behalve twee broers, genaamd Frans en Marinus De P., 9 en 7 jaar oud en wonende onder Baarland. Zoodra al de andere kinderen weg waren, begaven deze twee zich in de sloot langs de kerkdreef en kropen tot vlak voor de bewuste plaats en in de tarwe. Haastig liep de brigadier-majoor van het koor der kerk naar dezelfde plaats en betrapte beide jongens. Frans, den oudste, hield hij staande in zijn zak had deze een gebroken mes, met het welk hij een gat heeft gemaakt in den bodem van de kist. Marinus koos het hazenpad, doch is door Verdouw opgespoord. Beiden hebben bekend, dat zij op Woensdag 26 Juni jl. des voormiddags gezamenlijk de kist uit de kerk hebben ontvreemd dat zij met een mes een gat in de kist hebben gemaakt, waarbij de punt van het mes brak, dat zij van dien dag af eiken dag uit de kist een aantal centen en dubbeltjes hebben gehaald en versnoept en op de kermis verteerd. In de kist was nog ruim f 16 aan centen aanwezig, zoodat ze dus ongeveer f 9 hebben ontvreemd en versnoept. Men herinnert zich het ongeluk in het Grand-Hotel te Parijs op den 24sten Februari, toen de hijschtoestel met groot geweld tegen het ijzeren dak terechtkwam, ten gevolge waarvan drie personen, die daarin gezeten waren, werden verpletterd. Het hof van Parijs heeft thans den werktuigkundige Cadenet, aan wien het toezicht over den toestel was opgedragen veroordeeld tot een maand gevangenisstraf en 200 franken boete. Op klaarlichten dag heeft zekere Derré Donderdag te Parijs Vérard met een dolk mes drie steken toegebracht in de rue Sainte- Anne. Derré was vroeger secretaris van Vérard geweest; op zekeren dag verdween Vérard en bleef Derré broodeloos achter. Derré besloot zich te wreken en hij hield woord, zooals thans bleek. Men vreest voor Vérards leven: vooral de beide wouden in den rug zijn zeer gevaarlijk. De steek in de borst werd gedeeltelijk door een portefeuille, die de ongelukkige droeg, afgeweerd. De Duitsche keizer heeft Vrij dag voor het eerst weder de militaire uniform aan getrokken. De vern isfab riek te Schaerbeek, bij Brussel, is Zaterdag afgebrand. Des nachts om streeks halftwee hoorde men in den omtrek eene hevige ontploffing en eenige oogenblikken later sloeg overal de vlam uit het dakwerk en de bo venramen van het gebouw. Terwijl daarop eenige manschappen der brandweer en andere personen haastig naar binnen drongen om voorloopig hulp te verleenen, volgde er eene tweede, nog veel heviger ontploffing. Op hetzelfde oogenblik hoorde men vreeselijke noodkreten uit het binnenge- deelte en zag men zee personen, geheel en al overdekt met brandende olie, in volle vlam naar buiten snellen. Onmiddellijk werden uit de huizen dekens en lakens toegeworpen en hun door de omstan ders om 't lijf geslagen. Een der ongelukkigen, door vlam en pijn verbijsterd, liep op een draf gillende weg. Eerst toen hij in een andere straat bedwelmd nederviel, gelukte het, hem te hulp te komen. Onderwijl riep uit de tweede verdieping van het brandende gebouw een vrouw om hulp. Bemerkende dat men haar niet meer kon bereiken, sprong zij naar beneden, met het gevolg dat zij gekneusd en met gebroken been moest worden weggedragen. Buiten haar worden nog negen slachtoffers ge noemd, waaronder vier personen die ter hulp waren toegesneld en bij de tweede ontploffing, door het springen van een vat petroleum veroorzaakt, in vlam waren geraakt. Reeds dadelijk scheen er voor hen, alsook voor den eigenaar der fabriek, den heer Motke, en nog een zesde persoon weinig hoop op levensbehoud te bestaan. By het weg ruimen van een puinhoop, eenige uren na den brand, voüd men de band van een mensch en verkoolde stukken vleesch. Ook van het paard in den stal vond men de verkoolde overblijfselen. Naar men zegt had de heer Motke zonder de vereischte vergunning een gedeelte van zijn huis ingericht als vernisstokerij. Gedurende zijn kortstondig verblijf te Parijs ontving de sjah van Perzié' niet minder dan 5400 brieven uit alle gedeelten van Frankrijk, maar voornamelijk uit Parijs. Allen bevatten zij