N°. 5480. A0. 1877. Maandag 24 December. Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen, uitgegeven. - STADS-BERICHTEN. EIB8CH DAGBLAD. PRIJS DEZER COURANT; Voor Leiden per 8 maanden.1.10. franco per post.1.40. Afzonderlijke Hommers0.02. T PRIJS DEB ADVERTENTIEN; Tan 16 regels......7 1.06. Iedere regel meer0.17). Grootere letters naar plaatsruimte. BURGEMEESTER en WETHOUDERS tan LEIDEN doen te weten, dat het 2de Suppletoir kohier van de plaatselijke di recte belasting voor 1877 is goedgekenrd door de Gedeputeerde Staten dezer provincie bij besluit van 17 December jl. en op heden aan den Gemeente-ontvanger ter invordering ter hand gesteld cn dat ieder verplicht ia zijnen aanslag op den bij de wet bepaalden voet te voldoen. En wordt deze door plaatsing in de Leidsche Courant afgekondigd. Burgemeester en Wethouders voornoemd, v. D. BRANDELER, Burgemeester. E. KIST, Secretaris. Leiden, 22 December 1877- Vergadering van den Gemeenteraad op Don derdag 27 December e. k. LEIOEN, 22 December. Heden zijn aan de universiteit alhier bevor derd: tot doctor in de rechten de heer C. A. Koek, geb. te Oldenzaal, na verdediging van Stellingen, en tot doctor in de wis- en natuur kundige wetenschappen de heer G. J. D. Mounier, geb. te Zierikzee, met academisch proefschrift, get.„Meetkundige beschouwing van de methode van Lagrange, ter bepaling van de afzonderlijke oplos singen van differentiaal-vergelijkingen door mid del van één of meer integraal-vergelijkingen. Door de commissie alhier, benoemd tot het afnemen van het examen van apotheker en het practisch examen van hulpapotheker, zijn vijf can- didaten geëxamineerd; het diploma van apothe ker werd aan allen uitgereikt, namelijk aan de heeren: IJ. Van der Peer en H. Van Ringh van Sneek, R. Dijkstra van Leeuwarden, M. F. Ras- ker van Groningen en A. A. Lagaay van Vlissingen. Omtrent de rapporten van den schoolopzie ner en de schoolcommissie, betrekkelijk eene her ziening van de jaarwedden van het onderwijzend personeel aan de lagere scholen alhier, verklaren B. en Ws. dat het ook hun voorkomt dat eene zekere traktementsverhooging na een bepaald aantal dienstjaren voor het onderwijzend personeel in uit zicht moet worden gesteld, zoodat huns inziens tot eene herziening als door de verordening van Januari 1874 bedoeld, m. a. w. tot eene afschaf fing van de minima en maxima, niet behoort te worden overgegaan. In de tweede plaats zijn zj met de schoolautoriteiten overtuigd van de nood zakelijkheid, dat de bezoldiging van het onder wijzend personeel worde verhoogd, ten einde be kwame en geschikte onderwijzers voor onze scho len te kunnen behouden, en met de daartoe strek kende voorstellen van de schoolcommissie kunnen zij zich zeer wel vereenigen. De vraag evenwel of zoodanige gewijzigde regeling reeds met 1 Ja nuari 1878 in werking zoude moeten treden meenen zij ontkennend te moeten beantwoorden. Eerlang toch is eene herziening van de wetgeving op het lager onderwijs te wachten en daardoor zoude allicht eene beduidende wijziging van de gemeentelijke regeliDg noodig worden, terwijl het voorzeker niet waarschijnlijk is te achten, dat bij totstandkoming van eene nieuwe wet op het lager onderwijs eene verbetering van de bezoldiging der onderwijzers voor de gemeentebesturen uit een financieel oogpunt minder bezwarend zal worden dan thans het geval zoude wezen. B. en V s. meenen den raad derhalve te moeten voorstellen de ontworpen herziening voorloopig aan te houden, met bepaling dat deze in behandeling