Maandag
A0. 1877.
31 December.
Nieuwjaarswenschen
i\T0. 5484.
Deze Courant werdt dagelijks, met uitzondering
a van Zon- en Feestdagen, uitgegeven.
Dit Nommer bestaat uit TWEE
/ADEN.
Eerste Blacl.
STADS-BERICHTEN.
IDSCH
DAGBLAD.
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per 8 maandenf 1.10.
Franco per post.1.40.
Afzonderlijke Nommergn 0.02.
PRIJS DER ADTERTENTIEN:
Van 1—6 regels1.05.
Iedere regel meer0.17$.
Grootere letters naar plaatsruimte.
Ivenals vorige jaren worden onze stadgenooten
de bewoners der omliggende gemeenten in de
genbeid gesteld, om onder de rubriek A d v e r-
tiën
allerlei aard te plaatsen a 50 cents. Door
in maatregel is elk in staat het compliment
den dag te uiten naar gelang zijner
11 s c h appel ij k e betrekking,
e worden aan ons Bureel aangenomen tot
lijk Maandag-middag te vier uren.
RGEMEESTER en WETHOUDERS van LEIDEN doen
ten, dat door hen, naar aanleiding van art. 1 in verband
rt. 66 der Verordening op het Brandwezen van den 15
1 Augustus 1871 (Gemeenteblad n°. 14), op voordracht
ta Wethouder, V. "«rzitter der Commissie van fabricage,
een eervol ontslag verleend aan
len heer P. G. HO 1THUYSEN, op zijn verzoek, als
tur van het Brandwezen en dat in zijne plaats is benoemd
x H. J. G1EZEN, thans adjnnct-dir., zijnde een en ander
in met 1 December 11.
en heer P. MOENE, als adjunct-brandmeesler aan de stads-
a°. 8, in wiens plaats benoemd is de heer H. J. DE NIE.
is benoemd tot adjunct-directeur van het Brandwezen de
lADRIANUS VERHOOG, thans opperbrandmeester aan
Isspnit n°. 4.
zijn benoemd tot spuitgasten aan de stadsspnit n°. 5
VOS, J. VAN BEMMEL en B. J. VAN KLEEF.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
v. i). BRANDELER, Burgemeester.
E. KIST, Secretaris,
en, 28 December 1877.
LEIDEN, 29 December.
gelegenheid ontbrak ons om het gisteravond
le Maatschappij voor Toonkunst in de Stads
leven tweede gewone concert geheel te kunnen
en. Wij moesten ons daarom slechts met de
afdeeling vergenoegen. Wat daarin even-
erd aangeboden, was alleszins geschikt om
ids dankbaar te stemmen. Het orkest voerde
vens ouverture „Fidelio" uit op eene wijze, der
toonschepping van den grooten meester
(ig. De medewerkende krachten der Maat-
pij, meestal dilettanten, nemen blijkbaar in
éi meer en meer toe, waardoor vooral in deze
isitie de verschillende instrumenten bij de
uances zich op verdienstelijke wijze weder
loten en waarbij o. a. de heide hoorns
op eene bijzondere vermelding mogen aan-
aken.
vocale gedeelte van het programma werd
door mejuffrouw Anna Kuhlmann, uit Keu-
|ie in de plaats van den ook op Toonkunst
bekenden Carl Schneider, die verhinderd
'ptrad en door dezen was aanbevolen. Die
fling was geenszins onverdiend. Mejuffrouw
inn toch heeft alles voor wat het publiek
met haar doet innemen. Ze is een lieve
jning en paart aan een jeugdig, zuiver,
en vooral in de hooge noten bijzonder schoon
etne ongekunstelde voordracht, die wel is
°g niet in alles aan de geroutineerde con-
Qgiressen doet denken, doch aan haar zang
;i®naardigheid bijzet, die men onwille-
eet op prijsstelleu. Aan waardeering
ijde van het opnieuw voor een concert
il niet te groote auditorium ontbrak het
niet, getuige de aandacht die er steeds
betoond werd en de wijze waarop de zangeres uit-
genoodigd werd na de liederen van Schubert en
Hiller nog het lieve „Weun ich ein Yöglein wiir'
voor te dragen. Indien een en ander nog niet
geschikt ware geweest dat zij bij allen den
hesten indruk zou achterlaten, dan voorzeker was
het eindelijk toch de aria uit Rossini's „Barbier."
