N°. 5462.
Maandag
A0. 1877.
3 December.
Deze Courant worüt dagelijks, met uitzondering
van Zon- en Feestdagen, uitgegeven. -
Dit Nommer bestaat uit TWEE
BLADEN.
Eerste Blad
S T A D S-BE RICIITEN.
LEIDSCH
DAGBLAD.
PRIJS DEZEE COUBAHT:
Voor Leiden per 3 maanden1.10.
Franco per post.1.40.
Afzonderlijke Hommers0.02.
PEIJS DER ADVERTENTIES:
Van 1—8 regels..d-06*
Iedere regel meer.0.17*.
Grootere letters naar plaatsruimte.
Vergadering van den Gemeenteraad op Don
derdag 6 December a. s.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van LEIDEN,
Gezien het adres van A. HEUZEN, koopman, wonende in
de Groencsteeg N°. 30, daarbij verzoekende om zjjn pakhuis in
de Vestestraat N°. 64 in te richten tot eene bergplaats van
lompen of pondengoed;
Gelet op de artt. 6 en 7 der wet van 2 Juni 1875 (Staatsblad
n°. 95);
Geven bij deze kennis aan het publiek dat genoemd verzoek,
met de bijlagen, op de Secretarie dezer gemeente ter visie gelegd
is; alsmede dat op Zaterdag den 15den December aaDst.'s voor-
middags te elf uren, op het Raadhuis, gelegenheid zal worden
gegeven om bezwaren tegen dat verzoek in te brengen.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
v. n. BRANDELER, Burgemeester.
E. KIST, Secretaris.
Leiden, l December 1877.
LEIDEN, 1 December.
Heden zijn aan de universiteit alhier bevorderd
tot doctor in de rechten: de heer P. A. G. Van
Diggelen, geb. te Woudrichem, na verdediging
van Stellingen, en de heer P. J. Eerdmans, geb.
te Bolsward, met academisch proefschrift, get. r.
„De bewijskracht van koopmansboekhouden."
De minister van binnenlandscbe zaken brengt,
ter kennis van belanghebbenden, dat de commissie,,
belast met het afnemen van de examens van
apotheker alhier zal zitting houden op Donderdag
6 dezer en volgende dagen.
Naar wij vernemen heeft de Commissie voor
volksbijeenkomsten dit jaar weder het plan opge
vat een Kerstboom voor de kinderen van de
trouwe bezoekers harer voordrachten op te richten,
waarbij zij voornemens is ook de jongens van de
Kweekschool voor de Zeevaart te noodigen. Tot
het verkrijgen van toegangskaarten op de galerij
en het ontvangen van vrijwillige bijdragen zullen
eerstdaags lijsten worden rondgezonden. Zonder
twijfel zal de Commissie ook weder dit jaar den
steun der burgerij door eene milde inteekening
mogen ondervinden, waartoe eene opwekking bij
het terugzien op vroegere medewerking wel over
bodig mag gerekend worden.
Groot was de deelneming, welke hedenmorgen
betoond werd bij gelegenheid der teraardebestel
ling van het stoffelijk overschot van den zesen
twintigjarigen jongeling, die Dinsdagmiddag in
den Academietuin op zoo'n plotselinge wijze het le
ven verloor. Overal waar de stoet passeerde, stond
een menigte belangstellenden langs den weg ge
schaard. Toen de kist aan de ouderlijke woning in
den lijkwagen was geplaatst, werd vanwege de jonge-
lingsvereeniging op het lijkkleed aan beide zijden
hare spreuk: „Pred. 12 vers laGedenk aan uwen
Schepper in de dagen uwer jongelingschap," beves
tigd, bet eene er van bovendien omgeven door een
immortellenkrans. De stoet werd geopend door de
bestuursleden der vereeniging, met de in rouw
floers gehulde banier. Naast den wagen welke het
stoffelijk overschot bevatte, gingen aan elke zijde
vier leden, terwijl de overige leden zich daarach
ter geplaatst hadden. In zes koetsen gezeten, volg
den daarop de familie en verdere betrekkingen
van den overledene. Aan de begraafplaats gekomen,
sloten zich vijf jeugdige leerlingen van de Zon
dagschool bij den stoet aan, waarna het lijk door
een achttal leden der vereeniging naar de geopende
groeve werd gedragen. Nadat een der leerlingen
aldaar den immortellenkrans op de kist bad neer
gelegd en deze vervolgens in het graf was neer
gelaten, bracht ds. Drost in herinnering hoe groot
de slag was, die ouders, broeders en zusters
van den overledene had getroffen, wat zij in de
zen hebben verloren, doch wijzende op zijn gods
dienstig leven, tot hen een woord van troost sprak,
dat zijn sterven gewin was. Ds. Brouwer richtte
vervolgens het woord tot de om het graf geschaarde
leden der jongelingsvereeniging. Een der verdien
stelijkste, ijverigste leden hadden zij verloren, die
met zijn open oog en goed hart, in werkelijkheid
hunner aller vriend was. Zijn handel en wandel
moge hen tot voordbeeld strekken en zijne nage
dachtenis door hen steeds in eere worde gehouden.
