lag naast hem. Volgens informatie zou de man zekere G. P. zijn, die vroeger te Streefkerk of Lekkerland heeft gewoond en laatstelijk te Al- blasserdam als verver in dienst is geweest. In een ingezonden stuk in de „Prov. Grou. Ct." zegt de heer M. Van Dijk„Op mijn kind is op de bewaarschool in de Sophiastraat (Sophiahuis) eene straf toegepast, waiarvan de we dergade schaars te vinden zal zijn. Het kind, dat het ongeluk had zich te bevuilen, werd door de onderwijzeres gedwongen zijn eigen drek op te eten, terwijl het aangezicht op den koop toe er mee werd ingewreven, en alsof dit schandaal nog niet groot genoeg was, werd het in een hok ge smeten, zoodat het door den val den grooten teen van den rechtervoet brak. Ik vraag u, meneer redac teur, schreit dit niet ten hemel Door mej. Gaas beek, schoolhouderesse in genoemde bewaarschool, is naar aanleiding van dit stuk bij de rechter lijke macht eene aanklacht van laster tegen den heer Van Dijk ingediend en zulks met medewe ten van de commissie dier school. In een ingezonden stuk in de „N. E. Ct." leest men het volgende: In 't nommer van Woensdag 8 dezer las ik een ingezondenstuk, onder 't opschrift Neerlands leger; de schrijver daarvan, sprekende over de bad- en zweminrich tingen, beweerde o. a. dat er in Leiden geen inrichtiug daartoe voor het garnizoen bestond. ZEd. schijnt evenwel daarvan niet goed ingelicht te zijnte Leiden bestaat zulk een badplaats en wel in 't bassin, buiten de voormalige Heerenpoort, alwaar in 't warme jaargetijde aan het garnizoen, minstens eenmaal per week, les wordt gegeven in 't zwemmen en waaraan ieder militair, die niet door ziekte of dienstzaken verhinderd wordt, moet deelnemen. De doelmatigheid dezer inrichting laat m. i. nog wel iets te wenschen over, aangezien de stroom van het water daar ter plaatse zoo weinig beteekent, dat het in tijden als het niet waait bijna een stilstaand water gelijkt het ge volg daarvan is dan ook, dat, wanneer de eerste afdeeling militairen het water verlaat, het zoo smerig en troebel is, dat. het voor iemand die een weinig kieschbeid bezit walgelijk is het aan te zien, veel minder er zich in te gaan baden en het dus voor den zoon van fatsoenlijke burger ouders, aan zindelijkheid en netheid gewoon, die toevallig tot de tweede afdeeling behoort, eerder een straf dan een uitspanning mag heeten, hetgeen het toch in veler oog zou zijn, indien zulks plaats had in frisch helder, stroomend water. Ook zijn zij verplicht zich in de open lucht uit en aan te kleeden, hetgeen, dunkt mij, voor niet zeer sterke gestellen dikwijls verkoudheden ten gevolge kan hebbeneen verandering hierin, ik ben 't daarin volkomen met den schrijver van bedoeld stuk eens, zou zeer wenschelijk zijn. Door Oscar Carré is aan het gemeen tebestuur van Den Haag vergunning gevraagd om gedurende November en December met zijn ge zelschap voorstellingen te mogen geven en daar voor zijn tent op het Plein te mogén plaatsen. Burg. en Weth. hebben op dit verzoek een gunstig advies uitgebracht. Voor het gebruik van het terrein zal Carré echter het dubbele van het markt- geld moeten betalen, dat voor de kermis gehe ven wordt. IndeberuchteBoterstraatteUtrecht werd Vrijdag-avond eene gehuwde vrouw, kort na de terugkomst van haar man, die met eene an dere vrouw eenige dagen in Amsterdam was gaan doorbrengen, dood in hare woning gevonden. Het is gebleken, dat verworging de oorzaak van haar dood was. De man, die haar vroeger meermalen mishandelde, had ook nu weder een hevigen twist met haar gehad en zich daarna uit de woning verwijderd om de hulp van zijne zuster te gaan inroepeu, aan wie hij verklaarde, dat zijne vrouw plotseling ernstig ongesteld was geworden. Hij is nog Vrijdag-avond laat door de politie in arrest genomen. Zaterdag-avond is te Dordrecht door bet verkeerd stellen van een wissel de trein, die te 8.50 van daar naar Breda vertrekt, tegen een rijtuigloods geloopen, welke nogal beschadigd werd. De passagiers konden ongedeerd na eenig opont houd de reis voortzetten. Gisterochtend ontstond te Tilburg brand, waardoor in weinige oogenblikken een door