Hierin immers deed zij de geheele zaal door de
kunstige en keurig uitgevoerde toonwendingen als
't ware aan hare lippen hangen. Onze wensch is
daarom volkomen gebillijkt dat het gisteren niet
de eenige maal zal geweest zijn dat zij hier op
trad, maar dat zij in de gelegenheid zal zijn zich
hier ter stede later nogmaals te doen hooren. Zij
gevoelde zich nu reeds hier zoo thuis.
Als solist vermeldde het programma een oud,
en zooals gisteravond bleek een tevens meer en
meer goed bekende. Bij den heer Couwenhoven
is de viool in goede handen, hetgeen hij opnieuw
bewees met de uitvoering van de Fantaisie van
Vieuxtemps, waarin hij er veelal in slaagde de
menigte moeilijkheden, die dit werk in de ver
tolking oplevert, te overwinnen, hoewel wij moeten
erkennen dat niet alle tonen ons even frisch en
helder in de ooren klonken. In zijne eigene com
positie, een Légende, toonde hij insgelijks vol
strekt niet zonder verdienste geslaagd te zijn.
Men gevoelt bij de uitvoering er van dat er
grootsche gedachten in spreken, die voor de toe
komst ongetwijfeld niet zonder vrucht zullen
blijven. Onze stadgenoot verdient alleszins aan
moediging om op den ingeslagen weg voort te gaan.
Zijn gehoor liet zich thans reeds niet onbetuigd.
Den eersten Januari zal onze vroegere stad
genoot de heer W. F. G. Nicolaï het voorrecht
hebben zijn 25-jarig jubilé als leeraar aan de
Haagsche Koninklijke Muziekschool te mogen her
denken, waarvan 13 jaar als directeur. Ongetwij
feld zal het den jubilaris dien dag niet aan be
wijzen van belangstelling ontbreken.
Gedurende deze week zijn dagelijks in het
Werkhuis alhier opgenomen van 6588 volwas
sen personen en van 1721 kinderen.
De gemeenteraad van Haarlem heeft voor
den tijd van een jaar tot leeraar in de Ned. taal
en geschiedenis aan de hoogere burgerschool be
noemd den heer W. O. Swaving te Oegstgeest.
In de maand Maart des volgenden jaars zal
te 's-Gravenhage een examen van onderofficieren
der infanterie, cavalerie en artillerie, voor den rang
van 2den luitenant bij het leger hier te lande en
bij dat in Oost-Indië, plaats hebben.
De minister van financiën brengt ter alge-
meene kennis, dat de prijzen der edele metalen,
waarvan aan 's Rijks Munt gedenk-, prijs- en
eerepenningen worden vervaardigd, in overleg met
het muntcollege en den muntmeester, voor het jaar
1878 worden bepaald: voor het goud van 0.983
fijn op f 1720, voor het zilver van 0.985 fijn
op f 106 per kilogram. In deze prijzen zijn de
vergoeding van renten en het verlies van stof
begrepen.