Namens de Zondagschool der vereeniging herdacht
ds. De Wolff wat de overledene voor haar als on
derwijzer was geweest, met welk een liefde en toewij
ding hij de leerlingen er van steeds op liet goede wees
en hen daarin voorging. De tranen, die thans aan
zijn graf gestort werden, waren het bewijs hoezeer
ook zij aan hem gehecht waren en dat hij ook
bij ihen in herinnering zal blijven. De voorn. pres.
der vereeniging vond in de wijze, waarop zijn
medelid Eggink bet leven bad verloren, aanleiding
om er aan te berinneren hoe onzeker, kortstondig
en vergankelijk 's menschen leven op deze aarde
soms is. Teel, zeer veel hebben de familie en de
leden der vereeniging verloren en de goede weg,
door den overledene hun als 't ware gewezen, zal
door ben niet worden vergeten. Bedenkende evenwel
de woorden „de neer heeft gegeven, de Heer
heeft genomen", moest men in den gevoeligen
slag berusten. Daarna richtte ds. Baart de la Faille
tot de honderden om het graf geschaarden den
wensch, dat deze begrafenis hun een spoorslag
mocht zijn om steeds het goede voor oogen te
bonden en sprak vervolgens daartoe een gebed
uit, waarna de president der jongeÜDgsvereeniging
de aanwezigen uitnoodigde met het bij deze gelegen
heid toepasselijke lied van Psalm 102intesternmen
„Gelijk het gras is ons kortstondig leven", enz.
Namens de familie werd voor de aan haar betoonde
warme deelneming en de laatste eer aan den over
ledene bewezen, door ds. Drost ten slotte dank
gezegd.
De koninklijke bewilliging is verleend op
de akte tot uitbreidiug van het kapitaal der Leidsche
bonw vereeniging. Door deze uitbreiding is het
kapitaal gebracht op f 40,000.
De minister van financiën heeft eene com
missie benoemd om advies nit te brengen over
den toestand van het Haagsche Bosch. Zij bestaat
uit de heeren Verhuëll, lid van den Haagschen
gemeenteraad (voorzitter); Witte, hortulanus te
Leiden; Boer, inspecteur der rijks-beplantingen,
en Zocher, boomkweeker te Haarlem.
De heer J. Pik, commissionnair in effecten
te Groningen, heeft zonder twijfel een goed werk
verricht met de uitgave van zijn Effecten-almanak,
't Is eene nette handleiding, die aan het geldbe-
leggend publiek vele diensten kan bewijzen. Na
tuurlijk zal niet iedereen de beschouwingen van
den auteur deelen, maar te wenschen is het dat
velen zijne raadgevingen zullen ter harte nemen.
Met het oog op den geringen prijs verwachten
wij van dit werkje een ruim bebiet.
Gedurende deze week zijn dagelijks in het
Werkhuis alhier opgenomen van 6185 volwas
sen personen en van 1623 kinderen.
Gedurende de afgeloopen maand werden in
de Volkskeuken alhier afgeleverd 3469 portiën,
als: 3060','» warme spijs, 337 vleesch en 71'/» spek.
