U
N°. S332.
A0. 1877.
Vrijdag
22 Juni.
Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van Zon- en Feestdagen, uitgegeven.
EIDSCH
PEIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per 3 maandenf 1.10.
Franco per postn 1.40.
Afzonderlijke Nommers0.02.
PRIJS DER ADVERTENTIEN:
Van 16 regels1.05.
Iedere regel meer0.17$.
Grootere letters naar plaatsruimte.
S T A 11 8-ü E UI CHTli3i.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van
LEIDEN, gezien de circulaire van den Com
missaris des Koniugs in deze Provincie van den
4den dezer maand, A, n°. 925 (3de afd.) (Prov.
blad n°. 48)brengen bij deze ter openbare
kennis een uittreksel, zooveel dit Gewest betreft,
van de circulaire van den Minister van Financiën
van den lsten dezer, houdende bepalingen om
trent de inwisseling van Nederlandsche koperen
en bronzen muntspeciën tegen standpenningen,
luidende als volgt:
De Minister van Financiën maakt, naar aan
leiding van het Koninklijk besluit van 20 Mei
1877, n°. 38, genomen ter uitvoering van de Wet
van 28 Maart 1877 (Staatsblad n°. 43), het na
volgende bekend1°. Als kantoren waar de Ne
derlandsche koperen en later ook de Nederlandsche
bronzen pasmunt, mits voor niet minder dan een
waarde van tien gulden, tegen standpenningen
inwisselbaar zal zijn, zijn aangewezena. de Ne
derlandsche Bank, als agent van 's Rijks schat
kist te Amsterdam; b. de kantoren der Rijksbe
taalmeesters; c. de navolgende kantoren der directe
belastingen en accijnzen in de provincie Zuid-
Holland Alblasserdam, Alpheu, Ameide, Oud-
Beierland, Bodegraven, Den Bommel, Brielle,
Charlois, Delfshaven, Delft (dir. bel.), Gorinchem,
Gouda, 's-Gravendeel, 's-Gravesande, Hazerswoude
Hellevoetsluis, Hillegersberg, Katwijk, Kralingen,
Leerdam, Leiden (dir. bel.), Maassluis, Middel-
harnis, Nieuwesluis, Nieuwkoop, Numansdorp,
Oegstgeest, Oudewater, Overschie, Ridderkerk,
Schiedam (dir. bel.), Sliedrecht, Schoonhoven,
"Vianen, Vlaardingen, Voorburg, Woerden, Wou-
brugge, Zwijndrecht. d. de navolgende kantoren
der registratie en domeinen in de Provincie
Zuid-HollandNoordwijk, Sommelsdijk, IJsel-
monde. 2°. De aanwijzing der kantoren onder n°.
1 litt. c en d hierboven bedoeld, geldt slechts,
voor zoover de vereischte standpenningen aldaar
voorhanden zullen zijn. 3°. De bij n". 1 hierbo
ven gemelde kantoren zijn voor de bedoelde in
wisseling opengestelddat, gemeld bij lett. a des
Maandags en des Donderdags (mits geen feest
dag) van negen uren tot halfeendie, gemeld
h'j lett. b, van den löden tot en met den 25sten
van elke maand (zon- cn feestdagen uitgezonderd)
op de gewone kantooruren; die, gemeld bij let
ters c en d, den tweeden werkdag van elke week,
of indien hij op den eersten dag der maand valt,
den derden werkdag, en indien hij op den laat-
sten dag der maand valt, den vierden werkdag
der week, op de gewone kantooruren. 4°. De
hierboven genoemde bepalingen, welke uitsluitend
ten doel hebben aan de ingezetenen gelegenheid
te geven zich van de te groote hoeveelheid koper
of bronzen munt te ontdoen en ze weder elders
te verspreiden, treden in werking met 1 Juli 1877.
's-Hage, 1 Juni 1877.
De Minister voornoemd,
Kal' fat-). H. J. v. d. HEIM.
En geschiedt hiervan openbare kennisgeving
door plaatsing in de Leidsche Courant.
Leiden, 16 Juni 1877.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
v. d. BRANDELER, Burgemeester.
