A klavier en even krachtig, maar veel meer gelijk luidend klinken de klokketonen door het luchtruim. Het bestuur van de St.-Servaaskerk heeft het toestel van den heer Smulders op haar schoon en alom bekend klokkenspel in toepassing laten brengen, dat a. s. Maandag des namiddags te 3 uren zal beproefd en aan het oordeel van alle deskundigen, die lust hebben dien dag naar Maastricht te komen, zal onderworpen worden. Een kind van S. te Vlissingen van ongeveer vijfjarigen leeftijd had bij gelegenheid van de kermis een verfdoosje ten geschenke ge kregen. Yrijdag heeft het een stukje van die verf ingeslikt en Zaterdag-morgen is het ten gevblge daarvan overleden. De verf moet dus van een giftige stof zijn geweest. Zaterdag-namiddag is het driejarig dochtertje van den watermolenaar L. d. B. onder Schipluiden al spelende in de kolk van den molen gevallen en verdronken. Toen, op het hulpgeroep van een ouder zusje van het kind, twee in. de nabijheid werkende arbeiders toeschoten en de drenkeling uit het water haalden, waren de levens geesten reeds ontvloden. Te Pernis is bericht gekomen dat de matroos v. "V., ten gevolge van het onstuimige weder, overboord geslagen is en zijn graf in de golven gevonden heeft. Hij laat eene vrouw met vijf jeugdige kinderen na. Uit Stokholm wordt van S dezer gemeld dat de havenstad Sundswall, bekend door haar houthandel, na vöor twee jaren door een zwaren brand te zijn geteisterd, thans andermaal met vernieling wordt bedreigd. Ten gevolge van een hevigen brand waren op genoemden datum reeds achttien straten een prooi der vlammen geworden en woedde het vuur in het westelijk gedeelte der stad nog steeds voort. Omtrent een brand te Vlissingen deelt de „Middelb. Ct." de volgende bijzonderheden medeIn den nacht van 6 Augustus omstreeks half- twee ontstond er brand in een met stroo geladen waggon, staande tusschen den overdekten gang van het havenstation te Vlissingen en de groote houten loods aldaar. De vlam deelde zich mede aan de loods en den overdekten gang en weldra stond alles in vlam. Daar in de loods eene partij goederen van de mailboot geborgen was, waaronder licht brandbare stoffen, vond de vlam krachtige bondgenooten, zoodat dan ook spoedig de loods met al wat daarin was en een deel van den over dekten gang vernield waren. Het was doodstil, waardoor de pogingen tot stuiting van den brand zeer bevorderd werden. De zoogenaamde pontonhal en het havenstation hebben niet geleden. De brand weer was, zoo spoedig de verre afstand het moge lijk maakte, op haar post, terwijl een deel der infanterie goede diensten bewees aan de spuiten en de overige werkzaamheden. Te vijf uren onge veer was men den brand meester. Ons is bij nader onderzoek gebleken, dat verbrand zijn de genoemde houten loods, 60 meter groot, waarvan een com partiment was verhuurd aan de Maatschappij „de Schelde" en de vier andere aan de Maatschappij „Zeeland", een gedeelte van den overdekten gang ter lengte van 120 meter en negen waggons. De verbrande goederen waren opgeslagen in de loods en grootendeels uit Engeland aangebracht met de stoomboot „Stad Breda." Zij bestonden uit verf waren, katoen, zijde, tapijten enz. Ook is een groote voorraad scheepsbenoodigdheden verbrand. De schade wordt globaal geraamd op ongeveer ƒ100,000, waarvan ƒ30,000 voor het Rijk en ƒ5000 voor de verbrande waggons. Thans deelt het „Hdbl." mede dat de schilderijencollectie der familie Van Loon niet voor f 1,800,000, maar voor f 1,500,000 is verkocht. Onlangs is gemeld dat de heer Henry Havard dezer dagen een tocht doet door Zeeland. Zijn reisgezelschap heeft eene groote uitbreiding gekregen. Het beslaat thans uit: mevrouw Ta- tiane Naruchkiue, geboren prinses Dolgoroucky haar secretaris; prins Nicolas Gagarine; mevrouw De Stolipinc, echtgenoot van den Russischen ge zant te 's-Gravenhage, met haar zoon N. De Sto- lipine, student te Baden-Badenden secretaris van het Russisch gezantschap te 's-Gravenhage; le heereu Henry Havard, jhr. E. Van Heemskerck van Beest en baron De Constant Rebecque. Voortdurend worden er nieuwe ont dekkingen van petroleum gedaan in de Bullion Run streek in Venango, County-Pennsylvanië, en de