: „Neuigkeiten aus 'Wieu", Sahan; 4. „XJn jonr de Fête, Divertissement Cham- Te Maastricht is een werkman, bezig zijnde met het opzetten van de schouwburgtent van den heer Victor Driessens, van een stelling gevallen en in jammerlijken toestand naar het gasthuis vervoerd. Omtrent den te Eesveen, gemeente Steenwijkerwold, gepleegden moord verneemt men nader, dat de vermoedelijke dader K. M., met den verslagene K. De Boer de herberg van Gerbrands verlaten hebbende, nadat beiden hunne messen hadden afgelegd, na eenige seconden wederkwam binnenstuiven, uitroepende: „O God, o God, hij heeft mij zoo gestoken." Bij onderzoek bleek evenwel, dat hij volstrekt niet verwond of bebloed was. Intusschen zag men naar De Boer en vond dezen dood, met een diepe wonde in de borst. De daad schijnt te zijn gepleegd met een mes van den kastelein, dat op den schoorsteenmantel heeft gelegen nabij de plaats, waar K. M. heeft gezeten, en welk mes eenige uren later bebloed is teruggevonden in eeu aardappelenmandje. Het mes werd den verslagene tot aan het heft in de borst gestoken. Uit Schiermonnikoog wordt gemeld: In de raadsvergadering van Maandag-avond bracht de voorzitter rapport uit in zake de aanklacht tegen den secretaris onzer gemeente. Deze was beschuldigd van in het logement van den heer Schaafsma alhier publiek prentjes te hebben ver toond, waarop sommige leden van den gemeente raad in een bespottelijk daglicht werden gesteld. Uit genoemd rapport nu blijkt, dat de prentjes lang na de sluiting der herberg in genoemd loge ment, in tegenwoordigheid van niemand dan de eigenaar, door den secretaris werden getoond aan een zijner kennissen, mede aldaar tijdelijk gelo geerd, en dat het bekend worden van dit feit moet worden toegeschreven aan misbruik van vertrouwen. De ontploffing, welke Woensdag middag in een kolenmijn bij JVewport plaats greep, is volgens het getuigenis van alle berichtgevers de vreeselijkste welke ooit in South-Wales is voorgekomen. De mijn ligt een 100-tal yards verwijderd van het spoorwegstation Abercarne der Monmouthshire-spoorweglijn. De schacht, waarin de ontploffing plaats had, werd in 1862 geopend op den dag van het huwelijk van den prins van Wales en ontleende daaraan den naam van „Prince of Wales Colliery". Tot op het oogenbiik van het onheil werd de mijn zoo veilig geacht als slechts mogelijk was; alle voorzorgen voor mogelijke on heilen waren genomen, de machinerie, de pompen, de ventilatie, in één woord, alles was in de vol maaktste orde, het gebruik van veiligheidslampen door de mijnwerkers was verplichtend gesteld en van eene veronachtzaming van dit gebod nooit iets gebleken. Tien minuten over twaalven deed zich onverwachts een dof gerommel hooren en een vlam en eene dikke wolk zwarten rook, die uit de mijn opstegen, lieten geen twijfel meer over omtrent het vreeselijk ongeluk dat had plaats ge grepen. In den ochtend te zes uren hadden 373 arbeiders lampen uit de daarvoor bestemde bewaar plaats gehaald en van dit aantal werden na ver loop van eenigen tijd slechts 90 uit de mijn te voorschijn gebracht, doch van dezen waren reeds eenigen overleden en een 15-tal zoo deerlijk met brandwonden overdekt, dat voor hun behoud ge vreesd werd. Daar de schacht in brand staat, is er alle reden te vreezen dat de rest der arbei ders, die zich in de mijn bevonden, ongeveer 280 personen, reddeloos verloren zijn. De deskundigen, directeuren en regeerings-inspecteurs, die weldra op de plaats des onheils aanwezig waren, beraad slaagden 's avonds te zes uren nog over het pijn lijk vraagstuk, of zij den brand in de mijn stui ten moesten maar dau ook onherroepelijk aan hen, die zich daarin bevinden, alle kans op levenson derhoud ontnemen zouden, dan wel of zij ter wille van dezen, hoe onwaarschijnlijk 't ook was dat een hunner de ramp overleefd had, eerst alle mo gelijke middelen tot redding moesten beproeven, hoewel het mijngas alle pogingen verijdelde om in de