A°. 1878.
18 Juli.
N°. 5650.
Donderdag
Deze Courant wordt dagelijts, met uitzondering
van Zon- en Feestdagen, uitgegeven.
DAGBLAD.
PBIJS DEZEB COURANT:
Voor Leiden per 3 maanden.1.10.
Franco per post1.40.
Afzonderlijke Nommers0.05.
LEIDEN, 17 Juli.
Aan het vergelijkend examen voor de betrek
king van hoofdonderwijzer aan eene der scholen
voor on vermogenden alhier, is door 67 sollicitanten
deelgenomen.
Uit Parijs wordt aan het Rott. Nbl. gemeld
dat verscheidene leden van de jury zoo veront
waardigd zijn over het feit, dat aan Alma Tadema
niet een der vijf groote gouden medailles voor
buitenlandsche kunstenaars is toegekend, dat zij
hun ontslag als leden der jury hebben genomen.
Er zal nu een aanvulling der jury moeten plaats
hebben.
Dit jaar zal een deel der landmacht, in
verband met de zeemacht, op een gedeelte der
Noordzeekust van Zuid- en Noord-Holland veld-
manoeuvres op groote schaal houden. Aan die ma
noeuvres zal deelnemen de 2de divisie, waarbij
zullen worden gevoegd2 comp. art. transport
trein, 1 batterij van het 1ste reg. veld-artillerie
en een detachement hospitaal-soldaten. De manoeu
vres zullen plaats hebben van omstreeks 2 tot 12
Sept. a. s. De divisie-commandant zal 2 eska
drons onder commando van een hoofd-officier van
het 1ste reg. huzaren aanwijzen, welke aan de
manoeuvres moeten deelnemen. Hij zal wijders de
bedoelde beide eskadrons, de tot de divisie behoo-
rende art.- en genie-troepen, benevens de door
den commandant der bereden art. aan te wijzen
batt. van het 1ste regiment veld-art., de twee
comp. art.-transporttrein en het detach, hospitaal
soldaten bij de beide brig. inf. indeelen, of wel
voor den algemeenen dienst bij de divisie aanwij
zen, naarmate van de zich voordoende behoefte.
De bataljons, die aan de oefeningen deelnemen,
zullen op eene sterkte van 500 man gebracht
worden, door daarbij te detacheeren de miliciens
der lichtingen van 1875, 1877 en 1878, inge
deeld bij de depots der betrokken corpsen infan
terie. De eskadrons zullen op de organieke sterkte
aan beredenen worden gebracht en daarenboven
elk 6 man onbereden medenemen, door daarbij
te detacheeren paarden en manschappen van de
eskadrons, die niet aan de manoeuvres deelnemen,
welke eskadrons tevens zullen leveren een deta
chement paarden en manschappen voor onbereden
officieren en ordonnancedienst. Dit detachement zal
door een officier gecommandeerd en zijne sterkte en
samenstelling wijders door den divisie-commandant
bepaald worden. Het bevel over de art.-troepen
wordt opgedragen aan den majoor Zegers Rijser
van het 2de reg. veld-art. De batterijen zullen
bestaan uit 6 vuurmonden, 1 voorraadafluit, 1
voorraadwagen tot bagage en 1 smids-wagen. Het
detachement hospitaal-soldaten zal bestaan uit de
onder de wapenen te roepen miliciens van de beide
comp. hospitaal-soldaten.
Bij de manoeuvres zullen als scheidsrechters
optredende kolonel Hermsen, commandant van
het 1ste reg. huzaren; de luit.-kol. jhr. ridder
baronet Speelman, commandant van het 2de reg.
veld-art., en de luit.-kol. Yan der Schrieck, van
het 7de reg. infanterie.
Ter aanvulling van den gisteren medege-
deelden uitslag van het groot Oost-Indisch ambte
naars-examen zij nog vermeld dat van de can-
didaten, die zich tot het departement van koloniën
hadden gewend met verzoek om tot het afleggen
van het examen te worden toegelaten, zich 6 heb
ben teruggetrokken. Dientengevolge namen 59 can-
didaten aan het examen deel. Daaronder bevonden
zich 52 studenten van de Indische instelling te
Delft, 2 studenten van de Indische instelling te
Leiden, 1 ingeschrevene aan de Leidsche univer
siteit en 4 candidaten die zich aan geene der
genoemde inrichtingen van onderwijs hadden voor
bereid. Yan deze 59 zijn geslaagd 32, waarvan 30
te Delft en 1 te Leiden die aan de Indische instel
lingen hunne studiën volbrachten, terwijl 1 was
ingeschreven aan de Leidsche universiteit.
