N°. 8329
A0. 1877.
30 Juni.
Zaterdag
Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van Zon- en Feestdagen, uitgegeven.
Het zal den Uitgever aangenaam zijn
wanneer de voor het 's avonds verschijnende
nummer bestemde ADVERTENTIËN steeds
's middags uiterlijk vóór vier uren worden
ingezonden. De plaatsing van na dat uur
ontvangen Advertentiën moet zoowel van
de plaatsruimte als andere omstandig
heden afhankelijk gesteld worden en is dus
niet altijd zeker.
Een Neder landsche Noordpooltocht.
LEIDSCH
DAGBLAD.
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per 3 maandenf 1.10.
Franco per post1.40.
Afzonderlijke Nommers0.02.
PRIJS DER ADVERTENTIES
Van 16 regels1-05.
Iedere regel meer0.17J.
Grootcrc letters naar plaatsruimte.
Onlangs vermeldden wij, dat ook hier, in na
volging van andere steden, zich een sub-comité
gevormd heeft tot het inzamelen van gelden voor
het uitrusten van een schip naar Nova-Zembla,
om daar en op andere belangrijke punten in de
poolstreken eenvoudige gedenksteenen te plaatsen
ter herinnering aan de roemrijke ontdekkingen der
Nederlanders. Wij vernemen, dat het plan bestaat
eerstdaags een lijst bij de ingezetenen te laten
rondgaan waarop ieder wordt uitgenoodigd tot
bovengemeld doel voor een kleine gift te willen
inteekenen. Niemand moet zich onder eenig voor
wendsel, welk dan ook, aan de medewerking kun
nen onttrekkenhet is daarom, dat het sub-comité
een uiterst geringe som als bijdrage bepaald heeft,
die ieder in de gelegenheid zal stellen, te toonen
dat hij hart heeft voor ons nationaal verleden
ook voor onze toekomst.
Want zoo ooit geldt bet hier een nationale
zaak. Door onze geschiedenis waait de geur van
een verfrisschende zeelucht; onze geliefdste held,
wij zeggen niet oDze grootste man, maar de man,
die het meest van allen tot ons hart spreekt, is
hestevaer; de zee is het element, waarmee wij in
onafgebroken strijd kampen, dat wij overwonnen
hebben, en dat ons als losprijs voor onzen zege
onze grootheid gegeven heeft, meer nog, dat
ons den grondslag heeft verschaft onzer grootheid,
onze onafhankelijkheid. Of zouden onze voorvaders
een ongelijken krijg tegen den wereldbeheerschen-
den tiran hebben volgehouden, wanneer niet naar
heinde en verre onze schepen waren uitgestevend
om bronnen van rijkdom en macht op te sporen,
dolende ridders, maar die den wereldhandel als
bruid onzer republiek naar het vaderland terug
voerden
Wat al roemrijke tochten, wat al gewaagde
ondernemingen, nutteloos soms wel wat dadelijk
voordeel betreft, maar niet vergeefs voor onzen
naam. Wie kan aan dat heldentijdvak terugdenken
zonder een gevoel van trots, tegelijk zonder een
gevoel van schaamte. Want dat alles is reeds lang
geleden, die tijd leeft nog in de herinnering, hij
leeft nog in enkele namen verspreid van heteene
tot het andere uiteinde van den wereldbol, die een
Nederlandsche heldengestalte, of een Hollandsche
stad of een kwinkslag van vroolijken Janmaat
voor onzen geest terugroepen, maar in werkelijk
heid hebben de nazaten slechts voor een klein
deel de erfenis van het voorgeslacht aanvaard.
