BUITENLAND.
Frankrij k.
tijdens het ongeval de wind zoo hevig was geweest
als den vorigen dag. De val, in het geheel breed
390 M., heelt den dijk over eene lengte van 300
M. aangetast en is daar, op een punt tot 2 M
uit de buitenkruinlijn, ingedrongen. Met kracht
van manschappen, door kolkgelui uit Wissekerke
en Kamperland bijeengeroepen, is men terstonc.
aangevangen met het overgeblevene van den dijk
achterwaarts over te halen. Daarmede was men
Woensdag nog krachtig bezig, zoodat men zich vleit
voor het oogenblik den polder nog te behouden.
Woensdag heeft in de fabriek der
heeren Penn Bauduin, aan de Mijl te Dordrecht,
een werkman een stuk ijzer tegen het hoofd ge
kregen, aan de gevolgen waarvan hij nog denzelfden
avond is overleden. Er bestond zoo weinig vermoe
den, ook bij den aangetrofl'ene zelf, dat dit geval
zulk een noodlottigen afloop zou hebben, dat de
man nog na het gebeurde zich volkomen in staat
gevoelde naar zijne wel een kwartier van de fabriek
verwijderde woning te kunnen loopen.
Dinsdag- avond zijn te Breda per
spoortrein niet minder dan 160 steenhouwers en
metselaars uit Duitschland aangekomen, die ver
der naar Engeland gingen, om aldaar de werk
stakers te vervangen.
De ra j ah Raj end rala Mitra Badahour
heeft uit Indië aan de academie van opschriften
te Parijs eene kist gezonden, behelzende 93 hand
schriften in het Sanskriet.
Het ongehoorde nieuws dat demoord
op een twaalfjarigen knaap te Hamburg gepleegd
is door de moeder, heeft zich bevestigd. Vrouw
Koster heeft in het voorloopig verhoor hare mis
daad bekend.
De geoloog en eerste ingenieur van
het Japansche gouvernement, de heer Lyman, heeft
onlangs een uitvoerig verslag in het licht gege
ven van den geologischen toestand van het eiland
Jesso. Hij zegt daarin, dat een der gewichtigste
resultaten van het geologisch onderzoek, dat op
dit eiland heeft plaats gehad, hierin bestaat, dat
men heeft aangetoond, dat er nog niet geëxploi
teerde steenkolenmijnen bestaan, welke wellicht
150,000 millioen ton kolen inhouden. Deze hoe
veelheid is bijna twee derden van die, welke
Groot-Britannië bezit en welke voor dit land zulk
eene groote bron van inkomsten is. Het eiland
Jesso zou dus gedurende duizend jaren evenveel
steenkolen kunnen leveren als Engeland. Naar eene
matige berekening zou zulks aan het Japansche
gouvernement eene jaarlijksche opbrengst van 75
millioen gulden kunnen verschaffen.
De heer Serapio Garcia, Spaansch on
derdaan, zoo wordt uit Curacao gemeld
woonachtig te Barquisimeto, Venezuela, na op de
inteekeningslijst, geopend te Puerto Cabello, de som
van 53.50 dollars te hebben ingeschreven, terwijl
ook zijne echtgenoot voor de noodlijdenden van
Cura9ao heeft bijgedragen, heeft, door tusschen-
kornst van den heer A. Bethencourt alhier, de som
van 500 dollars in een wissel tegen de heeren
Blohm Co. te Pto. Cabello, gezonden. De wis
sel is alhier voor f 990 verkocht geworden. De
heer Bethencourt heeft over de som van f 90
beschikt om aan zekere armen uit te deelen en de
rest, f 900, aan den weleerw. heer B.Th. J. Ere-
deriks afgedragen. Deze edelmoedige gift van den
heer Garcia is gezonden geworden om onder al
de noodlijdenden ten gevolge van den storm, uit
naam zijner drie dochters Soledad, Hildegardis en
Radegundis, die alhier op de kostschool van de
zusters van liefdadigheid zijn, te worden verdeeld.
Uit St.-Thomas is een verdere gift voor de nood
lijdenden aan den gouverneur dezer kolonie over
gemaakt, bedragende f 200; terwijl door den heer
John D. Henriquez eene som van f 1029, zijnde
de opbrengst eener collecte, aan den gouverneur
der kolonie is ter hand gesteld.
