moet nogal aanmerkelijk zijn, daar het want van ongeveer 9 schuiten daar geborgen was en slechts zeer weinig is kunnen gered worden. Wij mogen dit bericht niet sluiten zonder een woord van dank en hulde te brengen aan de ingezete nen in het zeedorp. Den mensch wien het hart op de rechte plaats zit, deed het goed te zien met hoeveel ijver en lust oud en jong in de weer was om te helpen redden wat nog te redden viel. Vrouwen en doch ters zagen we in edelen wedstrijd om zooveel mogelijk water aan te dragen tol blussching van den brand. Waarlijk, wanneer men zoo onze arme visschers en hunne vrouwen aan den arbeid ziet om te helpen waar het gevaar een ingezetene dreigt, dan dringt zich onwillekeurig de vraag aan ons op, of onder den ruwen bolster niet vaak een edeler, deel- nemender hart klopt dan het deel is van hen die den neus optrekken voor een woord dat, te kwade uur, wel eens ontsnapt aan den mond van den ruwen maar hartelijken visscher. Eere nogmaals èn aan de hoofden èn aan de manschappen der brandweer, en aan alle ingezetenen die met zoo voorbeeldigen ijver tot afwering van het gevaar hebben medegewerkt. Men schrijft ons uit Katwijk: In de afgeloopen week werd, door mooi weer en goeden wind begunstigd, de kantvisscherij voordeelig uit geoefend. Dagelijks kwamen 30 a 40 schuiten met levende visch aan 't strand, hetgeen veel drukte veroorzaakte. De besomming bedroeg van f 80 tot f 200 in 6 dagen, noordvaarders van f 150 tot f 230 in 10 dagen. De vischprijzen waren nog zeer hoog. Groot soort buitenlek werd schraal gevangengarnalen, meestal ter verzending naar Engeland, werden ruim aangevoerd. Drie personen stieten Zondag-middag in een sloot nabij Chartreuse bij Utrecht met den polsstok op een hard voorwerp. Aan den wal ge bracht, bleek het een ijzeren kist te zijn en wel de brandkist, die verleden jaar bij de firma Ber- kestein buiten de Weerd-Barrière aldaar is ontvreemd. Het driejarig zoontje van zekeren De K. te Haarlem is Zaterdag-avond in een put zijner woning verdronken. De ouders meenden eerst dat het kind was weggeloopen en lieten dit door den omroeper bekend maken, doch tot hunne ontsteltenis ontdekten zij het kind in den put en vonden slechts zijn lijkje. Op den Noord -IIollandschen spoor- weg is gisteren trein n° 10, komende van Den Helder, tusschen Velzen en Zandpoort met een zandtrein, die zich in noordelijke richting be woog, in botsing gekomen op ongeveer 20 meter voorbij de plaats, waar de lijnen in elkander loopen. Naar men verneemt, was de machinist van den zandtrein, meenende dat de personentrein reeds gepasseerd was, te vroeg van de zanderij nabij Driehuis vertrokken en was het hem, toen hij, op het vereenigingspunt aangekomen, den trein van Den Helder voor zich zag, onmogelijk, den van eene helling komenden geladen zandtrein achter uit te brengen. De remmer in den observatiepost van den zandtrein sprong tot zijn groot geluk, nadat hij zijn rem had vastgezet, van den wagen op den weg en ontsnapte daardoor aan een gewis- sen dood, want de wagen, waarop hij zich bevond, is geheel verbrijzeld. In het geheel zijn vijf zand- wagens geheel of gedeeltelijk vernield. Gok de twee locomotieven, de „Afrika" van den personen trein en de „Orion" van den zandtrein, hebben schade geleden. De butler van de „Orion" is in den stoomcilinder van de „Afrika" gedrongen en heeft een stuk daarvan afgescheurd. De rijtuigen van den personentrein hebben weinig geleden. Wat de op de beide treinen aanwezige menschen betreft, deze zijn er betrekkelijk gelukkig afgekomen. Een vijf- of zestal passagiers hebben lichte kwetsuren bekomen. Door den burgemeester van Velzen werd onmiddellijk een geneeskundige en de benoodigde politie toegezonden, om ter plaatse hulp te ver- leenen. De communicatie op den weg werd door overstappen op de plaats des onheils onderhouden. Vol geus een gisteren te Amsterdam ontvangen telegram is het goederenvervoer op den liibau-spoorweg gestremd, doordat een gedeelte dier baan onder water staat. De passagiers worden in schuiten overgebracht en van daar naar hunne bestemming vervoerd. Te Assen werden Zondag bij de gods dienstoefening