N°. 5494.
Zaterdag
A0. 1878.
12 Januari.
Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering
A van Zon- en Feestdagen, uitgegeven.
STADS-BERICHTEN.
LEIDSCH
DAGBLAD.
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per 8 maanden1.10.
Franco per post.1.40.
ALtondexlijke Nwnmers0.02.
PRIJS DER ADTERTENTIEN:
Van 16 regels.1.05.
Iedere regel meera 0.17J.
Grootere letters naar plaatsruimte.
BURGEMEESTEE en "WETHOUDERS van LEIDEN doen
te weten dat, ingevolge Art. 2 der verordening regelende de in
vordering der plaatselijke belasting op de honden, ieder honder
van een of meer honden, die aan die belasting onderhevig zijn,
verplicht in, daarvan jaarlijks vóór of op den 31sten Januari bij
den gemeente-ontvanger aaDgifte te doen, door inlevering van een
behoorlijk ingevuld en door den aangever onderteekend biljet;
dat bedoelde invullingsbiljetten voor het dienstjaar 1878 koste
loos ten kantore van den ontvanger verkrijgbaar zijn.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
v. d. BRANDELER, Burgemeester.
E. KIST, Secretaris.
Leiden, 5 Januari 1878.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van LEIDEN roe
pen bij deze op alle leveranciers, werkbazen enz., welke over
het afgeloopen jaar 1877 ten laste der gemeente eenige vordering
hebbeD, om hnnne rekeningen ten spoedigste, uiterlijk vóór ult°.
Januari e. k., ter gemeente-secretarie (afdeeling financiën) in te
leveren.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
v. d. BRANDELER, Burgemeester.
E. KIST, Secretaris.
Leiden, 5 Januari 1878.
LEIDEN, 11 Januari.
Niet zeer groot was het getal dergenen die
gisteravond in de Stadszaal waren opgekomen
om het zeldzaam letterkundig genot te smaken,
dat eene lezing van den heer Cremer schenken
kan. De vergadering van het Protestantenbond,
waar prof. Oort de spreekbeurt vervulde, is zeker
de voornaamste oorzaak daarvan. Ook in dit op
zicht is 't niet mogelijk twee heeren te dienen,
't Is anders waarlijk geen overdrijving als we ten
opzichte van Cremers voordracht gewagen van een
zeldzaam genot. Want inderdaad, hoe menigmaal
men zijne Overbetuwsche novellen reeds hebbe
gelezen, als hij ze voordraagt ontdekt men er tel
kens nieuwe schoonheden in. Zoo ook gisteravond
in „Oan 't kleine Revierke". Wij herinneren b. v.
aan 't tooneeltje van Lammert met Van Spiek,
van den ouden Weyer met de koei en van den
zelfden honderdjarige bij den zaaddorsch.
't Is te hopen, dat we Cremer nog menigmaal
zullen mogen hooren.
De curatoren der Amsterdamsche universi
teit hebben uit S3 sollicitanten voor de betrek
king van bibliothecaris voorgedragen dr. H. C.
Rogge, Remonstrantsch predikant alhier, en dr.
Nanninga Uiterdijk, archivaris te Kampen.
Men schrijft ons uit Wassenaar: Mocht
iemand ooit verrassing te beurt vallen, dan was
het wel den veldwachter Baartman alhier, die den
28sten December 11. zijn 25-jarige betrekking in
deze gemeente heeft mogen gedenken. Woensdag
jl. toch na afloop der raadsvergadering werd hij
binnengeroepen, door den edelachtb. heer burge
meester in naam van heeren wethouders en leden
van den raad gefeliciteerd en hem tevens een
ruime gift ter hand gesteld wegens trouwe plichts
betrachting gedurende zoovele jaren. Hij kon geen
woorden genoeg vinden om zijn dankte betuigen
voor de hem betoonde belangstelling, welke tot
aanmoediging moge strekken voor zijne ambts
broeders in deze gemeente.
