onderscheidingsteeken van een lid van het gemeente bestuur, tijdens de Bataafsche Republiek. Ten behoeve van de directie der marine te Willemsoord is heden aan het departement van marine aanbesteed de levering van vlagdoek. Minste inschrijvers waren de heeren "Van Hartrop en Zoon te Leiden, voor f 784.80. Uit Roermond wordt van 13 dezer gemeld: Op dit oogenblik, twee uur 's namiddags, luidt in alle kerken en kapellen der stad de doodsklok voor den eerw. heer deken E. Moonen, die heden voormiddag in ruim 80jarigen leeftijd overleed. Hij was een voorbeeld van priesterdeugd en door Tijk en arm geacht. Tot predikant bij de Ned. herv. gemeente te Rotterdam is beroepen dr. G. Van Goor JLzn. te Oud-Beierland. Akte-examens te 's-Hage, middelbaar onder wijs. Gisteren zijn toegelaten voor staathuishoud kunde, J. A. Klasens, van 's-Hertogenbosch voor aardrijkskunde, P. A. Van Deinse, van Enschedé. Van de brievenmails aan boord van de Eran- scbe pakketboot „Parana", den 20sten Septem ber jl. van Bordeaux vertrokken, zijn, bij het stranden van dit vaartuig op de kust van Bra zilië, slechts die bestemd voor Rio de Janeiro en Buenos Ayres, met uitzondering van eenige zak ken met drukwerken en monsters, gered kunnen worden. De correspondentie, gesloten in de brie venmails voor Bahia en Montevideo, ging daarbij geheel verloren. Gemengd Nieuws. Uit Katwijk wordt gemeld, dat ten gevolge van langdurigen storm de haringvisscherij niet voordeelig gaat. Zes schuiten zijn in 14 dagen aangekomen, waarvan schipper A. Haasnoot, reeder A. Taat, met een verlies van 43 netten. Omtrent den persoon, die zich eer gisteren door middel van een revolver op de Sche- deldoeksliaven te 's-Hage van het leven heeft be roofd, verneemt men thans dat hij is genaamd Berré, oud ruim 40 jaren, vaste woonplaats Leiden, van be roep horlogemakersgezel. Naar men zegt moet hij eerst onlangs uit de gevangenis, waarin hij acht maanden heeft doorgebracht, zijn ontslagen en daarna zijn intrek genomen hebben in het loge ment „de stad Kampen" op het Spui. Tegen één der personen, die in hech tenis zijn genomen op vermoeden, dat zij de hand zouden hebben gehad in de vergiftiging van den gepensioneerden kapitein De Geer Boers, en wel den halfbroeder van de vrouw, schijnen geen voldoende termen tot inhechtenishouding te bestaan. Tot zijne invrijheidstelling moet dan ook reeds besloten zijn. Gistermorgen is de boerenknecht J. L., werkzaam bij zijn oom L. in de Doelen straat te Arnhem, terwijl hij op het land achter het Tamboersboschje werkzaam was, door den al daar losloopenden ezel van laatstgenoemde aange vallen en in beide polsen, de beenen en dijbeen deren derwijze gebeten, dat de patiënt per as naar zijne woning moest worden gevoerd. Op liet vreese- lijk geschreeew van L. schoten eenige personen toe, die alle moeite hadden om den ezel, die met de pooten op de borst van den aangevallene stond, van dezen af te trekken. Uit Arnhem wordt gemeld: Twee per- sonen, genaamd E. en B., zaten Maandag-avond genoegelijk onder een glaasje klare en bespraken onderwijl, dat B. bij E. zou logeeren, omdat de laatste, die weduwnaar was, zich zoo eenzaam ge voelde. Te huis gekomen werd nog eene hartver sterking gehaald, waarop de gastheer, vermoeid van het praten, op zijn stoel insliep. Midden in den nacht wakker wordende, bespeurde hij, dat zijn vriend was verdwenen, en ook tot zijn ont steltenis, dat een mahoniehouten kistje met ƒ140 en zijn jas waren ontvreemd. De politie tracht de verblijfplaats van dezen vriendschappelijken dief op te sporen. Omtrent het gebeurde op deBrouwers- gracht te Amsterdam deelt het „Hbl." nog mede, dat het ontbrekende knipmes (de overledene had er vier) in den zak van een broek is teruggevon den. De daad schijnt dus te zijn geschied met een ander mes, dat niet behoorde aan den heer Kets. In de aangifte van overlijden wordt zijn dood toe geschreven