KOLONIËN. gevondende oorzaak der ramp is echter nog niet uitgemaakt. De hoed van zwart verlakt vilt hoog 14 centimeter, die tot de groot uniform der onder officieren bij de zeemacht behoorde en weinig in hun smaak viel, is afgeschaft en vervangen door een pet van gewoon model met anker en kroon aan den voorkant. Tevens is bepaald dat in warme klimaten de muts der matrozen wordt voorzien van een overtrek van witte stof met afhangende klep tot bedekking van den nek. Een huzaar van het te Breda in gar nizoen liggend 2de reg. huzaren, die naar de klasse van discipline zou worden overgebracht, heeft in de arrestkamer, waar hij was opgesloten, door middel van een mes de twee eerste leden van zijn rechter wijsvinger afgesneden waardoor hij hoopte de hem opgelegde straf te ontgaan. Hij is daarna ter be handeling naar het garnizoens-hospitaal overgebracht en zal waarschijnlijk zijne vrijwillige verminking duur moeten betalen. Dinsdag-avond werd te Enkhuizen uit het water gehaald het lijk van een loodgie tersknecht. Sedert Zondag-avond, toen hij een bruiloft meevierde, werd hij vermist. Waarschijn lijk is hier aan een ongeluk te denken. Een spekslager te Purmerende heeft dezer dagen een voordeelig varken geslacht. Hij haalde een ongeschonden bankbiljet van f 25 uit de maag van het beest. Volgens telegraphisch bericht uit Londen zijn bij Portland de schepen „Avalanche", naar Nieuw-Zeeland, en „Forest", naar Sandyhook bestemd, in aanvaring geweest en beide gezonken. De equipages hebben getracht zich in de booten te redden. Eene boot sloeg om, waardoor allen die er zich in bevonden verdronken. De gezag voerder van de „Forest", de stuurman en negen man der equipage zijn door visscherlieden van Portland uit de scheepsboot opgenomen en aan land gebracht. Twaalf man zijn te Chesilbeach aan land gekomen en vijf lijken aangedreven. Van de „Avalanche" zijn alleen de derde stuurman en twee matrozen gered; al de andere opvarenden, benevens de loods en meer dan zestig passagiers, zijn verdronken. Strousberg, die gedurende langen tijd wederrechtelijk te Moskou werd gevangen gehou den, is eindelijk, na herhaald bevel uit Petersburg, vrijgelaten. Hij heeft zich gehaast zelf uitvoering te geven aan het vonnis, waarbij hij uit Rusland is verbannen, en is te Koningsbergen aangekomen. De „White Hall Review" maakt mel ding van een nieuw oorlogswapen, 't welk in het bezit is van het Fransch gouvernement en den onheilspellenden naam heeft van „kanon-revolver." Dit wapen kan in een minuut 80 houwitsers wer pen, waarvan elk meer dan een pond weegt, en in 24 stukken springt. Het laden en stellen van dit doodend werktuig geschiedt met den grootsten spoed, het is evenzeer aan te wenden tegen troe pen in kolonnes opgesteld als op een ontplooid corps. Op den afstand van 3 kilometers is de uitwerking verschrikkelijk. Het Fransch gouver nement zal dit wapen eerst bij de marine gebrui ken, alwaar het bestemd zal zijn om de torpedo's op te zoeken. In dezen vorm weegt het kanon revolver slechts 350 kilo, doch om het als veld stuk aan te wenden, zal het door de toestellen een gewicht van 800 kil. hebben. Twee mannen zijn voldoende om het kanon te doen manoeu vreeren.