trouwen der zieken te winnen, gaf hij voor van
adel te zijn, doch er veel van te houden om zich
in arbeiders-kostuum te kleeden.
Woensdag kwamen bij Nieuwediep
twee visschers jammerlijk om het leven. Terwijl
een der drie opvarenden eener Urker schuit de
kor over boord wilde laten, geraakte hij in de
korlijn verward en ging mede over boord. Zijn
kameraad, hem willende helpen, deelde in hetzelfde
lot, en voordat de jongen huu een lijn kon toe
werpen, waren beiden in de diepte verdwenen.
De jongen sneed nu de korlijn af, liet de schuit
voor den wind „om" gaan en hield op eene andere
schuit aan om het gebeurde mede te deelen. Van
dit vaartuig ging nu één man over, die de schuit
te Nieuwediep in de haven bracht.
Véór een paar dagen werd gemeld,
dat op de veiling te Overveen voor een bed enkele
witte hyacinten de enorme prijs van f 700 werd
besteedbij eene volgende verkooping was de koop
lust zoo groot, dat een bed bollen van dezelfde
soort den ongekenden prijs van f 950 opbracht.
Te Weenen is dezer dagen iemand in
de rechten gepromoveerd „sub auspiciis impera-
toris", een groote zeldzaamheid, die den promo
vendus ten deel viel wegens zijne hooge bekwaam
heden. Hij heet Victor Waldner, uit Gaillhal in
Karinthië, en ontving van den keizer een ring als
promotie-geschenk.
Te Riga kan de scheepvaart als ge
opend beschouwd worden. Het ijs drijft in afzon
derlijke schotsen naar beneden. Verscheidene stoom-
en zeilschepen zijn voor de stad aangekomen.
KOLONIËN.
BATAVIA, 8 Maart.
Door den gonvemenr-generaal van Ned.-Indië zijn nog de vol
gende beschikkingen genomen
Departement van OorlogVerleend: Een tweej. verlof naar
Ned., w. ziekte, aan den kapt. van den gen. staf W. H. Sta-
verman; een tweej. verlof naar Enropa, w. ziekte, aan den onder-
int. 2de kl. Ch. Fnhri; een tweej. verlof naar Ned., wegens 15
jaren onafgebr. dienst in Ned.-Indië, aan den kapt. der inf. P.
H. H. Ronts; een tweej. verlof naar Enropa, w. idem, aan den
kapt. der iBf. J. P. J. Schulmayer; zes maanden verlof naar
Eoropa, w. ziekte, aan den off. van gez. 2de kl. C. Th. J. W.
Osterloheen tweej. verlof naar Ned., wegens 15 jaren onafg.
dienst in N.-Indië, aan den lsten. luit. der inf. W. K. M. De
Riel; een tweej. verlof, w. 12 jaren onafgebr. dienst in N.-I.,
aan den kapt. der inf. F. Anten. Bevorderd: Tot mil. apoth.
2de kl., C. T. Weidner; tot lnit.-kol. command, van het reg.
cav. H. K. E. Perié; tot off. van gez. 1ste kl. dr. J. R. H.
Van Son. Ontslagen: Op verzoek, eervol, w. volbr. dienst
tijd, met behoud van recht op pens., de luit.-kol. command, van
het reg. cav. A. Koenen; idem, de maj. der inf. G. De Bont;
eervol, w. lichamel. ongeschiktheid voor den act. dienst, met bch.
van recht op pens., de off. van gez. 2de kl. C. Th. J. W. Osterloh.
Geplaatst: Als adm. van het hosp. te Samarang, de lste luit.-
kwart. A. P. Kuipers; bij het 9de bat. inf., de kapt. H. W.
F. Framburg; bij het 10de bat., de 2de luit. J. D. Augustijn;
bij het 11de bat., de kapt. C. B. A. Opscholtens en als adjud.
de lste luit. D. W. A. Graichen; bij het 10de bat., de kapt.
M. L. L. Schellbjj de 9de comp. art. te Batavia, de lste luit.
der inf. H. J. Djjckmeester. Overgeplaatst: Bij de 5de
afd. dep. van oorlog, de 2de luit.-kwart. W. J. Zwager; bjj het
alg. tevens afd.-kleedingmagazijn te Batavia, de 2de luit.-kwart.
J. E. De Visser; bij het garn.-kleedingmag. te Padang, de 2de
luit.-kwart. J. C. P. K. Wilderink; bij de intend, te Atjeh de
2de luit.-kwartierm. J. H. A. Albrecht; bij het hosp. te Willem
1 de off. van gez. 2de kl. J. J. P. Landmanbij het 13de bat.
inf. de kapt. R. J. G. M. De Bruyn; bij hét 18de bat. de lste
luit. D. C. A. Smit.
BUITENLAND.
Frankrijk.
Prins Murat, de laatste zoon van Joachim Murat
en vader van de hertogin de Mouchy, is overleden.
Bijna gelijktijdig is een te Parijs hooggeacht
man gestorven: de ingenieur Belgrand, lid van
het Instituut en inspecteur-generaal der bruggen
en wegen en van het rioolstelsel in de hoofdstad.