Yan de 7 meesters in de rechten (van welke 4
uit Delft) slaagden er 5, waarvan 4 van Delft en 1
die ingeschreven was aan de Leidsche universiteit.
Yan de 13 Indische ambtenaren die zich aan het
examen onderwierpen (waarvan 12 uit Delft) slaag
den er 8, die allen hunne studiën te Delft maakten.
Yan de overige candidaten slaagden er 19, waar
van 18 uit Delft; deze allen worden ter beschik
king van den gouverneur-generaal gesteld om
benoemd te worden tot ambtenaren bij den bur
gerlijken dienst in Ned. Indië.
Dr. H. De Yries, lector aan de universiteit
te Amsterdam, is tot buitengewoon hoogleeraar
in de botanie benoemd.
Door de commissie te Utrecht is nog tot
vroedvrouw bevorderd mej. H. G. Koffijberg, geb.
Nierop, en mej. H. Stuivenberg, geb. Beurlege.
Directeuren van het Bataafsch genootschap
der proefondervindelijke wijsbegeerte hebben in
hunne jongste vergadering tot leden benoemd de
heerendr. G. J. W. Bremer, leeraar aan de hoo-
gere burgerschool te Rotterdam; dr. J. Timmers,
leeraar bij het middelbaar ouderwijs te Rotterdam
K. Mars, directeur der hoogere burgerschool met
3-jarigen cursus te Rotterdam; dr. J. D. Van der
Waals, hoogleeraar te AmsterdamW. Stoeder,
buitengewoon hoogleeraar te AmsterdamA. Huët,
leeraar aan de polytechnische school te Delft, en
tot correspondeerend lid den heer dr. Julius Morel,
hoogleeraar te Gent.
In de dezer dagen te 's-Hertogenbosch ge
houden algemeene vergadering van het Provinciaal
Genootschap van Kunsten en Wetenschappen in
Noord-Brabant, onder voorzitterschap van jhr. mr.
P. Yan Meeuwen, werd na den afloop der gewone
werkzaamheden, onder eene gepaste toespraak, de
zilveren medaille, op den stempel des genootschaps,
ter hand gesteld aan de heeren jhr. mr. P. J.
ridder Yan der Does de Bije, jhr. M. A. Snoeck
en O. G. H. Heldringden eerste .voor den door
hem samengestelden catalogus der handschriften
en den beiden laatsten voor de rangschikking en
catalogiseering der munten en penningen, aan ge
noemd genootschap behoorende.
Bij het hoofdbestuur der Nederlandsche
maatschappij van nijverheid is van den keizerlijk
Duitschen gezant te 's-Gravenhage, baron Von
Canitz, het bericht ontvangen dat, op last der
Duitsche regeering, in de koninklijke porselein
fabriek te Berlijn twee vazen worden gemaakt,
bestemd als een geschenk voor het Museum van
Kunstnijverheid der Maatschappij op het Paviljoen
te Haarlem. Zooals men weet, heeft ook de Eransche
regeering in het vorige jaar een blijk van belang
stelling in het museum gegeven, door aanbieding
van eene verzameling porselein uit de nationale
fabriek van Sèvres.
Naar het Vaderland verneemt, is de toestand
van den minister van oorlog in de laatste dagen
weder iets minder gunstig. De geneesheeren hebben
echter alle hoop gegeven, dat die verergering slechts
van zeer tijdelijken aard zal zijn. Daarentegen
zegt de Zutf. Cr. dat hoe gaarne zij den minister
van oorlog weder een werkzaam deel aan de regee
ring zou zien nemen, zij toch zeer vreest, dat de
berichten omtrent 's ministers geheel herstel niet
volkomen juist zijn, naar haar dezer dagen van zeer
geachte zijde de verzekering werd gegeven, dat er
PRIJS DEB ADYERTENTIEN:
Vên 16 regel*1.05.
