BUITENLAND. Spar\je. De postbode van Doorn op Drieber gen is uit zijne betrekking ontslagen, omdat hij zich bij de uitoefening zijner betrekking in eene herberg had bevonden, en zijn tasch met brieven, benevens een postpakket aan anderen in bewaring had gegeven. Blijkens de Parijsche bladen heeft op den paardenspoorweg van de Place du Tróne naar Montreuil-sous-Boi8 een groot ongeluk plaats gehad. Bij den overgang op den ceintuur-spoorweg aan de rue d'Avron kwam een zeer lange goederen trein van Vincennes opweg naar Charonne. De wachter hief de vlag omhoog, het rijtuig stond een oogenblik stil en de trein ging voort, maar de wachter had niet bemerkt dat een passagiers- trein, door den goederentrein onzichtbaar, in te genovergestelde richting aankwam en snel naderde. De koetsier van den tram liet, om zich te red den, de teugals los en sprong er af. Op dat oogen blik ontmoette de locomotief den tramwagen. Een vreeselijke schok volgde; het rijtuig, niet bijtijds uit den weg kunnende komen, werd eenige meters ver door de locomotief weggeslingerd en verbrij zeld, terwijl de paarden het op een loopen zetten. De koetsier viel op den grond en was onmiddellijk doodden wachter werden de beenen boven de knie doorgesneden hij stierf in bet hospitaaleen hoofd commies bij het departement van financiën, die op de impériale zat, werd onthoofdbij laat eene vrouw en zes kinderen na. Een jongen en eene oude dame werden licht aan het hoofd gewond, eene pianiste viel in flauwte, eene jonge vrouw was er bijtijds afgesprongen. Het ongeluk schijnt veroorzaakt door den ongelukkigen wegwachter, die, om den koetsier een dienst te bewijzen, zich gehaast had de bar rière weder te openen, niet denkende dat er een trein op dan tweeden weg kon aankomen. De „Golos" deelt mede, dat den lüden dezer aan den extra-trein, welke de paarden en de equipages van het Russisch keizerlijk hof, alsmede de daartoe behoorende beambten en bedienden, van het oorlogstooneel naar St.-Petersburg zou brengen, bij het station Lyschitzy, op de Brest-Grajewo-linie, een ongeluk is overkomen. Gemelde trein is na melijk in botsing met een goederentrein gekomen, en wel zoo hevig, dat de beide locomotieven stuk geslagen en 17 waggons vernield werden. Van het personeel werd niemand gedood. Allen bekwa men echter min of meer ernstige verwondingen. Reeds zijn vijf pikeurs aan hunne wonden over leden. Ook vele paarden kwamen daarbij om. Vier houthakkers, onder leiding van zekeren Johann Lechner, die sedert geruimen tijd in het zoogenaamde Scbreinbachwald, 4 uren van St.-Wolfgang (in Oostenrijk) aan het werk waren, hebben den 30sten December j.l., toen een ver schrikkelijke sneeuwstorm woedde, een nacht beleefd, welke hun niet licht uit het geheugen zal gaan. Tusschen 11 en 12 uren werd de woning, waar zij te bed lagen, door een sneeuwlawine aangegrepen en weggerukt. Ziehier wat Jobann Lechner over het ongeval in de „N. fr. Pr." van Weenen ver haalt: „Ik bleef ondanks de op mij drukkende sneeuwmassa bij mijn verstand en begreep, dat een sneeuwlawine over onze planken woning ging, ze vernielde en wegvaagde. Plotseling bespeurde ik aan het gekraak der balkeu dat wij ergens tegen stieten en daardoor tot stilstaan moesten gebracht zijn. Tegelijkertijd werd het drukken der sneeuw massa op mij voortdurend erger. Nadat ik had bevonden, dat de op mij liggende sneeuwlagen zich niet meer bewogen, begon ik te woelen en kreeg daardoor eenige vrije ruimte, en wat meer is, lucht. Thans kon ik den vreeselijken toestand waarin wij gebracht waren, overzien. Van onze woning was niets meer te bespeuren, en van mijne arme kameraden natuurlijk nog veel mindergeen gekerm, niet het minste gerucht verried van hen eenig spoor. Desniettemin vermande ik mij, begon opnieuw te woelen en ontdekte eindelijk een zij wand van ons verblijf. Daaronder groef ik eene holte en ontdekte eindelijk een mijner kameraden. Ik sleepte hem naar de open ruimte. Vervolgens keerde ik terug en begon opnieuw te zoeken, met dat gevolg dat ik een tweeden kameraad steunend en klagend onder balken en sneeuw beklemd vond. Toen ik ook dezen naar de vrije ruimte had ge bracht, zocht ik naar den laatste. Ook hem vond ik, maar hij was tusse.hen