tot adsistentie werd ontbeantwoord gelaten. In den vroegen morgen is het schip door behulp van sleepbooten vlot gekomen. De »Prov. Over. en Zw. Ct."merkt op dat Schut het dwangbuis aankreeg, nadat hij zijn boeien verbroken en getracht had zich van kant te maken. Overigens verneemt zij van goe derhand, dat Schut, die nacht en dag door twee oppassers moest worden bewaakt, ook te Zwolle iederen dag door den directeur der gevangenis werd bezocht. De houding van Schut, zorgvuldig door den directeur en de bewakers waargenomen, was van dien aard, dat men gegronde vrees meende te hebben, dat hij, bij het vrije gebruik zijner armen, opnieuw zou trachten zich het leven te benemen. Dat overigens ook uit anderen hoofde er grond was, om Schut vrijheid van beweging te benemen, blijkt daaruit, dat hij eenmaal, bij een zijner laatste verhooren door den rechter-commis- saris, dreigde dien ambtenaar te verworgen, zoo hij de handen vrij had. De directeur zag zich, in overleg met de commissie van administratie van de gevangenis, gedrongen, Schut het dwangbuis niet anders te laten uitdoen, dan wanneer deze verschoond werd, 't geen wekelijks gebeurde. Dinsdag-avond is in de wachtkamer 2de klasse van het spoorwegstation te Haarlem een 59-jarig man uit Amsterdam binnen weinige oogenblikken overleden. Hij was des middags met zijne dochter naar Haarlem gegaan en leed hevig aan asthma. Een steenfabrikant te Halsteren is bekeurd wegens het in dienst hebben van een meisje beneden de 12 jaar, dat steenen moest afdragen tegen 10 cent per 1000. Te Marble head, in Massachusetts, heeft Maandag een geweldige brand gewoed. Ze ventig huizen zijn vernield. De schade wordt op 500,000 dollars geraamd. De „Köln. Zeitung" verneemt, dat het aardappelenveld, waar de colorado-kever ge vonden is, slechts vijf morgen groot is, en dat maatregelen genomen zijn om de larven geheel te vernietigen. Men zal het veld met hooi en hout spaanders bestrooien, daarover veel petroleum gie ten, en dan in brand steken. Zoo noodig zal het afgebrande veld dan nog verder gedesinfecteerd worden. Vrijdag, zoo wordt aan de „Times" gemeld, is te Rome een zware zandregen neder- gevallen uit de woestijnen van Afrika. Het zand verduisterde de lucht als eene dikke wolk, zoodat de zon omstreeks 4 uren in den namiddag het voorkomen had van eene bleeke, groenachtig ge tinte maan. Hetzelfde verschijnsel is te Napels waargenomen. De Franse lie ingenieurs Potier en De Lapparent hebben rapport uitgebracht omtrent hun grondboringen in 't Nauw van Calais voor den aldaar te maken onderzeeschen tunnel. Uit dit rapport blijkt, dat de krijtlagen onder de zee engte zeer regelmatig tusschen Frankrijk en En geland zich voortzetten, zoodat ernstige geologi sche bezwaren het plan niet in den weg zullen staan. Beohtzaken, In de gisteren gehouden zitting der arr.- rechtbank te Amsterdam is een aanvang gemaakt met de behandeling der zaak van P. H. Bruyn, gewezen secretaris der Amsterdamsche Kanaal maatschappij. Er zijn een aantal getuigen gehoord, waaronder de president, directeuren en commissaris sen dier Maatschappij. Beklaagde erkende dat hij aandeelen heeft weggenomen, maar verklaarde niet te weten voor welk bedrag. Hij ontkende het niet verantwoorden der onraadspenningen, althans boven een bedrag van ƒ2000. In de avondzitting trachtte de subst.-officier van justitie, mr. H. N. Teding van Berkhout, in eene uitvoerige rede de schuld van beklaagde aan te toonen. Uit de vijf door commissionairs voor rekening van beklaagde gedane verkoopen resulteert, dat voor een nominaal bedrag van 273,000 is verkocht; daarvan moet worden af getrokken een bedrag van ƒ8000, die door ge tuige Watson aan bek], waren geleend, en dus door hem niet aan het kapitaal zijn onttrokken. Daarbij moet worden gevoegd onder anderen een bedrag van 11,400, die in een reisnécessaire van den beklaagde zijn gevonden, behalve nog enkele andere stukken. Ook het misbruik van vertrouwen, gepleegd door het niet verantwoorden van minstens ƒ2000 uit de onraadspenningen, is uit de verklaring van getuige Claassen en van directeuren, in