Een half uur van het noordwestelijk
deel van de Beiersche weide, algemeen bekend
door het verrukkelijke vergezicht dat het oplevert,
is een eenzame boerenhofstede gelegen, door een
oppassende pachtersfamilie bewoond. De kleine
hoeve en handenarbeid voorzagen in de behoeften
van het gezin. In het goede jaargetijde leverde
de verkoop van bier aan de vele bezoekers van
het vergezicht ook nog een goede bate. Wie ver
moeid van het bergklimmen er binnentrad, had
altijd een vriendelijk woord voor den jongen waard
of zijn vrouw. Deze was eerst 22 jaren oud en
de levenslustige vrouw, die altijd op haar post was
werd door een afschuwelijke daad plotseling aan de
haren ontnomen. Twee knapen, slechte zonen van
brave ouders, die een beschaafde opvoeding hadden
genoten en zich altijd in fatsoenlijke kringen bewo
gen, waren de schuldigen. De jongste, Karl Grum-
polt, was even 17 jaren. Hij is het eenige kint
van den rentenier Grumpolt te Dresdenzijn me
deplichtige, een neef van hem, Hans Göhring ge-
heeten, is twee en een half jaar ouder. Grumpolt
had in de laatste jaren de hoogere burgerschool
te Neustadt met middelmatig gevolg bezocht
Göhring, die op dezelfde school ging, werd er
wegens wangedrag van verwijderd en bezocht toen
een kostschool. Hij slaagde niet voor zijn examen
als eenjarig vrijwilliger en werd toen bij den
mechanicus Heyde in Dresden geplaatst. Zonder
over de gevolgen van hetgeen zij deden na te
denken, besloten de neven het gehate leeren en
werken vaarwel te zeggen en gingen zij op avontuur
de wijde wereld in, om al spoedig tot misdaad
te vervallen. Acht dagen nadat zij de school en
werkplaats hadden verlaten, volvoerden zij de daad
waarvoor zij Dinsdag terechstonden.
Toen zij hun vaderstad verlieten, hadden zij
eenig geld, dat uit de opbrengst van verkochte
boeken verkregen was. Hun garderobe bestond
uit hetgeen zij bij hun vertrek aanhadden, maar
Grumpolt had een dolk en Göhring een met zes
schoten geladen revolver bij zich. Zondag den 9den
September kwamen zij des nachts te Eger en den
volgenden morgen begaven zij zich op weg naar
Hohenhagen, het beroemde punt, waarvan boven
sprake was. Onderweg hadden zij hunne horloges
en kettingen verkocht, zoodat zij nu 100 mark
rijk waren. Op denzelfden dag bereikten zij de
hoogte en kwamen tegen 2 uren vermoeid in de
herberg van Meidinger. Zij vonden in de gelag
kamer slechts een 13-jarigen herdersjongen, die
de vrouw riep, om hun een glas bier te schenken.
Het eenzame en afgelegene deed bij hen het denk
beeld tot de misdaad opkomen. Toen de jonge,
vriendelijke waardin op de vraag van een der
jongeheeren, of zij wel een biljet van 100 mark
kon wisselen, bevestigend antwoordde, vermoedde
zij weinig dat zij haar doodvonnis uitsprak. Nog
denzelfden middag keerden de jongelieden naar
Neukirchen terug, waar zij in een logement veel
vertering maakten, zoodat zij slechts 14 mark
overhielden, maar de waardin van Hohenhagen
kon een biljet van honderd mark wisselenZij
bezichtigen den dolk, de revolver werd nagezien
en des morgens te 7 uren braken zij op naar
Hohenhagen. De weg was echter op verre na zoo
eenzaam niet als den vorigen das;. Zij ontmoetten
een houthakker, dien zij naar den weg vroegen.
Ook ontmoetten zij een groot gezelschap Eran-
ciskaner monniken, dat evenwel spoedig vertrok.
Iet oogenblik der daad naderde. Een oogenblik
regonnen zij onderweg te aarzelen, geen van beiden
wilde den moord plegeneindelijk besloten zij er
om te loten en den jongste trof het lothij moest
de daad volbrengen en aarzelde ook geenszins.
Zij traden binnen en bestelden bier, waarvoor zij
een thalerstuk in betaling gaven. De vrouw ging
naar een kastje om het geld te wisselen; terwijl
zij bukte zeide de oudste„schieten een oogen
blik daarua knalde een schot. De waardin wilde
overeind rijzen, toen zij een tweede schot ontving,
dat haar terstond doodde. Nu gold het den buit.
In het kastje vond men slechts een paar mark;
alles werd opengebroken en nagezien, maar het
geld was veilig geborgen en werd niet gevonden.
Daar hoorden zij voetstappen. De herdersjongen
was in aantocht. Haastig sleepten zij het lijk naar
de andere kamer en sloten die af. Met de onbe
vangenheid van een verhard misdadiger vroeg
Grumpolt den jongen of hij ook wist waar de
waardin was en Göhring zocht nog in den stal.
De jongen ging naar den waard, die op het veld
werkte, en van dat oogenblik maakten de boos
wichten gebruik om te vluchten.