Gedurende het jaar 1877 zijn te Oudshoorn
geboren 42 zoons en 46 dochters, te zamen 88
kinderen; overleden van het mannelijk geslacht
SI, van het vrouwelijk 25, te zamen 56, bene
vens 8 levenloos aangegeven. In de gemeente
hebben zich gevestigd 107 van het mannelijk en
122 van het vrouwelijk geslacht, te zamen 229
de gemeente verlaten 118 mannen en 118 vrou
wen, te zamen 236 personen. De* 31sten De
cember 1877 bestond de bevolking der gemeente
uit 1102 van het mannelijk en 1262 van het
vrouwelijk geslacht, te zamen 2364 inwoners.
Gisteren, den honderdsten verjaardag van
Linnaeus' dood, werd te 1 uur in de bibliotheek
van het Koninklijk Zoölogisch Genootschap te
Amsterdam de tentoonstelling van Linnaeana, in
Nederland aanwezig, geopend. De heer W. A.
Viruly Yerbrugge, voorzitter van het hoofdbestuur
van de Nederlandsche Maatschappij van tuinbouw
en plantenkunde en van het hoofdcomité, dat deze
plechtige gedachtenisviering heeft beraamd en uit
gevoerd, heette de genoodigden, onder wie men
onderscheidene leden van den Amsterdamschen ge
meenteraad, vele geleerden uit Nederland, alsmede
een afstammeling van den voormaligen burgemees
ter van Amsterdam, jhr. A. II. Clifford van Nieu-
wersluis, aantrof, welkom. De burgemeester van
Amsterdam beantwoordde die toespraak, en deelde
mede, dat de gemeenteraad in een geheime zitting
besloten had, den Oeterwalerweg den naam te
geven van Linnaeusstraat. Hierna werd de tentoon
stelling in oogenschouw genomen. Zij bestaat uit
ongeveer 300 nommers, en omvatuitgaven zijner
werken, alleen door Linnaeus zeiven bezorgd
uitgaven, uittreksels of vertalingen van Linnaeus'
geschriften, geheel of gedeeltelijk door anderen be
zorgd biographieën en bibliographieënbrieven
planten, dierenbeeltenissen, medailles. Des avonds
werd de gedachtenisviering in Pelix Meritis be
sloten met eene rede door prof. Oudemans en de
uitvoering eener cantate, woorden van den heer
A. J. De Buil, muziek van G. A. Heiuze.
De vrijmetselaarsloge te Groningen heeft
besloten, aan behoeftige kweekelingen toe te kennen
twee beurzen, ieder van f 200, en twee ieder van
f 50, voor hare opleiding tot hulponderwijzeres
op de kweekschool aldaar. De onkosten daarvoor
worden bestreden uit de rente van het fonds,
bijeengebracht door eene gehouden loterij en be
dragende f 11,000.
Op verzoek van de Haagsche Kamer van
koophandel heeft de raad van toezicht op de Ne
derlandsche spoorwegdiensten bij bestuurders der
Bergisch-Miirkische en Rheinische spoorwegmaat
schappijen aangedrongen op het uitvaardigen van
voorschriften van gelijken inhoud als het art. 50
sub. 2°. van het algemeen reglementopdat er
een einde kome aan de moeilijkheden, welke voort
durend worden ondervonden om goederen, van
Duitschland en België aangevoerd, aan het kan
toor te 's-Hage en niet aan grenskantoren te doen
inklaren.
Het stoomschip „W. A. Scholten", kapt.
Jansen, is 9 Januari van Rotterdam te Nieuw-
York aangekomen.
Z. M. heeft dr. J. W. Moll, tijdelijk leeraar
aan de rijks hoogere burgerschool te Utrecht, be
noemd tot leeraar aan die school; verplaatst de
volgende controleurs der directe belastingen, in
voerrechten en accijnzen: jhr. J. L. A. Yan Haef-
ten, van Lobith naar Deventer; M. Schuylen-
burg, van Helmond naar de controle Axel (re
sidentie Terneuzen); bij het corps ingenieurs,
mineurs en sappeurs benoemdtot kapitein der
2de klasse, den lsten luitenant L. J. Hioolen,
van het corps; tot lsten luitenant, den 2den
luitenant J. P. Koolemans Beynen, mede van het
corps; den voor den dienst in Indië bestemden
soldaat H. C. Yon Altrock, van het koloniaal
werfdepot, vergund het dragen van de versierse
len als ridder der orde van St.-Stanislaus.