vier gezinnen bewoond huis met annex, kunstwal en pakhuis in de asch gelegd werd. Van twee gezinnen was de inboedel niet verzekerd. Op de thans geëindigde kermis te Gouda waren ook een paar roodhuiden te zien, die, volgens de bewering van den eigenaar der tent, voor eenigen tijd met zeer veel moeite gevangen waren, terwijl zij nu nog telkens diege nen, welke te dicht in hunne nabijheid kwamen, in hand of arm beten. Zij voédden zich met le vende kippen, geiten, enz. Een dezer gévaarlijke roodhuiden kwam Dinsdag in de zwem- en bad inrichting, ontkleedde zich, ging. te water, natuur-, lijk als roodhuid, en kwam tot groote verbazing van het publiek daaruit weder te voorschijn als.blanke. Tevens bleek, dat hij, die in de tent slechts onverstaanbare klanken en gillen kon uiten, nu in goed Hollandsch zijne gedachten kon weergeven. Op de opmerking van som migen uit het publiek, dat hij de kermisvierende menigte dan töch leelijk voor den gek had ge houden, antwoordde hij, dat men dan maar niet zoo dom moest zijn zich voor den gek te laten houden. Een landbouwer, onder Aalten woonachtig, die des avonds met twee zijner kin deren en een knecht huiswaarts reed, had Vrijdag het ongeluk uit het rijtuig te vallen, met het gevolg, dat een der wielen hem over de borst ging. Des nachts liefderijk bij een inwoner dier gemeente verpleegd, is hij den volgenden ochtend naar zijne woning vervoerd, en daar weldra aan de bekomen kneuzingen overleden. In de gemeente Varsseveld heb- ben Donderdag, terwijl de ouders in den tuin werk zaam en drie jeugdige kinderen alleen te huis waren bij een brandend vuur, de kleertjes van een der kinderen vlam gevat. De moeder, die op het hulp geschreeuw aansnelde, wist helaas den brand niet spoedig genoeg te blusschen. Het kind, deerlijk gehavend, bezweek weldra. Bij 'tschijfschieten der huzaren op de Geldersche heide te Breda, is Zaterdag ochtend een brigadier, die te vroeg uit den obser vatie-post te voorschijn kwam, door een karabijn kogel in den buik getroffen. De ongelukkige is reeds aan de gevolgen overleden. Woensdag-ochtend werd op de reede van Tessel een proef genomen met een spar- torpedo. Een klein stalen overdekt sloepje, met vier torpedisten bemand, voerde den torpedo naar een zeker punt. Op eenmaal hoorde men van het havenhoofd een hevigen knal als van een verwij derd kanonschot, en tegelijk zag men een groote schuimeude kolom water, met woedende krachtin de hoogte gedreven, en was de zee in de nabij heid als verkeerde zij in eene hevige branding. Ook de stalen sloep, welker bemanning onmid dellijk bij het loslaten van den electrischen stroom, die den torpedo jangs de spar moest doen ont branden, was weggedoken, werd hevig geslingerd. De torpedo was slechts licht geladen. Dit grootsche maar vreeselijke schouwspel werd door den vice- admiraal directeur en commandant der marine en door zeer vele officieren, in stoombarkassen geze ten, bijgewoond. Woensdag-namiddag is te Almkerk het lijk gebracht van een persoon, die sinds Zon dag-avond vermist was. Het Werd in een vliet onder de gemeente Emmikhoven gevonden. Erloopen geruchten, dat Zondag-avond bij een kroeg, waarin die persoon met nog anderen is geweest, hem slagen moeten zijn toegebracht. Onmiddellijk zijn verscheidene personen in verhoor genomen, doch tot Zaterdag was men er nog niet in geslaagd de waarheid aan 't licht te brengen. Omtrent deze zaak wordt uit Woudrichem gemeld Vrijdag-avond werd alhier gevankelijk binnengebracht zekere H. v. H. uit het naburige Almkerk, die als dader verdaoht wordt van den aldaar gepleegden manslag. De verslagene, A. K. genaamd en 22 jaren oud, was het eenige kind van gegoede achtingswaar dige ouders. Zaterdag-avond is zekere G. v. d. P., te Botterdam, in twist geraakt en handgemeen ge worden met S. N., wonende aan de Leëuwenlaan. De twist liep zoo hoog, dat de laatste een bier glas op v. d. P.'s hoofd stuk sloeg en hem daarna met het voetstuk van het glas zoodanig achter het rechteroor verwondde, dat hij naar het stede lijk ziekenhuis aan den Coolsingel is vervoerd. De daderes is, nadat proces-verbaal