N°. 5680. A°. 1878. 22 Augustus. Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen, uitgegeven. STADS-BERICHTEN. LEIDSCH DAGBLAD. PRIJS DEZER COURANT: PRIJS DER ADVERTENTIES Creole re letters naar plaatsruimte. PATEKTBL1DEIV. De Wethouder, Voorzitter van het College van Zetters te Leiden, doet te weten, dat de ingevulde patenthladen over het dienstjaar 1878/79, voor de wijken IV en V bij het College van Zet ters, in een der vertrekken van het Raadhuis dezer gemeente, op vertoon van het aanslagbiljet, verkrijgbaar zijn, dagelijks, des namiddags van één tot drie nren, en wel van den 20sten tot en met den 24sten Augustus 1878; terwijl na het verstrijken van dien termijn de onafgehaalde patentbladen ter uitreiking moeten worden afgegeven aan de deurwaarders der directe belas tingen alhier, die voor hnnne moeite mogen eischen tien cents, zonde! meer. En geschiedt hiervan afkondiging door plaatsing in de Leid- schs Courant. Leiden, De Wethouder voornoemd. 19 Augustus 1878. Mr. P. C. LIBRECHT LEZWIJN. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van LEIDEN, Gezien het adres van LAMBERTUS WILLIAM MATTHIJS VAN DIJK, fabrikant in geslagen ijzer, wonende alhier, hou dende verzoek tot het doen inrichten tot smederij van het pand in de Kaarsenmakerspoort N*. 3; Gelet op de artt. 6 en 7 der Wet van 2 Juni 1875 'Staatsblad n°. 95); Geven bij deze kennis aan het publiek, dat genoemd verzoek, met de bijlagen, op de Secretarie dezer gemeente ter visie gelegd is; alsmede dat op Donderdag den 5den September aanst., 's voormiddags te elf uren, op het Raadhuis, gelegenheid zal worden gegeven om bezwaren tegen dat verzoek in te brengen. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Leiden, DE FREMERY, Weth. lo. Burg. 21 Augustus 1878. E. KIST, Secretaris. LEIDEN, 21 Augustas. Er bestaat gelegenheid tot verzending der correspondentie naar Noord-Amerika, door middel van het stoomschip „P. Caland", waarvan de laatste buslichting aan het postkantoor te Rotterdam is bepaald op den 24sten Augustus, des morgens te halfacht. De Nederlandsche Gustaaf-Adolf-Vereeniging zal den 24sten en 25sten September alhier het feest vieren van haar 25-jarig bestaan. Den eersten dag zal er des avonds in de Pieterskerk een plechtige samenkomst worden gehouden, waarbij de feestrede zal worden uitgesproken door dr. E. Laurillard, predikant te Amsterdam, terwijl de beer A. J. Wetrens zich welwillend belast heeft met de vorming en leiding van een koor en de heer J. Godefroy door het orgelspel de plechtigheid zal opluisteren. Den tweeden dag zal in den voor middag de algemeene vergadering worden gehouden, waartoe alle leden van de vereeniging vrijen toe gang hebben, en des namiddags zal de feestviering besloten worden door een maaltijd in Zomerzorg. Nadere bijzonderheden zullen later worden mede gedeeld. De koninklijke bewilliging is verleend op de akte van oprichting van de naamlooze vennoot schap „de Leidsche Sleepstoombool-Maatschappij", te vestigen te Leiden. Volgens de in de Staats courant van heden opgenomen statuten is het doel dezer vennootschap het houden van eene geregelde vaart met schroefbooten tot het sleepen van schepen tusschen de gemeenten Leiden en Amsterdam, langs de ringvaart der Haarlemmermeer, met zoo danige uitbreiding als, behoudens te verkrijgene concessie, door aandeelhouders mocht worden be paald. Voor de eerste maal zijn als bestuurders gekozen de heeren J. J. Planjer, schipper; P. J. Oostveen, acad. pedel; L. Den Houter Wz., koop man, en C. Boelhouwer, schipper, alleH te Leiden. Mede-comparanten waren de heeren C. D. Van Waalwijk, schipper