N°. 5629. Maandag A0. 1878. 24 Juni. Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen, uitgegeven. Tweede Blad LEID PRIJS DEZER COURANT: foor Leiden per S maanden.1.10. Franco per post77*a 1.40. Afzonderlijke Nominees0.05. TRIJS DER Al) VERTEN TIEN: Van 10 regelsf 1.05. Iedere regel meer0.17J. ffrootere letters naar plaatsruimte. Gremeng-d. Nieuws. Twee werklieden van een glasblazer ij te Ivry, Victor Bérot, 65, en Ernest Lambert, 40 jaar ond, tot dusver zeer goede vrienden, hadden oneenigbeid gekregen, ten gevolge waarvan Lambert zijn ontslag bekwam. Op zekeren dag nu was Bérot, die in de werkplaats woonde, na den maaltijd naar zijne kamer gegaan om een middagslaapje te doen, toen hij eenig gerucht onder zijn bed vernam. Hij bukte om te zien, wat het was, maar op hetzelfde oogenblik kwam Lambert, die zich daar verborgen had, te voor schijn en bracht zijn vroegeren makker verscheiden messteken toe. Op het hulpgeroep van den ver wonde kwamen een aantal werklieden toesnellen en nu keerde de aanvaller het mes tegen zich zelven, zonder zich echter doodelijk te treffen, terwijl daarentegen de kwetsuren van Bérot geen hoop op behoud overlaten. Een briefuitShanghae van 5 Mei doet zien, dat de ellende in de vier noordelijke provinciën van China niet alleen nog voortduurt, maar ook nog lang niet ten einde zal zijn. De hongersnood maakt in die provinciën nog dagelijks duizenden slachtoöers en de velden zijn voor het meerendeel onbebouwd, deels uit gebrek aan zaaikoren, deels door de nog altijd aanhoudende droogte, die het bewerken vaü den grond feitelijk onmogelijk maakt. Vier oogsten zullen dus mislukt zijn. Er bestaan in China geene vertrouwbare opgaven van de sterkte der bevolking, maar men schat het aantal der van honger bezwekenen op 20 miilioen, het derde deel der bevolking van de noodlijdende proviuciën. Van de overige twee derden zijn zeker zeven a negen tienden naar de aangrenzende provinciën gevlucht en het gevolg is, dat er in vele vroeger dichtbe volkte plaatsen bijna geen enkel levend wezen meer te vinden is. Terwijl de hongersnood in het Doorden alzoo voortduurt, worden de zuidelijke provinciën door overstroomingen geteisterd. Dezer dagen heeft te Parijs op den hoek van de boulevards de Belleville en de la Villette een verschrikkelijk voorval plaats ge had. Een groote bulldog viel nl. op een niets kwaads vermoedenden voorbijganger aan en wierp hem op den grond. Toen andere voorbijgangers hulp wilden bieden, werd de hond nog woeden der en beet den ongelukkige, die hartverscheu rende kreten slaakte, geheele lappen vleesch uit armen en borst. Toen de politie aankwam, nam de hond de vlucht. Het slachtoffer lag buiten kennis; zijn geheele lichaam was één wond, waar uit stroomen bloed vloeiden. In hopeloozen toestand heeft men den ongelukkige naar een nabijzijnde apotheek vervoerd. Omtrent de aanvaring van de „Fran- gois I", gaande van Havre naar Honfleur, en het Engelsche stoomschip „Alliance", komende van Southampton, verneemt men nog, dat de voorsteven van laatstgenoemd schip drie meter in het eerste werd gedreven. De „Franpois I" had 100 passa giers aan boord. Te 12 uren telde men 18 ge wonden; te 3 uren vond men in een der kajuiten een lijk; tal van personen werden aanstonds gered, sommigen sprongen van de zinkende „Francois I" op de „Alliance" over. Uit Japan wordt gemeld dat de mi nister van binnenlandscbe zaken 's morgens naar liet paleis gaande, den 15den Mei werd vermoord. De moordenaars doodden eerst de paarden en den koetsier van zijn rijtuig en daarna den minister, die uit het rijtuig sprong. Het lijk werd gruwelijk verminkt en een der handen afgesneden. De moor denaars gingen naar het paleis en gaven zich daar over aan de wachthet waren dwepers, aanhangers van den opstandeling Saino, en zij beschuldigden den minister van willekeur en tyrannie. Generaal Trepow's toestand wordt er niet beter op; het is den heelkundigen nog niet gelukt den kogel te verwijderenwaarschijn lijk zal de generaal een verlamd been door zijne verwonding houden. Men heeft Vera Sassulitsch nog niet gevangen kannen nemen. Opnieuw zijn de Joden in Algerië door de iulandsche soldaten mishandeld, ditmaal te Setif. Twee Israëlietische jongelingen trokken door de poort der stad. Daar zij bij vergissing langs de liukerzijde, in plaats van de rechterzijde gingen, sloegen de schildwachten met de geweerkolf op hen los. Bovendien werden de jongelingen aangehouden en voor het gerecht gebracht. Hierdoor ontstond in de plaats eene groote beweging, die verscheidene dagen aanhield. De commandant liet nu de pa trouilles door de stad kruisen. Desniettemin werden de Joden door de inlandsche soldaten met bajonet en sabel aangevallen, zoodat verscheidene hunner gewond zijn. Den 19den Juni werd te Folkestone het lijk aangebracht van graaf Von Schwerin, commandant van het door aanvaring met de „König Wilhelm" gezonken Duitsche oorlogsstoom schip „Grosser Kurfürst." Het was gekleed in volle UDiform en verkeerde in verregaanden staat van ontbinding. De Duitsche consul gaf order om het lijk in eene looden doodkist naar Londen te zenden, van waar het naar Duitschland zal vervoerd worden. Door de familie van den graaf was eene belooning van honderd pond sterling voor het vinden van het lijk uitgeloofd. Te Liverpool is in eene concertzaal eene stellage, waarop een koor van 1000 kinderen geplaatst was, ingezakt. 