Een oogenblik later kwam de boschwachter Pöl-
linger in het vertrek en verwonderde zich over
de afwezigheid der vrouw; toen hij nu bloedspo
ren naar het gesloten achtervertrek zag, kreeg hij
argwaan. Hij opende de deur met geweld, en hier
wachtte hem een vreeselijk schouwspel: een jong
kindje zat met de bebloede kleederen van zijn
overleden moeder te spelen. Den volgenden avond
werden de jeugdige moordenaars in een logement
te Cham gevangengenomen. Zij hebben alles tot
in bijzonderheden bekend en zijn beiden doorliet
gerechtshof van Neder-Beieren tot 12 jaren gevan
genisstraf veroordeeld. Hun jeugd belette een
strenger vonnis.
Beohtzaken.
In de zitting van het kantongerecht van 's-Gra-
venhage werden gisteren twee strafvervolgingen
behandeld, ingesteld tegen den heer L. B. Wauthv
directeur van de Tramway-maatschappij aldaar
1°. van op 8 Juni jl. als directeur van de paar-
denspoorweg-onderneming, ingevolge hare concessie
van 12 Mei 1876 dienstdoende tusschen 's-Gra-
venhage en Delft, bevonden te zijn dat een rijtui®
dier onderneming in de richting naar Delft vau
het station op het Spui te 's-Gravenhage wegreed
te 2 u. 27 m. des namiddags in plaats van 2 u
30 m., zooals bij besluit van ged. staten werd
goedgekeurd, en 2°. van op 16 Augustus jl. als
directeur van de paardenspoorweg-ondernemin»
ingevolge hare concessie van 12 Mei 1876 dienst
doende tusschen 's-Gravenhage en Delft, bevonden
te zijn dat op hare lijn op het Huigenspark te
's-Gravenhage in de richting naar Delft rijdende
was het rijtuig n°. 28, dienstdoende tot vervoer
van passagiers, welk rijtuig den vorigen dag bij
de voorgeschreven maandelijksche keuring niet was
nagezien, omdat het niet ter keuring was aan
geboden.
In de eerste strafvervolging werd door den
ambtenaar van het O. M. voor Van Haaften op
grond van art. 63 van het besluit van 24 Nov.
1829, houdende een reglement op den dienst der
openbare middelen van vervoer te lande, eene
geldboete van tien gulden gerequireerdin de
tweede strafvervolging requireerde dezelfde ambte
naar tot gelijke geldboete op grond van de artikelen
25 en 50 van hetzelfde besluit, dat bij de concessie
van 1876 in hoofdzaak op de tramway-onderne-
miugen van toepassing is verklaard.
Voor den directeur der paardenspoorweg-onder
neming trad als gemachtigde en verdediger op
Mr. G. Belinfante, die er met nadruk tegen op
kwam, niet alleen dat het verouderde besluit van
1829, in den tijd van diligences en postwagens
in het leven geroepen, nog altijd ia Nederland ia
zwang is, maar dat in plaats van de tramways
gelijk in andere landen aan eene bijzondere wet
telijke regeling te onderwerpen, dat besluit ten
vorigen jare ook op de tramways van toepassing
is verklaard. Ten aanzien van beide vervolgin
gen moest hij concludeeren tot ontslag van
rechtsvervolging zoowel als tot vrijspraak. Tot
ontslag van rechtsvervolging omdat, wat de
eerste vervolging betreft, art. 63 van het besluit
van 1829 vordert, dat de tijd der dienstverrich
ting in de akte van concessie of latere wijziging
zij bepaald, hetgeen hier het geval niet is geweest.
Tot vrijspraak, omdat uit de verklaring van den
deskundigen stadsuurwerker A. Kaiser was geble-
cen, dat deNieuwekerk-klok, waarnaar zich de tijds
bepaling moet regelen, twee minuten vroeger
slaat dan alle andere klokken. Wat de tweede
vervolging betreft pleitte Mr. Belinfante dat ner
gens bij het besluit van 1829 het rijden van een
niet gekeurd rijtuig met straf wordt bedreigd.
Uitspraak in beide zaken over acht dagen.
Op het vernemen, dat eenige senaatsleden en
afgevaardigden bij de presidenten der beide Kamers
stappen hebben gedaan om hun ongerustheid te
cennen te geven over de veiligheid der volks
vertegenwoordiging en om te spreken over de
wijze, waarop deze eventueel zou kunnen worden
jeschermd, heeft Mac Mahon zich genoopt gezien
om de presidenten van Kamer en Senaat gisteren
■jij zich te ontbieden, ten einde hun mede te
deelen dat een dergelijke vrees allen grond miste
en dat de volksvertegenwoordiging in geen op
zicht gevaar liep.
Italië.
Bij de onthulling van het gedenkteeken te Men-
tana zijn redevoeringen gehouden, die de regeering
onaangenaam getroffen hebben. Wat er gesproken
is, weet men nog niet, wel dat er republikeinsche
banieren ontrold zijn en eenige telegrammen, door