te Amsterdam; P. Smit Pz., scheepsbouwmeester te Ridderkerk; C. Van den Berg, grondeigenaar; D. A. Schreden Co., fabrikantenA. De Fremery, zoutaiederA. Har- tevelt Jz., brander; H. Eilippo Jz., aannemer; J. W. Eilippo Jz., koopmanJ. Stikkelorum, zonder beroep; E. A. Dee, acad. pedel; P. L. Paters, zonder beroep; B. Van Dorsten Hz., broodbakker, en A. Stokhuyzen, zonder beroep, mede allen te Leiden. De vennootschap wordt aangegaan voor den tijd van twintig achtereenvolgende jaren. Vanwege de Katwijksche afdeeling der Noord- en Zuid-Hollandsche Maatschappij tot redding van drenkelingen werden Maandag-avond proefnemingen gehouden met den noodpijl. De eerste pijl, die in zee geworpen werd, bereikte een afstand van ongeveer 350 meter. De tweede, langs het strand geworpen, viel op 370 meter afstand neer. Men schrijft ons: Bij gerucht verneemt men dat er pogingen aangewend zijn tot ver krijging van een stoombootdienst „Leiden-Rijns- burg". Wij kunnen niet anders dan dit plan toe juichen, aangezien de verwezenlijking daarvan in eene bestaande behoefte zou voorzien. Het is meer malen gebleken dat, wanneer de gelegenheid een maal daar is, het gebruik grooter is dan men gedacht zou hebben. Er is voor de corpsen infanterie een aan vrage gezonden om officieren, die geschikt en ge negen zijn om voor den tijd van driejaren te worden gedetacheerd bij het leger in West-Indië. Gisteren is te Utrecht de algemeene verga dering gehouden van de vereeniging tot versprei ding van kennis aangaande 's lands verdediging. Uit het jaarverslag blijkt, dat, ten gevolge vooral van de niet behoorlijke bezetting van het secre tariaat, de vereeniging in het afgeloopen jaar niet bijzonder veel heeft uitgevoerd. Toch heeft zij in de verspreiding van werkjes, door het ministerie van oorlog haar te dien einde toegezonden, een nuttig werk verricht. De hoofdwerkzaamheid van het bestuur bestond in het uitschrijven der bekende prijsvraag, waarvoor de middelen, buiten bezwaar der kas, gevonden werden door de zorgen van den voorzitter, terwijl men nu op gelijke wijze de mid delen voor de uitgave tracht te bekomen. Naar men verneemt zijn de kolonel E. J. Van Bel van het regiment grenadiers en jagers, de majoor E. M. B. Alewijn van den generalen staf, en de majoor J. C. E. graaf Van Lijnden van het 4de regiment huzaren, aangewezen tot het bijwonen der aanstaande manoeuvres, door een Eransch legercorps te houden. Graaf Dumonceau, adjudant, en mr. Alewijn, waarnemend directeur van het kabinet des konings en beiden behoord hebbende tot 's konings gevolg bij zijn bezoek aan verschillende Duitsche vorsten, zijn benoemd tot commandeur der orde van de Witte Valk van Saksen, der orde van verdienste van Waldeck, van den Zaehringer Leeuw van Baden en van de orde der Wurtembergsche Kroon. Naar het Vaderland meldt zal van den gevierden letterkundige dr. Jan Ten Brink eerst daags een nieuwe roman, getiteld „Het gestolen kind", verschijnen. Prins Hendrik heeft een aanzienlijke geldsom geschonken aan het bedienend personeel der paleizen van prins Karei en prins Frederik Karei. Deze laatste heeft na aankomst van den vorstelijken bruidegom Potsdam verlaten om een militaire inspectie te gaan houden. Hij zou heden terug- keeren. Prinses Maria heeft zich sedert hare ver loving zeer beijverd om Nederlandsch te leeren; dr. Beynen, uit Den Haag, die zich twee maanden met dat doel te Berlijn bevond, is vertrokken of heeft ten minste zijne lessen geëindigd. Hij ver klaarde zeer voldaan te zijn over de vorderingen zijner koninklijke leerlinge, die na de voltrekking van haar huwelijk en de feesten