N°. 5481. Donderdag A". 1877. 27 December. Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen, uitgegeven. STADS-BERICHTEN. LEIBSC PKIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per 3 maandenf 1.10, Franco per post.1.40. ifzonderlpe Noramers0.02. TRIJS I)EIt ADVERTENTIEX: Vin 16 r^rls1.05. leden» regel meer...-0.t7fc. Groolere letters naar plaatsruimte. Uithoofde van het Kerstfeest zal deze Courant Dinsdag en Woensdag niet wor den uitgegeven. Vergadering van den Gemeenteraad Tan Leiden, op Donderdag 27 December, des namiddags te half twee. 1°. Beëediging en installatie van de heeren Mr. M. d' Anmerie en Mr. H. L. A. Obreen, als leden van den Gemeenteraad. 2°. Benoeming van een lid der Commissie der Bewaarscholen. (283). 3°. Idem van vier leden der Plaatselijke Schoolcommissie. (288). 49, Voordracht tot het verleenen van eervol ontslag aan Mr. R. Th. Bijleveld, als lid van de Commissie van Bestunr over het Academisch Ziekenhuis. (278). 5°. Benoeming van twee leden in de snh 4°. bedoelde Com missie. (278). 6°. Idem van een lid der Commissie voor de strafverordeningen. 7°. Benoeming van een Curator van het Gymnasium. 8". Voordracht tot het verleenen van vergunning voor overtoch ten enz. ten behoeve van den spoorweg Leiden—Woerden. (272 en 284). 9°. Concept-verordeningen op de heffing en invordering van collegegeld op de gemeente-inrichtiDg voor de opleidiüg van Oo3t-Indische ambtenaren. (273 en 285). 10°. Verzoek van Bestnurders der Leidsche Stoombootmaatschappij „de Volharding", betrekkelijk de terugbetaling van bruggel den. (276 en 291). 11". Voordracht, betrekkelijk de jaarwedden der ambtenaren ter Secretarie. (277). 12°. Idem, betrekkelijk de regeling der jaarwedden van het hulp personeel aan de lagere scholen. (235, 282 en 291). 13°. Staten van af- en overschrijving en snppletoire staat van begrooting, dienst 1877. (280, 281 en 284). 14". Voordracht betrekkelijk het onderwas in de gymnastiek. (203 en 279). 15°. Verzoek van N. Meyer, om ontslag als onderwijzer 2de klasse aan de jongensschool der 1ste klasse (287). 16". Idem van P. D. Steenhnizen, om eene loods te plaatsen buiten de Morschpoort, voor het drogen van schapen vellen. (263 en 289). 17". Voordracht tot vermeerdering van het personeel van leer aren voor de onde talen aan het Gymnasium en benoeming van een leeraar. (275 en 290). 18". Idem, betreffende het Utrechtsche Jaagpsd. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van LEIDEN, Gezien het adres van MARTINUS YAN WEEREN Jr., daarbij verzoekende in het perceel aan het Levendaal N". 193, een Stoomketel te moge plaatsen om vlaggedoek en andere stoffen te weven en te verven Gelet op de artt. 6 en 7 der wet van 2 Juni 1875 Staatsblad n". 95) Geven bij deze kennis aan het publiek, dat genoemd verzoek, met de bijlagen, op de Secretarie dezer gemeente ter visie gelegd is; alsmede dat op Maandag den 7den Januari aanst., 'svoormiddags te elf uren, op het Raadhuis, gelegenheid zal worden gegeven om bezwaren tegen dat verzoek in te brengen. Burgemeester en Wethouders voornoemd, v. d. BRANDELER, Burgem. E. KIST, Secretaris. Leiden, 24 December 1877. LEIDEN, 34 December. Aan het gebouw van het provinciaal bestunr ie 's-Gravenhage is heden herbesteed het onder houden en het doen van herstellingen aan de ge- gehouwen van de rijksuniversiteit alhier gedurende het jaar 1878. Minste inschrijver was de heer W. L. Leget alhier, voor f 25,395. Aan den gemeenteraad is medegedeeld een voorstel van de plaatselijke schoolcommissie be trekkelijk eene gewijzigde regeling van het onder wijs in de gymnastiek aan de openbare scholen, terwijl bij de vaststelling van de begTooting voor 1878 eene som van f 600 