De laatste poorten, die de gemeente
Groningen omgeven, zullen ook weldra zijn ver
dwenen. De amotie namelijk der Botheringe- en
Ebbingepoorten in het noorden der stad zal in het
begin der volgende maand worden aanbesteed.
Woensdag-middag is een ruit van een
wagen tweede klasse van den spoortrein, van
Utrecht naar Maartensdijk vertrokken, door een
schot verbrijzeld. De passagiers kwamen er ge
lukkig met den schrik af.
Aan het station der Hollandsche
Spoorwegmaatschappij te Rotterdam werd Woens
dag ontdekt, dat de wisselwachters J. C. Dubois
en W. P. Spittuler, na aankomst van een trein
met een doek met visch onder den arm uit een
bagagewagen kwamen. Onmiddellijk werd een
onderzoek ingesteld. De wisselwachters ontkenden
aanvankelijk, maar weldra werd een groote schol,
in stukken gesneden, in den grond begraven ge
vonden. Toen bekende Spittuler, maar Dubois
bleef ontkennen, totdat een boezeroen met eenige
schollen uit een in reserve staand rijtuig 3de
klasse werd gehaald. De dieven zijn dadelijk in
hunne betrekking geschorst, en de politie, van
het geval onderricht, heeft proces-verbaal tege"n
hen opgemaakt.
Gisteravond omstreeks tien uren ge
raakte te Rotterdam op het Groenendaal bij de
Nieuwehaven een wagen met paard en koetsier in
't water. De man werd terstond aan den kant ge
haald en kwam met een nat pak vrij. De mariniers
van het in de nabijheid liggend wachtschip trachtten
met een sloep het paard te redden. Zij sneden het
los en sleepten het onder de brug van het Groe
nendaal en de brug aan 't eind der Nieuwehaven
door naar de Molenwerf, waar zij het dier langs
een trap aan wal brachten.
Gisterochtend zag men te Deventer
op eenigen afstand van de stad een zwaren brand.
Men verneemt dat de boerderij van een landbouwer
onder Olst geheel is afgebrand.
KOLONIËN.
BATAVIA, 15 Maart.
In den nacht van 27 op 28 Februari ontstond
er in de sociëteit te Muntok twist tusschen den
heer J. W. v. H., ontvanger van de in- en uit
voerrechten, en den heer Jan J. D. Van B., hulp
onderwijzer aan de openbare lagere school. De
heer v. II. had o. a. gezegd dat v. B. eiken dag
zijn ontslag kon wachten, omdat hij ongeschikt
was voor 't onderwijs. De heer v. B. ging hier
over, toen hij de sociëteit had verlaten, den hoofd
onderwijzer raadplegen. V. H. verliet de sociëteit
wat later, begaf zich naar zijn woning en wapende
zich met een groot tweesnijdend mes. Vervol
gens ging hij naar 't huis van v. B., vlak over
dat van den hoofdonderwijzer gelegen. V. H. ging
naar hem toe, en toen deze weigerde te vechten,
stak hij v. B. het mes in de zijde. Gelukkig bleek
de wonde niet doodelijk te zijn en is er alle hoop
op herstel. V. H. is natuurlijk gearresteerd.
Zeer onaangenaam, schrijft de Javabode,
heeft ons getroffen de inhoud van eenige artike
len in de „Straits-Times", waarin wordt mede
gedeeld dat baron De Overbeck, voor een te
Londen gevestigde machtige Engelsche maat
schappij, de inlandsche vorsten van Borneo's
Noordkust, van de Kimanis-rivier ten westen tot
de Sibuco-rivier ten oosten, heeft weten over te
halen de geheele kuststreek af te staan. De „Straits-
Times" is buiten zich zelve van voldoening en
tevredenheid en geeft een gloeiende beschrijving
van den vruchtbaren grond, de schatten daarin
verborgen, van prachtige havens, enz.