zal worden genomen vóór de begrooting van 1879. Inmiddels is het dringend noodig dat de toelagen ten behoeve voor de kweekelingen worden verhoogd. Er wordt daarom in overweging gegeven de toe lage voor de kweekelingen aan de scholen voor on- en minvermogenden, thans bedragende f 70, te brengen op f 100 en die voor de kweekelingen aan de scholen voor voorbereidend en voortgezet meer uitgebreid lager onderwijs, thans bedragende f 80, vast te stellen op 120. Door zoodanige verhooging zal vermoedelijk de lust om zich tot het onderwijs voor te bereiden worden aangewakkerd. Tevens wordt voorgesteld te bepalen, dat het getal kweekelingen op de drie scholen der 2de klasse te zamen zal bedragen hoogstens 18, in gemeenschappelijk overleg tusschen de betrokken hoofdonderwijzers te verdeelen. Het zou voor een verslaggever al heel moeilijk, zoo niet onmogelijk zijn, wanneer hij over een uitvoering als die gisteren van 's middags halfeen tot 's avonds halfelf, met een paar uren pauze, door de Muziekschool der Maatschappij voor Toonkunst in de Stadszaal gegeven werd, in détails moest treden. Een programma van 64 nummers is waarlijk geen kleinigheid, terwijl uit den aard der zaak de gelegenheid zelve er zich niet altijd toe leent. Toch kan er geconstateerd worden, dat de openbare les uitstekend is geslaagd. Terecht merkte de voorzitter, nadat de reeds in] ons vorig nummer opgenomen eervolle vermeldingen waren medegedeeld en de diploma's van bevorderingen en de toegekende prijzen uitgereikt, in zijne toe spraak dan ook op, dat de openbare les in vele opzichten méér dan een examen was geweest. Volkomen waar. Onwillekeurig toch moest men aan een concert denken, waarbij de helden van den avond de leerlingen der Muziekschool waren. Ten bewijze daarvoor behoeft slechts aan de enkele voordrachten op de piano en de 4-, 6- en 8-mains, de solo's op viool, klarinet en andere instrumenten, de solo-voordrachten en koor-nummers in den zang en de uitvoering der orkestklasse herinnerd te worden. In een en ander vond de voorzitter eene gereede aanleiding om den directeur en de onder wijzers en onderwijzeressen geluk te wenschen met de uitmuntende vruchten, die hun onderwijs had afgeworpen, en hun namens allen dank te zeggen voor het aangeboden en genoten genoegen. Met den wensch dat de Muziekschool onder deze om standigheden steeds meer en meer in bloei moge toenemen hetgeen ook voor HII. Commissarissen een der schoonste belooningen zal zijn werd deze muzikale samenkomst besloten, welke door een buitengewoon talrijk publiek, zoowel beneden als op de galerij, zóó dat er geen stoel onbezet bleef, werd bijgewoond, doch waarbij, althans wat de orde betreft, het jongere geslacht menigen wanklank had doen hooren. De Maatschappij voor toonkunst zal a. s. Vrijdag een concert geven in de Gehoorzaal, waarbij als solisten zullen optreden mej. Anna Kuhlmann, uit Keulen, en de heer D. Couwenhoven. Mej. Kuhlmann komt in de plaats van den heer Schnei der, die haar zeer aanbeveelt, als bekend staande als eene uitnemende coloratuur-zangeres. Gedurende deze week zijn dagelijks in het Werkhuis alhier opgenomen van 6583 volwas sen personen en van 1521 kinderen. Uit een particulier schrijven van den con troleur Van Hasselt, chef van het terrein-onder zoek bij de expeditie op Sumatra, blijkt, dat van mislukking van het plan niet kan worden gesproken en dat, naar zijne meening, nu reeds de weg is aangewezen om de millioenen schats uit de Om- biliën-kolenvelden te kunnen vervoeren, waardoor