in Nederland hare studiën zal voortzetten. Thans is beslist, welke appartementen voor Z. M. den koning der Neder landen worden bestemd. Het zijn 1°. de „Marschall Saai", stijl Louis XV2°. de „Oval-Zimmer", waar Erederik de Groote dineerde, als hij een klein gezelschap aan tafel hadin dit vertrek zijn alle meubelen verzilverd; 3°. de „Concert-Zimmer", groen en goud, waarin Erederik de Groote muziek speelde; men ziet er nog zijn oud clavecimbaal 4'. het „Eckschreibcabinet", waar hij zijne brieven schreef. In dit kabinet is een venster met het uitzicht op de straat en op een ouden, geheel ver vallen lindeboom, welken men met een ruwe stof heeft bedekt en waaronder men twee ijzeren stutten heeft geplaatst. Deze boom is een gedenkteeken van de edelmoedigheid van den grooten koning. De ongelukkigen, die hem iets te vragen hadden, gingen onder dien lindeboom staan en Erederik riep ze dikwijls om hunne klachten aan te hooren. Daarom zijn de armen van Potsdam bijzonder aan dien boom gehecht en zij hopen, dat men niet verzuimen zal dat aan den Koning der Nederlanden te zeggen; 5°. de slaapkamer, een mooi en groot vertrek met verzilverde meubelen6'. de biblio theek 7°. het kleine geheimzinnige kabinet, waarin Erederik met zijne intimi praatte over zeer belang rijke zaken, waarvan de buitenwereld niet hooren mocht. Die vertrekken zijn de schoonste van het slot. De zoogenaamde Oranje-vertrekken, welke men al voor den koning gereed had gemaakt, zullen nu ingenomen worden door prins Albert. Prinses Maria van Pruisen heeft dezer dagen in het jachtslot Glienicke een aantal leden der Pruisische „Vrouwen- en meisjes-vereeniging", onder aanvoering der presidente mevrouw Von Ohlen en Adlerskron ontvangen. Deze dames boden der vorstelijke bruid een geschenk der vereeniging aan, bestaande in een couranten- en muziekdrager van verguld brons. De eigenlijke drager rust op een vergulden standaard en is met een kroon ver sierd; aan de eene zijde is bovendien in kunstig borduurwerk het vereenigd wapen van Pruisen en Nederland, aan de andere het monogram der prinses aangebracht. Bij dit geschenk was een album van purperen zijde gevoegd, waarin een prachtig uit gevoerde en poëtische opdracht en teekening. Prin ses Erederik Karei was bij de plechtige audiëntie als beschermvrouwe der vereeniging tegenwoordig. De luit. ter zee der 1ste kl. J. Eichet, die der 2de kl. A. W. Vinkhuyzen, A. G. J. Kroef en J. Cardinaal, de officier van gezondheid der 2de kl. J. P. G. Van Mens en de officier van adm. der 2de kl. P. J. Roest, allen dienende aan boord van Zr. Ms. schroefstoomschip „Prinses Maria", eerstgenoemde als 1ste officier, worden met den 25sten dezer op non-activiteit gesteld. Het stoomschip „Madura", van Nieuwediep naar Batavia, arriveerde te Port Saïd 20 Augustus des nachts en zou hedennamiddag te 4 uren het Kanaal ingaan. Z. M. heeft 1°. aan dr. W. Gleuns, op zijn verzoek, eervol ontslag verleend als tijdelijk leeraar aan de hoogere burgerschool te Warffum; en 2®. F. J. Allersma, te Amsterdam, benoemd tot tijde lijk leeraar aan die school; in zijn rang en be trekking verplaatst: bij de constructie-magazijnen te Delft, den kapitein J. J. Mathijsen, magazijn meester der artillerie van de 1ste kl. te Helder en bij de artillerie-magazijnen te Helder, den lsten luit. C. De Kort, magazijnmeester der artillerie van de 2de kl. bij de constructie-magazijnen te Delft; benoemd tot ridder 4de klasse van de mil. Willemsorde den kapt. der inf. van het leger in Ned. Indië H. Hamakers; vernietigd het besluit

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1878 | | pagina 1