Dinsdag
5 Waart.
JV°. 5538.
A°. 1878.
Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van Zon- en Feestdagen, uitgegeven.
STADS-BERICHTEff.
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per S maanden.1.10.
1.40.
franco per post.
Afzonderlijke Nommers0.02.
PRIJS DER ADVERTENTIES:
Van 16 regels1.06.
Iedere regel meera 0.171.
Grootere letters naar plaatsruimte.
Vergadering ran den Gemeenteraad Tan Leiden,
ep Donderdag 7 Maart, dea namiddags te twee uren.
Punten ter behandeling:
1°. Benoeming van een tijdelijk lid der Commissie van financiën.
2°. Idem als voren van de Commissie voor de strafverordeningen.
3°. Verzoek van A. Koos, om een vischverkoopershuisje te plaatsen
aan de Aalmarkt. (38)
4°. Idem van de firma Tieleman en Dros, om eene overdekte
loopbrug te leggen over de Vleerensteeg. (39)
5°. Idem van J. C. Van der Tas en G. Splinter, om twee brnggen
te leggen over de sloot bij de Heerenlaan. (40)
6°. Idem van F. A. Van Dam, om ontslag als onderwijzer 1ste
klasse aan de jongensschool der 2de klasse. (43)
7°. Voordracht betrekkelijk bet personenstation van den spoorweg
Leiden-Woerden. (41)
8°. Idem betrekkelijk de openbare verbaring van huizen. (42)
9°. Kekeuing van de Kamer van Koophandel en Fabrieken over
1877. (37)
LEIDEN, 4 Haart.
Welke ook de beslissing zij aangaande de plaats
van het personenstation alhier, zeggen B. en Ws.,
daardoor kan uit den aard der zaak geene wijzi
ging worden gebracht in de verplichting van de
spoorwegmaatschappij LeidenWoerden tot aan
sluiting en tot het doorgaand vervoer per spoor
weg, hetgeen blijkens de discussiën in de zitting
van 14» Februari wel eenigermate schijnt te zijn
uit het oog verloren. Yan eene ontheffing van
verplichtingen bij de concessie of het raadsbe
sluit van 26 Juni 1875 opgelegd, was geen sprake
hoegenaamd. Het gold alleen de vraag wat voor
deze gemeente meer gerief zou aanbieden: een
personenstation buiten de voormalige Wittepoort
of een gemeenschappelijk station met den Hol-
landschen spoorweg buiten de voormalige Rijns-
burgerpoort.
Bij het uitbrengen van hun advies van 4 Februari
jl. hebben B. en W. dan ook de zaak uit dat standpunt
beoordeeld, en als hun gevoelen te kennen gege
ven dat een station buiten de voormalige Witte
poort meer gelegen moest worden geacht voor het
meerendeel der ingezetenen en alzoo de plaatsing
van een station aldaar wenschelijk scheen, evenwel
onder de uitdrukkelijke voorwaarde dat gelegen
heid werd gegeven om, desverkiezende, ook aan het
station van den Hollandschen spoorweg af te stap
pen, en dat tevens aan het bestuur van den spoor
weg LeidenWoerden in overweging zou moe
ten worden gegeven om, wanneer een gemeen
schappelijk station mocht tot stand komen, alsdan
ook plaatskaartjes aan het goederen station buiten
de voormalige Wittepoort te doen afgeven. B. en
Ws. waren van oordeel dat, nu de aansluiting en
het doorgaand vervoer per spoorweg door de vroeger
vastgestelde bepalingen verzekerd was, de zaak
op deze wijze het meest in het belang van de
gemeente Leiden zou kunnen worden geregeld.
Intusschen mogen zij niet ontkennen dat door
de oprichting van een afzonderlijk personenstation
wellicht eene geregelde aansluiting en het door
gaand vervoer eenigermate zouden kunnen worden
belemmerd of bemoeilijkt, en al is dit eene aan
gelegenheid van zuiver algemeen belang, waarbij
de belangen van de gemeente Leiden als zoodanig
niet zijn betrokken, zoo mag deze omstandigheid
wel van eenigen invloed zijn op het door het
gemeentebestuur in deze uit te spreken oordeel
over de plaats waar het station zal worden opgericht.
