N". 5607.
A". 1878.
Maandag
27 Mei.
Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van Zon- en Feestdagen, uitgegeven.
Tweede Blad.
Gremeng-d. Nieuws.
LEIDSCH
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per 3 maanden1.10.
Franco per post1.40.
Afzonderlijke Nommers0.02.
PRIJS DER ADVERTENTIES
Van 16 regels1.05.
Iedere regel meer,Q17i
Grootere letters naar plaatsruimte.
Hedenmiddag omstreekshalfdrie viel
er een kind van twee jareD, thuis behoorende in de
Sliksteeg, in de Groenhazengracht. De artillerist
Jansen, beladen met een zak haver, getuige van
het ongeluk zijnde, ontdeed zich van zijne vracht,
begaf zich zonder aarzelen te water en redde
het kind.
Bij arrest van het gerechtshof te
's-Hage is gisteren A. D., te Leiden, ter zake van
diefstal bij nacht in een bewoond huis met behulp
van inklimming en twee eenvoudige diefstallen,
veroordeeld tot eene cellulaire gevangenisstraf van
drie maanden.
Op een dezer d agen geplaatste annonce,
waarin een huis te koop werd aangeboden, kwam
de volgende proeve van cacographie als antwoord
inDeze is dienenden uteverzoeken of Uld eeni-
gen opgaven van Ulds gesplaat Advertien in
dagblad van u huis op welke stand of het gelegen
staat. Zoo is mijn vriendelijk om eenigen Condi-
tieën van Uld. te hooren zoo Zult u mijn groot
genoegen doen.
De toren en kerk der Herv. gemeente
te Raamsdonk, die Dinsdag-avond door den bliksem
getroS'en en geheel uitgebrand zijn, waren met
die van Baardwijk, beiden in de Langstraat, nog
de eenige overblijfselen van den Elizabethsvloed.
In beide kerken was duidelijk zichtbaar, hoe hoog
het vloedwater in 1421 gestaan heeft.
Ofschoon de fabricage en verzending
van stoelen te Kuilenburg in het afgeloopen jaar
lang zoo groot niet was als te voren, zijn er
toch nog ruim 76,000 gefabriceerd en uitgevoerd.
Uit Wageningen meldt men dat de
meikevers, die zich voor eenigen tijd in zulk een
verbazend groot aantal in de omstreken vertoon
den, bijna geheel verdwenen zijn. De aanhoudende
regen en hevige wind der laatste dagen hebben
daartoe gunstig medegewerkt; echter treft men
ze aan de Grebbe nog in groote hoeveelheid aan,
vooral in het eiken hakhout.
Te Oude Wetering, gemeente Alke-
made, is Donderdag-middag Simon Droog, van
Roelofarendsveen, die zich met zijn praam op het
Brasemermeer bevond, door het omslaan van het
zeil over boord gevallen en verdronken. Hij laat
eene jeugdige weduwe met één kindje achter.
Te Rotterdam waren van honderd
monsters melk, door de Vereeniging voor volks
gezondheid in de maanden Januari, Februari en
Maart onderzocht, 24 normaal, 48 arm, 28 zeer
arm. Meer dan drievierden der onderzochte melk
beantwoordden dus niet aan de zeer billijk gestelde
eischen, en ruim een vierde was zelfs zeer slecht.
Bij zes monsters bedroeg het gehalte aan vaste
stoffen nog geen 9 pet., en bij twee daarvan was
het vetgehalte nog niet één pet.
Een verschrikkelijk ongeluk is Zater
dag te Luik gebeurd. Lodewijk Winand, schoen
maker, werkte met zijn broeder aan een paar
laarzen, toen hij, licht noodig hebbende, de petro
leumlamp nam, en daar er maar weinig olie meer
in was, wilde hij deze vullen, terwijl zij nog
brandde. Ongelukkig stond het venster open en
een lichte wind joeg de vlam naar beneden. De
lamp sprong en de brandende olie spatte op den
ongelukkigen schoenmaker. Deze zou ongetwijfeld
levend verbrand zijn, zonder de hulp zijns broe
ders, die hem vast greep, op het bed wierp en
hem er in wentelde, tot de vlammen uitgedoofd
waren. Winand was echter zoo erg gebrand, dat
al de zorgen der geneesheeren vrachteloos bleven.
