N°. 5398.
A0. 1877.
Woensdag
19 September.
Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van Zon- en Feestdagen, uitgegeven.
ST AD S-BE lil CH TEN.
I DALTONISME.
ileidsch
dagblad:
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per 3 maanden1.10.
Franco per postit 1A0.
Afzonderlijke Nommersn 0.02.
PRIJS DER ADYERTENTIEN:
V Van 16 regelsf 105.
Iedere regel meer0.17^.
Grootere letters naar plaatsruimte.
PATENTBLADEN.
De Burgemeester, Hoofd van het Gemeentebestuur van Leiden,
doet te weten, dat de ingevulde patentbladen over het dienBtjaar
1877/78 voor de wijken 7, 8 en 9 bij het College van Zetters, in
een der vertrekken van het Raadhuis dezer gemeente verkrijgbaar
ijju, even alsook de restanten der verschillende wijken, benevens
het late kwartaal tot en met Art. 3368 en zulks dagelijks, van
den 17den tot en met den 22aten dezer, des namiddags tusschen
één en drie nren, op vertoon van het aanslagbiljet,
tarwijl na het verstrijken van den genoemden termijn de onaf
gehaalde patentbladen ter uitreiking moeten worden afgegeven
aan de deurwaarders der directe belastingen alhier, die voor
hunne moeite mogen eischen tien centsen voor de benoodigde
afschriften, bedoeld bij artikel 7 der patentwet, 34J cent.
En wordt deze door plaatsing in de Leidsche Courant afge
kondigd.
De Burgemeester voornoemd,
v. D. BRANDELER.
J üwiden, 15 September 1877.
Onder de punten van behandeling, die ter
i;! sprake werden gebracht op de in het laatst der
maand Juli te 's-Gravenhage gehouden vergade-
riDg van het „Yerein Deutscher Eisenbahn-
Verwaltungen", kwamen er ook enkele voor, meer
bepaald van belang voor het reizend publiek, o. a.
betreffende het vergemakkelijken en bespoedigen
van het inbrengen van reclames aangaande in
I wagens of vrachtkamers verloren geraakte goede
ren enz.
In hoever nu die besprekingen tot practische
resultaten hebben geleid, zullen wij in het midden
latenzooveel is zeker dat wisseling van gedach
ten tusschen de besturen van verschillende spoor
wegmaatschappijen, ook buitenlandsche, veel kan
bijdragen tot het bereiken der uit het oogpunt
van veiligheid zoo hoogst gewenschte eenheid in
verschillende opzichten.
Bij die inrichtingen van versneld vervoer, waar
aan dagelijks tal van menschenlevens zijn toever
trouwd, is het aanbrengen van alle mogelijke ver
beteringen zeker een eerste plicht. En dat er nog
-iveel te verbeteren valt 'tis dezer dagen we
der duidelijk gebleken bij het thans afgeloopen
onderzoek, door de maatschappij tot exploitatie
van staatsspoorwegen ingesteld naar het al of niet
bestaan van kleurenblindheid bij de verschillende
leden van haar trein"- en wegpersoneel.
I Zijn de daaromtrent in de dagbladen medege
deelde berichten juist, dan bestaat er alle reden
let reizend publiek geluk te wenschen met de
verhoogde veiligheid, die onbetwistbaar het gevolg
Ijml zijn van de op grond van dat onderzoek te
nemen maatregelen. Alleen op het Noordernet der
staatsspoorwegen zouden volgens dat onderzoek
met minder dan acht, zegge acht machinisten,
lijdende zijn aan Daltonisme.
I Nu wij eenmaal dit laatste woord voor de meer
verstaanbare Hollandsche uitdrukking hebben ge-
_ezigd, dienen wij in het voorbijgaan daarvan wel
een korte verklaring te geven. Die benaming dan
is afkomstig van den Engelschen schei- en na
tuurkundige Dalton, die den 5den September 1766
te Eaglesfield, in het graafschap Cumberland, werd
geboren, doch later te Manchester leerde en leefde,
waar dan ook, nog vóór zijn dood, een stand
beeld voor hem werd opgericht. Bij hem schijnt
het eerst het gezichtsgebrek der kleurenblindheid
ontdekt te zijn, die met een Grieksch woord ook
„Chromopsie" wordt genoemd.