verzoeken om eene of andere som gelds, van 50 franken af toi 3 millioen franken toe. Voor die ver doeken werden al zeer uiteenloopende redenen op gegeven. De een vrpeg eenvoudig onderstand, de ander verzocht Z. M. hem te helpen om zich een positie te verschaffen. Sommigen stelden alleen voor een commanditaire vennootschap aan te gaan en deden daarbij in ernst het aanbod Z. M. te doen deelen in de winst, die zij zeker zouden maken. Het geheele beloop der op die wijze ge vraagde sommen bereikt een cijfer van niet minder dan 50 millioen franken. De sjah heeft, na Parijs verlaten te hebben, zich naar Weenen begeven. Een bezoek aan Lon den zal hij niet brengen. Mag men sommige correspondenten gelooven, dan heeft hij daar van afgezien om dezelfde reden, waarom sommige niet-vorstelijke personen wel eens vermijden deze of gene straat door te gaan, waarin winkeliers wonen, aan wie zij nog iets schuldig zijn. De Londensche leveranciers dus, die gemeend hadden dat in de kisten met de negen millioen aan goud stukken, welke hij met zich te Parijs, bracht, ook iets voor hen was geborgen, hebben zich vergist. Voor de eer van den Beheerscher der wereld, den Zoon der zon enz. enz. ware het wenschelijk, dat hij althans een zijner Eddaulets of Khans met de betaling zijner huisschulden belastte. Nobilings toestand begint merkel ij k te verbeteren, en Woensdag heeft men voor het eerst weder gegronde hoop gekregen dat ook zijne verstandelijke vermogens terug zullen keeren. Juist met het oog daarop, wordt de moordenaar zoo zorgvuldig mogelijk verpleegd en is hem tot nog toe geen enkele vraag over den aanslag op 's kei zers leven gedaan. Men verneemt dat men hem nog een volle maand met rust zal laten, in de hoop dat hij dan voldoende hersteld zal zijn om een geregeld verhoor te kunnen ondergaan. Een bankier uit Odessa, onlangs te Weenen aangekomen, werd eensklaps op straat zoo ongesteld dat hij nederviel. Een politie-agent schoot toe, hielp hem op de been, liet hem een glas water geven, bracht hem in een nabijgelegen gesticht en bleef aldaar tot de vreemdeling weder geheel was bijgekomen. Uit dankbaarheid stopte deze hem bij het afscheid nemen een papiertje in de hand. Het was een acceptatie vau 1000 pond sterling, betaalbaar na drie maanden bij eene Londensche firma, te Weenen bij een bankiers huis gedomicilieerd. Nauwelijks was dit geval ruchtbaar geworden, of de Weener vertegenwoor diger van den bankier meldde zich bij het poli- tiebestuur aan en eischte de acceptatie terug, op grond dat de bankier van tijd tot tijd aan ver standsverbijstering onderhevig is en in een van die vlagen zoo buitengewoon mild was geweest. Daar echter het politiebestuur van geen teruggaafwilde hooreu, is de zaak thans voor den rechter gebracht, om te doen beslissen of de politie-agent de accep tatie als eene schenking mag behouden en hem dus liet bedrag moet worden uitbetaald. Verleden Zondag verdronk te Rome Giovanni Cabialia; hij baadde, tegen den raad zijner vrienden, op een gevaarlijke plaats in den Tiber en werd door een draaikolk meegesleept. Cabialia was een der meestbelovende jonge beeld houwers van Italië en daarenboven algemeen bemind om zijn zacht en openhartig karakter. BUITENLAND. Frankrij k. De gemeenteraad van Marseille heeft het voor stel om het standbeeld van den bisschop Belsunce van de plaats, waar het tot dusver gestaan heeft, over te brengen naar een museum aangenomen. De versiering van dit beeld met bloemenkransen heeft dezer dagen tot ernstige oploopen in ge noemde stad aanleiding gegeven, waarom dan ook het besluit van den raad, zelfs door de meer ge matigde republikeinsche bladen, als eene aanmoe diging en voldoening voor de geweldenaars wordt afgekeurd. Trouwens wordt van verschillende zijden verzekerd, dat de regeeriug de verwijdering van het beeld niet gedoogen zal. "Ouitschland. De „Gaulois" zegt: „Wij zijn in staat gesteld het eerst een bericht te geven, welks gewichtige beteekenis wij wel niet behoeven aan te toonen. Het Pruisische gouvernement