in de Hervormde kerk een bankbiljet van duizend gulden en vijf gouden tientjes gecol lecteerd, aan welk geld de bepaalde bestemming was gegeven, dat daarvoor op het Paaschfeest de verpleegden in het armhuis moeten worden onthaald. Uit Venloo wordt gemeld: Daar de schuldige aan de herhaaldelijk gepleegde diefstal len van geld aan het station van het Staatsspoor alhier tot nog toe onbekend bleef, loofde de ex ploitatie-maatschappij f 25 uit voor hem, die den dader kon aanwijzen. Zaterdag nu gelukte het den spoorwegbeambte Servaas een jongen van achttien- jarigen leeftijd, die zich dagelijks aan het stations gebouw ophield, op heeterdaad te betrappen, ter wijl hij de geldlade van den buffethouder bestal, Dadelijk is de dief in verzekerde bewaring ge nomen. In den nacht van Woensdag op Don derdag jl. zijn tweelingen, ongeveer twee maanden oud, aan den Ringdijk, gemeente Watergraafsmeer, na het gebruik van gecondenseerde melk plotseliug overleden. De burgemeester heeft gemeend de be grafenis dezer kinderen niet te mogen toestaan voordat de lijkjes aan een onderzoek van deskun digen zijn onderworpen geweest, tot welk einde zij Zondag naar het gasthuis te Amsterdam zijn vervoerd. Zondag-morgen te ongeveer zeven uren is te Dordrecht aan de Hoogt eene alleen wonende vrouw, genaamd wed. L., in zittende houding op haren stoel dood gevonden. Het bleek dat zij aan eene hartkwaal was overleden. De stoomboot „Sc hl es w i g" is met eene lading van 400 ossen, 14 paarden en 1 buffel uit Amerika in Europa aangekomen. Slechts 4 dieren zijn op reis gestorven. Intusschen zijn velen van oordeel, dat het wel bij deze proef zal blijven, omdat de risico van de onderneming te groot is, en zelfs bij eene gelukkige reis, als deze eerste, de vracht op circa 8 pd. sterl. komt voor elk dier, als men alle onkosten in rekening brengt. Ten gevolge daarvan zou dat vee op de markt niet goedkooper aangeboden kunnen worden dan het Jutlandscbe. De groote katoenspinnerij te Hof, in Beieren, die 700 werklieden in dienst heeft, is een prooi der vlammen geworden. Zij was verzekerd voor 2,200,000 mark. Volgens een van de berichtgevers der „Times" is in Italië eene vervolging ingesteld tegen zekeren Carlistischen generaal Boët, als schuldig aan den bekenden diefstal van de sedert teruggevonden versierselen der Orde van het Gulden Vlies, toebehoorende aan don Carlos. Na op Cuba over een regiment het bevel te hebben gevoerd, waar hij, naar men zegt, van ettelijke opstandelingen losgeld aannam, die hij na het ontvangen daarvan vermoordde, nam deze man in 1873 bij don Carlos dienst en werd kort vóór het staken van den burgeroorlog zijn parti culiere secretaris, in welke hoedanigheid hij ver volgens de pretendent naar Parijs en naar Turkije vergezelde. Laatstgenoemde moet de zaak hebben willen sussen, maar de vervolging was reeds be gonnen. Twee der vermiste briljanten zijn teruggevonden. De geheele keten wordt op on geveer f 168,000 geschat. Een f ij n gekleed heertje, van om streeks achttien jaren, kwam Zaterdag in de ma gazijnen van het „Louvre", kocht er eenige klei nigheden en reikte een bankbiljet van 100 fr. over. De kassier bekeek het, zag dat het valsch was, en zeide het aan den kooper. „Valsch?" vroeg deze. Meteen haalde hij een echt bankbiljet van 500 fr. uit zijn brieventasch, zeggendezie daar een ander van 500. Hij wilde nu het eerste biljet terughebben, maar de kassier gaf het hem niet en ontbood heimelijk een commissaris van politie. Om het heertje op te houden, wendde de kassier voor, dat zijn kas niet ruim genoeg was voorzien om van het biljet van 500 fr. terug te geven en gelastte hij met een veelbeteekenenden wenk een der bedienden het biljet bij de hoofdkas te gaan wisselen. Middelerwijl werd het jonge mensch door eenige oppassers in het magazijn in 't oog gehouden totdat de commissaris van politie kwam. Deze legde bij zijne komst dadelijk de hand op den bedrieger en bracht hem naar het commissa riaat, waar hij hem ondervroeg. Aanvankelijk weigerde hij elk antwoord. Doch ten laatste, ziende dat zwijgen niets zou baten, bekende hij alles en noemde tevens al zijne medeplichtigen. Korten tijd daarna was de bende, die hare werkplaats had in de Rue Villedo, in verzekerde bewaring. Zij bestaat uit zes personen. De drukpersen, de inkt, het papier en alle toestellen zijn in de werk plaats gevonden. Ook waren er 550 biljetten a 100 fr. voorhanden, alle van serie P. n°. 