Gemengd Nieuws.
Van 28 September tot heden zijn te
Katwijk weder 18 schuiten aangekomen, te zamen
met 645,400 stuks steur- en 2620 kantjes pekel
haring. Voor de steurharing werd besteed 21 a
13 per 1000, voor de pekelharing f 21'/, a
18 per ton. Met de vangst gaat het zeer gezegend.
Gisteren in den vroegen morgen heeft
zich te Amsterdam een Duitscher, die zijn intrek
genomen had in een logement op den N. Z. Voor
burgwal, uit een venster op de straat neergestort,
met het gevolg dat hij kort na zyne opneming
in het gasthuis bezweek. De ongelukkige schijnt,
na vooraf zijn logies voldaan te hebben, van alle
middelen ontbloot te zijn geweest. Hij had zich
des nachts in zijne kamer opgesloten en gedroeg
zich zoo zonderling en luidruchtig, dat ten slotte
de politie zich met de zaak bemoeide. Op het
zien der agenten volbracht hij zijn wanhopige daad.
Woensdagnacht is te Gouda een ar
beider van den Nederl. Rijnspoorweg, die be
last was met het des nachts bewaken van het sta
tion, op hceterdaad betrapt, terwijl hij de lade
van het buffet in de wachtkamer 1ste en 2de
klasse opende, om daaruit geld te ontvreemden.
Wegens herhaalde vermissing van geld en sigaren
werd er gesurveilleerd en dientengevolge is de
dader ontdekt. Bij eene door do politie gedane
huiszoeking zijn onderscheidene voorwerpen ge
vonden, welke hij heeft bekend uit het buffet
en uit manden met bestelgoederen te hebben ont
vreemd. Ook heeft hij bekend, meermalen geld uit
de buffetlade te hebben genomen, alles terwijl hij
des nachts het station en gooderen bewaakte. Hij
bediende zich van ecu valschen sleutel om in de
wachtkamers te komen.
Bij eeno officieclo volkstelling, dezer
dagen te IJmuiden gehouden, is gebleken, dat het
getal van hen, die voorgoed aldaar hun domicilie
hebben, 267 zielen bedraagt.
Door de politie te Maastricht is gis-
teren gearresteerd en naar het huis van burger
lijke en militaire verzekering overgebracht de
candidaat-notaris N., uit Wittem, beschuldigd van
valschheid in geschriften.
Het doodvonnis, tegen de drie
Stauntons en Alice Rhodes uitgesproken wegens
't doen verhongeren van de vrouw van een der
eersten, heeft geheel Londen in beroering gebracht.
De publieke opinie schijnt zich namelijk met dit
vonnis niet te kunnen vereenigenvooreerst, omdat
men door geneeskundigen heeft hooren reppen van
eene zeldzame ziekte (tuberculaire meningitis),
wier symptomen juist overeenkomen met die van
verhongering, en aan welke de vrouw in quaestie
wel zou kunnen gestorven ziju; ten tweede, omdat
de hoofdgetuige tot staving der schuld, eene dienst
bode, verdacht wordt van ongeloofwaardigheid;
ten derde, omdat een der jury-leden in een open
brief erkend heeft dat hij eigenlijk tegen zijne
overtuiging 't „schuldig" mee hielp uitspreken,
zoodat in werkelijkheid de uitspraak der jury de
door de wet gevorderde eenstemmigheid missen
zou. Vandaar een stortvloed van brieven en ver-
toogen in de dagbladenvandaar zelfs eene open
bare meeting, Woensdag te Londen gehouden
alles om te bewerken dat 't doodvonnis aan de
vier veroordeelden niet voltrokken worde. Men
heeft er niet tegen, dat zij gestraft worden wegens
manslag, wegens opzettelijk en dus misdadig
verzuim van verpleging eener kranke vrouw;
doch hunne schuld aan directen moord, aan
onmiddellijken toeleg om den dood eener gezonde
vrouw te veroorzaken door onthouding van voedsel,
acht men onbewezen. Ook sommige dagbladen
deelen deze zienswijze. Zij eischen gratie voor de
veroordeelden, al waro 't slechts omdat in gevallen
als het onderhavige de grens tusschen opzet en
verzuim (en dus tusschen moord en manslag) zoo
moeilijk to trekken is.
Beolitzakea.
Het gerechtshof te Leeuwarden heeft R. A.
Van Lirabeek, te Schoonebeekerveld, vrijgesproken
vau den hem ten laste gelegdcn doodslag, doch
hem schuldig verklaard aan het moedwillig toe
brengen van verwonding, zonder dat deze wette
lijk verzwarende gevolgen heeft gehad, en hem
deswege veroordeeld tot éón jaar cellulaire gevan
genisstraf en ƒ8 boete.