verband met de vroegere bekentenis van beklaagde, voldoende bewezen. Die bekentenis kan niet herroepen worden dan op aannemelijke gronden, die niet aanwezig zijn. Beklaagde heeft aandeelen in het bezit der directie tegen haar wil weggenomen, dat is diefstal. Hij was in loontrek- kenden dienst, dat maakt een verzwarende om standigheid bij de qualificatie. Wat de op te leggen straf betreft, oordeelde spreker dat zij met het oog op dezen persoon en zijn handelingen zwaar moet zijn. Spreker requireerde zijn schul digverklaring aan diefstal in loontrekkenden dienst en misbruik van vertrouwen met veroordeeling tot een gevangenisstraf van vier jaren en een geldboete van ƒ500. De advocaat van den beklaagde, mr. S. Katz, meende dat beklaagde eigenlijk had gehandeld in een soort van aesthetische krankzinnigheid, die niet is te verklaren, en trachtte daarvoor eenige bewijzen te geven. Het feit moest dit jaar uitkomen omdat de talon voor de coupons der aandeelen moest vernieuwd worden. En de man die dit wist kocht voor het ontvreemde geld voor ƒ30,000 aan schilderijen, belegde een ander deel in lande rijen en villa's, in plaats van met het bedrag de vlucht te nemeneen „manie des collections" schijnt hier aanwezig, een onderzoek daarnaar acht pleiter gerechtvaardigd. Hij wees op het eervol verleden van den beklaagde, op de langdurige preventieve deten tie, op zijn diep berouw, op de ramp voor zijn ge zin en drong in elk geval aan op de toepassing der celstraf. De substituut-officier repliceerde kortelijk en wees op de verklaringen der makelaars omtrent de datums van verkoop, in verband met de bekentenis van beklaagde, ten bewijze dat de diefstallen had den plaats gehad binnen de laatste vijf jaren. Hij betoogde verder dat de aandeelen waren genomen uit het bezit der directie en handhaafde zijne vroegere sustenuën. Tegenover de beweerde ontoe rekenbaarheid, wees spreker op de zucht naar be zit en weelde van den beklaagde, op zijne behoefte om te schitteren en de noodzakelijkheid der toe passing van een ernstige straf. De beklaagde eindigde met het verzoek om cel straf. De uitspraak werd bepaald op Woensdag 4 Juli. KOLONIËN. BATAVIA, 25 Mei. Voor eenige dagen bevatte de „Soer. Ct." als correspondentie uit Salatiga een reeks van twaalf beschuldigingen tegen den naar Nederland ver- trekkenden adsistent-resident Rutten, voornamelijk daarop neerkomende, dat hij geschenken van den regent aannam, dat hij zich eens voor ƒ1000 en een bracelet voor zijn vrouw had laten omkoo- pen om een zaak van koffie-diefstal niet te ver volgen, dat hij zijn dienst verwaarloosde, de in- landsche hoofden brutaliseerde, de rechtspraak verslofte enz. Den 19den dezer heeft nu de „Sam. Ct." uit Salatiga het volgende telegram gekregen „Al de beschuldigingen, tegen den gewezen adsis tent-resident Rutten ingebracht, zijn leugenachtig. (Geteekend) Erdbrink, notaris. Muller, commies kashouder. Stevens, griffier. Nispel, telegrafist." Wij kunnen hier bijvoegen, zegt het blad, dat de heer Rutten bij den officier van justitie eene aan klacht heeft ingediend tegen den schrijver van het in 't „Soerabayasch Handelsblad" opgenomen stuk. Aangezien de heer Rutten den 20sten met de „Koning der Nederlanden" van Samarang naar Holland vertrekt, heeft hij, naar men zegt, aan een rechtsgeleerde de vervolging van genoemd dagblad toevertrouwd. Door den goarernenr-generaal van Ned.-Indië zijn de volgende beschikkingen genomen: Civiel Departement. Verleend: Een tweej. verlof naar Ned., w. ziekte, aan den ambt. op wachtg. F. A. Hemmelmann. Ont slagen: Eervol, nit 's lands dienst, met beh. van recht op pens., de schont bij de politie te Soerabaya W. F. De Jongh; eervol, uit zijne betr., w. ziekte, de griff. bij den landr. te Mangetan J. A. Losse. Benoemd: Tot raadsh. in het hoogger. van Ned.- Indië, mr. C. 6. Hnltman; tot griff. bjj den landr. te Mange tan, J. H. Filon; tot hoofdonderw. aan de o. 1. school te Pa- soeroean, G. Lavell; te Ambarawa, J. A. Olt; te Kediri, H. P. Jnlsing; te Ngawï, W. F. Commerell; te Banjoemas, J. Van Heek. Departement van Oorlog. Verleend: Een tweej. verlof naar Europa, w. ziekte, aan den off.