N°. 5437.
Zaterdag
A°. 1877.
3 November.
Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van Zon-en Feestdagen, uitgegeven, v
EIDSCH
DAGBLAD.
PRIJS DEZER COURANT:
Noor Leiden per 8 maanden....-•• 110.
"franco per post1.40.
Afzonderlijke Hommers0.02.
,A PRIJS DER ADYERTENTIEN
Van 16 regels
Iedere regel meer•vvzv.
Grootere letters naar plaatsruimte.
,.•7/ 1.05.
0.17*.
LEIDEN, 2 November.
Heden is aan de hoogeschool alhier bevorderd
doctor in de rechten de heer B. Nijman, geb.
*«i Zutfen, na verdediging van Stellingen.
..0.— Hedenmorgen overleed op den huize „Berbice"
Voorschoten de heer J. M. Vau Kempen, oudste
]id der firma J. M. Van Kempen en Zonen en
dgenaar der Koninklijke Nederlandsche fabriek
van gouden en zilveren werken aldaar. Hij be
reikte den ouderdom van 63 jaren en was officier
van de Eikekroon, alsmede ridder der St.-Stanislas-
orde van Rusland, der Frans-Jozefs-orde van
Oostenrijk, van den Witten Valk van Saksen-
Weimar en der Leopoldsorde van België.
Be overledene was daarenboven op het ge
bied der industrie iemand die aan eene groote mate
van kennis, voorzichtig beleid en ongewonen ijver
paarde. Met een vast en doorzettend karakter be
gaafd, betoonde bij steeds eene taaie volharding
op bet door hem gekozene en hem bij uitstek
toevertrouwde gebied, eene volharding die be
kroond werd met het voorrecht, dat hij uit kleine
gegevens eene grootsche industrie mocht zien ver
rijzen. De eenvoudige zilversmederij, in 1835
te Utrecht aangevangen met een gering aantal
werklieden, werd allengs uitgebreid en moest wel
dra in 1858 naar Voorschoten overgebracht wor
den, alwaar zij over grootere ruimte te beschik
ken bad en de belangrijke kunst-industrie werd,
H zich met iedere inrichting van dien aard in
iet buitenland kan meten. Hare uitgebreide
handelsbetrekkingen in binnen- en buitenland als
mede in de overzeescbe bezittingen verschaffen
voortdurend werk aan een personeel van ongeveer
150 man, bijgestaan door aanzienlijke stoomkracht
en machinerie, en bare magazijnen te 's-Graven-
bage, Rotterdam en Utrecht leveren bet welspre
kend bewijs van de steeds toenemende en alom
gewaardeerde productie. De beelden en groepen
van bet nationaal gedenkteeken te VGravenhage,
I en het kolossaal monument van Jan Pieterszoon
Koen te Batavia, die in genoemde fabriek van
.massief koper werden vervaardigd, spreken duide
lijk van den kloeken ondernemingsgeest die Van
Kempen bezielde. Beide monumenten zijn ver-
vahnligd naar een procédé, op zoo groote afmetin
gen nog niet toegepast. Deze arbeid was zoo
omvangrijk en gelukkig geslaagd, dat de uitvin
der der galvanoplastiek, de hoogleeraar De Jacobi
Ite St.-Petersburg, zich gedrongen gevoelde daar-
'toe opzettelijk een bezoek aan de fabriek te Voor-
r Behoten te brengen.
Maar even belangrijk was ook het streven van
Van Kempen op bet gebied der aestbetica. Had
grondige studie op dit gebied hem den weg ge
toond dien hij zou volgen, zijn bokaal, gewijd
aan bet stamhuis van Oranje-Nassau, in 1845
h| gothischen stijl voor Z. M. den Koning ver-
javaardigd, getuigde reeds wat men van hem kon
venvachten. Zijne inzendingen op de eerste we-
^Bdtentoonstelling te Londen in 1851 echter
Blonden nog duidelijker den aard van zijn streven
De aldaar uit zijne fabriek geëxposeerde zil-
Bftrwerken toch, in vijf onderscheidene stijlen zui-
E bewerkt, evenals menig ander kunststuk door
Bem geleverd, gaven hem eene plaats onder de
^Biereersten die de richting aanwezen, waarin van
nu af de ornamentiek zich had te bewegen
Wne richting die bestond in het zoeken van zui-
verder architectonische vormen, en vermijding
VHn anachronistische samenvoegingen, waaraan hij
Vöor zilverwerk tevens rijker kleurschakeering wist
t| paren.
