van Saksen-Meiningenprins Willem van Pruisen en prins Hendrik van Pruisen; prins Albert van Pruisen en prins August van Wurtemberg; de erfgrootbertog van Saksen en prins Prederik Willem van Hessen; de erfprins van Anhalt en prins Prederik van Anbaltde erfprins van Saksen- Meiningen, rechtsprins Perdinand van Sleeswijk- Holstein-Sonderburg-Glücksburg, links: prins Pre derik van Hohenzollern. Prins Alexander is hedenmiddag te zes uren met den exprestrein voor Brussel en Parijs uit de residentie vertrokken, 's Morgens te halfnegen vertrok prinses Marianne aanvankelijk naar Wies- baden. Het programma der vierdaagsche feestviering ter gelegenheid van het 50-jarig bestaan der konink lijke militaire academie te Breda van 23 tot en met 26 Sept. a. s. is thans vastgesteld en zeer uitgebreid. Onder de voornaamste onder- deelen komen voor: eene feestrede in de Groote- kerk met feest-canlate door 250 executanten; eene algemeene illuminatie der stad; een allegorische optocht, waarbij alleen 16 prachtige zegewagens zullen figureerental van concerten en tooneelvoor- stellingen met groot internationaal festival; groot vuurwerkbal op de k. m. academietentoonstel ling vanwege de Ned. maatschappij tot bevorde ring van nijverheid (afd. Breda); rijtoeren door de bosschen nabij de stad; feest in het Casino; terwijl bij dit alles nog gevoegd moeten worden de ontvangst en de feestelijkheden, welke door de k. m. a. aan de réunisten zullen aangeboden worden. Uit Prederiksoord wordt gemeld, dat reeds vele belangstellenden in de Maatschappij van wel dadigheid de toezegging hebben gedaan, dat zij de feestelijke herdenking van het 60-jarig bestaan dezer Maatschappij op Maandag 26 Augustus zullen komen bijwonen. Het logement is te klein om aan alle aanvragen om logies te voldoen, zoodat verscheidene bezoekers van de gastvrijheid vau particulieren in Frederiksoord zullen moeten ge bruik maken. Met de versiering van het feest terrein is reeds een aanvang gemaakt. Het Noord- en Zuid-Nederlandsch rederij kers- en tooneelliefhebbers-verbond hield Zaterdag te Arnhem zijne jaarlijksche vergadering, de eerste der nieuwe vereeniging. Zondag werd een rijtoer door den omtrek gedaan en feest gehouden te Beekhuizen en te Rozendaal, welke beide land goederen door de eigenaren voor de leden van het bond waren opengesteld. Te Rozendaal werd op het graf van De Génestet namens het bond een fraaie lauwerkrans met toepasselijk opschrift nedergelegd. Het stoomschip „Overijsel", van Batavia naar Rotterdam, is 15 Augustus van Aden vertrokken de „Kingston", van Rotterdam naar Batavia, is 18 dezer des middags Gibraltar gepasseerdde .„Celebes", van Batavia naar Nieuwediep, is den 17den Augustus te Port Said aangekomen en heeft den volgenden ochtend de reis voortgezet; -de „Schiedam", van Nieuw-York naar Rotterdam, passeerde bij Scillys gisterochtend te 10 uren. Z. M. heeft W. Bekker, burgem. der gem. Bedum, benoemd tot burgem. der gem. Hennaar- deradeelden off. vau adm. 2de kl. J. C. Coelaud met den laatsten dezer eerv. onth. van de waarn. der betr. van adm. bij het hosp. der marine te Willemsoord, en met die functiën tijdelijk belast den off. van adm. 3de kl. M. C. Hazenberg; den minister vau marine gemachtigdom het schroefst. „Leeuwar den", liggende te Willemsoord, met den laatsten dezer buiten dienst te stellen, en den luit. ter zee lste kl. J. M. A. Van Muiken, tijdelijk belast met het bevel over dien bodem, met dien datum eervol daarvan te ontheffen; en om het te Wil lemsoord liggend schroefst. 2de kl. „Marnix" met den lsten Sept. a. s. in dienst te stellen en het bevel daarover op te dragen aan den kapt.