N°. 5630. A°. 1878. Dinsdag 25 iuni. Deie Courant wordt dagelijks, met uitzondering ran Zon- en Feestdagen, uitgegeven. LEIDSCH PRIJS DEZER COCBAST: Voor Leiden per S maandenLit. Franco per posta 1.40. Afzonderlijke Nommers....0.05. PRIJS DEB ADVERTENTIES: Van 16 regels1.05. Iedere regel meer0.17J. Grootere letters naar plaatsruimte. gy Zij die zich met 1 Juli a. s. op deze Cou rant abonneeren, ontvangen de nog tot dieu datum verschijnende nummers gratis. LEIVEN, 24 Juni. Het hoofdbestuur der Nederlandsche Maat schappij voor tuinbouw en plantenkunde heeft aan het bestuur der afdeeling Leiden en omstreken te kennen gegeven, dat het met belangstelling kennis nam van de poging dezer afdeeling, om, door het houden van een wedstrijd tusschen kwee kersknechts en leerlingen, evenals zulks verleden jaar te Rotterdam plaats had, hun lust aan te wakkeren; en tevens dat het als blijk van die belangstelling besloten heeft, aan den meest ver dienstelijken inzender een buitengewonen prijs van het hoofdbestuur toe te kennen. Waarin die prijs zal bestaan, blijft voor alsnog geheim, om het verrassende er niet aan te ontnemen. „Sieboldia" meende echter het plan te moeten bekend maken, daar het zonder twijfel voor hen, die zich als inzenders hebben aangemeld, een prikkel te meer zal zijn, om hunne planten met de meest mogelijke zorg op te kweeken. Z. M. de Koning heeft met zijne inzending van honden op de tentoonstelling der vereeniging „Nimrod" voor de schoonste collectie den eersten bestuursprijs, een gouden medaille, behaald. Aan den heer K. T. Caron, stationschef alhier, is voor een gladharigen windhond een eerste prijs, zilve ren medaille, en aan den heer P. Dingjan een tweede prijs, bronzen medaille, toegekend. Als eene letterkundige curiositeit vermeldt de „Ned. Spectator" dat de Maatschappij der Nederlandsche letterkunde in hare jongste verga dering een pseudoniem tot lid heeft gemaakt. Dit is voor de eerste maal dat zoo iets bijzon ders voorvalt. De bedoelde is de schrijver Huff van Buren. De postadministratie zal nu moeten beginnen met na te zien in Van Doorninck's Woordenboek der pseudoniemen, wie dit is. De twee en twintigste algemeene vergade ring van het Aardrijkskundig Genootschap zal op Zaterdag 29 Juni a. s., des voormiddags te elf uren, in het lokaal der Maatschappij tot Nut van 't Algemeen alhier gehouden worden. Onder de punten van beschrijving komen voor: mededee- lingen van het bestuur; voorstel tot benoeming van een onder-voorzitterverslag aangaande het feest van „die Gesellschaft für Erdkunde" te Ber lijn, door den afgevaardigde den heer J. Kuyper; voordracht van den heer Joh. F. Snelleman over de XII Kotta's, en over de behoefte aan een lin guïstische kaart van Nederland, door prof. H. Kern. Tevens zal er gelegenheid zijn tot het doen van mededeelingen en tot de behandeling van vraagpunten. Bij de heden gehouden openbare verkoo- ping van cokes van partijen van 100, 10 en 5 hectoliters waren de hoogste prijzen 26.00, f 2.90 ea f 1.35; de laagste f 26.00, f 2.70 en f 1.35. Te Groningen is bevorderd tot doctor ia de geneeskunde de heer J. A. Tresling, arts te Winschoten, met een academisch proefschrift over het mechanisme der darmbreukbeklemming. Yoor het tweede natuurkundig examen zijn te Groningen toegelaten de heeren J. C. Huys- man en J. S. C. Pichal. De Parijsche correspondent der N. R. Crt. schrijft: „De Jury is aan het werk getogen, en ik kan niet genoeg aanbevelen aan de Nederland sche inzenders, om, indien zij nadere inlichtingen te geven hebben over den omvang of den aard van hun fabrikaat, die onverwijld naar Parijs te zenden, of wat nog beter is, ze er zelf te bren gen op den dag, dat de betrokken juryleden al daar rondgaan. De Engelsche commissie heeft als maatregel aangenomen, iederen inzender per brief kaart den datum te melden, waarop de Jury zijne inzending zal bezichtigen. Wij achten dit een zeer billijke maatregel, die alleszins in het belang van de nijverheid is. Vele Belgische en Engelsche in zenders zijn dan ook thans overgekomen." De geruchten, dezer dagen weder in omloop betreffende eene nieuwe echtverbintenis van onze vorstelijke familie, spreken, volgens bet Handelsblad, van een huwelijk, dat Z. M. de Koning voornemens zou zijn te sluiten met eene Zweedsche vorstin, en wel prinses Charlotte Eugenia Augusta Amalia Albertina, geboren 24 April 1830, eenige zuster van koning Oskar II van Zweden en Noorwegen. Prinses Eugenia is de schoonzuster van wijlen koningin Louise van Zweden, de oudste dochter van prins Erederik en volle nicht van onzen Koning. Bij het hoofdbureel voor het nationaal huldeblijk ter gelegenheid van het huwelijk van prins Hendrik aan te bieden, is tot dusver een totaal bedrag van ruim 30,000 ontvangen. De bij drage der hoofdstad voor dit nationaal geschenk beloopt omstreeks ƒ8900. Ook prins Hendrik is voornemens het 25-jarig regeerings-jubilé te Weimar in Juli a. s. bij te wonen. Naar men verneemt hebben de geëmployeer den aan de Amsterdamsche Kanaalmaatschappij aanzegging gekregen, Jat zij wegens de voltooiing der werken met Mei 1879 hun eervol ontslag