volgende schadeloosstelling toegekend, als aan J. Meyer wed. v. Leeuwen (aanbod ƒ1200) ƒ1733.65, E. Zonneveld wed. Heemskerk (aan bod ƒ1700) ƒ2273.70, T. en N. Meyer (aan bod ƒ3300) 3717.25, N. Kapteyn (aanbod ƒ4500) ƒ4621.30, met veroordeeling der eischen- de maatschappij in de proceskosten. De deskundigen waren in hunne rapporten tot de conclusie gekomen, dat als schadeloosstelling moest worden betaaldaan J. Meyer eene som van ƒ4532.36, aan E. Zonneveld van ƒ5624.50, aan T. en N. Meyer van 14772.17'/a en aan N. Kapteyn van 12959.25. De conclusie van het openbaar ministerie in de zaken Dinsdag jl. bepleit strekte tot schadeloos stelling aan: H. v. Saazen (aanbod ƒ5200) ƒ4912.11, J. Verkley (aanbod ƒ3200) 3335.70 en C. Capteyn (aanbod 2700) ƒ3292.40. In eene bijeenkomst van leden der Holland- sche Maatschappij van landbouw, te Noordwijk gehouden, is besloten eene afzonderlijke afdeeling Noordwijk en omstreken op te richten en zich alzoo af te scheiden van de bestaande afdeeling dier maatschappij Oegstgeest en omstreken. Aan eene daartoe benoemde voorloopige commissie, be staande uit de heeren C. H. C. W. Pické, W. A. Blokhuis, D. Van Konijnenburg Jr. en W. Hoog, werd opgedragen dienaangaande de vereischte maat regelen bij het hoofdbestuur te nemen en een concept-reglement te maken. Uit 's-Gravenhage schrijft men aan het „Utr. D.", dat de minister van oorlog, de heer De Roo van Alderwerelt, willende blijk geven van zijne ingenomenheid met de Koninklijke Vereeni- ging van gepensioneerde officiereu van het Nederl. leger en haar nuttigen werkkring, aan gemelde Vereeniging uit eigene fondsen eene jaarlijksche bijdrage van twee duizend gulden toegezegd heeft, dus juist het bedrag der schadeloosstelling, die hij als lid der Tweede Kamer ontvangt. Ter benoeming van een lid van het hoofd bestuur (uit Zuid-Holland) van de Holl. Maat schappij van landbouw, in de plaats van den heer C. J. Van der Oudermeulen, die met 1 Januari e. k. het voorzitterschap der Maatschappij zal aanvaarden, is Woensdag in eene te Haarlem ge houden vergadering van leden en afgevaardigden gekozen de heer mr. W. O. T. Van Oudheusden te 's-Gravenhage. De voorzitter, mr. W. Van der Vliet, deed vooraf mededeeling, dat door het hoofd bestuur pogingen zullen worden aangewend om, in navolging der Eriesche Maatschappij van land bouw, cursussen voor toekomstige landbouwonder- wijzers in vakken, den landbouw betreffende, op te richten. Aanvragen om geldelijke subsidiën zullen daartoe door het hoofdbestuur gedaan worden zoowel bij de provinciale besturen van Noord- en Zuid-Holland als bij het rijk. Een daartoe strekkend voorstel om zoodanige ondersteuning van de Holl. Maatsch. van landbouw te erlangen zal in de e. k. algemeene vergadering te Delft worden inge vend. De heer jhr. mr. Hoeufft van Velsen dankte iiamens de vergadering den heer mr. Van der Vliet, thans aftredende, voor de uitstekende wijze, waarop hij het voorzitterschap dezer Maatschappij gedurende 3 jaren had waargenomen; waarna de voorzitter met een woord van hartelijken dank voor de mede werking, hem door het hoofdbestuur en de leden steeds betoond, van de vergadering bij dezen af scheid nam. De besturen der hier te lande gevestigde spoorwegmaatschappijen hebben gezamenlijk beslo ten na den 31sten December e. k. geene terug gaven meer te verleenen, noch voor locale, noch voor rechtstreeksche biljetten of retourbiljetten, die ten gevolge van omstandigheden, onafhankelijk van de spoorwegdiensten, ongebruikt zijn gebleven. Tusschen de besturen van den Eranschen Noorderspoorweg, de Belgische spoorwegen, de Exploitatie-maatschappij en de Hollandsche Spoor weg-maatschappij is, op initiatief van laatstge noemde, eene nieuwe regeling totstandgekomen om trent het snel vervoer van verschen visch en oesters, tegen billijke prijzen, tusschen de voornaamste aan de Hollandsche lijnen gelegen aanvoerplaatsen van visch en Antwerpen, Brussel en Parijs. De minister van oorlog heeft aan de Kamer de volgende inlichtingen gegeven op 't adres van den heer B. G. .Van der Hegge Zijnen„De wet van 30 Mei 1S77 gaat uit van het denk beeld dat