En buiten welk gebied hebben zij zich angsti
ger terughouden dan het hooge Noorden, waar
weleer de naam van den Hollandschen zeeman
eenig prijkte. De Engelsche ondernemingsgeest
heeft expeditie op expeditie beraamd en uitgevoerd,
de Duitschers hebben bij nationale inschrijving
hun Noord pooltocht aanvaard, een Oostenrijksch
schip heeft in het ijs bij Nova-Zembla overwin
terd om te trachten met alle hulpmiddelen der
nieuwe wetenschap de vaart te volbrengen, die
Barendsz en Heemskerk moesten opgeven, in
Zweden koestert men het plan en men heeft
de overtuiging daarin te zullen slagen 't vol
gend jaar den Noordelijken zeeweg naar China te
zoeken, en jaar in jaar uit gaan Noorweegsche
visschers die hooge streken tegemoet om hun
winstgevend handwerk uit te oefenen.
Is het wonder dat in die omstandigheden de
namen, door de oude Hollanders aan baaien en
voorgebergten gegeven, teruggedrongen worden
Reeds heeft Nova-Zembla zijn kaap Bismarck, zijn
kaap Petermann; hoe lang zal het nog duren dat
het zijn kaap Maurits behoudt, als ten minste.
Maar het geheugen van andere volken is edel
moediger dan het onze, de naam van Barendsz is
nog niet gestorven in de ijsgewesten waar bijna
geen leven meer mogelijk schijntde overwintering
van de Hollanders is tot een legende geworden
onder de stoute zeevaarders van het Noordenlaat
ons zorgen dat ze niet worde uitgewischt.
Toen kapitein Carlsen bij het omzeilen van
Nova-Zembla in 1871 de bouwvallen van een
houten huis vond, weifelde hij niet lang daarin
de overblijfsels te herkennen van het Behouden
Huis, dat door de Hollanders in 1569 was opge
slagen aan het verste einde van Noorwegen bracht
een nieuwsblad het feit van die ontdekking ter
kennis van zijn lezers en herinnerde in een juist
overzicht aan den roemrijken tocht van Barendsz
en Heemskerk. Een Engelschman, daar juist aan
wezig, kocht de verzameling voorwerpen onder de
bouwvallen van het Behouden Huis gevonden van
den Noorweegschen gezagvoerder Carlsen op,
en stond ze later edelmoedig aan het Nederlandsch
gouvernement af voor dezelfde som, waarvoor hij
er eigenaar van was geworden. De edelmoedigheid
van een anderen Engelschman bracht eenige jaren
later, thans kosteloos Nederland in 't bezit van het
overschot der zaken die op Nova-Zembla gevon
den waren.
En zoo was het laatste spoor van het verblijf
der Hollanders in het Noorden verdwenen. Het
Behouden Huis, geteisterd door de stormen, be
legerd door het ijs, gekneusd door de sneeuw
jachten van drie eeuwen, een bedolven zinnebeeld
van de geestkracht onzer voorvaderen wachtend op
onze herleving, is verwijderd, een kamervol oud
huisraad, verroeste instrumenten, gebroken wapen
tuig is daarvoor in plaats gekomen in een zaal
van een museum omgeven door die eigenaardige
bedompte atmosfeer, die in een museum thuis
behoort. Arme reliquieën van onzen ouden roem,
aandoenlijke getuigen van een onvergankelijke hel
dendaad, naar het vaderland teruggebracht door
vreemde tusschenkomst, betaald met een weinig
geld en een weinig lof voor vreemde edelmoedigheid
Zal het daarbij blijven Is er reeds genoeg ge
daan door ons volk, door onze regeering Is men
alles vergeten? Welnu, herlees die bladzijde van
onze geschiedenis en onttrek u, zoo ge kunt, aan
den indruk van dat eenvoudig grootsche verhaal,
herinner u dat Driekoningenfeest gevierd te mid
den van het ijsis de heimweeklacht in het groote
heldendicht van de oudheid roerender dan het
herdenken van het geliefde vaderland in den nood,
onder zooveel leed en zooveel ontbering en toch
getint met den gulden straal van den oud-Holland-
schen gezonden humor! Of herinner u den ster
venden Barendsz in de open boot op de onmete
lijke zee, met het oog gevestigd op de kaart, die
den weg moet ontsluiten door de ijsschotsen heen
tot de warme gewesten van het zuiden.