schacht door te dringen. Met angstige spanning, zegt een der berichtgevers, stond bijna de geheele vrouwelijke bevolking van Abercarne bij de mijn de beslissing af te wachten, welke genomen zou worden. Te zeven uren 's avonds was de meerderheid nog van meening, dat men eerst meer zekerheid moest hebben dat geen der ongelukkigen in de mijn meer in leven was, voor dat men tot afsluiting der lucht zou overgaan om den brand te blusschen. De tooneelen, welke rondom de mijn konden worden waargenomen, waren hartverscheurend en de deelneming en ont steltenis was, gelijk zich begrijpen laat, in den geheelen omtrek algemeen. Ongelukken komen nooit alleen. Op de stoomboot „Cupid", die naar Woolwich voer, bevond zich Dinsdag zekere Barnes met zijne zus ter; zij gingen met het doel om de lijken van hunne moeder, twee zusters en een broeder, die op de „Princess Alice" waren geweest, terug te vinden. Barnes, die tegen het hek leunde van de machine-kamer, viel naar beneden en werd in een ommezien verpletterd. Men kan zich de smart van zijne zuster voorstellen, die nu de eenige overblij vende van een geheel gezin isDicht bij de plek, waar de „Princess Alice" zonk, voeren dien mor gen een schuit en een boot tegen elkander aan; gelukkig werd de met kolen geladen schuit tijdig aan wal getrokken. Een nieuw reglement, betref fende de vaart op de Theems, schijnt hoog noo- dig en lord Sandon, de minister van koophandel, heeft dan ook gelast, dat een commissie met dat doel zal worden benoemd. De Londensche stoombootmaatschap pij heeft tegen de eigenaars van de „Bywell Castle", de heeren Hall te Newcastle, eene vor dering ingesteld van 20,000 pd. st. als schade vergoeding. De koningin heeft 100 guinjes bijge dragen tot het hulpfonds. Nobiling is overleden aan pyamie, een gevolg van de hersenwond. Dinsdag-middag verklaarde de geneesheer dat hij slechts eenige uren meer kon levenzijne moeder werd daarop ontboden en heeft de laatste uren bij hem doorgebracht. Of hij bij kennis was geweest, berouw aan den dag gelegd of in het geheel mededeelingen gedaan had, heeft zij sedert niet willen zeggen. Het schijnt van niet. Daar Nobiling nog niet veroordeeld was, stond het der familie vrij, zijn lijk op te eischen. R echtzaken. Gisteren stond voor het gerechtshof te Arnhem terecht H. v. d. B., oud 24 jaar, dienstbode on der de gemeente Nijkerk, wegens moedwilligen moord op een pasgeboren kind op gruwzame wijze gepleegd. De adv.-generaal eischte wegens haren jeugdigen leeftijd en vroeger gunstig gedrag, alsmede op grond harer volledige bekentenis, een cellulaire gevangenisstraf van twee jaren. Uitspraak over acht dagen. BUITlüJNLAND. Frankrij k. Habeneck, onderprefect van Carpentras, die een brief geschreven heeft aan Ducoudray, den superieur der dominicanen, is ontslagen. De directeur van de „Pays" is veroordeeld tot een boete van 2000 fr., Regat tot drie maanden gevangenisstraf en 2000 fr. boete. Het vonnis is, voor zoover de boeten betreft, voorloopig ten uitvoer te leggen. Duitschland.. Te Tegernsee, in Opper-Beieren, hebben Maan dag 11. de zeventigjarige ouders der keizerin van Oostenrijk, hertog Maximiliaan van Beieren en zijne gemalin Louise, prinses van Beieren, hun gouden huwelijksfeest gevierd. Tegen tien uren des ochtends begaf zich het vorstelijk echtpaar met de rot het feest samengekomen familieleden naar de slotkapel, om aldaar, waar vijftig jaren geleden hun huwelijk gesloten werd, de stille mis bij te wonen. Daarna werd receptie gehouden voor de hertogelijke be ambten en verscheidene deputatiën. Van alle hoven waren brieven en telegrammen van gelukwensching ontvangen, o. a. een brief van den keizer van Duitschland, door den militairen gevolmachtigde te Munchen overgebracht. Des namiddags werd een diner gehouden. De keizerin van Oostenrijk is met haren broeder, hertog Lodewijk van Beieren, nog denzelfden avond, de eerste naar Hongarije, ver trokken. De andere vorstelijke