Een der eigenaardigheden van dit gebrek schijnt
hierin te bestaan, dat zij, die daaraan lijden, zich
daarvan veelal zelf niet bewust zijn, wat natuurlijk
die afwijking in het gezichts-organisme in som
mige gevallen bepaald gevaarlijk gemaakt.
In de tweede plaats, hoe onwaarschijnlijk het
voor den oningewijde ook moge klinken, behoort
vooral het rood tot die kleuren, welke buiten het
gezichtsvermogen van sommige personen vallen
rood komt hun in al zijn tinten dan veelal als
donkergrauw, tot zelfs als zwart voor. Zoo ver
haalt men, dat een kleurenblinde kleedermaker
eens een donkerroode mouw in een zwarte jas zette.
Of dit als een feit dan slechts als een anekdote
is te beschouwen, willen wij voor het oogenblik
daar laten. Zooveel is zeker, dat de eigenaar van
dat kleedingstuk ten gevolge der Daltonistische
fout van zijn ridder der schaar heel wat minder
schade leed dan waaraan zouden kunnen zijn bloot
gesteld zijn de passagiers van een trein, waarvan
de locomotief bediend werd door een kleurenblind
machinist.
Stel, de man, aan wien zoo vele levens zijn
toevertrouwd, kan niet duidelijk het rood onder
scheiden, wat, gelijk wij reeds zeiden, vooral
dikwijls het geval is, dan zal hij ook niet met
zekerheid overdag roode seinborden, bij avond
roode seinlichten kunnen opmerken of, daar rood
de kleur voor onveilig is, niet altijd met zekerheid
kunnen waarnemen, wanneer er op de baan ge
vaar aanwezig is voor den door hem bestuurden
trein. Kleurenblinde machinisten o. a. zijn dus
voor locomotiefdienst ten eenenmale ongeschikt,
en terecht werd dan ook door het bestuur der
Exploitatie-maatschappij het besluit genomen hen
in andere betrekkingen over te plaatsen.
Hoe het mogelijk is, dat er bij een getal van
acht kleurenblinde machinisten alleen op het Noor
dernet aldaar niet meer ongelukken voorvielen,
is vrij onverklaarbaar, en men is dan ook geneigd
bij dat getal aan overdrijving te denken, aan bij
berekening van machinist-leerlingen en stokers of
iets dergelijks.
Is, zoo vragen wij ten slotte, ook bij onze
andere spoorwegmaatschappijen een dergelijk onder
zoek ingesteld Zoo niet, dan eischt de publieke
veiligheid, dat die ten spoedigste plaats hebbe.
Daarbij is heel wat meer haast dan hij het nemen
van maatregelen tot het terugbezorgen van ver-
lorengeraakte bagage, hoe belangrijk dan ook op
zichzelf.
LEIDEN, 18 September.
Ingevolge het kon. besluit van 3 Augus
tus jl. is, te rekenen van den lsten October e. k.,
de verzending op den voet van gedrukte stuk
ken toegelaten van open gedrukte kaarten met
schriftelijke bijvoegingen en veranderingen, door
halingen en onderstrepingen, tot bestellingen van
boek-, plaat- en muziekwerken, dag- en weekbla
den en tijdschriften.
Ten aanzien van de afmeting en de inrichting
der kaarten enz., is door de belanghebbenden het
volgende in acht te nemena. De afmetingen
moeten zijn niet minder dan 9 centimeter in de
breedte en 12 centimeter in de lengte; en niet
meer dan 13 centimeter in de breedte en 18
centimeter in de lengte, b. Het voor de kaarten
te bezigen papier mag van geene mindere stevig
heid zijn dan dat der briefkaarten, c. De kaar
ten zijn aan de voorzijde, bovenaan, te voorzien
van het opschrift: „Bestelkaart voor boekwer
ken, enz.", in duidelijke letters, ter hoogte van
minstens 4 a 5 millimeter. De voorzijde der kaart
mag overigens niets anders bevatten dan bet adres
van den persoon of de firma voor wie zij is be
stemd. d. Aan de achterzijde der kaart is de be
stelling te plaatsen. Het formulier der bestelling
moet geheel of gedeeltelijk gedrukt zijn. e. De
schriftelijke bijvoegingen, veranderingen, doorha
lingen of onderstrepingen in het sub b bedoelde
formulier zijn beperkt tot den titel, het getal en
den prijs van het bestelde, opgave of het werk
gebonden, ingenaaid of los is af te leveren, en
aanduiding der wijze van verzending. De schrif
telijke vermelding van de plaats van afzending,
de dagteekening en den naam of de firma des
afzenders, is ingevolge de bestaande bepalingen
mede geoorloofd.
