BURGERLIJKE STAND VAN LEIDEN, puin begraven. De balken en steenen werden mijlen ver medegesleept, waardoor tien tnenschen om het leven kwamen en 40 gewond werden. Van Karl Nobiling, toen hij nog een schoolknaap was, wordt de volgende karakterschets gegevenHij toonde gedurende zijn geheelen schooltijd zeer weinig vlijt. Wanneer hij zijn werk van anderen kon afschrijven, deed hij het. Toch werd hij geregeld van klasse tot klasse verhoogd. Zijn goed geheugen en bovenal zijn helder, doordringend verstand maakten, dat alle leerwerk hem gemakkelijk viel. Het ontbrak hem ten eenenmale aan gevoel. Al zijne handelingen waren berekend en wezen op een grenzenlooze zelfzucht. Zijn denken en streven was enkel be geerte naar geld. Reeds toen werd hij verdacht, voor geld zijn besten vriend te kunnen verra den. Van goede idealen was geen spoor bij hem te ontdekken. Wanneer andere jongens door de voordracht van de vaderlandsche geschiedenis hun geestdrift voelden stijgen voor een held, lachte Nobiling hen uit en vroeg hij hoonend, wat die extase hun opleverde. Alles, wat een ander dier baar en heilig was, werd door hem spottend gecritiseerd. Zich gewillig aan een boven hem staand gezag te onderwerpen, was hem volkomen vreemd. Men kon zich hem moeielijk anders dan met een hoonend vertrokken mond voorstellen. Zijne blauw- grauwe oogen, die altijd lachend heen en weer rolden, verrieden list en lage gedachten. Het beeld is volkomen wanneer men er bijvoegt, dat hij als jongen reeds een hooge mate van vadzigheid aan koele onbeschaamdheid paarde. Wanneer iemand hij had natuurlijk dikwijls onaangenaamheden met zijne makkers krachtig tegen hem optrad, trok hij zich voorzichtig, soms lafhartig, terug. Dr. Nobiling was niet aan het ministerie van landbouw verbonden, maar een korten tijd als volontair op het bureel van de statistiek werkzaam. Te Berlijn heeft hij sedert tevergeefs getracht eene vaste betrekking te krijgen, hetzij aan een dagblad, hetzij als ambtenaar. Van verschillende bladen is hij, naar het schijnt, dan ook in den laatsten tijd medewerker geweest. Zijn financiëele positie was niet slecht. Een tweelingbroeder van hem moet als officier in het leger dienen. Hij heeft nog twee broeders, die officier zijn, en een die studeert. Overdag was hij weinig te huis en kwam met de huisgenooten zelden of nooit in aanraking. Een paar dienstboden hebben evenwel verklaard, dat er sinds eenigen tijd 's morgeus in de vroegte werk lieden bij hem waren geweest en steeds even ge heimzinnig waren heengegaan als gekomen. Vrij stellig wordt verzekerd, dat de aanslag het gevolg is van eene samenzwering en dat dr. Nobiling door het lot was aangewezen om de plannen der samengezworenen uit te voeren. De moordenaar moet dat bij een zijner verhooren te kennen gegeven hebben, maar zelfs op de vraag zijner moeder geweigerd de namen zijüer mede plichtigen op te geven. Hij wilde hen niet ver- schoonen, maar ook niet verraden. Hij stond soms als wezenloos en viel eindelijk in onmacht, waarna de aanwezige geneesheer verklaarde, dat een ver der verhoor voor het oogenblik onmogelijk was, daar ten gevolge zijner kwetsuren de hersens te zeer waren aangedaan en er gevaar voor zijn leven bestond. De wond aan het hoofd, die hij zich zeiven beeft toegebracht, is ernstiger dan men dacht en de geneesheeren meenen, dat hij niet lang meer kan leven. De politie is op het spoor van verbindingen, die hij met socialisten in Frank rijk en Denemarken onderhield. Er zijn echter geene socialistische geschriften in zijne woning gevonden. Den hotelhouder Holtfeuer hopen de genees heeren in het leven te houden; de kogel, die Nobiling op hem afschoot, is ouder de rechter wang ingegaan en bij het linkeroor uitgekomen en heeft ook een rijksveldwachter aan de hand gewond. De koetsier van den gevangenwagen is aan de bekomen kneuzing reeds overleden. Ware de keizer niet met den helm gedekt