Heeft Van Kempen alzoo op het gebied der
industrie en aesthetica zich bij landgenoot en
vreemdeling een welverdienden roem verworven
getuigen de vele onderscheidingen die hem van
vorsten en op verschillende tentoonstellingen ten
deel vielen ook als rnensch werd hij hoog ge
waardeerd door allen, die in de gelegenheid waren
hem meer van nabij te leeren kennen. Bovenal
ging hem het lot zijner werklieden nauw aan het
hart. In hun belang deed hij vele goede inrichtingen
tot stand brengen, en vooral onder hen getuigt
menige traan van de achting en liefde die men
hem toedroeg. Schoon getuigenis voorzeker van
een man, die ook als burger en christen in de
belangen van maatschappij en kerk een ernstig
deel nam. Steeds vond hij, niettegenstaande velerlei
ingespannen arbeid, den tijd tot ijverige vervulling
van iederen plicht, en op velerlei maatschappelijk
gebied betreurt men het gemis van zijn helderen
blik en bondig advies.
Waar dus zijn heengaan menige plaats heeft
doen openvallen, vernemen wij met ingenomenheid
dat de zaak waaraan hij zijne krachten had ge
wijd, sedert geruimen tijd reeds gedreven onder
de firma J. M. Van Kempen en Zonen, op den
zelfden voet zal worden voortgezet. De jongste
tentoonstelling dier firma te Amsterdam leverde
reeds het bewijs dat door zijne zonen in den
zelfden geest wordt gewerkt. Wijdden zij hunne
studiën aan de technische wetenschappen, industrie
en kunst, veilig mag men van hen verwachten
dat zij zullen weten te beantwoorden aan de
verhoogde eischen van onzen tijd. Door verdeeling
van den arbeid zullen zij het hoofd kunnen bieden
aan iedere concurrentie, en volkomen in staat zijn
het werk van wijlen hunnen diepbetreurden vader
voort te zetten met frissche en verhoogde kracht.
Aan het Brielsche gymnasium is ter vervan
ging van dr. Beins, die rector geworden is, be
noemd als conrector de heer G. F. Hartman,
doctorandus in de letteren alhier.
Het eereteeken tot belooning van eervollen
langdurigen werkelijken dienst bij de schutterijeii
is toegekend aan de heeren W. L. Van Kaathoven,
P. A. Dn Buisson de Jonge, beiden kapitein, en
J. Petit, tamboer bij de dd. schutterij alhier.
Met leedwezen vernemen wij dat de heer
B. Bruining te dezer plaatse zijn pbotographische
atelier om gezondheidsredenen heeft gesloten en
waarschijnlijk naar Arnhem zal overbrengen. Sedert
een tal van jaren hier gevestigd, aanvankelijk op
zeer kleinen grondslag, was het den heer Brui
ning gelukt, geholpen door zijn artistieken blik en
door het toepassen der nieuwste vindingen, zijn
atelier tot een hoogte op te voeren dat het kon
wedijveren met de voornaamste inrichtingen van
binnen- en buitenland. Menig prachtig portret van
onze stadgenooten heeft aan Bruinings etablissement
zijn aanzijn te danken gehad.
Gedurende de afgeloopen maand werden in
de Volkskeuken alhier afgeleverd 3656','i portiën,
als: 3119 warme spijs, 456 vleesch en 81'/, spek.
Het departement van koloniën is voornemens
de gelden, ten behoeve van noodlijdenden op de
Nederlandsche West-Indische eilanden verzameld,
en welke men, door tusschenkomst van dat de
partement en van het bestuur van Curasao, hunne
bestemming wil zien bereiken, op die wijze over
te maken, dat telkens wanneer een eenigszins
beduidend bedrag zal zijn gestort, de gouverneur
langs teiegraphischen weg wordt gemachtigd om
over het ontvaDgen bedrag te beschikken. Ten
einde van die gelegenheid het best gebruik te
maken, is het wenschelijk, dat de stortingen bij
het departement plaats hebben vóór den 16den en
24sten van iedere maand, zijnde de uiterste tijd
stippen, waarop een naar St.-Thomas af te zenden
telegram van daar per mailgelegenheid naar Cu
rasao kan worden overgebracht.