E. KIST, Secretaris.
LEIDEN, 21 Jul.
De briéven, per stoomschip „Drenthe" naar
Ned.-Indië te verzenden, behooren ten postkantore
alhier bezorgd zijn den 22sten dezer te midder
nacht; drukwerken en monsters uiterlijk te half-
vier 's middags.
Dinsdag jl. werd alhier door de curatoren
vergadering van het seminarium der Remonstranten
tot proponent bij de Broederschap bevorderd de
candidaat J. A. Beyerman, theol. doctorandus.
Commissarissen der Bank van Leening gronden
het verzoek om intrekking hunner voorstellen
van den 13den April op de volgende overweging.
Immers tweederlei werd door hen bedoeld: be
perking van het personeel der ambtenaren, en
verhooging van de jaarwedden der overblijvenden.
Aan dit laatste behoeft voor het oogenhlik niet
gedacht te worden; afgaande op de opbrengsten
van de laatste weken, mag men aannemen dat het
administratieloon nu ruimschoots de vroeger ge
raamde som zal opbrengen, en is dit zoo, dan zal
het aandeel der beambten in dat loon hun vanzelf
geven wat Comm. hun door verhooging van jaarwed
den wilden hebben toegekend. En wat betreft de be
perking van het personeel, ofschoon Comm. het
ter zijde stellen van twee beambten op dit oogen-
blik niet durven voordragen, zoo vinden zij toch
geen bezwaar dat personeel op zes leden terug
te brengen, en zouden zij dus tegen 1 Juli a. s.
den tegenwoordigen taxateur een eervol ontslag
willen verleenen, wanneer namelijk de gemeente
raad mocht kunnen goedvinden hem het wacht
geld van f 880 toe te kennen. Aan de uitkee-
ring van dit wachtgeld zou voor de gemeente
geenerlei geldelijk bezwaar verbonden zijn. Te
genover de meerdere uitgave van f 880 staat toch
vooreerst eene besparing van f 400 op de trak
tementen, omdat de betrekking van derden klerk
komt te vervallen, en eene verhooging van het
aandeel der gemeente in het administratieloon,
eene verhooging welke blijft althans de tegen
woordige toestand voortdurenop minstens f 480
gesteld mag worden. In verband met dit voorstel
geven Comm. tevens in overweging de artt. 2,
4, 5 en 6 van het raadsbesluit vau 18 December
1874 te wijzigen.
Burg. en Weth. bieden de volgende alpha-
betisch gestelde voordracht aan voor de benoe
ming van een Commissaris der Bank van Leening
ter vervulling van de vacature ten gevolge van
de periodieke aftreding van den heer H. W. F.
Bakker met 1 Juli dezes jaars, als: II. W. F.
Bakker, C. Wassenaar en J. A. Z. Zuur.
Naar aanleiding van art. 3 van het regle
ment van beheer, worden de volgende dubbeltal
len voorgedragen ter vervanging van de leden
van bestuur van het Werkhuis buiten den gemeen
teraad, die den lsten Juli moeten aftreden, zijnde
de heeren D. A. Schretlen, A. C. Leembruggen
en H. P. J. Van Wensen, die weder opnieuw
benoembaar zijn: 1°. de heeren D. A. Schretlen
en D. Noothoven van Goor; 2°. de heeren A. C.
Leembruggen en A. L. De Sturler3°. de heeren
H. P. J. Van Wensen en Mr. J. A. F. Coebergh.
Bij Burg. en Weth. bestaat geen bezwaar
om aan de concessionarissen der Leidsche Duin
waterleiding vergunning te geven dat het duin
water ook worde geleverd aan de inwoners van
de gemeenten Katwijk, Valkenburg en Zoeter-
woude, voor zooverre zij wonen in de onmiddel
lijke nabijheid van de buis, terwijl zulks boven
dien geacht kan worden in het financieel belang
te zijn van de onderneming en daardoor ook van
de gemeente.