800 kinderen vielen naar beneden. De val was niet hoog, maar het is toch bijzonder gelukkig te achten, dat geen der kleinen zich ernstig bezeerd heeft. ÏZ echtzaken. Door de arrondissements-rechtbank te Haarlem is de zaak behandeld van den heer C. L. E. K., te Zandvoort, beschuldigd door den heer E. G wethouder aldaar, van een hoon en laster bevat tend artikel te hebben doen plaatsen in het blad „de Omnibus", uitgever de heer R. R. De offi cier van justitie achtte de schuld des beklaagden overtuigend bewezen, alsmede dat de uitgever als medeplichtige van het ten laste gelegde feit moest worden beschouwd. Ilij requireerde daarom een veroordeeling van den heer K. tot eene geld boete van f 100 of 14 dagen gevangenisstraf en van den heer R. als medeplichtige tot 2 geldboeten a f 10 of 1 dag gevangenisstraf. Gisterochtend te ruim elf uren zette het gerechtshof te Amsterdam de behandeling voort der Woensdag aangevangen zaak tegen W. C. graaf Van Regteren Limpurg. De beschuldigde onderging nog een kort verhoor over eenige om standigheden. Hij handhaafde zijn beweren dat hij de gedane schoten alleen had gelost om den burgemeester schrik aan te jagen en niet om hem te beleedigen, veelmin te dooden. Hierop verkreeg de advocaat-generaal mr. W. R. Op ten Noort het woord tot toelichting van zijn requisitoir. Spreker trachtte aan te toonen dat bewezen was: 1°. dat beschuldigde in den nacht van 17 op 18 Januari te halfelf, met een revolver uit zijne woning te Nieuwkoop is gegaan naar de tegenoverliggende woning des burgemeesters, en tot tweemalen toe heeft geschoten op diens venster rechtuit in de richting van zijn ledikant; 2°. dat hij die schoten heeft gelost met het vooraf opgevat voornemen, den burgemeester te dooden, en 3°. dat die poging hare uitwerking heeft gemist door van den wil des daders onafhankelijke omstandigheden, in deze de tegenwerking, ondervonden van glasruiten, blin den, een hor en een gordijn. Tot bewijs van het tweede punt wees spr. o. a. op den gebleken wrevel tegen den burgemeester. Ware het eikenhouten beschot van het ledikant niet zoo dik geweest, de kogel had den daarachter liggenden burgemeester stellig kunnen treffen. Vermits hier voldoende blijkt van een vooraf beraamd opzet om aan te val len, handhaafde spreker de qualificatie van poging tot moord en requireerde de veroordeeling van beschuldigde deswege tot een tuchthuisstraf van vijf jaren. De advocaat mr. J. W. Tydeman Jr. wees op de zijns inziens afkeurenswaardige houding van den burgemeester, die al het mogelijke heeft gedaan om den beschuldigde te bezwaren, ook door allerlei insinuaties over diens bijzonder leven. Terwijl de schoten in den nacht gelost zijn, heeft de burge meester wel zijn huis doen bewaken, maar eerst des morgens te 8 uren den beschuldigde doen arres teeren en hem, kort geleden zelf nog burgemeester, onnoodig in een donker hok met wat stroo doen opsluiten. Pleiter heeft die beneden in den toren van het raadhuis aanwezige bewaarplaats zelf gezien en wist niet dat er zulke ellendige bewaarplaatsen waren. Hij maakte voorts een aantal aanmerkingen op het proces-verbaal van den burgemeester, waarin zijns inziens vele onjuistheden werden aangetroffen; Hij ontkende dat de dader den opzettelijken wil om te dooden heeft gehad, en dat opzet moet volgens een arrest van den hoogen raad bewezen zijn, om strafbare poging in deze aan te nemen. Pleiter deed uitkomen dat beschuldigde niet slechts geen bedoeling had om te dooden, maar dat hij dit niet heeft gewild, omdat hij niet heeft kunnen willen in den toestand van beschonkenheid, waarin hij zich dien nacht bevond. Het gebezigde wapen was bovendien een slecht wapen. Men had onder de daar aanwezige omstandigheden daarmede geen doodelijke wonde kunnen toebrengen. Er is dus een ondeugdelijk middel gebruikt, zoodat ook daarom geen sprake kau zijn van strafbare poging. Pleiter concludeerde derhalve tot vrijspraak. Toen de advocaat-generaal van de repliek afzag, heeft mr. J. W. Tydeman Sr. nog enkele woorden aan het pleidooi van zijn ambtgenoot en zoon toegevoegd. Hij wees o. a. op het goedhartig karakter van den beschuldigde en op de algemeene opvatting van het publiek, dat hem tot geen poging tot doodslag in staat achtte. Had hij den burge meester willen treffen, er waren daartoe eiken dag en avond geheel andere en hetere middelen aan te wenden geweest. Hij had alleen in een soort van opwinding door sterken drank zonder ander doel dan om schrik aan te jagen, zich van een slecht wapen bediend, dat in geen geval doel kon treffen. Wilde men hier een strafbaar feit aan nemen, dan kon dat hoogstens zijn verbreking van afsluiting, vernieling van roerend goed of nachtelijk burengerucht. Deed het hof dat, dan wees spreker op de 5 maanden preventieve hechtenis, door besch. reeds ondervonden. Woensdag 26 Juni e. k., des voormiddags te halfelf, uitspraak.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1878 | | pagina 1