Men heeft gezegd dat een monument op Nova-
Zembla opgericht een gedenkteeken zou zijn van
onze schande. Wat het voor ons zou zijn, laten
wij daar; ten eerste hebben wij een plicht te ver
vullen jegens onze onverschrokken zeevaarders en
dan ook voor ons heeft een monument zijn be-
teekenis: het is niet slechts het herstel van een
verzuim, het is een belofte voor de toekomst, en
wanneer eerlang misschien ook tot ons volk de
oproeping zal gericht worden om mede te werken
tot het vestigen van internationale wetenschappe
lijke stations in het Noordpoolgebied, zullen wij
niet behoeven te antwoorden, dat wij, de kinderen
van het geslacht der 16de eeuw, den weg daar
heen zijn vergeten.
Wij hopen dat ook Leiden krachtig en met
nadruk zijn ingenomenheid zal betuigen met de
nationale onderneming die wordt voorbereid; het
waren toch niet alleen stoute zeevaarders, die uit
winstbejag hun leven waagden, de mannen die
wij herdachten, het waren ook baanbrekers van de
wetenschap, het -waren voor alles helden zonder
grootspraak of ophef, vrome burgers van een groot
vaderland.
LEIDEN, 29 Juni.
Heden zijn aan de hoogeschool alhier bevor
derd tot doctor in de rechten de heeren W. Van
Bjlandt, geb. te St.-Petersburg, en P. C. Van
Rossen Hoogendijk, geb. te Vlaardingen, beiden
na verdediging van Stellingen; tot doctor in de
geneeskunde de heer P. De Koning, geb. te Zaan
dam, met acad. proefschrift, get.„Beschrijving
van Chineesche schedels." Gisteren is nog bevor
derd tot doctor in de rechten de heer H. A. Van
Raalte, geb. te 's-Hage, na verded. van Stellingen.
In de rechtzaak van de Gemeente-commissie
der Ned. herv. kerk contra Prof. Prins heeft zich
opnieuw oorzaak van vertraging voorgedaan. Ten
gevolge van den eisch van den advocaat des ge
daagden (Mr. Vlielander Hein), dat namelijk de
Gemeente-commissie de feiten waarop zij hare
vordering grondt nader zou preciseeren en recht
vaardigen, is de advocaat Mr. Van der Linden
met een nader onderzoek aangevangen, dat veel
tijd vereisckt. Dienvolgens is de behandeling der
zaak voor een geruimen tijd uitgesteld en voor-
loopig bepaald op Zaterdag 4 Augustus e. k.
In de gisteren gehouden zitting van den
gemeenteraad is nog mededeeling gedaan dat door
Dr. Van der Mey alhier en Dr. Michaëlis te
Zutfeu verzoeken zijn ingediend om tot rector
van het gymnasium te worden benoemd. Onjuist
i3 gemeld als zou er een voorstel zijn ingekomen
om Dr. Van der Mey als zoodanig te benoemen.
De verzoeken zijn in handen gesteld van Burg.
en Wethouders.
De afdeeling voor wis- en natuurkundige
wetenschappen der kon. acad. v. w. zal morgen
eene gewone vergadering houden.
Onder de geslaagden bij het litt. math,
examen alhier behoort nog de heer W. C. Kim-
mijser uit Schiedam.
De 28ste algemeene vergadering van de
Ned. Maatschappij ter bevordering der genees
kunst werd Woensdag te Groningen geopend. De
president, Dr. Vaillant, herinnerde de treurige
reden, waarom deze bijeenkomst was uitgesteld,
riep de talrijke aanwezigen het welkom toe binnen
het door hem zeer geroemde Groningen en wijdde-
een woord van hulde en dank aan den dezer dagen
ook der Maatschappij ontvallen algemeenen pen
ningmeester, Prof. Boogaard te Leiden. Uit het
verslag van den algemeenen secretaris blijkt, dat
het eerste 1000-tal leden eindelijk is bereikt; er
zijn thans nl. 19 leden meer dan in 1876 bij
gekomen.