Hij is de aanlegger van de kanaalwerken, die het
water van de rivieren de Vanne en de Dhuys naar
Parijs voeren.
Grroot-Britaynië.
In het Lagerhuis verklaarde sir S. Northcote
gisteren dat de regeering al het mogelijke doet
om den vrede in Thessalië te herstellen. De Porte
had beloofd de ongeregelde troepen uit dat gewest
te zullen verwijderen. De minister Smith zeide,
in antwoord op eene vraag van Campbell, dat hij
het bericht betredende het landen van Britsche
marine-soldaten te Tenedos ongegrond achtte.
Turkije.
De „Polit. Corr." meldt, dat den Ssten dezer
6000 Turken, met zes stukken berggeschut, uit
Volo naar Yelestino zijn opgerukt. Een gedeelte
daarvan moest strekken tot versterking van het
corps van Karditscha te Larissade overige troepen
zouden zich, onder Iskender-pacha, verder naar
Hagia begeven. Te Yolo duurden de huiszoekingen
en arrestatiën voort. Zelfs waren Turksche soldaten
in de woning van den Oostenrijkschen consul
aldaar doorgedrongen.
Rusland.
Het promemorie aan de mogendheden waarvan
de „Agence Russe" melding maakte, is hetzelfde
stuk, dat Woensdag door de „Times", in een uit
Petersburg ontvangen telegram, openbaar gemaakt
is, maar door de Britsche regeering toen nog niet
ontvangen was. Het bestrijdt vooreerst de meening,
als zou het tractaati van San-Stefano een Slavi-
schen, van Rusland afhankelijken Staat gevormd
hebben. Het feit, dat dit tractaat een preliminair
tractaat genoemd was, toonde aan, dat Rusland
het niet eigenmachtig ten uitvoer dacht te leggen.
Ook zou Bulgarije in geene hoogere mate onder
Ruslands toezicht stqan dan b. v. Rumenië. Rus
land had twee jaren voor de bezetting van Bul
garije als maximum aangenomen, omdat de orde
in dat land natuurlijk gehandhaafd moest worden
en het den tijd der bezetting niet onbepaald wilde
laten, ten einde de verdenking te ontgaan alsof
het Bulgarije voorgoed wilde annexeeren. De Rus
sische regeering is bereid, dien tijd te verkorten,
indien het zonder schade voor de belangen der
bevolking van Bulgarije geschieden kan. De gren
zen van Bulgarije waren slechts in algemeene
bewoordingen aangegeven. Eene gemengde com
missie zou die nader vaststellen. Men had Rusland
verweten, dat het Bulgarije tot aan de Egeïsche
Zee wilde uitstrekken, maar de conferentie van
Konstantinopel zelve had geoordeeld, dat het land
zonder havens niet bloeien kon en Engeland en
de Staten der Middellandsche Zee zouden van dien
bloei het meeste voordeel trekken. Wat den in
te voeren regeeringsvorm betreft, Rusland meent
zooveel mogelijk gezorgd te hebben, dat de Bul
garen daarbij vrijheid van handelen en de mogend
heden den noodigen invloed zouden bezitten.
Yoorts geeft prins Gortschakoff zijne verwondering
te kennen over de bedenking, alsof Rusland, door
ook omtrent Thessalië en Epirus in het tractaat
bepalingen op te nemen, zijn invloed nog verder
dan Bulgarije had willen uitstrekken. Rusland
had slechts het verwijt willen ontgaan, als had
het de Grieken vergeten; maar wilden de mogend
heden beter voor hen zorgen, dan konden deze
haren gang gaan. Rusland had voor Thessalië en
Epirus niet gelijke autonomie als voor Bulgarije
willen eischen, omdat men dan gezegd zou heb
ben, dat het Turkije wilde vernietigen.
Betreffende Bessarabië zegt prins Gortschakoffj
dat het teruggeven van die landstreek slechts het
herstel van den toestand vóór 22 jaren beoogde,
omdat er sedert de internationale regeling van
de scheepvaart op den Donau voor het laten van
Bessarabië in niet-Russische handen geen reden
meer bestond. Bovendien zou Rumenië in het bezit
van de geheele Delta van den Donau komen, en
de Russische rijks-kanselier meent, dat die omstan
digheid het oordeel over het teruggeven van Bessa
rabië aanmerkelijk wijzigen moet. Wat nu de
bedenkingen tegen Ruslands aanwinst van gebied
in Armenië aangaat, Engeland had wellicht liever
gezien dat deze achterwege gebleven was, maar
om dezelfde reden wenschte Rusland het veroverde
gebied te behouden. Had Engeland het verlies van
gebied aan Turkije willen besparen, dan had het
in 1876 niet tot tweemaal toe moeten weigeren
om Turkije tot reden te brengen. Maar Rusland
moest voor zijne opofferingen nu niet alleen schade
loos gesteld worden, het moest ook zekerheid
verkrijgen voor de toekomst. Russische legers
hadden reeds driemaal in eene halve eeuw Kars
moeten belegeren; dat moest niet weder noodig
kunnen zijn.