verschijnselen van eene oliecrisis gelijk aan die, welke de werkstakingen van 1863 deed ont staan, doen zich weder voor. Een correspondent van de „New-York-Times", schrijvende uit Bradford in Pennsylvanië, zegtDeze plaats is van een knooppunt een stad geworden en tegelijkertijd zijn Tarport, Limestone, Babcoctis en State Line, dorpen van 10003000 inwoners, als het ware uit den grond verrezenzijnde elke dier plaatsen het middelpunt van een drukken oliehandel. Over de 500 bronnen, ongeveer 3000 barrels olie (een barrel is 164 liter) per dag opleverende, zijn in exploitatie, en dit getal zal nog met vele ver meerderd worden. Bij sommige bronnen werd eerst op een diepte van 1600 voet. olie gevonden. De oliehandel heeft de aandacht der bewoners dezer streken van iedere andere bezigheid afgetrokken. Vroeger waren houthak en landbouw de voor naamste industrieëen, uit de Tuna Valley werden jaarlijks groote hoeveelhsden hout langs de Alle gheny aan de markt gebracht en de producten der zuivelbereiding waren eveneens belangrijk. Thans echter zijn de boerderijen in de handen van olie speculanten overgegaan, en de houthakker heeft de wouden verlaten om te beproeven in korten tijd fortuin te maken. De oliekoorts is verschei dene mijlen oost- en westwaarts doorgedrongen en groote opbrengst van olie is te verwachten uit de honderden bronnen, die daar nog worden geboord. Door een pijplijn wordt de olie van Bradford en andere plaatsen in het Tunadal geperst naar den Eriespoorweg bij Olean, dertien mijlen van Brad ford verwijderd. De bronnen moeten meestal ge pompt worden, hoewel er ook verscheidene sprin gende bronnen gevonden zijn. In Warren County zijn de bronnen uit een oogpunt van opbrengst vooral belangrijk. Er zijn daar wellen, die tot 200 barrels per dag opleveren, en een van 50 barrels is volstrekt geen zeldzaamheid. Een der grootste oliespeculanten in het land heeft zich dan ook de exploitatie dezer streek aangetrokken en nooit werd in korter tijd een zoo volkomen gedaanteverwis seling gezien als daar. Men heeft reeds plannen gemaakt om de pijpenleiding tot de stad Buffalo door te trekken. De keizer en de keizerin van Brazilië hebben thans ook Zwitserland bezocht, welke kleine republiek tot nog toe door de hooggeplaatste reizigers vergeten scheen te zijn. Zij trokken voor al in Zürich zeer de aandacht van de studeerende jeugd. Hun bezoek aan den Rigi werd door prachtig weder" begunstigd, ofschoon de berg reeds dagen te voren in nevelen was gehuld geweest. De vele vreemdelingen, die tegelijk met hen van dit„keizers- weder profiteerden, waren zeer met hen ingenomen, maar de bedienden en kellners, die op fooien geaasd hadden, waren zeer ontevreden. Keizer dom Pedro toch bezit een talent, dat den czaar van Rusland geheel ontbreekt: hij kent namelijk de waarde van het geld, en wat erger is, hij schijnt een bij zondere studie van de muntstelsels der verschil lende landen gemaakt te hebben, welke de fooien- vampyrs bijna tot wanhoop brengt. Als een feit wordt gemeld, dat hij zich op zijn reizen niet zelden van rondreisbiljetten tot verminderden prijs bedient. Op den tocht van den Rigi naar Vitznau stond de keizer op de locomotief, en leerde hij van den machinist de verschillende handgrepen om haar te besturen. De keizerin droeg op reis zelf haar handtaschje, tot onbeschrijfelijke ver bazing van alle Engelsche dames, die het zagen. Te Lucern werd aan het keizerlijke paar een serenade gebracht, doch voordat de laatste tonen wegstierven, wandelde keizer Pedro reeds weder incognito door de straten der stad. Te Od essa waren deze r d agen sold aten aan het exerceeren; een onderofficier beval een soldaat op verschillende pnnten te mikkeu. Daar dit niet best ging, liet de sergeant den soldaat op hem zeiven aanleggen. Hij commandeerde vuur; de soldaat gehoorzaamde en, door een kogel in het hoofd getroffen, viel de sergeant dood neder. Daar nu bij de exercitiën slechts losse patronen gebruikt worden, wekte dit ongeval aanstonds groote bevreemding. Het schijnt, dat de soldaat, die op wacht had gestaan, vergeten had zijn geweer te ontladen. BUITENLAND. I )uitschla.nd. Te Maintz werd dezer dagen eene