Woensdag-avond overleed de ongelukkige aan zijne
brandwonden. Ook in het dorpje Grand-Rechain
kostte het ingieten van petroleum in een brandende
lamp een menschenleven.
M. K. Beekman uit Tholeu, die on
langs aldaar een aanslag deed op het leven van
den notaris W., bevindt zich sedert Zondag in
het huis van arrest te Zierikzee. Hij was van de
eigenhandig toegebrachte wonden genoegzaam her
steld om vervoerd te kunnen worden en neemt
dagelijks in beterschap toe, wat hem allerminst
behaagt, aangezien hij verlangt te sterven. Hij
wordt dan ook dag en nacht streng bewaakt. Be
rouw over zijne misdaad heeft hij volstrekt niet.
„Want", zegt hij, „ik heb den heer W. niet
willen doodendaarvoor was het pistool te zwak
geladen en dan had ik hem wel in den buik of
voor het hart geschoten. Mijn doel was slechts,
hem een souvenir te geven voor het onrecht mij
aangedaan, en dan zelf te sterven. Zoowel het
een als het ander is mislukt en dat spijt mij."
Verder redeneert hij met de meest mogelijke kalmte
over zijn onschuld, zijn recht om zich te wreken,
daar sedert Thorbeckes dood toch geen recht meer
te krijgen is voor arme lieden van zijn soort.
Omtrent den te Houten gepleegden
moord wordt aan de N. R. Ct. nader gemeld, dat
minnenijd de drijfveer zou geweest zijn. Een jonk
man zou, geholpen door drie zijner makkers, den
moord hebben gepleegd uit wraakzucht, omdat de
verslagene de hand verworven had van het meisje,
dat hem had afgewezen. Het Utr. Dagblad echter
ontving de volgende lezingJ. H. v. R. is Zondag
avond door zijne familie te Maarsen, bij wie hij
geweest was, naar Utrecht gebracht om per spoor
naar Houten te gaanin plaats van dit te doen,
ging hij de stad weer in en kwam in de herberg
van Verwoerd, waar hij te kennen gaf te laat aan
den trein gekomen te zijn. Daar heeft hij met
iemand onderhandeld over een paard, en deze heeft
hem vervolgens gebracht tot den tol bij 't kerkhof
op den Houtenschen weg. V. R. wilde hem een
gulden geven, indien de man hem naar huis bracht,
doch deze wilde niet en gaf voor geen tijd te
hebben, 't Moet toen omstreeks halfelf geweest
zijn. V. R. is daarna naar een herberg gegaan
bij den spoorweg en moet daar ruzie gekregen en
gevochten hebben met poldergasten, dit is later
weer „afgedronken" (eene gewoonte van den ver
slagene). Na het verlaten der herberg (naar men
vertelt om twee uren, halfdrie) op weg naar huis
schijnt hij mishandeld te zijn geworden door twee
poldergasten, Winkel en Brouwer (beiden reeds in
hechtenis), althans toen twee anderen den weg
langs kwamen, vonden zij V. R. in ellendigen
toestand, doch nog levende, en wilden hem mee
nemen, doch V. R. wilde niet en moest eerst zijn
pet hebben, die hij was kwijtgeraakt; op eeni
gen afstand nabij de doornheg bij de Koppel zaten
de twee bovengenoemden en vroegen aan de twee
voorbijgangers of V. R. nog niet „kapot" was.
Toen hebben zij (W. en B.) naar het schijnt hem
verder vermoord en een eind weg in 't water ge
sleept. Het bovenstaande is in 't kort wat er al zoo
verteld wordtdoch de een weet dit, en de ander
iets anders. Dit is echter stellig waarheide per
sonen (de vermoedelijke moordenaars) hebben den
verslagene later uit het water gehaald, toen de politie
het lijk kwam halen.
