omtrent deze zaak hebben plaats gehad, ten be- tooge dat het deze minister is geweest, die de onderwijsquaestie aan de orde heeft gesteld. Nu, betoogt spr., dat desniettegenstaande telkens de kieswet en kiestabel is tusschengeschoven waar het de afdoening van de onderwijswet gold. Vandaar de wensch der commissie om in het adres aan de onderwijswet te herinneren. Spr. meende, dat met geene enkele richting omtrent die wet overeenstem ming bestond. De heer Heydenrijck bracht hem in die meening aan het wankelen. Maar, indien werkelijk afdoening der wet op het 1. o. tot resultaat zal hebben, dat kleine concessiën verkregen zullen worden door den heer Heydenrijck, dan is een votum van wantrouwen der Kamer gepast. Welken invloed aanneming van de paragraaf op de regee ring moge uitoefenen, heeft de commissie noch te onderzoeken, noch te beslissen. Maar hij beschouwt den heer Heemskerk als een constitutioneel man en herinnert dus aan de bekende woordenqu'il faut se soumettre ou se démettre. Hij bestrijdt vervolgens nader alle amendementen, en zegt ten slotte dat de regeering in het votum der Kamer eene duidelijke aanwijzing moet zien van hetgeen de Kamer verlangt. De heer Rutgers van Rozenburg motiveerde zijne stem voor de paragraaf, de heer Corver Hooft daartegen. De minister Heemskerk betoogde nog maals, dat de paragraaf eene discussie over de onderwijswet onmogelijk maakt. De regeering deinst voor die discussie niet terug. Dit geeft juist den heer Begram aanleiding om te verklaren, dat hij bezwaar heeft tegen dezen minister en deze regee ring. Na den uitslag der Juniverkieziugen aan te blijven, daardoor doet de regeering te kort aan de eischen van den constitutioneelen regeeringsvorm. Maar hij is tegen deze wijze om't wantrouwen uit te drukken. Ten slotte deed de heer Kappeyne nader uitkomen, dat de gedragslijn des ministers hem er toe moet leiden om zijne overtuiging te schikken naar de meerderheid en verdedigde zijne gedragslijn, om nu, na al het gebeurde, met dezen minister de wet niet te behandelen. Evenwel als de min. geloofde, dat hij, zonder opoffering zijner waardigheid, de wet in behandeling kan brengen en geloofde te zullen slagen, dan is 's ministers geloof groot, maar dat van spreker gering. De heer Bastert trok zijn amendement in, omdat dat van den heer Heydenrijck hetzelfde bedoelt. Het amendement van den heer Van Wassenaer Catwijck werd verworpen met 50 tegen 22 stem men. Het amendement van den heer Heydenrijck is mede verworpen met 47 tegen 25 stemmen. De paragraaf, zooals die door de commissie voor het adres was voorgesteld, is, zooals reeds gemeld werd, aangenomen met 44- tegen 28 stemmen. Het geheele adres is ten slotte onveranderd aangenomen met 44 tegen 28 stemmen. In de Staatsbegrooting voor IS78 wordt onder de rubriek onderwijs in bijzonderheden opgegeven welke kosten en verhoogingen de nieuwe wet op het hooger onderwijs noodzakelijk heeft gemaakt door versterking of aanstelling van personeel enz. naar den maatstaf der nieuw geregelde bezoldigingen. Wanneer men de uitgaven en de begrooting voor 1878 ten behoeve der rijksuniversiteiten uitge trokken voor de jaarlijks terugkeerende uitgaven, vermeerderd met het op de begrooting nog niet gebrachte maar toch evenzeer in 1878 te betalen cijfer der personeele toelagen ten vermoedelijken bedrage van 44,000 vergelijkt met die voor 1S76 toegestaan dan blijkt dat in 1878 on geveer 54-4,000 meer wordt gevorderd. Daarvan moet evenwel afgetrokken worden eene som van 24,500, thans besteed voor de rijksinstelling van Indisch onderwijs, die zich in de Leidsche univer siteit zal oplossen en waarop bij deze becijfering gerekend is, benevens eene som van 53,500, dusverre uit het zoogenaamde academisch fonds der drie hoogescholen ten behoeve van het onder wijs aldaar bijgedragen. Dientengevolge daalt het verschil tot 466,000. Daartegenover staat eene vermoedelijke ontvangst van 2S0,000 als bij drage der studeerenden. Ten slotte zal het ver schil p. m. 186,000 beloopen. Yoor het gym nasiaal onderwijs, dat dusverre 40,223 kostte, is