Aan de akte van beschuldiging tegen Jan
Elders, oud 23 jaar, landbouwer te Zweelo, is het
volgende ontleend
Met Mei was Willemtien Harms uit Emmen
als dienstmeid komen wonen bij de wed. Mensingh
te Zweelo. Zij had verkeering met Adolf Lemmen
uit Noord-Barge, maar haar vader was hier tegen,
omdat deze jonkman wat veel dronk, en om nu
een einde aan die verkeering te maken, ging zij
te Zweelo dienen. Maar hij zocht haar ook daar
op, o. a. Pinkster-Zondag 20 Mei jongstl. Dit
bleef niet onopgemerkt bij de Zweeloër jongens,-
en velen hunner vertoefden bij de woning der
wed. Mensingh, onder welke ook Jan Elders, wien
enkelen aanraadden om naar Willemtien te gaan.
Toen zij des avonds de blinden der woning van
buiten zou sluiten, werd zij door de jongens aan
gesproken en stond zij Elders toe, met haar op
den deel te gaan, waar deze een tijdlang met haar
praatte. Daarna verwijderde hij zich, en Adolf
Lemmen bleef er tot 's avonds halftwaalf a 12
uur in huis.
Gedurende al dien tijd waren de jongens om en
bij de woning blijven loopen om Adolf Lemmen op
te wachten. Bij zijn vertrek zag hij tal van jon
gelui op het erf, sprak met sommige en ging ver
volgens zingende zijns weegs, zooals hij gewoon
lijk deed, wanneer hij van zijn meisje kwam.
Jan Elders met twee zijner makkers volgden
hem of liever zij sloegen een zijpad in, om hem
voor te komen, wachtten hem op achter de heg
van den tuin der pastorie en toen hij hen naderde,
wierpen zij met bongels: knuppels, naar hem.
Vloekende riep Lemmen hierop uit: „zoolang ik
nog een schot heb, is er geen nood", doch niet
temin begon hij hard over een naastgelegen stuk
bouwland te loopen. Besch, en zijne makkers ver
volgden hem ook daar, steeds met bongels naar
hem werpende. Eensklaps blijft Lemmen staan met
een bongel in de hand, waarop besch. bij hem
komt en hem begint te slaan. Aanvankelijk ver
weert Lemmen zichmaar daar krijgt hij van
besch. een slag op het hoofd, zóó dat bij onmid
dellijk neervalt, slechts een zucht slakende. Besch.
geeft hem vervolgens nog een slag op den rug,
maar nu schijnt het zijn makkers te erg te worden,
althans een hunner zegt„jongens, schei uit." In-
tusschen lag Lemmen daar op het land te snor
ken, naar men meende. Men ging nog eens naar hem
zien: hij snorkte en de jongens gingen naar huis.
Den volgenden morgen passeerde een boer uit
Zweelo deze plek en zag daar een vreemdeling
liggen met suorkende ademhaling. Uit zijn neus
druppelde eeuig bloed, en ook was er bloed in
zijn oor. Naast hem lag een mesje en om hem
henen lagen knuppels. En toen de boer op zijn
roepen geen antwoord van den vreemdeling kreeg,
ging hij naar den wethouder om mededeeling
van 't geval te doen, en zond iemand naar een
dokter. Mede werden een paar arbeiders gehaald,
en men begaf zich nu naar de plek des onheils,
waar de wethouder reeds bij den vreemde was,
die inmiddels eenigszins in meer opgerichte hou
ding zat. De beide arbeiders richtten den vreemde
overeind, die poogde te loopen, maar het niet
verder bracht dan het verzetten der beeneu, die
bet lichaam niet meer konden dragen. Men bracht
hem naar de naastbijzijnde woning, die der wed.
Mensinghdaar stond Willemtien, en Lemmen
maakte eene beweging alsof hij tot haar wilde
gaan, doch hij kon niet en kreunde van pijn,
terwijl hij slechts de oogen naar haar kon opslaan.
Men brengt hem in huis en wil hem bij den
haard plaatsen, maar hij doet alsof hij zich wil
terugschuiven, zoodat men hem op een stoel plaatst
en Willemtien helpt om hem het bloed af te
wasschen. Daar heeft hij gezeten met de hand
aan 't hoofd, daar kwam de burgemeester, de
dokter, maar zijn toestand was hopeloos. Op last
des burgemeesters werd hij vervoerd naar iemand
die hem zou oppassen.
Daar werd hij op een leger neergelegd en er
werd den gauschen nacht bij hem gewaakt. Maar
dien nacht was Lemmen zeer woelig en onrustig
vooral aan het hoofd scheen hij veel te lijden,
want gedurig greep hij er naar en wierp er dan
de koude compressen af. In den namiddag van
den volgenden dag, den 22sten Mei, werd hij
erger; toen begon hij reutelend en rochelend adem
te halen gelijk een stervende, en bloed op te geven.