eene reuzenschede is gedaan in de richting van Sumatra's vooruitgang. De Eerste Kamer heeft heden al de overige hoofdstukken der Staatsbegrooting met algemeene stemmen aangenomen, zoo ook de wet op de middelen, de begrootingen van Suriname en Curasao, de spoorwegbegrooting en die van het domeinfonds. Voorts eenige regelingsontwerpen, waaronder tot het verlengen van termijnen aan de Amsterd. Kanaalmaatschappij. Bij de begrooting van waterstaat kwamen de subsidie aan de West- faalsche spoorwegmaatsch. en het contract met de maatschappij Zeeland over het brievenvervoer naar Engeland ter sprake. De minister achtte zich niet geroepen de handelingen zijus voorgangers te ver dedigen. Deze regeering zou het recht van con trole der Kamers steeds eerbiedigen. Bij de begroo ting van koloniën stelde de minister de indiening van voorstellen tot voltooiing niet alleen, maar ook tot voortzetting van den spoorwegaanleg op Java, in 't voorjaar in uitzicht. De heer Star Muman is als commies-griffier beëedigd. Da Kamer is op reces gescheiden, zullende de kiestabel eerst na hare terugkomst worden onderzocht. Z. M. heeft de bij kon. besluit van den 6den October 1874 aan den kwartiermeester bij de zeemacht N. H. De la Bie uitgereikte benoeming tot ridder 4de klasse van de Militaire Willems orde en de decoratie ingetrokken, en zulks naar aanleiding van de koninklijke besluiten van 25 Juni 1815, n'. 10, en 30 Maart 1821, n°. 101. Gemengd Nieuws. De procureur-generaal bij het gerechts hof te 's-Gravenhage verzoekt opsporing en aan houding van M. Ditmar, wed. 't Hoen, die ver oordeeld is tot 8 maanden cellulaire gevangenis straf en eene boete van f 25. Door de reeder ij der „Friesland" is gisteren deze mededeeling ontvangen: „Lloyds agent te La Corunna meldt, dat thee, tabak, koffie en rotting aan land spoelden, tot eene stoomboot behoorende welke vermoedelijk bij kaap Corrubedo bij Finistère verloren ging." De pas sagiers zijn: Majoor Van Son en 3 kinderen; luitenant Van Batenburg; SchuylenbergSteinmetz La Gordt Dillié, Laroux en vrouw; Vrees van Nahuys, vrouw en 3 kinderen; Evans lloucker E. Tofield; mejuffrouw Capell; 25 onderofficieren, 24 militairen en 19 schepelingen. De lading aan boord is: 24,943 balen koffie, 1042 balen tabak, 560 balen peper, 1695 kisten thee, 66 kisten indigo, 59 kisten noten, 43 kisten foelie, 20 kisten gom, 20 kisten sigaren, 6934 blokken tin, 6061 bossen rotting. De Deventer-A msterdamscho schroef- boot, kapt. De Boei, kwam Donderdag-morgen te halfvijf in aanvaring met een zoogenaamden zandbok, die onmiddellijk zonk. Van He drie opvarenden werd slechts één gered; het gegronde vermoeden bestaat, dat de beide anderen zijn omgekomen, niettegenstaande ijverige pogingen van eenige terstond toegesnelde booten. Don Carlos, die thans incognito in Italic reist, is beroofd geworden van de versier selen van het Gouden Vlies, die niet alleen van groote geldelijke waarde zijn, maar ook geacht worden dezelfde te wezen, die voor Philips, hertog van Bourgondië, toen hij de orde instelde ter gelegenheid van zijn derde huwelijk, vervaardigd werden. Het is onzeker, of de diefstal gepleegd is te Venetië of te Milaan; maar don Carlos kwam te Milaan tot de ontdekking van den diefstal. Bij het openen van den koffer, waarin hij de versierselen geborgen had, zag hij dat ze verdwenen waren. Omtrent den afloop van den Donder- plaats gehad hebbenden inzet der domeingoederen

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1877 | | pagina 1