Van welken aard wijders het tractaat is, dat
baron De Overbeck met de inlandsche vorsten
gesloten heeft, ligt in 't duister, en evenmin is
bekend welke houding het Ned.-Ind. gouverne
ment tegenover de nieuwe vestiging op Borneo
zal aannemen. Niets belet, zegt de Locomotief,
het N.-I. gouvernement, te trachten de inlandsche
vorsten tot het erkennen onzer souvereiniteit over
te halen en daardoor de particuliere onderneming,
een private financieele speculatie van baron
De Overbeck binnen den kring van ons staats
verband te brengen. Of zulk eene handeling mo
gelijk is, staat nog te bezien. De vorsten schijnen
de gronden in eigendom te hebbeu afgestaan,
hunne rechten er op te hebben verkocht. Is dat
het geval, dan zou, wat die gronden betreft, hun
erkenning onzer souvereiniteit weinig baten. Ook
weet men niet, of de vorsten wellicht souvereini-
teits-rechten der Maatschappij van den heer De
Overbeck hebben erkend.
Door den gonvernenr-generaal van Ned.-Indië zijn de vol
gende beschikkingen genomen
Civiel Departement. Verleend: Een tweej. verlof naar
Europa, w. meer dan 15 jaren onafgebr. dienst in Ned.-Indië,
aan den pres. van den raad van justitie te Amboina, mr. W. F.
De Vogel; een tweej. verlof naar Europa, w. ziekte, aan den
ambt. voor de betr. met de inl. staten op noord-Sumatra, met
den rang van ads.-res. R. C. Kroesen; een tweej. verlof naar
Ned., w. ziekte, aan den arch. 1ste kl. bij den waterstaat H.
Th. Ziesel, en aan den 2den comm. bij het dep. van binn. best.
C. St.-Nicolaas. Ontslagen: Eervol, met behoud van recht
op pens. de hoofdond. aan de op. lagere school te Pekalongan
W. Becrekamp; eervol, de klerk bij het havendep. te Batavia
A. C. Arnold. Benoemd: Tot ambt. voor de betr. met de inl.
staten, toegevoegd aan den gonv. van Atjeh met den rang en
titel van ads.-resident, de ref. ter alg. seer. A. Sol; lot ond.
lste kl., W. A. G. Bakker; bij het binnenl. best. op de bezitt.
buiten Java en Madura: tot contr. lste kl. A. H. Westra en
M. H. Witbols Feugen; tot tijd. adsp.-contr., A. C. Kamp en
K. H. F. Roos; tot gouv. landmeter ter hoofdpl. Bandjermasin
J. H. Th. Dijkman. Verleend; Een tweej. verlof naar Ned.
w. ziekte aan J. Veltens, laatst hulponderw. aan de o. 1. sch.
te Bandoeng; aan den comm. 2de kl. bij den post.- en telegr.
dienst S. W. Tijdeman; een tweej. verlof naar Ned., w. meer
dan 12 j. onafgebr. dienst in Ned.-Ind., aan den 2den comm.
ter algem. secret. Th. W. Van der Zon Brouwer. Benoemd:
Tot secret, der res. Westerafd. van Borneo, tevens vendura.,
L. F. De Liser de Morsaintot adsp.-coutr. bij het binnenl.
best, op Java en Madura, E. M. Poortman. Bevorderd: Tot
2den comm. ter algem. secret. D. C. De Brnin.
Departement van Oorlog. Verleend: Een tweej. verlof naar
Ned., w. 15 jaren onafgebr. dienst in Nel.-Indic, aan den maj.
der cav. F. H. Van Boddien; een tweej. verlof naar Europa w.
ziekte aan den kapt. der inf. J. Tijl en aan den lsten luit. der
inf. R. K. Steringa; een tweej. verlof naar Ned. w. ziekte aan
den mil. apoth. lste kl. G. K. Timmer. Ontslagen: Op ver
zoek, eervol, de kapt. der art. W. Broese van Groenon. Ge
plaatst: Bij het 11de bat. inf. de kapt. G. Van Bijleveld; bij
het 13de bat. de lste lnit. J. C. H. G. Van Ueuu. Overge
plaatst: Bij het hosp. te Samarang, de off. v. gez. 2de kl.