1141 (gelijk er een in het magazijn van het „Louvre" was aangeboden), gereed om te worden uitgege ven. Het bestuur der Pransche bank heeft den kassier van het Louvre, aan wien men de ontdekking der bende te danken heeft, laten gelukwenschen met zijn kloek beleid. Madame Rachel was in het jaar 1868 een befaamd personage. Zij verstond de kunst om oude dames te verjongen en jeugdige schoouen voor de onverbiddelijke kenteekenen des ouder- doms te vrijwaren, door een geheim middel voor uitwendig gebruik, bestempeld met den naam van„Beautiful for ever". Bij nader onderzoek bleek het eene kwakzalverij te zijn, en daar ma dame Rachel zich niet ontzag belangrijke sommen aan dames af te persen, die met haar in connec tie stonden, geheimen wist te ontwringen aan schuldige echtgenooten en voor de bewaring van hartsgeheimen later ontzettende sommen eischte en haar „Beautiful for ever" aan allerlei intriges en slechte praktijken wist dienstbaar te maken, viel zij ten laatste in handen van het gerecht en verdween. In het jaar 1873 kwam zij, na vijf jaren in eene gevangenis gezucht te hebben, we der te voorschijn en vestigde zich andermaal in het beste gedeelte van Londen, om in het geheim hare vorige zaak voort te zetten. In dien tusschen- tijd was zij „Arabian perfumer to the Queen" geworden, althans dit stond op een vensterglas geschreven. Men achtte de „koninklijke perfumer" na de ontvangen les geheel onschadelijk gemaakt, maar onlangs bleek, dat madame Rachel van 1878 dezelfde als die van 1868 was. Eene Italiaansche schoone, gehuwd met den rijken bankier Pearse, vervoegde zich bij madame Rachel om „geëmail leerd" te worden. De wassching en reiniging en het „emailleeren" waren afgeloopen. Bij het ver nissen werd echter door de beroemde parfumeuse 2000 pd. st. geëischt. Tot 50 pd. st. terugge bracht, werd de som betaald. Mevrouw Pearse stond juweelen aan madame Rachel af, maar bij de ontdekking van het bedrog daar zij door eene huidontsteking werd aangetast, die door het „emailleeren" veroorzaakt was bekende zij aan haren echtgenoot de geheele zaak. Deze maakte het crimineele geding aanhangig. Voor het crimi- neele Londensche gerechtshof werd madame Rachel van oplichterij en diefstal beschuldigd. Mevrouw Pearse was de hoofdgetuige en de advocaten be grepen het wanhopige hunner taak. Het proces was afgeloopen. De voorzittende rechter vroeg ten slotte aan beklaagde: „Wat hebt gij in het midden te brengen opdat geen vonnis over u uitgesproken worde?" Beklaagde verhief zich fier. „Rechters van EngelandIk vraag geen medelijden, ik vraag genade voor mijne onschuldige kinderen. Veroor deel mij, ik ben bereid het vonnis aan te hoo- ren Maar gij, rechters, wat is uw oordeel over de vrouw (op mevr. Pearse wijzende), die bekent, somtijds op éénen dag voor f 240 parfu merieën gekocbt te hebben, maar wier vader, de groote zanger van weleer, signor Mario, zijn laat- sten stoel verkocht om een stuk brood te koo- pen?" Er heerschte eene pijnlijke stilte. Toen werd madame Rachel door den opperrechter tot vijf jaren tuchthuisstraf veroordeeld. De berichten omtrent den hongers- nood in China blijven zeer ongunstig. Een bericht van 23 Februari luidt: „De hongersnood heeft zich thans ook over de noordelijke provinciën uitgebreid. De ellende is zonder voorbeeld. In acht provinciën werden de grondeigenaren van belasting vrijgesteld, maar deze hulp komt te laat. De hulpmiddelen der regeering zijn uitgeput. Men vreest dat een groot deel van het rijk geheel ontvolkt zal worden." R echtzaken. Een matroos der marine, die een kwartiermees ter geslagen had, is door het hoog militair ge rechtshof veroordeeld tot vijf jaren krui wagenstraf, na vooraf vervallen te zijn verklaard van den militairen stand. Hij is gisteren van Zr. Ms. wacht-.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1878 | | pagina 2