tot de koninklijke militaire academie alleen zouden worden toegelaten jongelieden, niet reeds in militairen dienst zijnde. Het ware wellicht voorzichtig geweest, op dien regel geen enkele uitzondering toe te laten. De minister Beyen nam echter in het reglement eene bepaling op, volgens welke tot de militaire academie nog konden worden toegelaten jongelieden, die zich reeds in militairen dienst bevonden, mits zij geen langeren diensttijd hadden dan van zes maanden. Deze bepaling liet zich zeer goed verdedigen, daar men kon aannemen, dat jongelieden, die langer in dienst waren, reeds een plooi zouden hebben ge nomen, weinig overeenkomende met de regelen, die voortaan te Breda zouden gelden. Het was met het oog op deze bepaling, dat de zoon van adressant, die reeds twaalf maanden in dienst was, niet tot het examen van art. 6 der wet werd toegelaten. Van willekeur en wetsverkrachting kan hierbij geen sprake zijn." Naar men verneemt heeft de heer O. Van Rees zijn ontslag gevraagd als vice-president van den raad van Indië en is hij voornemens in hel voor jaar naar Nederland terug te keeren. Eerste Kamer. Heden zijn zonder alge meene beraadslaging over de staatsbegrooting te voeren hoofdstukken 1 tot 8 unaniem aangenomen. De minister van financiën verklaarde het denk beeld van uitgifte van certificaten Nationale Schuld door den Staat in overweging te zullen nemen en wel practicabel te achten. Eene inkomstenbelasting achtte hij niet onvermijdelijk. Betere verdeeling van lasten moest op den voorgrond staan. Z. M. heeft benoemd tot rechter-plaatsver- vanger in de arrond.-rechtbank te Groningen mr. B. Van Royen, burgem. dier gemeente, en mr. A. W. Rorakes, advocaat aldaar; tot notaris binnen het arrond. Assenter standplaats de gem. Borger J. W. Van Royen, candidaat-notaris, thans burgem. der gemeente Nijeveenter standplaats de gem. Beilen, mr. J. Beckeringh van Loenen, candidaat-notaris, advocaat, alsmede burgem. aldaar; ter standplaats de gemeente Zuidwolde, jhr. mr. R. O. Van Holthe tot Echten, candidaat- notaris en advocaat te Assen; den telegr. 2de kl. W. G. Pagenkamp, met ingang van 1 Januari e. k. benoemd tot directeur van een der rijks- telegraafkantoren; bij het personeel van den ge neeskundigen dienst der landmacht in Ned.-Indië benoemd tot officier van gezondheid 2de kl., dr. J. A. Palme, geapprobeerd als arts in het gebied van het Duitsche rijk. Gr e in e n g- d. Nieuws. De gezagvoerder van het Woensdag uit Rotterdam vertrokken stoomschip „Gironde" heeft op zich genomen, tot Gibraltar kruisende te zoeken naar het stoomschip „Eriesland" en zoo noodig hulp te verleenen. Het is den 4den De cember op zijne reis van Ned.-Indië herwaarts te Gibraltar uitgeloopen, en sedert werd er niets van vernomen. Op casco en lading zijn belang rijke sommen zoowel te Amsterdam als te Rotter dam verzekerd en Dinsdag werd te Rotterdam 45 pCt. reassurantie-premie besteed. Er waren ook een aantal passagiers aan boord van dit vaar tuig. Ook de sleepboot „President Kind" is ter opsporing van de „Friesland" uit Rotterdam ver trokken. Gisteren waren, daar er een menigte wrakstukken, balen, bossen rotting enz. op de hoogte van Vigo waren gezien, wel allerlei geruchten om trent het lot van het stoomschip in omloop, maar iets zekers is daaromtrent niet bekend. Luidens berichten nit Mauritius heeft de kapitein E. Caller, van het schip „Sadie", op de reis naar Browje-eiland naar Koepang, Timor, een groep van 3 eilanden ontdekt, die door riffen omringd in de richting van N. O. en Z. W. ongeveer 18 zeemijlen lang was. Zij ble ken bij onderzoek bedekt te zijn met een dikke laag guano. Er was een zeer goede ankerplaats. Te Koepang aangekomen deed kapitein Caller dadelijk de noodige stappen, om zich het eigen domsrecht op de ontdekte guano te verzekeren. Hf echtzake n. Een gelukkig zeldzaam voorkomend geval maakte gisteren het onderwerp van behandeling voor het gerechtshof te 's-Gravenhage uit. Eene groote menigte nieuwsgierigen had zoowel de gereser veerde als publieke plaatsen bezet. Ia de b t voor de beschuldigden had plaats genomen «t n a v a.c\ ib ze«re G. d. V., oud 