neergestorte balken zoo beklemd geraakt, dat ik hem zonder hulp niet kon losmaken en hem alleen lucht kon verschaffen, door zijn hoofd vrij te maken. Ik moest dus besluiten met mijne twee geredde kameraden naar de naast- bijgelegen houten hut te gaan, welke des zomers binnen een uur kan bereikt worden. Dat vereischte een ontzaglijken arbeid. Alle drie hadden wij niet meer aan het lijf dan hemd en broek, de sneeuw was 5 a 6 voet hoog, er woei een ijzige koude en de nacht was pikdonker. Zoo begonnen wij onze treurige wandeling. Na 3 uren worstelens kwamen wij eindelijk bij de hnt aan. De laatste kameraad kon eerst te 6 uren uit zijn ontzettenden toestand verlost worden. De ongelukkige had over zijn ge- heele lichaam ernstige kneuzingen bekomen, ter wijl zijn linkervoet en een zijner schouderbladen gebroken waren.1' Blondin, die op de slappe koord over de Niagara danste, geblinddoekt zijne vrouw op een kruiwagen van den eenen toren van Weenen naar den anderen rolde, en pannekoeken bakte tweehonderd voet boven de hoofden zijner toe schouwers, doet weer zijne rondreis door Europa, altijd, zooals men weet, gevolgd door den Engelsch- man, die gezworen heeft hem te zien vallen. Het volgende verhaalt men, dat hem te Chicago zou zijn overkomen. Op een morgen ontving hij een bezoek van een net gekleed heer, die op des dansers rug over de koord wenschte gedragen te worden, zooals een ander „gentleman" dat den vorigen dag had gedaan. Men bepaalde den prijs, de coüditiën werden aangenomen, en des namid dags te drie uren, het uur van de voorstelling, zouden beiden present zijn. Op het afgesproken oogenblik komt de „gentleman" aan, groet Blondin en zet zich op zijn rug. De kunstenmaker begeeft zich op weg. Hij had nog geen twintig meters af gelegd, toen hij zijn metgezel in een schel gelach hoorde uitbarsten. „Wat is er?" vroeg hij. „Ge moet niet zoo schudden." „Ik denk aan iets heel grappigs, aan het figuur dat wij over een halve minuut zullen maken, als we samen op de koppen van die verzamelde menigte terechtkomen," was het antwoord. „Wees gerust," zeide Blondin en ook hij lachte„wezullen niet vallen." „We zul len zeerzeker vallen, want ik heb besloten op die wijs een eind aan mijn leven te maken. Kijk maarTerzelfder tijd begon de waanzinnige wanhopig heen en weer te draaien op den rug van den acrobaat. Blondin was zoowat halverwege zijn tocht gekomen, daar waar de koord het minst gespannen is. Het angstzweet brak hem uiteen oogenblik gevoelde hij als den voorsmaak van den dood. Maar zijne tegenwoordigheid van geest ver liet hem niet. Hij wierp den balanceerstok weg, greep vastberaden den razende bij de beenen om hem zooveel mogelijk onbeweeglijk te houden, en trad vooruit. Deze wandeling door de lucht, ver boven de hoofden der menigte, duurde twee vree selijke minuten. Blondin, al zijne spier- en wils kracht samenvattende, liep rechtuit en bijna on beweeglijk, terwijl de ander hem met de vuisten op het hoofd beukte. Geen enkel oogenblik had hij het denkbeeld hem los te laten. Hij zou er trouwens zijn evenwicht bij verloren hebben. Ein delijk kwam hij op de stellage aan, en het eerste wat hij deed was zijn reisgezel een zoo gped be doelden oorveeg te geven, dat men hem bezwijmd naar beneden droeg. Zaterdag-avond deed zich het vol- gende ongeval voor, dat groote gevolgen zou kun nen gehad hebben, op den trein van Marseille naar Lyon, ter hoogte van Vaugris. Een vijfjarig kind leunde tegen het portier van den waggon, waar het zich met zijne moeder bevond, toen eens klaps het portier openging en het kind op den weg neerstortte. De moeder, zonder het gevaar te be rekenen, sprong insgelijks uit den waggon haar kind achterna. Te Vienne aangekomen, gaven de ontstelde reizigers dadelijk aan den stationschef keunis van het voorval, die aanstonds last gaf op sporingen te doen. Deze hoorde ook weldra, dat moeder en kind zich in een naburige boerenwo ning bevonden, en dat de moeder ongeveer een uur bewusteloos op den weg was blijven liggen, maar tot het bewustzijn werd teruggeroepen door de stem en kussen van haar kind, dat slechts licht gekwetst was. Zij zelve echter had zware wonden aan het hoofd en aan de borst ontvangen, en het was met groote moeite