Ten opzichte van de vergoeding der oorlogs
kosten geeft prins Gortschakoff toe, dat het gemis
van stellige bepalingen dienaangaande in het vredes-
tractaat reden geeft voor de vraag, of Rusland
de Porte voorgoed in bedwang wil houden. Maar
het was moeielijk om de Turksche schatkist tot
verplichtingen te dwingen, die het toch niet zou
kunnen nakomenRusland wilde ook niet de
rechten der andere Turksche schuldeischers ver
korten; de vergoeding stond in de verste verte
niet in verhouding tot de door Rusland gemaakte
kosten, en zoo eindigt prins Gortschakofftegen
wantrouwen is geen geneesmiddel, Ten slotte vraagt
de Russische rijks-kanselier welke voorstellen En
geland zou willen doen om eene duurzame en
vreedzame oplossing der bestaande moeielijkheden
te verkrijgen.
Yolgens de „Agence russe" zegt Gortschakoff
in de circulaire, welke bij de memorie is gevoegd,
dat de regeering de circulaire van Salisbury met
nauwgezetheid heeft overwogenzij heeft daarin
aanleiding gevonden tot opmerkingen, maar zich
onthouden van eenig formeel voorstel. De Engelsche
regeering zegt niet wat zij wilhet zou goed zijn
dit te weten, om den toestand tot klaarheid te
brengen. Wat het congres betreft, Gortschakoff
herinnert er aan, dat Rusland aan de mogendheden
officieele mededeeliug heeft gedaan van den tekst
van het tractaat, terwijl het verklaarde, dat de mo
gendheden volle vrijheid zouden hebben van oor-
deelen en handelen, maar tevens dat gelijk recht
aan Rusland toekomt.
Telegrammen.
BERLIJN, 11 April. Bratiano heeft gister
namiddag opnieuw een langdurig onderhoud met
Von Bismarck gehad en is 1s avonds naar Weenen
vertrokken.
De reis des keizers naar Wiesbaden is op 29
dezer bepaald.
BUCHAREST, 11 April. Russische troepen
zijn gezien te Bracadir, Stoeni en Dobreni.
BRUSSEL, 11 April. De avondbladen geven
een résumé van eene circulaire, die door Gort
schakoff aan de mogendheden gericht zou zijn, en
waarin punt voor punt de bezwaren van Oostenrijk
tegen het tractaat van San-Stefano zouden weerlegd
worden. In dit stuk wordt bevreemding uitgedrukt,
dat Oostenrijk niet de gelegenheid heeft aange
grepen om Bosnië en Herzegowina onder zijne
bescherming te nemen. De Russische regeering
meent dat een vergelijk tusschen de beide mogend
heden betreffende de wijzigingen in het Parijzer
tractaat toelaten zou een grondslag te vormen, die
aan dat tractaat het karakter van een collectieven
waarborg zou verleenen.
WEENEN, 11 April. De „Polit. Corr." bevat
een bericht uit Cattaro, dat in den geheelen omtrek
van Antivari een levendige en bestendige tegenzin
zich tegen de vereeniging met Montenegro opeu-
baart. De bevolking van de streek tusschen Dul-
cigno en Bojana weigert het wapen van Montenegro
aan te nemen; zonder onderscheid van geloofsbe
lijdenis verklaart zij zich luide en beslist ten gunste
van een vereeniging met Oostenrijk.
KONSTANTINOPEL, 11 April. De khedive
heeft bericht gezonden, dat hij over veertien dagen
te Konstantinopel zal zijn, om den sultan zijne
hulde te brengen.
SHANGAE, 11 April. De hongersnood ver
meerdert en de ellende is groot. Er is geen regen
gevallen.
PETERSBURG, 11 April. Het „Journal de
St.-Pétersbourg" bevat eene beschouwing over de
laatste redevoering van lord Beaconsfield in het
parlement. Het wil in geene beoordeeling treden
van de overdreven voorstellingen aangaande de
absolute waarde der verdragen van 1856 en 1871,
sedert de Engelsche vloot, ondanks die verdragen,
de Dardanellen is binnengestevend. Het is de
vraag, of de redenen, welke thans worden aange
geven voor de weigering van Engeland, om aan
het congres deel te nemen, niet bloot veront
schuldigingen zijn, ter verberging van andere be
weegredenen. Het artikel besluit met de verklaring,
dat niet al te veel gewicht moet worden gehecht aan
eene redevoering, welke een zuiver parlementair en
huishoudelijk karakter heeft, en bestemd was om
op de openbare meeaing te werken en de aanne
ming van het adres te verzekeren.
PARIJS, 12 April. Aan het „Journal des Dé-
bats" wordt uit Weenen gemeld: De laatste uit
Bucharest ontvangen berichten zijn van veront
rustenden aard. De reis van den heer Bratiano
heeft Rusland gekrenkt, eD deze mogendheid trekt
thans troepen in Rumenië te zamen, met het doel
om het Rumeensche leger te ontwapenen en een
voorloopig bewind in te stellen. De Russische
invloed heeft in Konstantinopel de bovenhand.