heeft namelijk van Marokko de haven, de stad en het plateau van Adjéroud gekocht. Adjéroud ligt aan de grens des rijks en is van onze, (de Fransche) Algerijnsche bezittingen slechts door het riviertje Kirs gescheiden. Het plateau levert ruimte op voor eene stad van 40- a 50,000 zielen en kan gemakkelijk eene ge duchte versterking ondergaan." De „Temps" ver klaart, dit bericht slechts onder alle reserve over te nemen. Frankrijk heeft in de Vrijdag gehouden zitting van het congres de Grieksche zaak met groote warmte verdedigd. De Grieksche quaestie is in die zitting afgedaan. Overeenkomstig art. 15 van het tractaat van San-Stefano is aan de Griek sche provinciën van Turkije autonomie toegekend, verzekerd door Europeesch toezicht. Voorts hebben alle mogendheden betoogd, dat het in het belang van den Europeeschen vrede is, dat belangrijke gedeelten van die provinciën bij Griekenland wor den gevoegd. Griekenland zou eene uitbreiding zijner grenzen tot de linie Kalamas-Salambria moeten verkrijgen. De Turksche gevolmachtigden hebben die verklaring van het congres ad referen dum aangenomen. In de Zaterdag gehouden zitting is de quaestie betreffende Batum behandeld met het streven om hare oplossing niet nog moeielijker te maken dan zij reeds is. De toewijzing van die haven aan Rusland schijnt in beginsel uitgemaakt te zijn, maar er worden nog waarborgen verlangd, zoodat de regeling der details van het vraagstuk nog bezwaren zal opleveren. Naar men verzekert be stonden die voorwaarden in den eisch, dat Batum een vrijhaven zou zijn en de vestingwerken zouden geslecht worden. Tevens verwierpen in dezelfde zitting Turkijes gevolmachtigden eerst de voorstellen van het con gres betreflende de rectificatie van Griekenlands grenzen. Toen hun vervolgens onder 't oog werd gebracht, dat de Porte zelve tijdens den Griek- schen opstand zulke maatregelen had voorgeslagen, verklaarden zij geene instructies te hebben. De onderhandelingen tusschen Griekenland en Turkije over het rectificeeren der Grieksche grens zullen rechtstreeks tusschen Athene en Konstan- tinopel worden gevoerd. Indien zich moeielijkheden opdoen, die de bemiddeling van de mogendheden noodzakelijk maken, zal de commissie van de am bassadeurs der mogendheden, die na afloop van het congres bijeenblijft, hare bemiddeling verlee nen. De quaestie van het bezetten van Janina zullen de onderhandelingen tusschen Griekenland en Turkije uitmaken. Gistermorgen te halftwaalf werd ten huize van Von Bismarck een conferentie gehouden, welke door lord Russel, lord Salisbury en door Schuwaloff werd bijgewoond. Naar men verneemt zal by de behandeling der quaestie betreffende Batum, wier bevredigende oplossing in de zitting van heden wordt verwacht, de verklaring van Batum tot een vrijhaven algemeen worden goedgekeurd. Groot-Bri tannië. Volgens telegraphisch bericht uit Berlijn, werd den Engelschen gevolmachtigden kennis ge geven, dat de inwoners van Lazistan Engeland smeeken, dat protectoraat over Armenië op zich te nemen, en tot geen prijs Batum aan de Russen over te leveren. De Lazen verklaren de Engelsche vlag te zullen planten, en den 13den dezer de vijan delijkheden tegen de Russen te zullen openen. Rusland.. In Russische bladen vindt men vermeld, dat het gerechtshof te Philippopel tien Bulgaren ter dood en een aantal andere tot geeselstraf veroor deeld heeft wegens het verbranden van Turksche dorpen, het berooven en vermoorden van Maho- medanen. Die strenge strafoefening der Russen zou, naar men verwachtte, veel tot herstel der orde bijdragen. Telegrammen. LONDEN, 7 Juli. Gedurende veertien dagen was de val van den regen te Bombay meer dan 40 centimeter, het hoogste dat ooit is waar genomen. BUCHAREST, 7 Juli. Het gerucht loopt dat Rusland, nadat het congres zal zijn afgeloopen, van Rumenië alle ambtsberichten van Bessarabië bin nen veertien dagen zal invorderen. Prins Karei is van plan om af te treden. Von Bismarck raadt dit niet aan.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1878 | | pagina 2