Ci e meng cl Nieuws.
Uit Delft wordt gemeld: Zekere L.L.,
die sinds ongeveer drie weken spoorloos van hier
was verdwenen en dien men vermoedde dat in de
stadsgracht den dood had gevonden, is Woensdag
onder de gemeente de Lier, in een afgezonderd
staand schuurtje, in een ellendigen toestand ge
vonden. Per rijtuig naar het gasthuis alhier ge
bracht, bleek het dat zijne beide beenen bevroren
en door koud vuur aangetast waren, zoodat hoogst
waarschijnlijk tot amputatie zal moeten worden
overgegaan.
Dezer dagen werd aan het station van
den staatsspoorweg te Yenlo uit de kas van den
ladingmeester eene som van ruim 240 gulden
ontvreemd. Drie maanden geleden had aan hetzelfde
station een dergelijk feit plaats. Het is de politie
nu evenmin als toen gelukt den dader te ont
dekken.
Te Ruinen heeft, in 't begin dezes
jaars, weder eene ongehoorde misdaad plaats gehad.
Een jongeling, zekere K., aldaar, is door een paar
personen op verregaande wijze mishandeld en
daarna, toen de levensgeesten schenen geweken te
zijn, in een put, dien men daar veelal buitenshuis
aantreft, geworpen. K. is echter, misschien door
't koude bad, tot bewustzijn gekomen, heeft zich
in de hoogte gewerkt en door herhaald kermen
en roepen hulp gekregen van de bewoners van
't naaste huis, die ter raste lagen. Bij 't redden
werden op eenigen afstand twee personen, met de
buizen of jassen over 't hoofd getrokken, opge
merkt, die vervolgens ook door de vensters gluurden
toen de geredde in huis was gebracht. Zijn toe
stand moet echter zorgvol zijn.
Er is weer sprake van de droogma
king van het Mareot.ische meer en volgens de
bladen zou door den khedive de concessie daartoe
aan eene Nederlandsche maatschappij zijn verleend.
De vruchtbaarheid van den thans ter grootte van
ongeveer 40,000 hectaren met zout water bedekten
zeebodem was in de oudheid zeer beroemd. Ge
durende de belegering van Alexandrië, in 1801,
zetten de Engelschen het zeebekken, dat 3 meter
onder het niveau der zee gelegen is en toen bijna
geheel uitgedroogd was, door middel van het
doorsteken der smalle strook ten westen der stad
onder water. Nu hebben weder Engelschen 't plan
het meer weer in land te veranderen. Hoe voor-
deelig de zaak zij, velen in Alexandrië koesteren
de vrees, dat de onderneming in de gevolgen
schadelijk zal zijn, nl. voor de gezondheid der
omgeving, omdat thans het zeer zoute meerwater
geen kwaad doet, maar later, als de bodem droog
zal zijn, zijne uitdamping schadelijke miasmen zal
ontwikkelen. De geschiedenis van het nieuwe
kanaal van Kaïro naar Ismaïla gaf alleszins aan
leiding tot deze vrees der Alexandriërs.
De „London School Board" heeft het
voornemen te kennen gegeven, om het onderricht
in de electriciteit en telegraphie als vak van onder
wijs in de scholen op te nemen. Met dit doel
zijn reeds maatregelen genomen tot oprichting van
klassen voor de telegraphie in eenige der voor
naamste scholen van hoofdplaatsen. Ook heeft men
zich in betrekking gesteld met de grootste fabrikan
ten van telegraaftoestellen, de firma Erancis Co.,
ten einde hun personeel voor het onderricht in
de telegraphie aan de scholen te verbinden.
Uit Zanzibar wordt gemeld, dat men
groote bezorgdheid koestert over de expeditie die
de bevaarbaarheid van het Nyanza-meer* zou on
derzoeken. De expeditie, die bestond uit den En
gelschen consul, kapt. Elton, dr. Steward, mr.
Dawnay en onderscheiden leden der expeditie, in
dertijd belast om Livingstone te zoeken, vertrok