ge weest, hij zou doodelijk zijn getroffendaardoor werd het hoofd beschermdmen vond in den helm ettelijke korrels, en men kon zien, dat er eenige waren teruggesprongen. Dr. Langenbeek heeft ge constateerd, dat in het hoofd des keizers 15, in de beide armen 30 hagels zijn doorgedrongenzij kouden nog niet alle verwijderd worden uit vrees voor te veel bloedverlies. Men wil dat de komst van het keizerlijk rijtuig met een sein aan Nobi ling zou zijn verwittigd door een slecht gekleede vrouw, die onder het raam stond. Althans ze is in hechtenis genomen. Op een verkooping van schilderijen te Londen, vroeger in het bezit van Hugh Munro, is Raphaels „Madonna di Candelabra" voor 19,500 pd. st. toegewezen. In een brief van den vice-admiraal Batsch, die het eskader, waartoe de „Grosser Kurfürst" behoorde, commandeerde, wordt als reden van het ongeluk opgegeven, dat het bevel om de „König Wilhelm" te wenden verkeerd verstaan is. Toen de „Kurfürst" voor de bark, die het pant serschip in den weg kwam, uitweek, moest de „Wilhelm" dezelfde beweging maken en het bevel werd ook gegeven om stuurboord te wenden. De man aan het roer echter verstond het commando verkeerd en draaide bakboord en onmiddellijk volgde de botsing, die de „Kurfürst" deed zinken. BUITENLAND. FVamkirij li- Naar de dagbladen melden is te Parijs eene Vereeniging tot stand gekomen, welke, in overleg met het gemeentebestuur, van den lsten Juli af, in uitgestrekte, der stad toebehoorende gebouwen in de nabijheid van het tentoonstellings-terrein goedkoop huisvesting en voedsel aan de bezoekers der tentoonstelling zal aanbieden. Yoor slechts 50 fr. krijgt men gedurende zeven dagen eene kamer, twee goede maaltijden daags en vrijen toe gang tot de tentoonstelling. Zij, die hiervan ge bruik verlangen te maken, wenden zich ten spoe digste tot de „Société d'alimentation et de loge- ments a prix réduits", 6, Boulevard d'Enfer, ten einde alle inlichtingen te ontvangen en den tijd van het bezoek vast te stellen, aangezien elke week de toegetredenen voor anderen moeten plaats maken. De heer Waddingtou zal Zaterdag naar het congres vertrekken, in gezelschap van de beambten Desprez en Duclerc. T> uitschla nd. Bij de huiszoeking in het redactie-bureel der Berlijner „Freie Presse" en in de woningen van Rackow, Most en Auer zijn vele papieren in beslag genomen. Alle Kabinetten hebben de uitnoodiging tot het congres, te openen op den 13den dezer, aangenomen. De „Post" zegt dat de stand van zaken gebiedend vordert, dat de verantwoordelijke minis ters tot handelen overgaan. Op de kroon rust de ernstige plicht tot handelen. Italië. De minister van financiën heeft in de Kamer van afgevaardigden den financiëelen toestand uit eengezet. De begrooting van. 1877 sluit; die van 1878 wijst een overschot aan van 10 millioen. De minister wees op de gunstige uitkomsten, die de nu bijna verzekerde vrede voor 's lands financiën hebben zal. De begrooting van 1879 zal vermoe delijk eene vermeerdering van inkomsten ten be drage van 60 millioen opleveren. Wat de financiëele operatiën aangaat, er zijn in 15 jaren nog 750 millioen noodig tot voltooiing der spoorwegen. Daarvoor zullen jaarlijks 50 millioen schuldbrieven worden uitgegeven, aflosbaar in 75 jaren. De minis ter heeft voorts een ontwerp ingediend tot ver lenging van den gedwongen koers der bankbiljetten tot 30 Juni 1879. Groot-Britannië. Graaf Schuwalofl' is Zaterdag uit Londen vertrokken met denzelfden trein, waarmede ook de kroonprius en de kroonprinses van Duitschland de terugreis aanvaardden. De kroonprins bood den gezant aan, den overtocht op de stoomboot te doen die uitsluitend voor hem te Dover gereed lag. Oostenr.-Hong. Monarchie. De begrotingscommissie van de Oostenrijksche Kamer van afgevaardigden heeft het docr dr. Herbst uitgewerkte voorstel tot dekking van het ten laste van Oostenrijk vallende deel in het krediet van 60 millioen aangenomen. Rusland. De „Agence Russe" en hët „Journal de St.