F. J. A. Czurda; bij het garn. te Banjoewangie, de off. van gez.
2de kl. J. B. Van Delden; bij het 4de bat., inf. de lste luit.
II. F. O. Koppelman. Verleend: Een tweej. verlof naar Ned.,
w. ziekte, aan den paardenarts late kl. J. C. D. Minlot. Ont
slagen: Op verzoek, eervol, w. volbr. dienstt., met behoud van
recht op pens., de luit.-kol. der art. L. F. Hojel; eervol, w.
lich. ongeschiktheid voor den mil. act. dienst, met beh. van recht
op pens., de off. v. gez. 2de kl. E. A. Thor. Bevorderd:
Tot maj. bij de iof., D. Lucas, H. J. Boonk en J. Rüvekamp.
Departement van Marine. Verleend: Een tweej. verlofnaar
Ned., w. ziekte, aan den bootsman bij het marine-etabl. op On
rust A. P. Berkhuyseneen tweej. verlof naar Ned. w. ziekte,
aan den 2den opz. voor het vak van scheepsbouw bij het mari
ne-etabl. te Soerabaia, P. J. Fey. Benoemd: Bij het vak van
scheepsbouw aan het etabl. te Soerabaia, tot 2den opz. J. P.
KrenpeliBg, tot comm. A. Kooy. Verleend: Een tweej. verlof
naar Europa, w. ziekte, aan den hoofding. voor het vak van
scheepsbouw bij het marine-etabl. te Soerabaia, B. L. W. Eibach.
Benoemd: Tot lsten stuurman bij de gouv. mar., U, Uges en
C. Van Dort.
BUITENLAND.
Frankrijk.
Het „Journal des Débats" meldtMet het oog
op het besluit der Duitsche regeering, om geen
doek van een Duilsch schilder naar de Parijsche
tentoonstelling te zenden, dat betrekking heeft
op den oorlog van 187071, moest het betame
lijk worden geacht, dat wederkeerig elke Pransche
schilderij of teekening, waarvan het onderwerp ont
leend is aan den Fransch-Duitschen oorlog, ge
weerd werd. Wij meenen te weten, dat in den
ministerraad is overeengekomen een besluit in
dien zin uit te vaardigen, dat voor het overige
geheel overeenkomt met een besluit, dat reeds
door de commissie van toelating voor de jaarlijksche
tentoonstelling van schilderijen is genomen.
Den 29sten dezer zal te Parijs de uitgifte
plaats hebben van de aandeelen in de „Société
de l'Union générale, een nieuwe bank. Het kapi
taal is 25 millioen. President is de markies DePloeuc.
De hoofdpunten van het programma der
opening van de tentoonstelling op 1 Mei zijn vast
gesteld als volgt: De feestelijkheden beginnen
's voormiddags te tien urende president der
republiek neemt in groot maarschalks-uniform,
omgeven door zijn staf, de ministers, de andere
hooge staatsambtenaren en de leden van het corps
diplomatique, plaats op eene estrade, die op het
Trocadero, nabij de springfontein, wordt opgericht.
Achter de estrade, onder de kolonnade voor het
paleis op het Trocadero, worden 1500 plaatsen
beschikbaar gesteld voor aanzienlijke mannen en
hunne dames, en 5000 a 6000 plaatsen aan beide
zijden van de estrade en in de zij-kolonnade. De
troepen zullen ter weerszijden van de fontein ge
schaard staan; achter hen zullen 20000 personen
plaats kunnen nemen. De commissarissen der
vreemde afdeelingen met hun personeel, zoomede
het personeel der Pransche afdeeling, zullen bij de
plechtigheid zich op het terras van het Champ
de Mars bevinden. Precieste 10 uren zal de maar
schalk eene rede houden en verkondigen dat de
tentoonstelling geopend is. Op dat oogenblik zul
len fanfares weerklinken, terwijl het geschut aan
Parijs zal kenbaar maken, dat het oogenblik der
opening is aangebroken. De maarschalk zal zich
dan met zijn gevolg naar het Champs de Mars
begeven en de galerijen der tentoonstelling door-
loopen.
Grroot-Bï-itanïiië.