* Het onderzoek naar de kleurenblind- heid van het trein- en wegpersoneel der exploi tatiemaatschappij is afgeloopen. Dit heeft aange toond, hoe noodzakelijk het is dat het personeel, dat met de seinen te maken heeft, nu en dan onderzocht worde of het de kleuren weet te onder scheiden; immers is gebleken dat er velen aan kleurenblindheid lijdende zijn, o. a. 8 machinisten op het Noordernet. Deze zullen in andere betrek kingen bij de staatsspoorwegen geplaatst worden. Omtrent de viering van het 40 0jarig jubilé van de stichting der universiteit te Upsala in Zweden, op 5, 6 en 7 dezer, bevat het „U. D." het volgende bericht. In de groote domkerk wer den de vertegenwoordigers der buitenlandsche uni versiteiten en geleerde genootschappen door den rector der hoogeschool met eene Latijnsche rede begroet. De afgevaardigden spraken meerendeels hunne gelukwenschen uit in de taal van hun land namens ons vaderland sprak prof. Donders in het Ilollandsch. Een Edinburgsche professor hield een Engelsche redevoeringde vertegenwoordigers van Parijs, Luik en St.-Petersburg spraken Fransch; die van Berlijn, Weenen en Bern, Duitsch; een professor uit Kopenhagen sprak Deensch, de ver tegenwoordigers van Lund en Helsingfors Zweedsch, die van Christiania, Noorscb, ja zelfs in de IJs- landsche taal werd aan de universiteit van Upsala een gelukwensch gebracht bij monde van prof. Thorkelson uit Reikjavik. De rector betuigde daarop weer in het Latijn zijn dank aan de verschillende redenaars. Aan het lang bestaande voornemen der Russische regeering om Nova-Zembla te kolo- niseeren, zal nog dit jaar gevolg worden gegeven. Volgens het Noorweegsche blad „Tromsoposten" zijn in Tromso vijf zeilschepen en een sleepboot door Rusland gecharterd en geladen met bouw materialen, voldoende om zes woningen met aan- hoorigheden te bouwen. Voorts kleedingstukken en levensmiddelen, alles voor Nova Zembla bestemd. Met den bouw der huizen zal zooveel spoed worden gemaakt, dat deze nog in den herfst door zes Samojeden-familiën kunnen betrokken worden. Men hoopt hierdoor mettertijd een belangrijk tusschen- station voor het handelsverkeer naar de Ob en de Jenisei te vestigen. BATAVIA, 8 Augustus. De „Javasche Courant" bevat het volgende telegram van den commandant der troepen op de oostkust aan den legercommandant: „Rust Sim pang Olim geheel hersteld. Ex-radja zonder aan hang naar de bovenlanden gevlucht, Panglima Kaum Lapong, onze hevigste tegenstander, heeft zich onderworpen. Troepen heden teruggekeerd naar Atjeh. Gezondheidstoestand bevredigend." De tocht naar Simpang Olim is met goeden uitslag bekroond. Achtereenvolgens zijn door onze troepen twee versterkte plaatsen, Roending en Tapin Siren, met zeer gering verlies genomen. In laatstgenoemde versterking maakten zij rijken buit: ongeveer f 10,000 aan geld, het dubbele bedrag aan diamanten en goudwerk, 13 kanon nen en lila's, 259 vaatjes buskruit, 21 vaten patronen, eenige kisten slaghoedjes en eenige vaten kogels. De ex-radja, toekoe moeda Nja Malin, is naar Kerti gevlucht, naar men wil, met slechts 10 volgelingen. De bevolking van Simpang Olim heeft zich rustig gehouden. De radja van Pedir wordt door zijne vroegere bondgenooten bedreigd. Den 9 den Juli werd eene poging gedaan om den pasar in brand te steken. Reeds was het dak van een der kadleis aangestoken, doch spoedig aange brachte hulp belette verdere vernieling. Op het dak werd een bundeltje gevonden, o. a. kruit en lucifers inhoudende, zoodat men naar de oorzaak van den brand niet behoeft te zoeken. Een andere poging, te Groeng-Groeng gedaan, gelukte; daór werd de pasar afgebrand. Habib Abdul Rachman, onze onverzoenlijke tegenstander, houdt zich in de VII Moekims, eenige uren van de