personen, die voor het feest waren overgekomen, zouden nog eenigen tijd te Tegernsee vertoeven. Spanje. De „Gaceta" bevat twee lijsten: de eene telt honderd en drie namen van personen, die begiftigd zijn met de orde van Karei III en met die van Isabella de Katholieke. Deze personen hebben de kanselarijrechten voldaan. De andere lijst telt 96 namen van personen, die, met een orde begiftigd, nalatig zijn gebleven om de kanselarijrechten te voldoen. Hunne benoeming is natuurlijk inge trokken. Op deze lijst vindt men twee grootkruisen en elf commandeurs met de ster van de orde van Isabella de Katholieke. Oostenr.-Hong. Monarchie. Het „Eremdenblatt" verneemt dat generaal Philippovich den 28sten dezer zijn hoofdkwartier van Serajewo naar Brod zal overbrengen, daar de gemeenschap tusschen Brod en Weenen gemakke lijker is en tevens het hoofdkwartier van daar uit de bevelen aan de verschillende legercorpsen in Bosnië sneller kan doen geworden. Turkije. Aan de „Polit. Corr." worden uit Konstanti- nopel de volgende bijzonderheden medegedeeld over den moord op Mehemet Ali-pacha gepleegd. De onmiddellijke aanleiding was de door Mehemet op 5 September te Yakawa bijeengeroepen verga dering van Albaneesche hoofden, in welke bijeen komst hij het doel zijner zending en de inzichten der regeering uiteenzette. Toen hij. verklaarde, dat de regeering uitvoering zou moeten geven aan de besluiten van het congres en derhalve bij de Albaneezen er ten ernstige op moest aandringen om zich niet tegen de wijziging van grondgebied te verzetten, brak in de vergadering een storm los, welke naar de openbare straat oversloeg en tot een bloedigen strijd voerde, waarin een honderdtal personen gedood of gewond werden. Eerst later gelukte het den mufti, de orde te herstellen. Me- hemet-Ali maakte daarvan gebruik om. met zijn gevolg een ander toevluchtsoord te zoeken, waar hij den nacht ongestoord doorbracht. Den volgen den dag werd echter zijne nieuwe verblijfplaats ontdekt door de geestdrijvers, die onmiddellijk tot den aanval overgingen, en zoowel hem, als 39 personen van zijn geleide, deels officieren, deels soldaten, na een wanhopigen tegenstand neersabel den. Mehemet-Ali ontving zestien wonden, waarvan acht doodelijke. Woensdag is op den eersten kruiser der zoogenaamde „vrijwillige vloot", de stoomboot „Moskowa", het Volhynische infanterie-regiment ingescheept en van San-Stefano naar Odessa ver trokken. De Porte heeft bericht ontvangen, dat lord Salisbury waarschijnlijk niet toetreden zal tot het voorstel van Duitschland aan de mogendheden, om gemeenschappelijke stappen te Konstantinopel te doen, opdat de Porte het tractaat van Berlijn tot uitvoering brenge. Ruhdi-Eflëndi is tot minister van financiën benoemd. De belasting op het brood ter intrek king van de kaimes is ingetrokken. De commissie voor de intrekking der kaimes heeft beraadslaagd over een ontwerp tot vestiging van een jaarlijksch fonds van 600,000 pond ter inwisseling der kaimes. Telegrammen. ROME, 12 September. Daar verscheidene katho lieken in de Balkan-provinciën vermoord zijn, heeft de Paus aan kardinaal Nina opgedragen de aandacht van de mogendheden daarop te vestigen en te gelijk bescherming ten behoeve- der katho lieken te vragen. PARIJS, 13 September. Aan het „Journal d«3 Débats" wordt uit Weenea gemeld, dat het ge schil tusschen Rumenië en Rusland vereffend is en dat Oostenrijk de onafhankelijkheid van Rumenië erkend heeft. De heer Hajos, Oosten- rijksch gezant te Washington, is naar Bucharest verplaatst. NIEUW-ORLEANS, 12 September. De toe stand te Memphis is niet veranderd, maar er is een frissche wind komen opsteken, en men hoopt, dat dit van gunstigen invloed op den ziektetoe stand zijn zal. Te Nieuw-Orleans is het aantal der nieuwe gevallen verminderdheden zijn 212 gevallen aangegeven en 57 personen overleden. Programma's wan Muziekuitvoeringen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1878 | | pagina 2