Aan de „Polit. Corr." wordt uit Londen gemeld,
dat het antwoord van den kanselier Andrassy
op de circulaire van lord Salisbury door het
Britsche kabinet ontvangen is en een gunstigen
indruk bij het kabinet heeft teweeggebracht.
Een bijvoegsel der „London Gazette" van
Donderdag bevat eene proclamatie der koningin,
waarin de uitvoer verboden wordt van torpedo's,
torpedo-booten en over het algemeen van alle toe
stellen, bestemd voor ontplofbare projectieleu.
Turkije.
Achmed Vefik pacha heeft zijn ontslag als
minister-president ingediend, dat echter geweigerd
werd. De sultan heeft hem ontslagen en Sadyk-
pacha tot zijn opvolger benoemd. In het keizer
lijk besluit wordt door den sultan aan Sadyk-pacha
aanbevolen voor de eerbiediging der constitutie
en de uitvoering der hervormingen te waken. De
nieuwbenoemde minister-president wordt geacht
meer Engelsch- dan Russischgezind te zijn.
Uit Scutari wordt gemeld, dat bij Podgo-
ritza tusschen de Turken en de Moutenegrijnen
een bloedig couflict heeft plaats gehad, wegens
eene schending van de demarcatie-lijn door de
Turken en een aanval van Montenegrijnen op een
Turksch dorp.
Telegrammen.
CALCUTTA, 18 April. Generaal Ross zal het
bevel voeren over de troepen die naar Malta
gaan, terwijl hij in het bijzonder bekleed is met
het bevel over de eerste brigade.
ATHENE, 18 April. Er is in Thessalië, door
Engelands bemiddeling, een wapenstilstand gesloten
tusschen Grieken en Turken.
BERLIJN, 19 April. Het bericht dat de voor-
loopige conferentie reeds door alle mogendheden
is aangenomen, is voorbarig, al is het waar dat
de toestand onmiskenbaar minder gespannen is.
Oostenrijk is ijverig werkzaam om de conferentie
te doen plaats hebben, en de kansen daarvoor zijn
in elk geval vermeerderd.
BUCHAREST, 19 April. De heer Stuart, de
diplomatieke Russische agent, heeft niet tot prins
Karei de dreigende taal gehouden, welke hem door
de „Polit. Corr." wordt toegeschreven. Hij heeft
eenvoudig den prins onderhouden over de span
ning, welke in de gemoederen werd levendig ge
houden door de heftige taal der pers en door de
discussie in het parlement.
WEENEN, 19 April. In berichten uit Bucha
rest wordt gemeld dat gisteren aldaar eene ge
heime zitting is gehouden, waarin Bratiano ver
klaarde dat de groote mogendheden besloten had
den, alleen die belangen krachtig te verdedigen,
welke zij als levensquaestiën beschouwen. Hij zeide
verder„Oostenrijk en Duitschland verlangen dat
Rusland geen inbreuk make op de vrije vaart op
den Donau. Wat de quaestie van Bessarabië be
treft, zou Rumenië kannen rekenen op hunne onder
steuning, in zoover dit vraagpunt verbonden was
t aan dat van de vrije vaart. Beide mogendheden
zouden zich vergenoegen met. de onzijdigverklaring
van den Donau, onder zekere waarborgen. Het kabi
net van Berlijn had zelfs als zijne meening te kennen
gegeven, dat het voor Rumenië voordeeliger zou zijn,
om met Rusland in eene schikking te treden." Bra
tiano besloot zijne mededeeling met de verklaring,
dat de toestand zeer ernstig voor Rumenië was. Deze
verklaring werd door een onstuimige discussie ge
volgd. Verscheidene senatoren en afgevaardigden, die
anders voor de regeering waren, verklaarden dat
Cogalniceano's tegenwoordigheid in het kabinet
geen vertrouwen meer inboezemde, noch in het
parlement, noch aan Europa. Cogalniceano ant
woordde dat hij met zijne ambtgenooten zou te
rade gaan en bereid was af te treden, wanneer het
parlement een afkeurend votum tegen hem uitbracht.