De tentoonstellingen door de Hollandsche
Maatschappij van landbouw, thans te Alkmaar in
vollen gang, worden geteld onder de best geslaagde
die zij ooit totstandbracht. Het uitgebreid en fraai
terrein van het Bergerhout schonk de gelegenheid
om de ingezonden dieren en voorwerpen minder
opeen te hoopen dan het elders soms noodzakelijk
is en er werd goed en veel geëxposeerd. Vooral
de paarden waren zeer talrijk.
Bekroond werden o. a.J. Van Leeuwen alhier,
voor gewassen tot opsiering met de z. verg.
medaille, voor bloemen in potten gekweekt gou
den, z. v. en br. med.A. Juffermans te Oegst-
geest z. v. m. en ƒ10 en Houwaart te Noord-
wijkerhout z. m., voor Leidsche boterCiggaar te
Sassenheim z. m., voor weiboter; D. M. Van der
Hoef te Oegstgeest 1ste pr. voor varkens, z. v.
m. voor groene erwten, voor capucijners en z. m.
voor bruine boonen; mevr. de wed. E. A. W.
Weening te Koudekerk, z. m. voor de fijnste perziken.
Was Maandag de toevloed van belangstellenden
op het tentoonstellingsterrein, waar des middags
te één uur eene uitvoering plaats had door het
muziekcorps van het vierde regiment infanterie,
zoo buitengewoon groot dat de vrije circulatie er
niet zelden door belemmerd werd, niet minder
talrijk was de menigte die zich in het fraaie Hout
omstreeks 12 uren verzameld had, om getuige te
zijn van de harddraverij met paard en chais, die
door de vereeniging „Eendracht maakt macht"
was georganiseerd en waaraan door 40 paarden werd
deelgenomen.
Dr. L. H. Slotemaker, predikant te Arnhem,
heeft zich bekend gemaakt als schrijver van de
verhandeling over „Darwinisme in verband met
zedelijkheid en godsdienst", waaraan door het
Haagsch Genootschap tot verdediging van den
christelijken godsdienst een som van 200 toe
gekend is.
De hoogleeraar mr. C. M. J. Willeumier
heeft, onder den titel„De reorganisatie van het
Athenaeum te Amsterdam", een afscheidswoord bij
het nederleggen van het hoogleeraarsambt in de
rechtsgeleerdheid aan het Athenaeum IUustre uit
gegeven. Na het artikel in de verordening op de
Amsterdamsche Universiteit te hebben bestreden,
waarbij is bepaald, dat de hoogleeraren van het
Athenaeum ontslagen worden en niet vanzelf bij
de Universiteit overgegaan, treedt hij in een
uiteenzetting van hetgeen hem persoonlijk is
gebeurd. Buiten zijn voorkennis en tegen zijn
later verklaarden wensch, zonder weten ook van
al de curatoren, is hij voorgedragen voor het
onderwijs in de encyclopaedie en de wijsbe
geerte van het recht, die hij tot dusver acht jaar
lang met zes andere vakken had te onderwijzen,
een last dien hij zich getroost had in het belang
der instelling en met de hoop op eene betere
toekomst. Juist voor die beide vakken wensch te
hij geene benoeming, wel voor andere hoofdvakken,
die hem totnutoe waren opgedragenover de per
sonen, die voor die vakken nu zouden worden
voorgedragen, is hij zelfs niet gehoord. Ofschoon
hij den burgemeester, als president-curator, zijne