Iedere regel meer0.17}.
Greotere letters naar plaatsruimte.
weinig hoop bestaat dat de heer De Roo nog weer de
plaats zal hernemen, die hij zoo kort heeft vervuld.
Door de ondergane operatie toch zou de heer De
Roo het spraakvermogen hebben verloren.
In den ouderdom van 78 jaren is te Vlaar-
dingen overleden de heer A. Hoogendijk Jbz., lid
der Staten van Zuid-Holland, waarvan hij de
jongste zitting nog had bijgewoond. Hij was het
oudste lid van het College voor de Zeevisscherijen
en een der aanzienlijkste scheepsreeders aldaar.
Hij was een man van veel ervaring in zijn vakmet
woord en daad stond hij steeds de belangen der
visscherijen voor, waaromtrent hij ook eenige ge
schriften heeft uitgegeven. Hij werd een tiental
jaren geleden tot vertegenwoordiger van de Ned.
regeering gekozen op de algemeene tentoonstelling
voor de scheepvaart en visscherijen te Havre,
waaromtrent hij zijne bevinding in een verslag
kenbaar maakte, dat later het licht heeft gezien.
Na het volbrengen van die zending werd hij tot
ridder der orde van den Nederlandschen Leeuw
benoemd; hij was ook ridder der Christus-orde
van Portugal.
Prins Oscar van Zweden heeft gisterochtend,
vergezeld van den commandant en den eersten
officier van de oorlogskorvet „Saga" en van den
consul-generaal van Zweden en Noorwegen, de
heer Th. Egidius aldaar, een bezoek gebracht aan'
's rijks marinewerf en de voornaamste inrichtingen
daarvan. Ook de overige officieren en adelborsten
van de „Saga" hebben 's rijks werf bezocht en
zijn daartoe rondgeleide gedaan door den comman
dant van het wachtschip, den luitenant ter zee
lste klasse C. De Klopper.
Het genootschap van leeraren aan de Neder
landsche gymnasiën en hoogere burgerscholen hield
Zaterdag te Amersfoort zijne 48ste algemeene ver
gadering in de Buiten-Sociëteit, onder voorzitter
schap van dr. D. Burger, rector der Latijnsche
school aldaar. Zij werd bijgewoond door 13 leden
en vereerd door de tegenwoordigheid van het eerelid,
den hoogleeraar dr. M. De Vries te "Leiden. De
secretaris, dr. E. De Boer, van Deventer, verslag
doende over den toestand van het genootschap,
berichtte dat de heeren D. J. Andreae te Wage-
ningen, B. C. Brennan en dr. L. A. J. Burgers-
dijk te Deventer en M. Middelveldt Viersen te Al-
meloo voor hun lidmaatschap bedankt hadden, ter
wijl de heeren dr. J. G. Yan Eyken, dr. T. J.
Halbertsma, dr. C. M. Kan, tot hoogere betrek
kingen geroepen, ophielden lid te zijn, en de eenig
overgeblevene der oprichters onder de leden, dr.
H. J. Matthes te Zutfen, in den loop des jaars
overleedzoodat het getal gewone leden 43
en dat der honoraire insgelijks 43 bedroeg. De
rekening en verantwoording van den penning
meester sloot met een batig saldo van f 173. Tot
secretaris in plaats van den heer De Boer, die
bedankte, werd benoemd dr. G. J. Dozy te Arn
hem en tot penningmeester herbenoemd de heer
J. H. Meyer te Amsterdam. De volgende verga
dering zal te Utrecht gehouden worden.
Het is ontegenzeglijk in het belang van ieder
Nederlander bekend te zijn met de onlangs door
de beide Kamers vastgestelde en koninklijk be
krachtigde „wet op het recht van successie en van
overgang bij overlijden." Al moge men nu dit, wel
is waar, niet van ieder kunnen vergen, dan is
het toch wenschelijk dat hij zich, zoo noodig,
dadelijk met haren inhoud kunne bekend maken.
De heer J. Franse heeft daarom een goed werk
verricht door van die wet een uitgave te bezorgen,
waarvan de tekst niet alleen geheel gelijk is aan
I dien van het Staatsblad, waarin de wet en hare