dat zij de pachthoeve kon bereiken. Den 2den Januari, des morgens te kwart voor tienen, had er op omstreeks mijl afstands van Negaunee (Michigan) een schrik kelijk onheil plaats, waardoor zeven personen hun leven verloren en andere lichte verwondingen be kwamen. De Lake Shore Nitro-Glycerine compagnie maakte toebereidselen ter vervoering per spoor van een waggon-vracht nitro-glycerine naar de Republican Mine. Terwijl men bezig was met het ontladen, ontplofte, zonder dat men weet waar door, de geheele lading van 4800 pond nitro glycerine met een geweldigen slag. De spoorwag- gon, de locomotief en alles binnen 500 voet af stands werden geheel verbrijzeld. De schok deed bijna al de spiegelruiten in de winkels te Negaunee springen, en in geen enkel woonhuis was er eene glasruit heel gebleven. Drie der omgekomenen werden geheel verscheurd. Hun overschot lag in alle richtingen verspreid en moest bij kleine stukjes opgeraapt worden. Een ander bericht meldt, dat de locomotief 50 voet hoog weggeworpen werd. Frankrij k. In de Morgue te Parijs is, onder de leiding van den hoogleeraar Brouardel, een practische cursus van medicina forensis geopend. Tot dusver schij nen de studenten voor dit vak meest tot het be- studeeren van boeken beperkt te zijn geweest. Eene nieuwe spoorweglijn is ingewijd tus schen Perpignan en Barcelona, welke heden voor het algemeen verkeer is opengesteld. De grenstun- nel, is 800 meters lang. De Kamer heeft gisteren het ontwerp tot kwijtschelding der straffen, opgelegd wegens pers delicten van 16 Mei tot 13 December, aangenomen. Rouher en Dufaure voerden het woord. Alle amendementen werden verworpen. De gisteren gehouden herstemming voor een on afzetbaar lid van den Senaat heeft geen resultaat opgeleverd. De volstrekte meerderheid was 136 stemmende hertog üecazes verkreeg 128, de heer Lefranc 129 stemmen. De derde stemming is over veertien dagen bepaald. Woensdag-ochtend vroeg werd de bevolking der hoofdstad gewekt door de militaire muziek, welke in alle straten weerklonk, en alras was eene on telbare menigte op de been. Tegen elf uren kon digden het bulderen van het geschut en he.t geklep der klokken aan, dat zich de huwelijksstoet in beweging zette. De koning en zijne zuster, de prinses van Asturië, waren in een met acht paarden bespannen rijtuig gezeten en don Erans van Assise in een dergelijk rijtuig. Elf met zes paarden be spannen rijtuigen bevatten het gevolg van den koning en zijn vader, gevolgd door acht rijtuigen met de grandes van Spanje. Ongeveer terzelfder tijd verliet de koninklijke bruid, eveneens in een met acht paarden bespannen rijtuig, het spoorweg station van Atocha, vergezeld van 's konings groot moeder, koningin Christina. Zij werden gevolgd door vier rijtuigen met de leden van het huis van Montpensier, den graaf en de gravin van Parijs en acht rijtuigen met de echtgenooten der grandes van Spanje. De kerk van Atocha, in welke de plechtig heid zou plaats hebben, was zeer rijk versierd met rood fluweel, waarop de wapens van Spanje gestikt waren, behangen en met kostbare tapijten belegd. Ter linker zijde van het altaar stonden de leden van het corps-diplomatique en de grandes van Spanje; ter rechterzijde waren de koning en de koningin ge zeten in fauteuils van wit met goud geborduurd satijn; tegenover het koninklijk gezin, de waar digheidsbekleders van het hof en de buitenge wone afgezanten der vreemde mogendheden. De koning was in groot uniform van kapitein-generaal. De jonge koningin, rijzig, schoon en bevallig, droeg een wit satijnen, met kant versierd kleed en een hoofdwrong van ongemeen groote paarlen. Koningin Christina was mede in het wit met goud en even zoo de infantes, die zich echter met natuurlijke bloemen hadden getooid. De dienst geschiedde door den aartsbisschop van Sevilla. Na zijne toe spraak stond koningin Mercedes op en het altaar langs gaande, wierp zij zich in de armen harer ouders, welk aandoenlijk tooneel de aanwezigen, volgens den berichtgever, zeer getroffen heeft. Na de plechtigheid verlieten de genoodigden de kerk, om den koning ten paleize op te wachten. De opgewondenheid in de straten, waar zich de

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1878 | | pagina 2