-luit. ter zee G. C. C. Thierens; met ingang van den lsten Sept. ter beschikking van voornoemden minister gesteld den luit. ter zee lste kl. W. baron Van Hogendorp, thans adj. bij Z. K. H. prins Hendrik, die gedurende dien tijd als gedet. zal worden gevoerd aan het militair huis des konings; aan J. P. Hofstede, hoofddirecteur der post. te 's-Gravenhage, vergunning verleend tot het aan nemen en dragen der versierselen van commaudeur der orde van het legioen van eer. Naar aanleiding van het smeekschrift en de adressen, betreffende het wetsvoorstel tot. regeling van het lager onderwijs, aan den Koning aange boden, en door Z. M. om consideratie en advies gesteld in handen van den minister van binnen- landsche zaken, heeft deze, onder dagteekening van 13 Augustus 11., aan Z. M. twee rapporten uitgebracht, welke in de Staatscourant van heden openbaar zijn gemaakt. Zij strekken om op het verzoek van adressanten, om het bedoelde wetsvoorstel niet te bekrachtigen, afwijzend te beschikken. In het slot van het eerste zegt de minister, dat, in welke be woordingen ingekleed, de grief van adressanten altoos hierop nederkomt, dat zij, de vrijheid van onder wijs verkregen hebbende, thans van de school, die zij willen blijven inrichten naar eigen goedvinden, de kosten geheel of ten deele willen doen betalen door den Staat. Uit een menschkundig oogpunt bevreemdt dit niet; zelfs niet als misschien de klacht over de hardheid voor de mingegoeden voortkomt van de gegoeden, die de bijdragen, door hunne geloofsgenooten van hen gevraagd, moede worden, doch hiermede is het streven van adres santen niet gerechtvaardigd. De wets voordracht, door de beide Kamers der Staten-Generaal aan genomen, wijzigt niets in de beginselen der be staande wet. Zien adressanten het met leede oogen aan, dat de verbeteringen, die het openbare on derwijs dringend behoeft, er in gebracht worden, de regeering mocht niet verzuimen aan de Stateu- Generaal de voorstellen te doen, waartoe een stel lig voorschrift der Grondwet haar verplichtte. Reeds de minister Heemskerk schreef in zijn me morie van toelichting: „niet minder bedenkelijk is het verlangen van hen, die de openbare school zwak en gebrekkig, ja zelfs gediscrediteerd zouden wenschen, opdat het bijzonder onderwijs bloeie. Daaraan voldoende zoude de regeering haren grond- wettigen plicht, veronachtzamen. Geen bijzonder belang mag in de schaal worden gelegd om de overheid terug te houden van het algemeen belang te behartigen door de openbare school voldoende in te richten, dat is, wat de hoeveelheid betreft, naar de behoeften in de verschillende gemeenten en, wat de hoedanigheid aangaat, naar den eisch van een deugdelijk volksonderwijs. Wie met de openbare school mededingt, is dan van zelf genoopt niet minder te geven aan hen, die van zijn bijzon der ouderwijs gebruik maken. Onthouding der koninklijke bewilliging aan de goedgekeurde wetsvoordracht zou dus aan adres santen luttel baten. Hun aanval is eigenlijk ge richt tegen de wetten van 1806 en 1857ja, tegen de grondslagen zelve onzer staatsinstellingen, zoodat aan hun eisch niet anders zou kunnen worden voldaan dan door volkomen omkeering van al hetgeen, waaraan tot nog toe wetgever en regeering hebben vastgehouden. Er bestaat bij adressanten geen twijfel omtrent de onwrikbare overtuiging van de meerderheid in de beide Kamers der Staten-Generaal noch omtrent de uitkomsten der stembus. Bewogen door de roerselen, die de menigte het krachtigst medeslecpen, beangstigd in hun geweten en opgezet door hatelijke tegenstelling tusschen rijk en arm, werden de petitionarissen in handen der leiders eener staatkundige partij het voertuig tot het bewerkstelligen eener demonstratie die, wanneer zij doel trof, de Kroon oogenblikkelijk in hevige botsing zou brengen met de vertegen woordiging des lands en tegelijk den eersten stap doen zetten op den weg, waarop terugtreden oneer, voortgaan het verderf van het Vaderland worden zou. Men mag dus vermoeden, dat die leiders zei ven, zoo zij als verantwoordelijke bewindslieden werden geraadpleegd, er voor zouden terugdeinzen de wei gering der koninklijke bewilliging aan te bevelen, welke zij de vrijmoedigheid gehad hebben van de Kroon in hun smeekschrift te verzoeken. Ter beantwoording van de adressen van Roomsch- Katholieke onderdanen des konings, zegt de mi nister o. a. dat adressanten blijkbaar over de beteekenis van hun verzoek niet genoegzaam hebben nagedacht. Zelfs indien door de Roomsch -Katho lieke bisschoppen de onbruikbaarheid der openbare school voor hunne geloovigen onvoorwaardelijk en ondubbelzinnig ware uitgesproken, zou dit de regeering niet ontslaan van haren groudwettigen plicht om de gemengde of neutrale school in stand te houden en te