vergadering gehouden om te beraadslagen over de oprichting van een gedenkteeken voor den overleden bisschop Ketteler. Naar de „Niederrh. Cour." verneemt, is er dadelijk voor 50,000 mark geteekend, waarna in eene grootere vergadering een voorloopig comité is benoemd, met opdracht de noodige voorstellen ter verwezenlijking van het denkbeeld in te dienen. Grroot-JBritannië. In het lagerhuis vroeg gisteren de heer Kenealy of de regeering ook bekend is met het bestaan eener overeenkomst tusschen Rusland, Oostenrijk en Duitschland tot verdeeling van Turkije. Sir S. Northcote antwoordde dat de regeering daarom trent niets vernomen had wat zij mee kon deelen. Dit antwoord achtte de heer Kenealy onbevredigend. Hij zou de vraag herhalen. Gladstone's landgoed, Hawarden Castle, bij. Chester, werd verleden Zaterdag bezocht door de leden van de Boltoner liberale vereeniging met hunne vrienden, mannen en vrouwen, te zarnen 1400 personen. Het gezelschap ontving terstond vergunning om het prachtig goed te doorwandelen, maar de gewezen premier sloeg zeer beslist het aanzoek af om voor dezen troep bewonderaars eene politieke redevoering uit te spreken. Het comité, dat het uitstapje bestuurde, drong er toen op aan, dat hij zich voor het minst vertoonen zou en ein delijk zeide hij, na eenige aarzeling, dat hij van plan was, in den loop van den namiddag in het park met zijn zoon het parlementslid voor Whitby een boom te gaan omhakken. De Bol toner liberalen lieten niet na verspieders om het kasteel uit te zetten. Kort na vier uren kwamen de beide heeren voor den dag, in ruwe werkmanspakken gedost en elk met eene bijl in de hand. De verspieders gaven het afgesproken teeken en weldra zag zich het twee tal door de menigte achtervolgd. Onder een reus- achtigen esch, onderaan den stam niet minder dan vijftien voet in omtrek, werd stilgehouden en vader en zoon togen aan het werk. De hoeden, kielen en halsdoeken lagen in een oogwenk ter aarde en de spaanders vlogen rond, welke door de aanschouwers om strijd werden opgeraapt en tot een aandenken bewaard. Het eenigermate eentonige van het schouw spel werd verbroken door het zingen van allerlei volksliederen en psalmen en wanneer de houthak kers een oogenblik poosden, schoten de lieden om hen toe om hun te hand te drukken hetgeen den mannen echter op ondubbelzinnige wijze ge weigerd werd; dezen troostten zich met luid ge juich, waarna eene „motie van dankbetuiging" in omvraag gebracht en met algemeene stemmen aan genomen werd. De heer Gladstone, leunende op zijne bijl, gaf zijne blijdschap over het hem ten deel gevallen bezoek te kennen en hield een toespraak over het land- en stadsleven. Ofschoon de bewon derende aandrang van zijn gehoor nu en dan zoo sterk was, dat hij van de been raakte, nam hij alles goedhartig op, en nadat ook mevrouw Gladstone eenige woorden met de bezoekers gewis seld had, trokken dezen hoogst voldaan af, terwijl de vernieuwde bijlslagen hun nog lang naklonken. Vrijdag zijn in al de moskeeën van Cal cutta openlijke dankstonden gehouden, naar aanlei ding van de overwinningen, door de Turken te Plewna en Eski-Saghra behaald. Eene menigte volks nam aan de godsdienstoefening deel en blijk baar neemt de belangstelling in de Turksche aangele genheden in Britsch-Indië toe. De voornaamste Mahomedaansche bladen geven dagelijks de oor logstelegrammen in buitengewone bulletins uit. Ingezetenen van Madras, vergaderd onder voor zitterschap van den gouverneur dier stad, hebben tot het Britsche publiek het volgende beroep ge richt om hulp voor de hongerlijdende bevolking in zuidelijk Hindostan: „De hongersnood wordt nijpender en de ellende is groot. De regen blijft ongenoegzaam. Eene bevolking van twintig millioen zi^t zich bedreigt door gebrek. Honderdduizenden hangen geheel af van liefdadigheid. Enkel in de presidentie Madras moeten 1,750,000 personen dagelijks onderstand ontvangen. De sterfte boven 't gewone cijfer loopt reeds naar een half millioen. Tot in Januari, wanneer de oogst kau gegaard worden, moet de schaarschte duren. Spoedige hulp is ten dringendste noodig."

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1877 | | pagina 2