voor 187S 85,723 gebracht. Omtrent het corps ingenieurs bij den Water staat wordt eene betere bezoldigiug overeenkomstig de indeeling van het corps, zooals die thans is geregeld, voorgesteld, waardoor dan zou worden gevorderd ƒ173,500 of ƒ68,000 meer dan thans, waartegenover staat eene intrekking van toelagen j bij verschillende werken ad f 24,580. Verder komen op dit hoofdstuk voor een aantal bijdragen voor de verbetering van waterwegen, bruggen, aanleg en verbetering van wegen; de verbinding van Groningsche, Drenthsche en Overijselsche kanalen met Pruisische kanalen zou in 't geheel ƒ871,000 bedragen: als eerste gedeelte der rijks bijdrage is een cijfer van ƒ60,000 op de begroo ting gebracht. Hoofdstuk VI, Departement van marine, be draagt ƒ13,768,684.465 tegen ƒ14,279,379.48 het vorige jaar, derhalve minder f 511,295.01s, waartegenover staat eene vermeerdering van ƒ48,677 op onderscheidene posten, zoodat het minder blijft f 389,289. Hoofdstuk VII A, Nationale schuld, ƒ26,778,017.83 of ƒ10,438 minder dan voor 1877. Hoofdstuk VII B, Departement van finan ciën, ƒ21,480,249 of ƒ913,253 hooger dan voor 1877. Hoofdstuk VIII, Departement van oorlog, ƒ24,100,000 tegen ƒ23,120,611 in 1877. Hoofd stuk IX, Departement van koloniën, 1,733,884.93 of ƒ217,794 meer dan voor 1877. Wet op de middelenGrondbelasting (hoofdsom en op centen) ƒ10,451,223personeele bel. 9,318,000 patentbladen ƒ3,852,800. De uitgaven der ge heele begrooting zijn geraamd op ƒ121,102,341.265 en de inkomsten op ƒ113,791,730 005. Het na- deelig verschil is dus ƒ7,310,611.26, voorloopig te dekken door schatkistbiljetten. De commissie van enquête omtrent de be smettelijke longziekte onder het rundvee heeft nu 35 deskundigen gehoord en is voornemens nog enkele anderen te hooren, waartoe echter in de eerste maanden geen gelegenheid zal bestaan. Daarom stelt zij voor reeds nu de voorloopige resultaten publiek te maken, teneinde die vóór de behandeling van de begrooting ter kennis van de Tweede Kamer te brengen. Z. M. de koning-groothertog heeft tot ridder der orde van de Eikekroon benoemd den heer J. A. Kruyt, officier van administratie 2de kl. bij de kon. Ned. marine. Met 1 October a. s. worden op de Neder- landsche spoorwegen de nieuwe seinreglementen ingevoerd. Op last der regeering is ook aan het treinpersoneel verstrekt eene „Handleiding tot het verleenen der eerste huip bij spoorwegongelukken'1, welke, op haar bevel ontworpen, is goedgekeurd bij beschikking van den minister van binnen- landsche zaken, dd. 24 November 1876. Deze handleiding geeft, behalve eene lijst der genees middelen en geneeskundige werktuigen, die op alle stations en treinen aanwezig moeten zijn, in be- knopten en duidelijken vorm, tal van practische wenken over het opwekken der onderdrukte levens- werkdadigheid, het stuiten der bloeding en het verbinden en vervoeren van gekwetsten. De besturen der ambachtsscholen in Neder land hebben door gemis aan den vereischten gel- delijken steun besloten geen gevolg te geven aan het voornemen, om op de internationale tentoon stelling te Parijs in 187S deze inrichtingen van volksonderwijs te vertegenwoordigen. De Amster- damsche ambachtsschool zal niettemin op zeer eenvoudige wijze te Parijs exposeerensedert hare oprichting deed zij datopalle wereldtentoonstellingen. Bij beschikking van den minister van kolo niën zijn de civiele ingenieurs A. E. Kempees, R. P. O. D. Wijnmalen, J. C. Heyniug, A. C. Nieuwenhuys, J. E. De Gijselaar en G. Aran Nes gesteld ter beschikking van den gouverneur-gene raal van Ned.-Indië, om te worden benoemd tot adspirant-ingenieur bij den waterstaat en de bur gerlijke openbare werken daar te lande. De huizen van arrest te Eindhoven, Nij megen, Leiden, Brielle, Hoorn en Amersfoort zul len, te rekenen van 1 Januari 1878, worden opgeheven, De wetsvoordracht houdende afschaffing van den accijns en wijziging van het invoerrecht op de zeep, die in het nieuwe zittingjaar de Kamer bereikte, is thans in druk rondgedeeld. Z. M. de koning heeft hedennamiddag te halfzes ten paleize ontvangen de commissie uit de Tweede Kamer belast met de aanbieding van het adres van antwoord op de troonrede. Z. M. heeft benoemd tot notaris binnen het arrond. Rotterdam ter standplaats de gem. Dirks- land, mr. P. C. A. M. Van Weel, adv. en candi.