zorgen, dat het aldaar gegeven onderwijs voldoende is. Evenmin kan zelfs bij de wet aan den bijzon deren onderwijzer het geven van onderwijs worden toegelaten, voordat hij de noodige bewijzen van bekwaamheid gegeven heeft. Dit grondwettig voor schrift is zelfs bepaaldelijk voor het bijzonder en eigenlijk niet rechtstreeks voor het openbare onder wijs gemaakt. Eindelijk mag door de overheid geen afstand gedaan worden van het recht van toezicht, dat de Grondwet haar opdraagt. Niet bekrachtiging der door de Staten-Generaal goedgekeurde wetsvoordracht zou wel den strijd doen voortduren en de onrust in de gemoederen gaande houden, de wensch van adressanten naar eene openbare school in hunnen zin zou onbe vredigd blijven en de vrijheid om bijzondere scho len op te richten zou er niet door vermeerderen. Op hun verzoek behoort dus in hun eigen belang afwijzend te worden beschikt. G emengd Nieuws. Ten kantore der directe belastingen alhier is in beslag genomen en aan het munt- college te Utrecht opgezonden een oogenschijnlijk valsche rijksdaalder, met de beeltenis van Willem III, het jaartal 1854 en voorzien van het randschrift „God zijt ons me". Bij onderzoek van bovenbe doeld college is bevonden, dat die rijksdaalder minder gewicht heeft, uit koper, kleine hoeveel heden zink, sporen zilver, nikkel en ijzer, zwaar verzilverd, samengesteld en mitsdien valsch ver klaard is. Een „grappenmaker", die gisteravond om tien uren voor zeker doel met alle geweld het nieuwe vischhuisje tegenover de Waag wilde oraloopen, kwam eindelijk tot de ontdekking dat dit toch niet ging en dat men daartoe althans „grond" moet voelen. Hij geraakte dan ook te water, maar kwam er, daar een heer, in de nabij heid wonende, onmiddellijk den zonderlingen bad gast. nasprong, gelukkig nog alleen met een nat pak kleeren af. Te Alphen aan den Rijn had Zondag- namiddag een ontzettend ongeval plaats in den Nessepolder door onhandigheid met schietgeweer. Drie boerenjongens beneden achttien jaren begaven zich met eene schouw naar het veld om kieviten te schieten. In de nabijheid van eene vlucht ge komen, greep één het geweer, dat op den bodem der schouw lag, aan, maar stootte bij ongeluk den haan tegen den kant van het vaartuigonmiddel lijk ging het sohot af en trof een der jongens, vijftien jaren oud, in het achterhoofd, zoodat hij binnen weinige oogenblikken overleden was. In de Wagenstraat te 's-Hage is gis terochtend een ongeveer 80-jarige man overreden, die, na bij den heer De W., sigarenhandelaar, te zijn binnengebracht, per brancard naar het gast huis is vervoerd, waar hij heden overleed. Op vele grachten, pleinen en straten was gisteravond bij gelegenheid van den „Hart jesdag" de Amsterdamsche jeugd onledig met het afsteken van vuurwerk. Een knaap, die zich hier mede vermaakte, in de Anjelierstraat, had in zijn zak menig rotje en voetzoeker. Toen hij een stuk afstak, kwam door een of ander toeval een vonk met den voorraad vuurwerk in zijn zak in aanra king, het ging af en hevig verbrand werd hij, na in een herberg te zijn verbonden, per raderbaar naar het gasthuis vervoerd. Te Amsterdam is gisterochtend een timmermansknecht, die op het dak van een in aanbouw zijnde villa werkzaam was, naar beneden gevallen. Hij was onmiddellijk dood. De onge lukkige moest om een schoorsteen heen door de goot., waarin een plankje lag, dat pas geverfd was zoodra hij zijn voet hierop zette, gleed hij uit en stortte neder. Hij laat eene weduwe met een jong kindje na. Gisternacht te halfvier ontdekte de schildwacht bij de garnizoensbakkerij te Breda, dat er brand was in 't paviljoen der Groote So ciëteit in het Yalkenberg. Spoedig werd door hem alarm gemaakt, doch 't gebouw stond reeds geheel in vlam en is, ondanks de hulp der spuiten, tot den grond toe afgebrand met al wat er in was. Alleen de wijnkelder is gespaard gebleven. De oor zaak van den brand is onbekend. De justitie te Maastricht heeft zich naar Ekkelrade begeven, waar een brand heeft gewoed, die aan kwaadwilligheid wordt toegeschre ven. De vermoedelijke dader, zekere L. P., is reeds gevankelijk naar Maastricht gevoerd. Hij had het

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1878 | | pagina 2