werd beschikbaar ge steld als jaarwedde van een te benoemen derden onderwijzer in de gymnastiek. Zooals uit het rap port der schoolcommissie blijkt, is eene wijziging der verordening van 26 Februari 1874, regelende o. m. het onderwijs in de gymnastiek, noodig, vermits de bepaling van artikel 6 dat het on derwijs in de gymnastiek op de daarbij vermelde scholen en klassen zal worden gegeven door het hulppersoneel aan die scholen werkzaam, niet geheel kan worden opgevolgd, zoodat dan ook thans reeds enkelen dier klassen het onderwijs ontvangen in het gymnastiek-lokaal. Het schijnt niet raadzaam om in de verordening te bepalen in welke scholen en klassen het onderwijs zal worden gegeven in het gymnastiek-lokaal ouder leiding van de onderwijzers in dat vak en in welke scholen en klassen in de schoollokalen door het hulppersoneel aan de scholen werkzaam, aan gezien alsdan, bij het steeds wisselend aantal leerlingen der onderscheidene klassen als anderszins, de verordening menigwerf zou moeten worden herzien. B. en Ws. achten het daarom wenschelijk in de verordening alleen op te nemen het voor schrift dat het onderwijs in de gymnastiek zooveel mogelijk zal worden gegeven in daarvoor bestemde lokalen, waaronder dan ook begrepen zijn de aan enkele scholen verbonden overdekte speelplaatsen, die mede voor het gymnastiek-onderwijs zijn ingericht, en verder de regeling daarvan over te laten aan het college van dagelijksch bestuur na overleg met het schooltoezicht. Alvorens verder tot eene gewijzigde regeling over te gaan, is de aanstelling noodig van een tweeden hulponderwijzer in de gymnastiek, die evenzeer als de bestaande hulponderwijzer in het bezit zal moeten zijn van eene akte voor middel baar onderwijs, en voor wiens jaarwedde reeds eene som van f 600 is toegestaan, zoodat B. en Ws. machtiging verzoeken om tot eene oproeping van sollicitanten over te gaan. Mocht de gemeenteraad in bovenstaanden zin wenschen te besluiten, dan zou de verordening kunnen worden gewijzigd, terwijl dan tevens met het oog op het aan de hoogere burgerschool te geven onderwijs de titel van onderwijzer en hulponderwijzer, naar het inzien van B. en Ws., behoort te vervallen en vervangen te worden door dien van leeraar en onderwijzer, ook wat het teekenen betreft. Ten aanzien van het door Bestuurders der Leidsche Stoombootmaatschappij „de Volharding" ingediend verzoek om teruggave van gedurende ongeveer 17 jaren, naar hunne meening, te veel betaalde bruggelden voor het passeeren van de brug buiten de Zijlpoort, zijn B. en Ws. van oordeel dat er geene termen bestaan om het verzoek in gunstige overweging te nemen. Zij achten het overbodig in beschouwingen te treden over de vraag in hoeverre casu quo tot eene terugbetaling zou kunnen worden overgegaan van hetgeen over afgesloten dienstjaren is betaaldzij achten het voldoende op te merken, dat er nooit sprake is geweest van eene heffing tot een hooger bedrag dan de be trekkelijke verordening bepaalde, terwijl integen deel de overeengekomen som door het Bestuur der Stoombootmaatschappij steeds vrijwillig is betaald. De regeling, die indertijd met den pachter van de opbrengst der bruggelden schijnt te zijn overeengekomen en die, na de afschaffing van het stelsel van verpachting, is blijven voortduren, was overigens in het belang van de stoomboot maatschappij zelve, die daardoor ontheven werd van de verplichting om bij elke doorvaart te be talen, waardoor de booten zonder eenig oponthoud de brug konden passeeren, terwijl bij de maan- delijksche stortingen niet in rekening werden ge bracht de buitengewone vaarten bij feesten als anderszins, het gebruik van zoogenaamde boeg- liggers enz.zoodat het