Het stoomschip „Madura", 15 September
van Nieuwediep vertrokken, is 28 October te
Batavia aangekomen.
In de onlangs te Amsterdam gehouden ver
gadering van de commissie van uitvoering voor
de plechtige herdenking van Linnaeus' leven en
werken, is o. a. besloten, dat tot de uitvoering
der cantate enz. op den avond van 10 Januari 1878
in het lokaal „Felix Meritis" behalve contribuanten
en genoodigden niemand zal worden toegelaten
dan zij, die alsnog minstens 10 aan het Linnaeus-
fonds schenken. Prof. C. A. J. A. Oudemans zal
dien avond eene toepasselijke redevoering uitspreken.
De woorden der cantate zijn vervaardigd door den
heer De Buil en de muziek door den heer Heinze.
Algemeen bekende solisten, een aanzienlijk koor
en orkest hebben reeds medewerking toegezegd.
De burgemeester van Amsterdam heeft het eere
voorzitterschap aangenomen. De tentoonstelling van
zaken, op Linnaeus betrekkelijk, zal waarschijnlijk
des morgens van denzelfden dag in een der lokalen
van Artis plechtig worden geopend.
Niet alleen hebben Burg. en Weth. van
Amsterdam een plan tot verbouwing van het Oude
mannenhuis tot universiteitsgebouw bij den acade-
mischen senaat ingediend, maar tevens voorgesteld
de stadsbibliotheek in universiteits-bibliotheek om
te scheppen. Aan de laatste willen zij een biblio
thecaris op een ruime bezoldiging verbinden. Beide
ontwerpen zijn naar men verneemt met bijzonder
welgevallen door den academischen senaat ont
vangen. Bij de medische faculteit zullen hoogst
waarschijnlijk een drietal privaat-docenten optreden,
o. a. dr. Guye, de bekende oorheelkundige.
Dinsdag-avond werd door de studenten der
juridische faculteit te Utrecht, bij monde van
haren president, den heer Bick, aan den hoog
leeraar Fruin, als bewijs van erkentelijkheid dat
hij voor de hem aangeboden leerstoelen aan de
universiteiten te Amsterdam en te Leiden bedankt
had, een prachtige zilveren inktkoker, versierd
met een Minervabeeld, aangeboden.
De vrijmetselaarsloge „de Edelmoedigheid"
te 's-IIertogenbosch vierde op 17 April 1876 haar
100-jarig bestaan en nam bij die gelegenheid het
besluit om een vast kapitaal bijeen te brengen,
uit welks renten de schoolgelden en boeken van
leerlingen der hoogere burgerschool te 's-Herto-
genbosch en, zoo mogelijk, ook elders zullen worden
betaald, in geval de ouders of voogden er door
bezwaard worden. Prins Frederik schonk dadelijk
1000 en de loge te 's-IIertogenbosch 922.20,
terwijl van verschillende plaatsen bijdragen in
kwamen, zoodat een gezamenlijk bedrag van
ƒ3820.75 spoedig de gelegenheid schonk uit de
renten van het kapitaal vijf kweekelingen te 's-Her-
togenbosch te plaatsen. In het tweede jaar van het
bestaan, van dit fonds steeg het kapitaal tot ƒ5088.31,
waarvoor ƒ8000 Nat. Werk. Schuld 2'/2pc. kon
worden gekocht. Toch bedraagt het getal geplaatste
leerlingen nog slechts zes. Het bestuur betreurt
het zeer, dat de financieele kracht van het fonds
vooralsnog niet toereikend is om meer jongelingen
te kunnen plaatsenhet moet er zich reeds nu van
onthouden, de geplaatsten te hulp te komen bij
het aankoopen van boeken, terwijl voor eenige hun
ner ook vergoeding voor de boeken zeer wenschelijk
zou zijn. Bovendien is men in de noodzakelijkheid
geweest, twee aanvragen uit Den Bosch van de
hand te wijzen en het spreekt dus vanzelf, dat er