was opgemaakt, naar het huis van bewaring overgebracht. Aan een ingezonden stuk in de „Aruh. Ct." is het volgende ontleendToen ik daar zoo- even in uw courant las van een paar Amerikaan- sche schoenmakers, die laarzen vervaardigd van menscheuleer in den handel hebben gebracht, kwam mij een aardige herinnering uit mijn Indisch toko leven in de gedachle. Het is misschien een kwart eeuw geleden en het was nog in dien zaligen tijd, dat wij, Hollanders, alleen handel dreven met di Japanners en niet liberaal genoeg waren, om vreemden heeren alles te schenken en voor ons zei ven niets te conserveeren van onze Japansche rela- tien dan nadeeligë saldo's voor de Nederlandsche Handelmaatschappij (zie laatste, verslag). Op eene reis kwam mijn vriend de scheepsgezagvoerder van Japan terug en bracht mij een doos Japansche voorwerpen mee, zeer onooglijk van aanzien, in den vorm van sigarenkokers. „Wat moet ik daarmee uitvoeren?" vroeg ik. „Men heeft ze mij verkocht als iets nieuws," antwoordde mijncommissionair. „Ze zijn van menschenhuid vervaardigd!" „Ah voila une idéémais c'est horribleAls gewone artikelen waren de leelijke viesgele kokers volko men onverkoopbaar. Maar toen den volgenden dag in de Indische couranten de kannibaalsche annonce verscheenSigarenkokers, van Japansche menschen huid vervaardigd, ad f 3, was mijn groote voorraad in ééne week uitverkocht en had ik gerust nog een paar dozijn Japanners kunnen doen afstroopen om aan de aanvraag te voldoen. Mijn vrienden verklaarden mijn advertentie voor humbug en ik moet bekennen, dat ik iets gevoelde van een Bar- num-geest, die in mij was gevaren. Na jaar en en dag was ik te Arnhem bij een mijner oud- Indische vrienden, en vond onder de kostbare voorwerpen in zijn étagère het genoemde handels artikel terug, waarvan ik geen enkel had overge houden. „Dat is een merkwaardig product van Japansche menschenhuid, door mij op Batavia gekocht," zoo sprak hij. Mijn vriend was den „verdienstelijken" importeur vergeten. Ik niet. Waarschijnlijk bevindt zich het stuk menschen huid nog op dezelfde plaats in dezelfde étagère, en men zou dus kunnen uitmaken of werkelijk de Amerikaansche schoenmakers slechts Japansch imitatie-werk hebben geleverd, en ik den vinding rijken Japannees de schande heb aangedaan, vóór 25 jaren geleden te twijfelen aan de juistheid mijner eigen aankondiging. Vrijdag-nacht is te Gouda brand ont staan in de broodbakkerij van den heer Smeets, op de Gouwe. In korten tijd was het vuur zoo hevig, dat aan redden niet meer te denken viel en men zich gelukkig rekende het onheil tot dit ééne perceel te kunnen beperken. Op de kermis te Waalwijk is de eige naar van eene tent, waarin met het zoogenaamde kamergeweer schietoefeningen werden gehouden, door een der bezoekers bij ongeluk in de borst geschoten. De man is in het gasthuis opgenomen en verkeert niet buiten gevaar. In de Gartenlaube" wordt de wen- schelijkheid betoogd om reeds in de school on derzoek te doen naar de kleurenblindheid der kin deren, opdat zij, die daaraan lijdende worden bevonden, bijtijds kunnen worden teruggehouden van de keuze van een beroep tot welks uitoefening zij, wegens hun gezichtsgebrek, later tocb niet kunnen worden toegelaten. Vooral is dit van toe passing op hen, die zich aan den spoorwegdienst wenschen te wijden. De schrijver van bet betoog heeft, bij een door hem ingesteld onderzoek op eeUe school, bevonden, dat onder 162 knapen van tien- tot zestienjarigen leeftijd, vier kleurenblinden (2,/J pCt.) warén; terwijl onder 143 meisjes geen enkel geval van kleurenblindheid kon worden geconstateerd. De schrijver noemt dit laatste hoogst merkwaardig en beveelt waarnemingen op uitge breide schaal aan, om uit te maken of het vrou welijk geslacht wellicht minder of in het geheel niet aan dit gezichtseuvel lijdt. K OLONIË IV- BATAVIA, 30 Juni. In het Alg. Dagbl." leest menDe Bataviascbe bankroetier, wiens uitlevering uit Singapore zoo vele technische bezwaren ontmoette, is heden hier aangebracht. Hebben wij de quaestie goed begre-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1877 | | pagina 2