bezwaarlijk zon zijn nit te maken of door de stoombootmaatschappij sedert de eerste boot in dienst werd gesteld, meer of minder is betaald dan het geval zoude zijn geweest, wanneer voor elke vaart de verschuldigde gelden afzonderlijk waren voldaan. B. en Ws. stellen op grond van een en ander voor om afwijzend op het verzoek te beschikken, terwijl zij tevens mededeelen dat door hen last is gegeven dat voortaan de bedoelde brug gelden telkens bij het passeeren van de brug aan den brugwachter moeten worden voldaan, waar door aan den onregelmatigen toestand, niet in over eenstemming met de bepalingen der betrekkelijke verordening, een einde is gemaakt en moeielijkheden als zich thans voordoen, zullen worden voorkomen. De post op de begrooting voor den loo penden dienst: aanvoer van duinwater, uitgetrok ken tot een bedrag van f 900U, zal niet toerei kende zijn om de nog te doene betalingen te kun nen bestrijden; bij de opmaking dier begrooting toch is door B. en W. gerekend op het doen van 200 reizen en den aanvoer van 5000 kub. meters water, terwijl gedurende de afgeloopen elf maan den reeds 206 reizen gedaan en 5783 kub. me ters water werden aangevoerd. Dientengevolge is op 1 December j. 1. slechts 400 beschikbaar gebleven, terwijl in de maand December voor rei zen en wateraanvoer nog f 635, en voor kaarten en andere mogelijke onkosten f 165 benoodigd zal zijn, waardoor op dat artikel nog 800 zal moeten worden uitgegeven, terwijl slechts f 400 beschikbaar blijft, zoodat ter vaststelling een staat van af- en overschrijving wordt aangeboden. De heer W. II. Gispen heeft voor het beroep naar de Chr. ger. gemeente alhier (Hooi gracht) bedankt. Bij de heden gehouden openbare verkoo- ping van cokes van partijen van 100, 10 en 5 hectoliters waren de hoogste prijzen f 30.00, f 4.00 en 1.50de laagste f 30.00, 3.00 en ƒ1.50. In de 19de tdgemeene vergadering van het Aardrijkskundig Genootschap, Zaterdag te Amster dam gehouden, en waarin de heer B. Nachenius Jzn. over Nubië en Abyssinië, en de heer II. J. II. Groneman over het Poollicht handelde, zijn door prof. Yeth, den voorzitter, de mededeelin- gen betreffende de voortzetting der Sumatra- expeditie volkomen bevestigd, in tegenspraak met de berichten, waarin hare staking was aangekon digd. De tocht zal met kracht worden voortge zet; met uitsluiting van een klein deel aan de Boven-Djambi, zullen nog vele streken worden onderzocht, waar nog geen Europeaan den voet heeft gezet en waaronder er zijn, die goud ople veren. Tot nog toe heeft dat deel der expeditie, dat onder bevel van wijlen Schouw Santvoort stond, zonder moeilijkheden zich met het rivieronderzoek bezig gehouden; een ander deel, dat met groote moeilijkheden te kampen had, heeft een nieuwen weg gevonden voor afvoer der producten uit het Ombiliënveld. Uitvoerig weidde prof. Veth uit over de verdiensten van wijlen den heer Schouw Santvoort, wiens laatste berichten van 23 Sep tember dagteekenen. In het bij het departement van koloniën ontvangen telegram van zijn over lijden, wordt de dood toegeschreven aan een hart kwaal. Men zal de berichten uit Indië moeten afwachten om de juistheid van de oorzaak, waar aan de dood wordt geweten, te beoordeelen. Het bestuur heeft den controleur en politieken agent te Djambi, kapitein Nissen, die met den heer Schouw Santvoort op vriendschappelijken voet stond, per telegraaf verzocht als beheerder der financiën van dat deel der expeditie te willen op treden en de stoombarkas in bewaring te houden, totdat de tocht zal worden voortgezet. De minister van waterstaat, handel en nijverheid zal Donderdag geen audiëntie verleenen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1877 | | pagina 1