hoofdplaats van Pedir ver wijderd, met ongeveer 1000 man op. Imam Long- batta, een ander hardnekkig tegenstander, heeft pogingen aangewend om den radja van Pedir over te halen zich met hem bij Abdul Rachman te voegen, hetgeen door den radja geweigerd is. Door de regeering is dezer dagen aan de hoofden van gewestelijk bestuur op Java en Ma dura eene circulaire gezonden, waarin, met het oog op in overweging zijnde voorstellen tot reor ganisatie van het politiewezen op Java en Madura en de wenschelijkheid eener opheffing der thans over Java verspreide corpsen pradjoerits en djajang- secars, eenige vragen aan de bedoelde hoofden worden gedaan, betreffende het aantal politie agenten, die zij noodig achten, hunne indee ling enz. Door den adsistent-resident ter oostkust van Atjeh wordt o. a. het volgende gerapporteerd: „Uitte ik reeds vroeger het voornemen, naar aan leiding van den gepleegden aanslag op het leven van den luitenant Polenstein Helderman, om bij den radja een besluit te provoceeren waarbij het dragen van wapenen op den passar en langs den openbaren weg verboden werd, thans gaf mij de verwonding van bovengenoemde personen hiertoe eene geschikte gelegenheid aan de hand. In een>' vergadering van den radja en zijne rijksgrooteil den 2den Juli ten mijnen huize belegd, werdtf' sloten het dragen van wapenen op den passar,- langs den weg die van hier naar de strandbenlj. leidt te verbieden, met dien verstande, dat vorstj. lijke personen en hoofden met hunne volgelinge het recht tot het dragen van wapenen op boven' genoemde plaatsen zouden behouden. Ik acht he! wenschelijk den radja van Edi voor zijne ter zah genomen maatregelen de bijzondere tevredenheii van den militairen en civielen bevelhebber te be. tuigen. Het verbod om wapenen te dragen word: door de bevolking gewillig opgevolgd. Reeds eet paar dagen na de uitvaardiging van dit K[. bod vertoonde zich nagenoeg niemand meer g;. wapend." Nu uit het vergaan der beide stoombootr. „Meikong" en „Cashmere" korten tijd na eltai. der op dezelfde plek bij kaap Guardafui de nood. zakelijkheid blijkt van aldaar een vuurtoren fe plaatsen, verneemt men dat daarover reeds vroeg,! is gedacht. In Britsch-Indië heeft men er reed dikwijls op gewezen, en toen Sir Bartle Frereta Zanzibar terugkwam, drong hij er sterk op®, Het groote bezwaar is echter, dat men niet wie het bouwen op zich zal nemen. De Egypt, sche regeering heeft geen lust de kosten te da gen, daar de bedoelde landstreek aan de Soms. lies toebehoort, en dezen zullen er ook wel ra- toe overgaan om zichzelf van een prachtig buite:- kansje te berooven. De „Straits Times" getó dat Engeland zich de zaak wel zal aantrekkr. als er maar eerst nog een paar schipbreuken hi ben plaats gehad, liefst terwijl er een onderkt- ning van Indië bij is. Door den gouverneur-generaal van Ned.-Indië zijn de voljai beschikkingen genomen Civiel Departement. Benoemd: Tot ads.-res. voor de[i te Palembang, mr. H. Van Dissel Szn; tot griffier bij a S raad van jnst. te Makasser, mr. F. 6. A.. Reitz; tot conti. kl. b\j het binnenl. best, op Java en Madura, G. L. Hilfc;; tot Beer. der res. Banjoewangi, L. E. Martens; tot schoutt: I de pol. in het distr. Singen-Kidoel, G. J. H. Vogelzang; fel I id. te Grissee, C. W. Boombergen; tot secr. en boekh. bi) kl jj vendak. te Samarang, D. J. H. Van den Dongen Gronovios; tj H den dir. yan binn. bestuurtot 1ste kl. F. C. E. Mensioga, G. 2 W. Ungercr en R. C. Burgemeestre; bij de alg. rekent, ta B 2den comm. F. H. Dessauvagie en H. G. Baumgarte,- tot 3da H comm. W. C. Hooghwinkel. Verleend: Eon twepj. «Mw r Ned., wegens meer dan 15 jaren -onafgebr. dienst in dent westen, aan den secr. der res. Banjoewangi F. La Fontiie een tweej. verlof naar Europa, w. ziekte, aan den ads.