40 jaren, van beroep bouwm», en laatst wonende te Waddinxveen. Hem ten laste gelegd de vreeselijke misdaad van wordt m v n11 Wp» gxftiging zijner wettige huisvrouw M. E. Uit7 uitvoerige akte van beschuldiging en hét Set genverhoor tot dusverre bleek ter terechtzittb' dat de vrouw, met wie besch. den 24sten A f 1862 was gehuwd, den 17 Februari jl. 0p |- jarigen leeftijd is overleden door vergiftigin» T* den eersten tijd hunner vijftienjarige echtvereenj! ging had tusschen man en vrouw geenerlei mis.' verstand geheerscht, doch sedert Augustus vsj het jaar 1876 werd de vrouw, die vroeger eej goede gezondheid genoot, door eene zenuwon°e. steldheid aangetast, waartoe als aanleiding werden beschouwd de in de gemeente harer ïnwonin» rondgaande geruchten en hier en daar aangeplakte spotdichten, waarin de houding van haar man tegenover zijne 16-jarige dienstbode in een U lachelijk daglicht werd gesteld. Daarbij kwam da' zich nu van tijd tot tijd ongenoegen en tweedracht tusschen vrouw en man opdeden, waarvan de laatste als de oorzaak werd aangewezen. Voordat tot het getuigenverhoor overgedaan werd, onderging de beschuldigde een kort verhoor Op de tot hem door den president gerichte vra- gen, of hij ook zeggen kon, waaraan zijne vrouw was overleden en of hij op of omstreeks 11 fe bruari jl. aan zijne vrouw ook rattenkruit had toegediend, antwoordde hij„ze zeggen dat mijne vrouw aan vergiftiging is gestorven, maar toege diend heb ik het niet. "Wel heb ik eens, daar wij last van ratten hadden, op aanraden mijner vrouw rattenkruit gekocht, maar daar ik er een afkeer van had, het voordat ik thuis was, weggeworpen. De drie eerste getuigen waren de vader, c moeder en eene zuster vau de overleden vrouw, die hoofdzakelijk verklaarden, dat zij wel meer malen van hare dochter en zuster bezoek kregen en zij ook Zaterdag den lOden Februari, schiji baar gezond, hen bezocht had. Twee dagen later kregen zij bericht, dat zij bedenkelijk ziek ge worden was. Den volgenden Donderdag was zij vrj goed, „heel mooitjes", zooals de vader het noemde, maar den volgenden dag was haar toestand zoo danig verergerd, dat de dokter het noo&ig ooi' deelde dat de zieke kerkelijk zou bediend wo Als ziekteverschijnselen werden bij de vrouw misselijkheid, brakingen, vreeselijke pijn in'tlij diarrhée, voortdurende dorst en klamme ham waargenomen. De besch. was onder dit lij zijner vrouw meer onverschillig dan deelnemen' Hij liet geen geestelijke roepen, omdat hij, zooa hij zeide, bang was dat zij het op de zenara zou krijgen, en toen de lijderes het uitschreeuwt van pijn, zeide haar man onverschillig: „ze o nog gaan zingen." Daarentegen toonde de viodw innige bezorgdheid met dien man en wilde, mee nende dat hij door het waken by haar vermoeit was, dat hij eenige rust zou nemen. De oorzaak van alle ellende, die in den 1 sten tijd in het huishouden van hesch. had heerscht, was de 16-jarige dochter van hoorn naaste buren, die daar als meid diende. Terwip de vrouw niets naar den zin van den man mea doen kon, was dat meisje de onfeilbare. De vroa» zag alles met leede oogen aan en volgens de va klaring van haar vader, had zij eens een voetr voor haar man gedaan, hem vergiffenis smeekeni voor de schuld van hun ongeluk, die zij, om vrc. te houden, op zich had genomen. De man, ma malen over zijn gedrag jegens zijne dienstb- door zijne familieleden onderhouden, antwoom- steeds in ontkennenden zin en zeide„ik dood. als het waar is." Niettegenstaande dat antwoord waren de delingen van besch. tegenover zijne dienst u berispelijk, hetgeen door onderscheidene geton-* was opgemerkt. Omtrent de gesprekken, door de lijdende vw- met haar vader gehouden, bleek, dat zij van man had gezegd dat hij weer goed vóórhaar»*! en dat hij zich zelfs had beijverd voor haar o hammen klaar te zetten, die hij „zoo j®*er suiker bestrooid had." Tijdens hare ziekte en de vrouw, niettegenstaande gunstige verschijn- toch nog plotseling bezweek, dacht de va er zijne dochter op geen natuurlijke wijze aan eind was gekomen en greep derhalve, n3 a

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1877 | | pagina 2