De „Staatscourant" behelst het verslag der
commissie tot het examen voor de betrekking van
leerling-consul. Den uitslag van het examen over
ziende, kan de commissie niet anders dan daarin
eene bevestiging vinden der verwachting dat bij
verloop van tijd het examen meer aan zijn doel
zou beantwoorden, omdat meerdere bekendheid
met den omvang der te stellen eischen en lang
duriger gelegenheid tot voorbereiding niet alleen
het getal adspiranten moesten doen toenemen, maar
ook de mate en het gehalte hunner kennis moesten
verhoogen. Zal die vooruitgang zich in het vervolg
in klimmende mate vertoonen, dan is den adspi
ranten ook thans nog aan te hevelen om grondige
studie te verhinden aan eenige practische werk
zaamheid op een handelskantoor. Blijft de com
missie op dit laatste punt in hoofdzaak zich ge
dragen aan hetgeen zij daaromtrent in het vorig
verslag opmerkte, het is er verre van af dat zij
grondige studie niet als den eersten eisch om bij
het examen te slagen zou beschouwen. Integendeel
de min gunstige uitkomst van het onderzoek in
de handelswetenschappen bij candidaten die, zoo
als met bijna al de adspiranten het geval was,
van handelskantoren afkomstig waren, bewijst
hoezeer de bedoelde werkzaamheid op zich zelve
genomen geheel onvoldoende is om de noodige
kennis voor het consulair examen te verschaffen.
Grondige studie, verbonden met werkzaamheid op
een handelskantoor, zal wel steeds de beste voor
bereiding voor dat examen zijn te achten.
In eene Donderdag gehouden bijeenkomst
in Felix Mentis te Amsterdam zijn de statuten
der Nederlandsche Koorvereeniging vastgesteld.
Het hoofdbestuur heeft reeds vele blijken van
instemming met het plan ontvangen, o. a. van
veertig in verschillende plaatsen gevestigde zang
verenigingen. Het tegenwoordige bestuur van de
Koraalvereeniging zal optreden als bestuur der
Koorvereeniging. Voor de twee vacaturen in het
bestuur werden gekozen de heeren F. J. Gebhard Jr.
te Amsterdam en W. F. G. Nicolaï, directeur
der Koninklijke Muziekschool te 's-Gravcnhage.
Eenige professoren te Groningen hadden, de
een wegens het vertrek der studenten, de andere
om huiselijke redenen, een paar dagen te vroeg
de Kerstvacantie begonnen. Deze overtreders der
wet hebben van curatoren eene gestrenge berisping
ontvangen. Tevens is er bij den senaat een brief
van curatoren ontvangen, waarin den hoogleeraren
gelast wordt, de door de wet gestelde grenzen
der vacantie te eerbiedigen, en den senaat bevolen
de overtreders der wet bij het college van cura
toren aan te klagen. In een ander schrijven wordt
den professoren kond gedaan, dat zij art. 46 niet
aldus hebben op te vatten „tot den derden Dinsdag
na Kerstmis", maar „tot den derden Dinsdag na
genoemden Zaterdag".
Eenige dagen later zijn er twee brieven gekomen
van curatoren. De eene strekt om den senaat
te berichten, dat de verschillende reserves betref
fende den aanvang der Kerstvacantie als niet ge
schreven kunnen worden beschouwd, daar curatoren
de zaak in nadere overweging zullen nemen.
De tweede zegt: „daar wij vernemen, dat sommige
hoogleeraren bij ontvangst onzer missive betreffende
het einde der Kerstvacantie, hunne lessen reeds
tegen 14 Januari hadden aangekondigd, zullen wij
ditmaal met deze late hervatting der lessen vrede
hebben, maar wenschen later op de zaak terug
te komen."
Naar men wil zouden de eerste bevelen buiten
voorkennis der andere curatoren gegeven zijn door
den graaf Van Heiden en den heer De Savornin
Lohman, president en secretaris van het college, en
zou men hierin de reden te zoeken hebbeu van
deze zonderlinge houding.
Het stoomschip „Hampton" is gisteren van
Penang naar Rotterdam vertrokken.
De definitieve verkoop der goederen van het
klooster St.-Agatha heeft Donderdag te Cuyk plaats
gehad. Het hooiland onder Mook, ter grootte van
7.27.90 h., werd aangekocht door den heer Cohen
uit Arnhem voor f 22,350 het bouw- en weiland,
onder Linden, ter gezamenlijke grootte van 11.13.90
h., door den boschwachter Kellondonk qq. voor