-rtit:: I de pol. te Palembang A. A. Hoos; een tweej. verlof naar Kd, I w. ziekte, aan den lsten comm. bij de alg. rekenk. J. W. Jagt- I man. Ontslagen: Eervol, de contr. 2de kl. bij het binceil best, op Java en Madura, J. Th. Van der Plaseervol, rfi - behoud van recht op pens., de kofliepakhuism. te Tondsoo, D. H Hartman; eervol, met behoud van recht op pens., de schca'. voor de pol. in het district Singen-kidoel, afd. Denial, 3. S. 9 De Bok; bij bet venduk. te Samarang: eervol, weg. ziekte, de q secr. en boekh. Fr. R. Tooropeervol, de klerk ter dgun secr. F. Bangert. Bij 's lands kas te Bataviaeervol, de 2& *e commies J. C. Van Middelkoop. Departement van Oorlog. Verleend: Een tweej. veil: naar Europa, w. 15 jaren onafgebr. dienst in Ned.-Iodië, i£ den magazijnm. 3de kl. der art. (2de luit.) C. L. E. 1- lu Plessen Hohen Eutringen; w. ziekte, aan den 2den lnitdeis! P. A. Le Maire, aan den lsten luit. der inf. M. J. Nix;# den lsten luit. der inf. S. Boom en den kol. der genie G. I V. L. Van Zuylen. Ontslagen: Op verzoek, eervol, wege volbr. diensttijd, met behoud van recht op pens. de kol. derii J. H. Th. Wiegandop verzoek, eervol, de 1ste luit. dei ii' A. H. Stadnitski; eervol, de burg. schrijver 5de kl. bij desa. adm. J. L. Van Zolingen. Bevorderd: Tot lsten luit. bij o art. J. C. J. Van Vrijberghe de Coningh, P. C. Van Boeker Maas, C. J. A. Macpherson, G. F. Beer en C. P. Van Boete: Maas. Geplaatst: Bij het hosp. te Weltevreden, de ap® 3de kl. K. Milius; bij het 11de bat. inf. de lste luit. C. h: P. J. Schipperheyn, en de 2de luit. J. W. C. Meyeringb; bet 14de bat., de 2de luit. L. W. A. Medenbach; bij de ea drons caval. te Batavia de 2de luit. J. C. Michaelis; bij het' bat. inf. de kapt. S. G. Prins; bij het depot bat. te Meeste' Cornelis, de 2de luit. J. A. P. Grevers en de lste luit- f- W. Nijenhuys. Overgeplaatst: Als adj. van den mil- eK' bevelhebber te Atjeh, de lste luit. A. J. D. Pool; als sdp bij den staf te Atjeh de lste luit. L. F. A. Winckel; V intend, te Atjeh de 2de luit.-kwart. J. P. M. Kluppel;als®: off.-van-gez. bij den geneesk. dienst te Atjeh, K. W. Ham® of Silvertonhillbij den geneesk. dienst te Atjeh, de off.-va»'?' lste kl. C. H. E. Deelken, E. C. Van Minkeleu en de off.-f® gez. 2de kl. J. P. G. Johansen; bij het hosp. te Weitest- de oif.-van-gez. 1ste kl. L. C. A. Rombach en 2de kl- C. Rupert, G. J. H. Furneé en J. R. H. Van Son; bij - y gen. dienst van Sumatra's westk. de ofi.-van-gez. lste kl. L. Vechtman; bij het garnizoensbat. van Groot Atjeh de kapt. H. Franssen, de 2de luit. J. W. Van den Broek en A. R. B. Ops*»' bij het garnizoensbat. van Palembang de lste luit. J- Nales; bij de 18de comp. art. te Batavia de l6te luit. A. Dom; bij de 6de comp. te Atjeh, de lste luit. S. A. -disc bij den staf van de genie te Willem I, de kapt. H. I Haeftenbij het corps min. en sapp. te Atjeh de kap Dumoulinbij den staf van de genie te Atjeh de kapt. Mcnsch; bij den staf van het wapen te Atjeh, de lste H. Ten Hoet. tf Departement der Marine. Benoemd: Tot onderbaas de fabriek voor de mar. en het stoomw. te Soerabaia,

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1877 | | pagina 2