Of nu inderdaad de aansluiting en het door
gaand vervoer hinder zullen ondervinden door de
oprichting van een afzonderlijk station is, dunkt
hun, eene vraag, waarvan de beantwoording niet
behoort tot de competentie van het gemeentebe
stuur, als moetende die worden overgelaten aan
de beslissing van de regeering. Op dien grond
achten zij het in de gegeven omstandigheden
raadzaam dat aangaande de plaatsing van het
station geen bepaald oordeel door het gemeente
bestuur worde uitgesproken, en dat in dien zin
de vraag van het bestuur van den spoorweg Lei
denWoerden worde beantwoord onder teken-
nengeving dat, welke ook de beslissing zij aan
gaande de plaatsing van het personenstation, het
in het belang van de ingezetenen zeer gewenscht
wordt geacht dat op beide plaatsen, zoowel aan
het station van den Hollandschen spoorweg als
aan het station buiten de voormalige Wittepoort,
gelegenheid aan de reizigers wordt gegeven om
desverkiezende af te stappen en tevens zich aldaar
van plaatskaartjes te voorzien.
Aan de universiteit alhier is Zaterdag
bevorderd tot doctor in de letteren de heer A.
W. Yan Geer, geb. te Rotterdam, na openbare
verdediging van zijn academisch proefschriftDe
fontibus Plutarchi in vitis Gracchorum.
De Leidsche tooneelvereeniging „Jacob Cats"
hield Zaterdag-avond in de Stadszaal eene openbare
vergadering, welke, behalve door de leden met hunne
dames, door een groot aantal geïntroduceerden
werd bijgewoond. Een drietal blijspelen werd
opgevoerd, t.w.: „Genezen" en „Een leugenaar
die op 't laatst gelooft dat hij de waarheid spreekt,"
beide bewerkt door Servaas de Bruin, alsmede
„Eens gekocht, blijft gekocht," door Justus Van
Maurik. De werkende leden gaven daarin blijken
van goede opvatting en bewezen dat zij ook wat
hun spel betreft sedert de laatste voorstelling be
langrijke vorderingen hadden gemaakt. Den aan
wezigen werd daardoor een genoeglijke avond ver
schaft, waarvan de dilettanten door de herhaalde
toejuichingen de sprekende bewijzen mochten
ontvangen. De pauzen werden aangevuld door
muzikale voordrachten, waartoe mej. A. Taverne
en de heeren H. A. Grentzius en J. G. Arentz,
kunstlievende leden der vereeniging, hunne wel
willende medewerking verleenden. Ook hunne
solo's en duo's voor piano, cornet en viool werden
door de geheele vergadering blijkbaar met inge
nomenheid ontvangen en ondervonden eene wel
verdiende waardeering. Na afloop der uitvoering
werd hun dan ook door den president namens
het bestuur en alle aanwezigen in een kort woord
hartelijk dank gezegd voor het geschonken ge
noegen, met den wensch dat de liefde die zij
thans voor de vereeniging gevoelen, zoo niet vermeer-
dere dan toch steeds dezelfde blijve; terwijl aan de
medewerkende dame tevens als blijk van waardeering
een bouquet werd aangeboden. Daarna werd gele
genheid tot dansen gegeven, waarvan door zeer velen
in opgewekte stemming werd gebruik gemaakt.
Tot bijwoning der buitengewone kinder
voorstelling in het Nutsgebouw op morgenavond
zijn de jeugdige weezen van Leiden door den heer
A. D. Bamberg genoodigd, die daarmede een
voor die kinderen niet onaardig blijk van liefda
digheid geeft.
Aan den heer M. A. Gooszen, pred. te
Schiedam, is wegens de aanneming van zijne be
noeming tot kerkelijk hoogleeraar in de godge
leerdheid alhier, met ingang van 1 Juni eervol
ontslag uit de evangeliebediening verleend.
Een gedeelte van de uitgaaf der wetenschap
pelijke uitkomsten van de reis van de „Challenger"
is, volgens den Spectator, aan een Nederlandsch
natuurkundige opgedragen, namelijk aan dr. P. P.