Nadat, zoo wordt nader gemeld, gisteren in
de kerk te Delft de predikant zijne toespraak ge
ëindigd had, werden de Kroon, ordeteekenen, krans
en verdere versieringen der lijkkist weggenomen
en deze van het lijkkleed ontdaan, welke hande
ling de vorstelijke familie blijkbaar met diepe
ontroering gadesloeg. Z. M. de Koning omhelsde
schreiend zijne zonen, waarna de andere priusen
Z. M. de hand drukten. Toen was het oogenblik
gekomen dat de kist in de groeve zou worden
nedergelaten. Te dien einde werd zij op een stel
lage geschoven, die te voren uit den grafkelder
was opgerezen en thans langzaam in de diepte
nederdaalde. Op dat oogenblik snelde prins Alexan
der daarheen om nog eenmaal de hand op de kist
te leggen en herhaalde dit al snikkende. Daarna
daalden de minister van justitie «n de secretaris
generaal van zijn departement, gevolgd door ver
schillende hooge dignitarissen, in den kelder, om
de kist met het grootzegel van het Rijk te ver
zegelen. Na afloop dezer formaliteit werd door den
wapenheraut van Nederland aangekondigd, dat de
plechtige teraardebestelling van het stoffelijk over
blijfsel van H. M. Sophia Frederika Mathilda,
Koningin der Nederlanden, geboren prinses van
Wurtemberg, was volbracht. Alvorens te scheiden
daalde de Prins van Oranje in den kelder neder.
Hem volgde zijn broeder Alexander, vervolgens
prins Hendrik en de hertog van Saksen Weimar,
om nogmaals de dierbare afgestorvene een laat-
sten afscheidsgroet te brengen. Eeuige oogen-
blikken later verlieten de vorstelijke personen, nog
herhaaldelijk naar de geopende groeve terugziende,
met hun gevolg het kerkgebouw en weldra weer
klonk aldaar door de ledige ruimte de dolle galm
van de sluiting der deuren.
Behalve de prachtige zilveren kraus, die
vanwege het dames-comité uit Delft den avond
vóér de begrafenis op de lijkbaar der Koningin
was nederlegd, verdient vermelding dat op het
initiatief van eene eenvoudige vrouw „uit het
volk", mej. Verkerk, door de meest aanzienlijken
der dames van de resideutie en vele andere ste
den gevolgd, een meer algemeen bewijs van ver
eering was gereedgemaakt, 't Was Z. K. H. de
Prins van Oranje zelf, die zich er mede belast
had, het op de lijkkist zijner diep beweende
Moeder te plaatsen. Dit meesterstuk van pracht
en eenvoud beide, mede in de Kon. fabriek van
de heeren Van Kempen en Zn. in slechts vijf
dagen tijds vervaardigd, bestond uit een zwart
zijden fluweelen medaillon, waarop een kolossaal
monogram (S) van mat gegraveerd zilver, omstren
geld door immortellenkransen, naar de natuur be
werkt door aanwending van goud, zilver en platina.
Door deze immortellen was een lint gevlochten
met rouwranden van émail, waarop deJuni-dagen
en de jaren van de geboorte, het overlijden en
de uitvaart der Koningin staan gegrift. Een kroon,
in kleuren, met een oxydé-strik was boven het
monogram aangebracht, terwijl daaronder in zil
veren letters, door den heer Knuyver verdienstelijk
geborduurd, te lezen stond „Aan Sophia, Koningin
der Nederlanden. Hulde der vrouwen van Neder
land, voor wie Hare herinnering niet sterven zal-"
De vereeniging „Eigen hulp" zal den 30sten
dezer eene algemeene vergadering houden in het
gebouw voor kunsten en wetenschappen te 's-Gra-
venhage. Op 19 dezer telde de vereeniging reeds
7038 deelnemers, terwijl in 49 gemeenten een
genoegzaam getal leden aanwezig is tot het vor
men van districten.
Uit Alexandrië wordt vernomen dat de heer
J. N. Anslijn, agent en consul-generaal der Ne
derlanden voor Egypte, benoemd is tot groot-
officier der orde van Medjidié. Deze onderschei
ding ging vergezeld van een vleiend eigenhandig
schrijven van den khedive.