N*. 5577.
A0. 1878.
Zaterdag
20 April.
Tweede Blad
Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van Zon- en Feestdagen, uitgegeven.
INGEZONDEN.
LEIDSCH
*-
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per 3 maandenf 1.10.
Franco per post1.40.
Afzonderlijke Nommers0.02.
Gremengd. Nieuws.
De Weener politie heeft een dame in
hechtenis genomen, die met recht een prachtexem
plaar van de internationale demi-monde mag ge
noemd worden. Zij noemde zich gravin Helena
Gajewska en had een geheel bijzonder talent om
de juweliers te bedriegen. Zij kocht nl. zeer kost
bare juweelen op verschillende plaatsen, zooals te
Parijs voor 200,000 fr.te Marseille 150,000 fr.
te Yverdun 60,000 fr.te Nizza 35,000 fr.te
Monaco 20,000 fr.te Brussel 10,000 fr.enz.
Misleid door den schoonklinkenden naam, gaven
de juweliers haar alles op krediet. De op deze
wijze verkregen juweelen verkocht zij aan lieden
uit de groote wereld, die zij wijsmaakte dat zij
zich van haar sieraden ontdeed ten behoeve van
de gewonden van het Russisch leger.
Gewelddadiger dan dezer dagen de
lynchwet te Littleton (in Virginië) werd toegepast,
zal men wel zelden gehoord hebben. Zekere John
Wallace werd overtuigd van moord op zijne schoon
zuster, op het kind van deze en op een jong
meisje. Op zekeren dag werd zijne gevangenis
overvallen door 25 gewapende mannen, die de
wacht verjoegen en daarop het vertrek, waarin
Wallace was opgesloten, binnendrongen. De moor
denaar smeekte om genade, maar men had geen
medelijden. Men legde hem op den rug en bond
zijne handen. Een lang koord werd om den hals
gedaan en zoo werd de moordenaar eerst de trap
pen afgesleept. De barbaren spanden zich toen
achter elkander in het touw en begonnen zoo hard
zij konden te loopen langs den spoorweg tot op
een mijl afstands van Littleton, waar zij het bijna
vermorzelde lijk aan een boom ophingen.
Als eene opmerkelijke bijzonderheid,
welke een eigenaardig licht werpt op het afmakeu
van verdachte koppels rundvee, verdient vermel
ding dat in de afgeloopen week in de gemeente
Leimuiden de overblijfselen van 33 zoodanige
runderen zijn verkocht voor niet meer dan f 65
per rund, terwijl de gezamenlijke kooplieden daarna
de massa onder elkaar geveild en alstoen eene
winst van p. m. f 800 gedeeld hebben. Rekent
men voor elke huid f 10 van de primitieve op
brengst af, dan verkrijgt men voor elke koe eene
waarde van f 55, welke steeds door zoogenaamde
knorsen gegeven wordt aan veehouders voor een
uitgeziekt dier, dat, alvorens zijn natuurlijken
dood te sterven, de hals is afgesneden en dan uit
den aard der zaak bijna waardeloos is.
De heldendaden van het Rumeensche
leger in den laatsten Russisch-Turkschen veldtocht
zijn bezongen door den heer Alexandri, Rume-
niê's besten dichter, in een gedicht, „Penes der
Curcan" (de ganzeveder) getiteld, naar de veder,
die de mutsen der Rumeensche soldaten versiert.
Het is dezer dagen, in het Duitsch vertaald, in
eene Duitsche te Bucharest verschijnende courant
in het licht gegeven. Deze vertalirig moet afkom
stig zijn van de vorstin van Rumenië, geboren
prinses Elisabeth Yon Wied, en zij wordt zeer
geroemd.
Yerleden Zaterdag heeft een Capu-
cijner monnik, naar men zegt in zijne geestver
mogens gekrenkt, eeü aanslag gedaan op het leven
van den bisschop Guttadanza te Caltanisetta, op
Sicilië, en hem op het oogenblik dat hij, van een
wandelrit thuis komende, uit het rijtuig stapte,
twee messteken in de borst toegebracht. Eenige
karabiniers en de officier van justitie, toevallig in
de nabijheid, hebben den prelaat uit de handen
des moordenaars gered. Men weet niet of zijne
wonden gevaarlijk zijn. De monnik is gevat.