aan verbloeding, ten gevolge van een halswonde, welke, ofschoon het vermoeden van zelfmoord niet is uitgesloten, ook door moord kan zijn veroorzaakt. Justitie en politie blijven in deze zaak voortdurend onderzoeken. Gisteren heeft weer een langdurig verhoor aan het politie-bureau plaats gehad. Gisteren werd ons, meldt het „N. v. d. D.", naar wij meenden van vertrouwbare zijde, medegedeeld, dat iemand overleden was ten gevolge van een vechtpartij tusschen burgers en stu denten te Amsterdam. Gelukkig was onze bericht gever verkeerd ingelicht. De verwonding was niet van zoo ernstigen aard. Het prospectus is verschenen van een in Amsterdam uit te geven Duitsch weekblad, „Teut" genaamd. Het zal het leven en streven der iu Nederland levende Duitschers behandelen en zich onthouden van polemiek tegen Nederland en bespreking van Nederlandsche toestanden. Maandag-namiddag overleed te Deven ter plotseling, na het nuttigen van enkele beten van den maaltijd, de heer J. v. T., koopman in verfwaren. Daar vermoedens van vergiftiging be stonden, is dadelijk een onderzoek ingesteld, waar toe de rechter commissaris van Zutfen denzelfden avond is overgekomen. Gisternacht heeft eene lijkschouwing plaats gehad, waarvan de uitslag nog niet bekend is. De heer v. T. leefde met drie kinderen gescheiden van zijn echtgenoote, die te Amsterdam verblijf houdt. Nadat ten gevolge van den aanvalop de drie Nederlandsche visschers ter reede van Norderney veertien personen waren gearresteerd, gelijk reeds is gemeld, zijn er later nog zeven in hechtenis genomen. Buitendien zijn er 80 in staat van beschuldiging gesteld, doch voorloopig in vrijheid gelaten. De schade ten huize van Öteren- dorp wordt op ruim 5000 mark begroot. Hierbij komt de schade wegens de vernieling aan boord der Nederlandsche vaartuigen. Oterendorp is naar Norden verhuisd. In het „Handelsblad" komt de vol gende leziDg voor van het te Laren voorgevallene Een jaar of zeven geleden heeft zekere M., land bouwer aldaar, zich, naar men gist om huiselijke zorgen, van 't leven beroofd en is toen volgens de kerkelijke wetten niet op 't gewijde kerkhof, maar op de algemeene begraafplaats onder „de zeven en twintig sparreboomen" begraven. Toen nu dezen zomer een algemeen geacht burger, de molenaar B. C., de hand aan zijn leven sloeg, was de ontsteltenis der familie niet te bedaren. Ten koste van groote offers gelukte het evenwel van de kerkelijke autoriteiten de vergunning te ver krijgen dat het lijk in de gewijde aarde van het St.-Jans-kerkhof te Laren werd bijgezet. De na bestaanden van den vroeger overleden M. trachtten nu hetzelfde voorrecht voor hun familielid te ver werven. Men zeide hierop te meer te moeten aan dringen, daar een zoon van den ongelukkigen M. voor den priesterstand was opgeleid en volgens de kerkelijke regelen in zijne loopbaan zou worden belemmerd, zoolang de asch van zijn vader in ongewijde aarde rustte. Werkelijk gelukte het van deu nieuwen pastoor toestemming te erlangen, de kist op te graven en in de gewijde aarde over te brengen. In den nacht van 4 op 5 November werd dan in alle stilte het lijk overgebracht. Doch nauwelijks was dit in de gemeente ruchtbaar, of van vele zijden protesteerde men op zeer nadruk kelijke wijze tegen deze behandeling, waartoe ook de kerkmeesters geene vergunning schijnen gegeven te hebben. Men eischte steeds met grooteren aan drang de terugbrenging van het lijk naar de alge meene begraafplaats en toen hieraan geen gevolg werd gegeven, trok in den nacht van Vrijdag op Zaterdag een tiental mannen met lantaarns en spaden gewapend zeiven aan het werk. Reeds was het lijk opgegraven en het graf dichtgemaakt, toen op het gerucht der naderende politie het kerkhof verlaten werd. Het lijk werd nu weder begraven. In den nacht van Zaterdag op Zondag toog een talrijke troep uit, maar vond de toegangen van het kerkhof door een negental