te wachten hebben. Met September a. s. zullen reeds vier van die beambten hun eervol ontslag bekomen. De heer en mevrouw Grant deden Vrijdag avond een toertje langs den Amstel, waren Zaterdag in de Haarlemmermeer en zijn gisteren naar Arnhem en van daar naar Hannover vertrokken. Het bericht betreffende het petitionnement der anti-revolutionnairen over de onderwijswet blijkt nader zoowel wat het cijfer der ondertee- keningen als wat de aanbieding aan den Koning betreft, voorbarig te zijn. Door de heeren John Elder Co. zijn van hunne werf te Fairfield twee stoomschepen te water gelaten, voor rekening van het Ned. kolo niaal gouvernement, genaamd „de Havik" en „de Zeemeeuw". Zij liepen te water met stoom op en geheel zeilklaar. De stoomschepen zijn 243 ton b. m. en de machines van 60 paardekracht nominaal. Het volgende is ontleend aan een brief, geschreven aan boord van de „Watergeus", op de reede van Pedir, 10 Mei 1878: „Met ons is in de laatste veertien dagen vrijwat gebeurd; wij zijn thans weder op het terrein des oorlogs geweest. Wij zouden spoedig van hier vertrekken, en ons vertrek wachtte op de komst der „Merapi"doch zie, den 29sten April wordt de benting te Segli 's nachts om 3 uren op eene hevige wijze aangevallen, doch de vijand werd door de bezetting op eene manmoedige wijs afge slagen, waarbij wij bijna geene gekwetsten bekwa men; alleen eenige kettinggangers, die buiten de benting woonden, moesten er aan gelooven. Hoe- velen echter van de Atjehneezen gevallen zijn, kan men niet met zekerheid bepalen, dewij\ zij hunne gevallenen meestal medevoerenechter heb ben wij 15 lijken van hen dicht bij f^e benting gevonden. Zij hielden zich daarop e^n paar dagen stil en rustig, doch in den vroegen ochtend van den 3den Mei kwamen zij met eene ontzettende hoeveelheid en goed gewapend, met kleine kanonnen, geweren enz., de benting weer aanvallen, maar zij werden zoo ferm door de onzen ontvangen, i dat ze met bebloede koppen en een groot verlies aan manschappen terug moesten trekken. Nu moes ten door ons alle middelen in het werk gesteld worden om de benting, die wel in goeden staat is, onbeklimbaar voor den te verwachten, terug komenden vijand te maken; ook verkregen wij van de marine ruim 50 man versterking, die wij ook noodig hadden. De dokter van de „Watergeus" moest in de benting komen om den gewonden hulp te verleenen, en deze goede man moest in de benting, dewijl daar geen dokter was, vijf dagen verblijven en zich alle ongemakken getroosten, die men in die armzalige verblijven vindt. Wij brachten vijf nachten bijna slapeloos door, daar het minste gerucht ons op onze hoede deed zijn, om niet overvallen te worden. De oorlog in Atjeh is dus nog niet ten einde gebracht, hier en daar worden onze bezettingen nog eens aangevallen, maar eindelijk zullen die vijanden onze overmacht toch moeten erkennen." De minister van financiën maakt bekend, dat de inschrijvingen tot het bekomen van schuld bekentenissen in de bij de wet van den 5den Juni 1878 (Stbl. n°. 87) vastgestelde geldleening van f 43,000,000, te zamen een bedrag uitmaken van f 127,917,300; dat die inschrijvingen mits dien slechts ten deele kunnen worden aangenomen en dat zoo spoedig mogelijk, namens den minister, door den agent van het ministerie van financiën te Amsterdam aan de inschrijvers schriftelijk van het aan elk hunner toegewezen bedrag zal worden kennis gegeven. De permanente militaire spoorwegcommissie heeft met de Nederlandsche Rijnspoorwegmaat schappij eene overeenkomst gesloten, waarvan de strekking is om bij afloop van het thans nog loopende contract voor den dienst der militaire transporten te water niet alleen krijgsvolk, maar ook alle oorlogsmateriëel enz., meer algemeen tegen verminderde vracht per spoorweg te doen vervoeren. Tweede Kamer. Voortzetting van het onderwijsdebat. De heer Van der Hoeven begon heden met een woord van warme waardeering te brengen aan de nagedachtenis van het kamerlid Stieltjes, plotseling te Rotterdam overleden. Daarna verdedigde hij de vrije school, door het grootste deel der natie gewenscht. Het ontwerp bedreigt die school door de bepalingen omtrent de kweeke- lingen en de examens. De heer Moens ver dedigde daarentegen de neutrale school en de ver betering van het onderwijs zoowel voor open baar als bijzonder. Hij verklaarde zijn vroeger ingediend ontwerp in te trekken. Morgen komt de minister aan het woord. Het stoomschip „Wyberton", van Rotterdam naar Batavia, is 21 dezer des namiddags te Port- Said gearriveerdde „Prinses Amalia" vertrok 22 Juni van Nieuwediep naar Bataviade „Maas" is gisteren van Hellevoetsluis naar Nieuw-York vertrokken; de „Celebes", van Nieuwediep naar Batavia, arriveerde gisteren te Batavia, en de, „Prin ses Amalia", van Nieuwediep naar Ba*,avia> 's na middags te Southampton. Voor de ambachts-teeke^.jCh00l te Noord wijk wordt voor 1879 o. a. wedërom het provinciaal sub sidie van f 150 vtv^fge(jragen j Voor de ambacht school te Aarknderveen opnieuw een bedrag van f 100, en voor de school van aankomende am-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1878 | | pagina 1