Dezer dagen is te Bern weder een
aanzienlijke diefstal van juweelen gepleegd. Een
persoon, zich noemende graaf Julius v. Perceval,
trad bij den juwelier Retouret binnen, en wenschte
twee armbanden met briljanten bezet te koopen,
welke door hem waren uitgestald. Den volgenden
morgen zou de juwelier er mede bij hem aan huis
komen, zijnde een der voornaamste hotels van de
stad. De graaf nam zelf de kostbare voorwerpen
aan en liet den juwelier in een zijkamer, omdat
hij ze aan zijn vrouw wenschte te laten zien. Toen
de graaf wat lang wegbleef, begon de juwelier
ongerust te worden en nader onderzoekende, was
noch een graaf, noch een gravin in het hotel
aanwezig; alleen vond men nog een tweeden uit
gang, langs welken de dief met zijn schat ter
waarde van 50,000 fr. de vlucht had genomen.
Een belooning van 2000 fr. is uitgeloofd voor
hem die den dief met het gestolene weet op
te sporen.
Men zal zich herinneren, dat er ach
en wee is geroepen over de buitensporig hooge
prijzen, die de logementhouders, kamerverhuurders
en leveranciers van alle artikelen te Weenen, tij
dens de wereldtentoonstelling aldaar, zich lieten
betalen. Te Parijs schijnt men in dat opzicht
Weenen te willen navolgen. De Parijsche corres
pondent van de „Daily News" vestigt er de
aandacht op. Verhuurders van gemeubileerde ka
mers doen eischen om er van te schrikken. Het
Grand Hotel heeft den prijs van het diner aan
de table d'hote verhoogd tot 8 fr. Eene andere
inrichting, bekend onder den naam van „Bouillon
Duval", waar de geringe burgerman tot dusver
een goeden maaltijd voor een matigen prijs kon
bekomen, wil zijn tarief verhoogen, namelijk met
twee sous per portie, en wat er nog bijkomt, de
porties worden ingekrompen. De correspondent
geeft als zijne meening te kennen, dat er te Parijs
schatten te verdienen zijn voor iemand, die ver
standig genoeg is gedurende de tentoonstelling
goedkooper dan ooit de menschen te bedienen,
en die dit voornemen ter openbare kennis brengt.
R echtzaken.
PRIJS DEB ADYERTENTIEN:
Van 16 regels
Iedere regel meer
Grootere letters naar plaatsruimte.
f 1.05.
Q17i
M. P., oud 14 jaar, couranlenjongen, wonende
te Groningen, heeft cassatie aangeteekend tegen
de beide tegen hem door het hof te Leeuwarden
in hooger beroep gewezen arresten, waarbij hij bij
het eene is veroordeeld tot gevangenzetting in een
verbeterhuis voor den tijd van 20 maanden en
bij het andere tot 6 maanden gevangenisstraf.
De rechtbank te Assen heeft den landbouwer
A. BI. te Roswinkel tot vier maanden gevange
nisstraf en f 50 boete veroordeeld wegens smok
kelen van gedistilleerd, van welk vonnis hij in
hooger beroep kwam. Bij de behandeling voor het
hof te Leeuwarden verklaarden de beide commiezen,
dat zij bekl. te ongeveer acht uren 's avonds naar
de Pruisische grenzen zagen gaan en hem ongeveer
te tien uren zagen terugkomen. Op vijf a zes passen
afstand riepen zij hem aan om (e blijven staan,
maar hij en zijn metgezel vluchtten. De commiezen
hebben nog geschoten, maar de vluchtenden ont
kwamen. Ruim een kwartier later kwamen de ge-
vluchten (zij waren achter een boschje omgeloopen)
wederom bedaard van de zijde der Pruisische grenzen,
maar zij hadden toen geen smokkelwaar meer bij
zich. Bekl. zeide, dat het onwaar isde commiezen
vergissen zich in den persoon, hij is naar Zwar
tenberg geweest om een smeersel voor een ziek
paard te halen en getuigen a decharge hadden
van W. B. gehoord, dat deze door de commiezen
voor A. BI. aangeroepen, doch ontkomen was. W.