politiemannen afgezet. Doch daarmede zou de zaak niet afloopen. Den volgenden dag zou het werk worden hervat. Nog vóór het einde der morgen-godsdienstoefening stormde een honderdtal mannen uit de kerk naar het kerkhof, weldra gevolgd door eenige honderden toeschouwers. In weinige minuten was het lijk weder boven aarde gehaald, het graf toegeworpen en de kist zonder dralen op de schouder men en op de algemeene begraafplaats Toen de politie kwam opdagen, was all afgeloopen. De gemoederen verkeeren in/' tengewone gisting en zoo er eene botsing met de gewapende macht, dan is het te overzien, want de geheele bevolking kiest De levende colorado-kever di gens een advertentie in de „Graafsche (V bij een smid te Ravenstein voor 5 CT' bezichtigen was, schijnt een canard te ziin de veldwachter zich bij den vermeenden vertoonde om 't beestje onschadelijk te wist deze niets 'van 't dier en evenmin advertentie af. Een grappenmaker schijnt de"', tentie, waaronder de naam van den smid - ingezonden te hebben. Beohtzaken, De civiele kamer der arrond.-rechlbani ja; Haag heeft gisteren een uitvoerig vonnisgewe omtrent de vordering ingesteld door de re^er van Ned.-Indië tegen de aldaar gevestigde Mlitc maatschappij, welke strekt tot betaling «nersg van f 21,090 met renten, ter vergoeding kosten van het civiel bestuur van heteilandR ton over de jaren 1862 en 1863. De rechtbs. heeft bij haar vonnis, geheel in overeenstemm: met het gevoelen van het openb. min., boo zakelijk beslist, dat de afscheiding van het d bestuur van Billiton van de residentie Bt indertijd geheel en uitsluitend op verzoek het belang der toenmalige concessionarissen h plaats gehad en de daaruit voortvloeiende mttri uitgaven in hun belang zijn gedaan en na dat der regeering, daar de residentie Bankt een behoorlijk bestuur stond. De gedaagde n schappij moest naar de meening der recti* als de rechtverkrijgende van de oorsproaiti concessionarissen worden beschouwd en id niet alleen geacht worden verplicht ter: meerdere kosten te restitueeren wat het bestuur betreft, maar ook die wat het Iiik bestuur aangaat. Op deze en meerdere: wees de rechtbank de regeering van E-ki! hare vordering toe, veroordeelde de gedasji .- schappij tot betaling eener som van (21,Cd de renten, berekend tegen 5 °/0 'sjaars, ei klaarde bet vonnis uitvoerbaar bij voorraad borgtocht. BUITENLAND. Frankrij k. Een particulier telegram meldt: De zin der Kamer was gisteren geanimeerd en i zeer vol. Het rapport over de wijziging ran reglement der Kamer werd voorgelezen de ger. Paul de Cassagnac bestreed de verandert evenals Robert Mitchel, beiden Bonapartisten. verschillende artikelen en daarna het geheele werp werden aangenomen door twee derden1 aanwezige leden. „Ce sera toujours com me es riep Gambetta uit. In de nationale vergadering werd het rapport voorgelezen over het voorstel-L- dat met 303 tegen 39 stemmen werd aangeao- De vergadering besloot tot onverwijlde beu ling van het voorstel-Grévy. Be heer non zeide dat het ten gevolge zou hebben hef op keu van de lijst der gijzelaars voor de aam a- Commune. De overwinning (zeide hij) zou 01 tig en schandelijk zijn. De Kamer kon geene ventie zijn; on haar dit te bewijzen, v'as doende haar onder den voet te treden interruptie van de linkerzijde). Hij verman- Kamer, niet deze eerste laag te leggen- Constitutie. Er waren overigens, om deze - eerbiedigen, naast de Kamer de Senaat e - sident der republiek, die recht en kracht zijde heeft. De heer Renault zeide 3 mer ten allen tijde het recht had tot enqm hield eene levendige redevoering, die door - kerzijde werd toegejuicht. Hij verweet ui ter dat zij groote pressie hadden geoe en beambten, en den maarschalk bij den ve^ strijd gecompromitteerd hadden. e beklom daarop de tribune om te antwoor de discussie werd verdaagd tot heden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1877 | | pagina 2