- notaris te Dirksland; tot subst.-officier van justitie bij de arrond.-rechtbank te Amsterdam mr fj Stheeman, thans subst.-griffier bij het gerechtshof aldaartot ambt. van het openbaar ministerie b" de kantong. in het arrond. te Amsterdam, yj. de kantons Amsterdam (3de en 4de kanton e- Hilversum), ter standplaats A msterdam, mr. E f M. Matlion, thans subst.-griffier bij de arronf. rechtbank te Maastricht; den luitenant-ter-, 2de kl. II. J. J. Kempe, op zijn verzoek, eert; uit den zeedienst ontslagenden telegr. 3de tf bij den rijkstelegraaf, E. A. Maas, ingevolge zij- verzoek, eervol uit die betr. ontslagen. Gemengd Nieuws. Zekere J. d. W. uit Leiden heeft Maaj. dag te Delft de winkels afgeloopen en getracb goederen machtig te worden op naam van auderei wat haar slechts bij één winkelier mocht gelui, ken. Door de politie is tegen haar proces-vete;: opgemaakt. Voor Amsterdamse he rekening is derom per West-Indische mail van Surinai; 19,000 aan stofgoud uit de delverijen alÜ aangebracht. Zaterdag e. k. des namiddags te ha', een zal te IJmuiden eene opeubare prcefafleg?.:; geschieden met verschillende acoustische mist-e i signaaltoestellen (systeem -Lefèbre) Maandag-avond heeft te Dordrecl een achtjarig knaapje zoodanige brandwonden komen, dat het den volgenden ochtend is otï leden. Tijdens de moeder voor eenige oogenhi ken afwezig was om eene boodschap te doen a haar kind alleen op de kamer had achtergelat schijnt de lamp omgevallen te zijnten mie-: toen de moeder te huis kwam lag de lamp den grond en het kind met brandende kleedera daarnaast. Bij de pogingen der moeder om vlammen te blusschen heeft ook zij ernstige bra: wonden aan armen en handen bekomen. Te Amsterdam heeft gisteren et agent van politie, die een jongen in arrest brach op straat een messteek in deu rug ontvangt' gelukkig niet gevaarlijk. De dader is onbetea Groot opzien heeft te Philadelphi de ontdekking veroorzaakt van bedriegenyWiMi den heer Morton, president van de Market-Sheet- spoorwegmaatschappij, gepleegd. Deze laatste k zoo voorspoedig, dat de aandeelen op een tij: voor driemaal de waarde verkocht werden, en tin heeft de heer Morton bekend, dat hij verscheid' jaren achtereen, om particuliere verliezen te dekk met andere ambtenaren van den spoorweg ste matig aandeelen boven het maximum had nit geven, tot een bedrag, hetwelk dat van het gehdj kapitaal overschreed, namelijk 1 millioen dok beliep. De heer Morton was ook presid van de vaste internationale tentoonstelling Philadelphia. Hij heeft thans zijne twee waarJ heden neergelegd. De aandeelen van deu spooi-^ zijn van 150 tot 60 gevallen. Het wrak van de „Eorest" is einde, uit den weg geruimd. Na nog een paar vergeet- pogingen om 't te vernielen op de plek waar. aan den grond zat, heeft men het in diep we gesleept, om beter de ontploffingsmiddelen or den romp te kunnen aanbrengen. Zondag deed buskruit zijn werk. De losgesprongen brokij werden door de „Defense" en de „Galatea"r- de reede van Portland gesleept, en 't Kana thans weer vrij van deze gevaarlijke versperr. Kochtzaken. Onlangs stond voor het tweede kantongen te Rotterdam iemand terecht, aangeklaagd van de maand Juli van dit jaar uit Rotterdam een ander te Oude Tonge een brief kaart te beo- geschreven, waarin hij den geadresseerde een uit- schandelijk feit ten laste legde. De ambtenaar het openbaar ministerie, mr. W. C. A. Scholten, toogde, dat deze zaak niet correctioneel kon verve worden, omdat bij eene briefkaart niet zooda openbaarheid bestaat als het wetboek van voor het bestaan van laster en hoon vordert, o r- den ambtenaar viel het misdrijf ouder art. n°. 11 van het wetboek van strafrecht, waarin eene boete van ƒ0.50 tot 2.50 gestraft wor uiten van scheldwoorden tegen iemand zonder t a-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1877 | | pagina 2