Kort daarna was hij overleden.
Den volgenden dag is het lijk op last der
justitie in- en uitwendig geschouwd, en de deskon.
digen hebben als hun oordeel uitgesproken, dit
de dood van Lemmen moet worden toegeschreven
aan hersendrukking, opgevolgd door hersenverlatr
ming, over bet geheel het volkomen beeld va;
hersenberoerte, en zulks ten gevolge van verwon
dingen der schedelbeenderen en uitstorting va
bloed binnen de schedelholte, veroorzaakt door het
werpen of slaan met zware stompe lichamen tegen
het hoofd.
Besch. heeft zijn daad bekend, maar ontkent
de bedoeling gehad te hebben om Lemmen te
dooden, bewerende, dat zijn eenig doel is geweest
hem bang te maken.
BUITENLAND.
Frankrijk.
De bekende geleerde Littré, onafzetbaar lij
van den senaat, heeft in de „Temps" een brief
geplaatst over de tegenwoordige crisis, waarin 4ij
o. a. het volgende schrijft: „Indien het staatsbi-
leid van Mac Mahon door het algemeen stemretht
veroordeeld wordt, beteekent zulks, dat hij tru-
schen de vijf en zes millioen stemmen tegen zich
heeft. Het getuigt van groot zelfvertrouwen i>
eigen doorzicht, zonder voorbehoud van eenirt
schikking, het gevoelen van zooveel burgers mtt
hooghartige minachting te behandelen en als een
geval van epidemische verdooldheid aan te mer
ken. Wel is waar kan een enkel man tegenora
velen gelijk hebben, maar dat groot vertrouwei
is bevreemdend in den verwonneling van Reichs-
hoven en Sedan." De heer Littró is van oordeel,
dat eene overwinning der rechterzijde eene chro
nische, felle worsteling tusschen de koningsge-
zinden en Bonapartisten en ten slotte waarschijn
lijk het herstel des keizerrijks ten gevolge heb
ben zou.
Rusland.
Een telegram uit het hoofdkwartier Karajii
meldtDen 2den vielen onze troepen de ver
schanste hoogten op de linkerflank van Moukhtï
Pacha's posities aan de groote on kleine Jagt..
aan. Zij vermeesterden den berg der groote Jagni
de troepen die dit punt verdedigden werden deeli
vernietigd deels gevangengenomen. De kleine Jagoi
was te zeer versterkt en de bestorming werd ontij
dig geacht, nadat de troepen door 13 bataljons
van het garnizoen van Kars, die -Moukhtar Pachi
te hulp kwamen, teruggeslagen waren. Onze tr«-
pen overnachtten in de genomen posities. Om
verlies bedroeg dezen dag 9 officieren dcodenöO
gewond, 1000 soldaten dood en 200 gewond. Dr
vijand leed niet minder groote verliezen.
Den Sden viel een groote Turksche macht onzer
linkervleugel aan, doch werd spoedig teruggedra
gen en tot in de eerste liniën van haar kan:
vervolgd. De vervolging werd eerst 's avonds h
het invallen der duisternis gestaakt. Ons verb
bedroeg 3 officieren gesneuveld en 11 gewom
40 soldaten gesneuveld en 250 gewond. Het ve
lies der Turken was enorm. Den 4den trok ok
rechtervleugel uit de veroverde posities terug, d-
groote moeilijkheden aan het verkrijgen van drill
water verbonden waren.
Officieel wordt uit het hoofdkwartier te
Plewna van deu 3den het volgende gemeldffc
Russische leger, dat bij Rustschuk staat, isa
den terugtocht van Mehemed Ali voortgerukt.b
Turken maken bij Silistria alles gereed om ds
Donau over te trekken, maar de Russen nei-:
daartegen hunne maatregelen. Den lsten trok a
Turksche kolonne uit Plewna naar de Wid '-
het dorp Doinz-Metropol, om te fourrageeren.
Russen schoten het dorp in brand en deden
am munitiewagens in de lucht springen, waard-'-
de vijand werd gedwongen snel terug te trekker
Heden is een parlementair gezonden Daar de T-
ken om te onderhandelen over het- begraven
dooden en het opnemen der gewonden. De Ti
ken hebben toegestemd, dat dit 2ral geschiede
Volgens een telegraphisch uittreksel wort-
van den 4den dezer uit Bucharest ^an de „PJi-
Con." gemeld„Een deel der bezetting van Sito
tria heeft het eiland Chicia in den Donau ben
en werpt daar verschansingen op.. Daarenteg®
slaan de Russen over een arm wan het zoog«'
naamde Borcia-meer een brug met versterkt brag
genhoofd, ten einde de Turksche posities op Chi