B. echter verklaarde dat hij dien avond ook wel
gesmokkeld had, maar dat het overige van de ver
klaringen van bekl. niet waar was. De adv.-gen.
mr. B. W. N. Servatius requireerde en de rijks
advocaat mr. U. H. Huber concludeerde tot beves
tiging van het vonnis. De verdediger mr. J. J.
Willings achtte het overtuigend bewijs niet geleverd
en concludeerde tot vrijspraak. Uitspraak Zaterdag a.s.
In de 7de en 8ste Soirée littéraire frangaise,
die wij het genoegen hadden bij te wonen, werd
over Yoltaire gesproken op eene wijze die ons
werkelijk genot verschafte. Zijne loszinnige jeugd,
zijne vroegtijdige dichtproeven, de omgang met
Caumartin die zijn genie als geschiedschrijver te
voorschijn bracht, zijne betrekkingen met de
„Société du temple", die door hare lichtzinnige
zeden, overdreven scepticisme en letterkundig
purisme op dezen geest „plein de salpètre" een
tegelijkertijd gelukkigen en noodlottigen invloed
uitoefende, werden ons met evenveel scherpzinnig
heid als kennis voor oogen gesteld.
En nu de „Henriade". Ik geloof niet dat men
dat werk in korte trekken grondiger kan behan
delen. Met belangstelling volgden wij zoowel de
beschrijving van de samenleving der 18de eeuw
als de ontleding van dit dichtstuk en de aesthe-
tische verklaring der heerlijkste lafereelen. Bovenal
trof ons de juiste beoordeeling van dit heldendicht,
waarin de dichter zich te veel vasthield aan de
regelen van Aristoteles en Boileau, te werkelijk is
in zijne afschildering der zeden en zich te slaafsch
onderwerpt aan de wijsbegeerte ten nadeele van de
kunst „qui habite les regions de i'idéal."
Na deze krachtige philippica tegen de „Hen
riade" kwam het drama aan de beurt. Wij door
liepen de drie phasen van Voltaire's genie: zijne
navolging der classieken, zijn Shakespeareaansche
methode en zijn wijsgeerig stelsel. De verklaring
van Oedipus was kernachtig zoowel uit een ge
schiedkundig als aesthetisch oogpunt. Zaïre werd
meesterlijk geschetst en de vergelijking met Othello
droeg de algemeene goedkeuring weg. Vooral echter
boeide de verdediging der laatste werken van het dra
matisch repertoire, die wel niet schitteren wat de
kunst betreft, maar ons aantrekken door de uit
gewerkte typen die zij bevatten, en welke de
dichter als 't ware bezield heeft met zijne on
sterfelijke beginselen van staatkundige en gods
dienstige vrijheid.
Deze reeks van voordrachten werd besloten door
een woord van dank tot het „auditoire d'élite"
en door den uitroep: „Vive Leide, l'illustre
Athènes hollandaise, avec sa brillante jeunesse qui
marche avec tant d'entrain dans la voie de ses
pères, cette voie donl le poète latin a ditSic
itur ad astrawelk vivat werd beantwoord met
een driewerf herhaald salvo van toejuichingen.
Wij op onze beurt brengen den heer dr. Bal-
land onzen openlijken en innigen dank en hopen
dat hij ons in de aanstaande maand November
wederom vier of vijf van die soirées zal schenken,
die ons zooveel genot hebben gegeven door den
boeienden vorm, de nieuwheid der geschiedkun
dige gezichtspunten, den goeden smaak in de keus
der onderwerpen en de sierlijke voordracht.