In de Kamerzitting van gisteren zijn aan
genomen ue ontwerpen tot verhooging van hoofdst.
V der begrooting over 1877, verandering tuischeu
Maasslois en Maasland (met 49 tegen 7 stemmen),
vereeniging van Rilland en Bath, en bekrachtiging
van provinciale belastingen. Dat van Eriesland
word aangenomen met 49 tegen 7 stemmen, dat
van Limburg met 46 tegen 9 stemmen. Bij het
laatste bestreden de heeren Gratama en Van Eek
den post van subsidiën voor den bouw van kerken
en pastorieën. De minister van binnenlandsche
zaken, de heer Kappeyne van de Coppello, beloofde
in het vervolg te zullen nagaan of er redenen
bestaan, die bij uitzondering dergelijke uitgaven
wettigen. Nog is aangenomen de begrooting der
landsdrukkerij. Bij de behandeling van het ontwerp
tot onteigening voor den spoorweg Winterswijk
Pruisische grenzen vroeg de heer Vening Meiuesz,
of in de concessie voor den Westpbaalscbeu spoor
weg de door den minister Heemskerk toegezegde
wijziging was aangebracht, waaruit bleek, dat bij
naasting zou worden afgetrokken het bedrag door
den staat voor den aanleg bijgedragen. De minister
van handel enz., de beer Tak van Poortvliet,
antwoordde dat de Maatschappij daartoe niet heeft
willen medewerken. De beer Vening Meinesz
drong nu aan op overlegging der briefwisseling.
De minister Tak van Poortvliet verklaarde dat
er geen briefwisseling was gevoerd tusschen den
•tijd, dat de Kamer de subsidie gevoteerd had en
dat dit was verleend. Na discussie stelde de heer
Vening Meinesz nu schorsing der beraadslaging
voor, welk voorstel werd aangenomen met 34
•tegen 19 stemmen.
Na vaststelling der onteigeningswetten voor
den weg te Hoogeveen, en de sluis in de Drentsche
Hoofdvaart, wijziging van hoofdstuk IX der be
grooting over 1876 en wijziging der begrooting
voor Suriname, werden aangenomen de ontwerpen
tot vaststelling der Indische credieten. De heer
Wintgens protesteerde tegen het slecht financieel
beheer, ondanks de hooggeroemde comptabiliteits
wet. De heer Des Amorie van der Hoeven en de
minister van koloniën betoogden, dat aanschrijving
aan de Indische regeering, om niet zoo ruim ge
bruik te maken van credieten, de beste remedie
zal zijn. Maar de verkeerdheden hebben niets ge
meens met de vaststelling der Indische begïooting
bij de wet.
Gisternamiddag werd te Delft de nieuwe
studentensociëteit „Phoeuix" op feestelijke wijze
ingewijd. De ruime conversatiezaal van het fraaie
gebouw was meer dan vol met studenten, oud-
sludenten, hoogleeraren der pol. school, notabelen
der gemeente Delft en verdere genoodigden. Na
dat de voorzitters der bouwcommissie, sociëteits-
bestuur en senaat het woord gevoerd hadden, be
tuigden achtereenvolgens prof. Cohen Stuart, direc
teur der pol. school, en prof. Bachr in hartelijke
woorden hunne sympathie met het Delftsche stu
dentencorps. Er zijn zeer goed gelukte gedenkpen
ningen geslagen, waarop aan de ééne zijde het
nieuwe gebouw der sociëteit en aan de andere
zijde de vogel Phoenix uit zijn asch verrijzende,
zijn afgebeeld het laatste met het oog op den
brand die het gebouw der sociëteit vernield heeft.
Z. M. heeft benoemd tot kantonrechter
plaatsvervanger te Amersfoort, mr. E. H. Van
Persijn, burgem. dier gem.; aan F. Verlinde, rijks-
lichtwachler te Terneuzen, als blijk van goedk.
en tevr. wegens het redden van drenkelingen op
verscheidene tijdstippen, toegekend de bronzen
medaille, alsmede een lofielijk getuigschrift; aan
mej. E. C. W. E. J. Brandt, geboren te Essen
(Pruisen), mits zij overigens aan de daartoe bij