- Pétersbourg" gelooven de hoop te mogen koeste ren, dat het congres, wat de oplossing der Ooster- sche quaestie betreft, een duurzaam werk tot stand zal brengen, dat een Europeesch scheidsgerecht waardig zal zijn. Naar aanleiding van den moordaanslag op den Duitschen keizer zegt het „Journal de St.-Péters- bourg", dat de dwaalleeringen, waaruit die aanslag is voortgekomen en die de rust van regeering en volk verstoren, een internationaal karakter dragen. Om die reden moet de vraag gesteld worden, of niet de weldra bijeenkomende vergadering van ver tegenwoordigers der verschillende regeeringen op de middelen moet zijn bedacht, welke Europa behoe den kunnen voor deze aanstekende ziekte. Telegrammen. AGRAM, 3 Juni. Ingevolge een in de „Agram- mer Zeitung" verschenen order, wegens de talrijke rustverstoringen door Bosnische vluchtelingen aan de grenzen, zijn den vluchtelingen voorloopig alle wapens afgenomen. KONSTANTINOPEL, 4 Juni. MehemetRuchdi is afgezet. Safvet, minister van buitenlandsche zaken, is tot grootvizier benoemd. ROME, 4 Juni. De minister van financiën heeft in zijne gisteren gehouden rede nog verklaard, dat de regeering een wetsontwerp zal indienen, betreffende eene wereldtentoonstelling, over drie jaren te Rome te houden. BERLIJN, 4 Juni. Gisteren zijn 25 personen onder de beschuldiging van hoogverraad gevangen genomen. In de militaire kringen heerscht eene groote spanning en gisteren waren de troepen in de kazer nen geconsigneerd. LONDEN, 5 Juni. De begrafenis van Russell is door vele belangstellenden bijgewoond. De koningin heeft als bewijs van hulde een bloemkrans gezonden. Men beweert te Berlijn dat den dag vóór den aanslag op den keizer de Eugelsche regeering de Duitsche had kennis gegeven van een groote beweging onder de buitenlandsche socialisten te Londen en van eenige buitengewone maatregelen waartoe besloten was. KONSTANTINOPEL, 5 Juni. Gurko is van St.-Petersburg teruggekeerd. De Porte heeft de uitnoodiging voor het con gres ontvangen. Onderhandelingen zijn begonnen over het ont ruimen van Schumla en Varna en het terugtrekken der Russen van Adrianopel. De Turken willen er niet toe overgaan, omdat zij niet genoeg schade loos gesteld worden voor het verlies van twee forten en van den moreeleu steun van de Brijsche vloot. Phospor-Mustapha-pacha is tot Seraskier benoemd, ter vervanging van Mahmoed-Damat- pacha. In bet keizerlijk besluit, waarbij deze be noemingen worden medegedeeld, wordt versterking der vriendschappelijke betrekkingen met de mogend heden aanbevolen. BERLIJN, 5 Juni. Gisteravond laat had eene huiszoeking plaats in de sociaal-democratische in richting tot vorming van werklieden, en zijn zoo wel bij den eigenaar (Kömer) als bij den directeur (Milke) brieven en papieren in beslag genomen. De toestand van den keizer is bevredigend. NIEUW-YORK, 5 Juni. Volgens officieël be richt hebben de in Idah legerende Indianen groote verwoestingen aangericht. De kolonisten vluchten en verscheidene hunner zijn gedood. De Ameri- kaansche troepen rukken op, om de stroopers te tuchtigen. van 30 Mei tot en met 5 Juni. BEVALLEN. A. Brugman geb. Overveld D. C. A. Kelder geb. Hoos D. K. J. Van Weeren geb. De Nobel Z. M. A. Van der Linden geb. Warmond D. J. C. Borger- ding geb. Kleberg Z. M. Delfos geb. Van Poelgeest D. H. C. Boezaard geb. Sweistra Z. J. Mieog geb. Van der Waals D. - J. Van Steyn geb. Rijsbtrgen D. J. De Jong geb. VaD der Waals D. M. M. HeWensteyn geb. Steyger J>. T. Zaalberg geb. Nieuwenhuyze D. C. Van den Berg geb, Ouwerkerk D. T. E. Elshof geb. Wansa B. J. E. Van der Vliat geb. Scherjon D. B. Brittijn geb. Kret D. A. Kijsbergen geb. Dobbe D. J. C. Landzaat geb. Brokaar Z. M. E. Brunger geb. Keyzer Z. J. Gnldemond geb. Treur Z. J. Lc Noble geb. Flippo D.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1878 | | pagina 2