-van-gez. 2de kl. G. Sinia; een tweej. verlof naar Ned., w. ziekte, aan den milit. apoth. 3da kl. W. A. Kneepkens. Bevorderd: Bij de inf. tot kapt.: W Van den Bos, H. Nuy, M. Tiernego, H. J. G. Ferzenaar, H J. Jonker en G. C. A. De Witt; tot lsten luit., W. P. VVet- selaar, D. A. Okhuyzen, F. L. Nix, J. A. P. Geill, J. W. San ders, F. Th. S. Verhofstad, J. R. Jacobs en R. Bakkers. Departement van Marine. Verleend: Een tweej. verlof naar Ned., w. ziekte, aan den 2den machinist J. Kruyt. Benoemd: tot 2den machinist P. Z. Bergh. BUITENLAND. Rusland. Tergukasoff meldt uit Mazra, onder dagtee- kening van 24 dezer, dat zijne kolonne, bestaan de uit 20 bataljons met 12 stukken geschut en 4500 ruiters, den 21sten bij Dajar werd aange vallen. De strijd duurde tien uren. De Turken werden teruggeslagen. Yan de Russen sneuvelden 15 officieren en 51 soldaten. Er werden 363 man gekwetst. Bij Kars zijn negen nieuwe batterijen, gewapend met 36 stukken, opgericht. Ook de divisies, welke te Kilia en Ismail en tegenover Hirsova stonden, zullen naar den rechteroever worden overgebracht, zoodat de Rus sen weldra in de Dobrudsja eene macht van 60,001 a 70,000 man te hunner beschikking zullen heb ben. Een nieuw legercorps is uit Rusland op weg naar den Donau, doch zijne bestemming is alleen aan den Russischen generalen staf bekend. Waar schijnlijk zal dit naar den rechtervleugel gezonden worden, zoodat de Russen westelijk van den ves ting-vierhoek Rustschuk- Silistria-Varna-Schumla dan ongeveer 100,000 man in 't- veld zouden kunnen brengen. Sedert den ochtend van den 25sten heeft bijna onafgebroken een artillerie-gevecht langs de geheele linie, hoofdzakelijk op de punten Giur- gevo-Rustschuk en Kalafat-Widdin plaats. Giur- gevo lijdt vreeselijk onder het Turksche vuur; verscheidene openbare gebouwen, waaronder het hospitaal, en particuliere woningen werden den eersten dag van het bombardement vernield, ter wijl twee inwoners en een jong meisje door gra naten gedood werden. Den 26sten stonden Wid- din en Rustschuk op vele plaatsen in brand, doch van eene poging om aan deze zijde den Donau te forceeren is na de mislukte bezetting van 't ei landje Pyrgos verder niets vernomen. De keizer van Rusland heeft graaf Moltfce per telegraaf gemeld, dat het regiment, welks chef de Duitsche veldmaarschalk is, bij Galatz het eerst over den Donau trok en met den vijand op Turksch gebied slaags raakte. Turkije. De „Polit. Corr." ontvangt eene dépêche uit Cettinje van den 26sten dezer, luidende: In den afgeloopen nacht en hedenochtend trok de geheels Turksche legermacht in alle stilte naar Podgoridza terug. Gisteren vereenigden zich de beide Mon- tenegrijnsche legers aan den Kosivilug. De vorst hield revue over de troepen en spoorde ze aan tot nieuwe krachtsinspanning, daar de beslissende slag binnenkort geleverd zou worden. De Turken houden vol, dat de Russen in de bezette streken van Armenië gruwelen plegen. De minister van buitenlandsche zaken heeft offici eel daarvan kennis gegeven aan de vertegenwoor digers der Porte in het buitenland, „het aan het oordeel van geheel Europa onderwerpende, hoe dergelijke ^daden moeten bejegend worden, nu die uitgaan van eene natie, die zich opwerpt als de verdedigster van de grondbeginselen der be schaving." Telegrammen. LONDEN, 27 Juni. Uit Colon wordt van den 23sten omtrent de Columbiaansche leening geseind, dat de betaling der maandelijksche termijnen wede: in Juli beginnen zal en de achterstallen in vit: driemaandelijksche termijnen zullen worden betaald, te beginnen met October. Reuters Office verneemt van Malta, dat het Duitsche gepantserde eskader onder bevel van admi raal Batsch naar Port-Said vertrokken is. BUCHAREST, 27 Juni. De Kamers werden heden gesloten. De vorst wijst in zijn boodschap op de verhouding van Turkije tegenover Rumenië, en dat de natie en de Kamers alle middelen in 't werk stelden om tot eene schikking te komen en vervolgens een beroep deden op de garandeerende

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1877 | | pagina 2