C. Hoek alhier.
W. F. Stijger, wonende in de Korte Raam-
steeg N'. 78 alhier, mocht heden den dag her
denken, waarop hij 50 jaren geleden als knaap
van veertien jaren in dienst kwam op de fabriek
van den heer Le Poole, waar hij nu nog als
meesterknecht der jongensafdeeling werkzaam is.
Zijne patroons verhoogden voor hem de vreugde
van dezen dag door hem als blijk van waar
deering een gift te schenken.
Bij de heden gehouden openbare verkoo-
ping van cokes van partijen van 100, 50, 10 en
5 hectoliters waren de hoogste prijzen 26.00,
13.50, f 2.90 en 1.40; de laagste f 26.00,
13.50, 2.70 en ƒ1.35.
Door dc subcommissie te Noordwijk voor
de Sophia-stichting is aan de hoofdcommissie over
gemaakt ƒ140, waaronder ƒ13.50 als opbrengst
van de in Januari jl. door de rederijkerskamer
aldaar gegeven voorstelling.
Aan de Yereeniging tot voortdurende on
dersteuning der nagelaten betrekkingen van ver
ongelukte visschers der reederijen te Katwijk a/Z.
en te Noordwijk a/Z. heeft de heer J. v. d. Feitz,
vroeger predikant te Katwijk, laatstelijk rustend
predikant te Arnhem en aldaar den 15den Fe
bruari overleden, bij testamentaire beschikking
f 5000 gelegateerd.
De Staatscourant behelst een kon. besluit
van 27 Febr., inhoudende bepalingen, welke
strekken om de jongelieden, die de lessen van het
middelbaar onderwijs met vrucht hebben bijgewoond,
de lessen van het hooger onderwijs volgen of zich
wijden aan de studiën, betrekking hebbende op
den handel, de nijverheid of den landbouw, door
verkorting van oefeningstijd, niet langer door den
werkelijken dienst der militie te bezwaren dan in
het belang van het leger volstrekt gevorderd wordt
en voorts de jongelieden, die bij de militie zijn
ingelijfd, aan te sporen, om zich met bijzonderen
ijver toe te leggen op het verkrijgen van de ver-
eischte militaire kennis, ook voor het bekleeden
van een graad. Daarbij zijn gevoegd eenige
bepalingen, door den minister van oorlog ter
uitvoering van genoemd besluit vastgesteld.
De minister van oorlog zal a. s. Donderdag
geen audiëntie verleenen.
Het stoomschip „Stad Haarlem", van Nieuwe-
diep naar Batavia, is Zaterdag-ochtend vroeg van
Southampton vertrokken; de „Drente", van Batavia
naar Rotterdam, is Vrijdag te Suez gearriveerd
en heeft des namiddags de reis voortgezet.
De informaliteiten bij de verkiezing in het
hoofdkiesdistrict Zevenbergen bepalen zicb, naar
de voorzitter van het stembureel verzekert, tot de
omstandigheid, dat de lijsten, bedoeld bij art. 48
der kieswet, bij een der bussen behoorende, niet
geteekend waren.
Blijkens een van den gouverneur van Curasao
ontvangen bericht, wordt de schade, door den
storm van 23 September jl. aan de particuliere
eigendommen op Bonaire toegebracht, begroot op
f 103,640.
Voor de Noordpool-expeditie is tot dusver,
ter aanvulling van het nog ontbrekende, ingekomen
ƒ2360.50.
Door den minister van marine is A. Sarie
mijn te Willemsoord, met ingang van 1 April
a. s., aangesteld als klerk bij de directie der
marine aldaar.
W. Dominicus, arts, wonende te 's-Graven-
hage, is gesteld ter beschikking van den gouver
neur-generaal van Nederlandsch Indië, om te worden
bestemd tot vervulling van eene der beschikbare
plaatsen als burgerlijk geneeskundige, en G. W.
Bertrand om te worden benoemd tot ingenieur 3de
klasse voor het stoomwezen daar te lande.