Uit Metz wordt bericht, dat Hoedel
aldaar een dag en een nacht vertoefde in het
hotel Hess, voordat hij naar Berlijn ging. Des
avonds trachtte hij in de koffiekamer van het lo
gement door redevoeringen en het nitdeelen van
brochures propaganda te maken voor de sociaal
democratische partijhij schold daarbij op de
talrijke troepen, die het volk uitzogen enz., enz.
Hij vond echter geen bijval en de kasteleiu, die
blijkbaar sociaal-democraten niet wilde borgen,
eischte zelfs vooruitbetaling van logies. Hoedel
wierp hem daarop een thaler voor de voetendoch
de hierdoor beleedigde kastelein weigerde dien op
te rapen, hetgeen Hoedel derhalve zelf moest doen.
Zekere Beaux is op zijn terugweg
van Carcassonne, waar hij ter markt was geweest,
aangevallen en met stokslagen afgemaakt, nadat
hij, gelijk men beweert doch op welken grond
wordt er niet bijgevoegd, op zijn wagen in slaap
was gevallen. De bloedsporen toonden aan, dat
de moordenaars hnn slachtoffer nog over een af
stand van verscheiden kilometers hadden voortge
sleept. De daders van dit gruwelstuk zijn nog
niet ontdekt.
De „Événement" deelt eenige bijzon
derheden mede omtrent eene talrijke bende zak
kenrollers welke te Londen haar hoofdkwartier
heeft en welker leden, meest reeds herhaalde malen
veroordeeld, bij beurten in de verschillende landen
van Europa strooptochten ondernemen. Ook te
Parijs waren ettelijken hunner reeds gevat; een
zestal echter, vóór eenigen tijd aldaar aangekomen,
hadden zich nog aan de dienaren der gerechtigheid
weten te onttrekken. Zondag 11. brachten zij hun
eerste bezoek aan de tentoonstelling met eene
jonge vrouw, die reeds twee jaren prachtige kamers
in de Chaussée d'Autin bewoont en in de Parijsche
„beau monde" welbekend moet zijn onder den naam
van Emma Parker. Deze schoone dame heeft zelfs
verleden winter eene reeks van feesten gegeven, welke
door tal van bekende personen uit de financiëele we
reld en uit dien der schouwburgen werden bijgewoond.
Zij placht in den regel uit te gaan met een
livreibediende, zekeren Jackson, doch ditmaal had
deze de livrei uitgetogen en zich als heer bij
het gezelschap gevoegd. Deze omstandigheid wekte
de aandacht van een politie-agent, die de vreem
delingen in het oog hield en volgde naar eene
sierlijke villa in de Avenue d'Eylau, waar dien
zelfden avond de politie huiszoeking deed. Men
had niet misgetast en de leden van het gezelschap
werden in hechtenis genomen. Een hunner, zekere
Forster, verklaarde toen dat hij nog een tiental
compagnons wachtende was om een grooten slag
te slaan in de juweelen-galerij der tentoonstelling.
Zijne bende, zeide hij, hield zich met kleine dief
stallen niet op en ging tot geene operatie over,
welke niet voor het minst een honderdduizend
franken opbracht. Deze heeren werden thans
in de gevangenis van Mazas gevangengezet en de
schoone Emma Parker in die van Saint-Lazare.
De kassier van de Russische grond-
krediet-vereeniging, de kamerheer Juchanzeff, heeft
die maatschappij bestolen voor 2,123,000 roebels.
De bankier baron Stieglitz heeft die som uit eigen
middelen vergoed, omdat hij indertijd Juchanzeff
met warmte voor de betrekking van kassier had
aanbevolen. Aan den president der krediet-ver-
eeniging verklaarde hij, zich verplicht te gevoe
len de verantwoordelijkheid zijner aanbeveling te
dragen.
Het stoomschip „Empress of India"
is op het Ontario-meer onderstboven geslagen,
waardoor 18 personen verdronken zijn.